Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stichtse Vecht

Beleidsregel verkeerd geplaatste (brom-)fietsen, wrakken en wees(brom-)fietsen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStichtse Vecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel verkeerd geplaatste (brom-)fietsen, wrakken en wees(brom-)fietsen 2021
CiteertitelBeleidsregel verkeerd geplaatste (brom-)fietsen, wrakken en weesfietsen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://wetten.overheid.nl/zoeken

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-07-2021nieuwe regeling

29-06-2021

gmb-2021-225593

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel verkeerd geplaatste (brom-)fietsen, wrakken en wees(brom-)fietsen 2021

Burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

gezien het collegevoorstel van 29 juni 2021;

gelet op art. 5:12 Algemene Plaatselijke Verordening 2014;

gelet op artikel 125 en verder Gemeentewet en artikel 5:21 en verder van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

mede gelet op het feit dat het plaatsen van (brom-)fietsen in gedeelten van de gemeente Stichtse leidt tot overlast en vraagt om handhaving;

overwegende, dat het gewenst is de handhaving van overlast van het plaatsen van

(brom-)fietsen voor heel Stichtse Vecht vast te leggen;

besluiten:

 

vast te stellen:

Beleidsregel verkeerd geplaatste (brom-)fietsen, wrakken en wees(brom-)fietsen 2021

 

 

 

 

1. Inleiding

 

In het belang van het uiterlijk aanzien en de toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van onder andere (voet)paden, trappen en fietsenstallingen en ter voorkoming of opheffing van overlast en/of voorkoming van schade aan de openbare ruimte/plaatsen en/of aan de openbare gezondheid, is het noodzakelijk om beleid vast te stellen ten aanzien van het verwijderen van verkeerd geplaatste (brom-)fietsen, (brom-)fietswrakken en wees(brom-)fietsen.

2. Juridisch kader

 

Algemene Wet Bestuursrecht (Awb)

afdeling 5.3.1 Last onder bestuursdwang, inclusief kostenverhaal

 

Algemene Plaatselijke Verordening 2014

Artikel 5:12 Overlast van fietsen of bromfietsen

1. Het is verboden op door het college aangewezen gebieden, fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde voorzieningen, plaatsen en/of ruimten te laten staan.

2. Het is verboden fietsen of bromfietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, in de openbare ruimte te laten staan.

3. Het is verboden op door het college aangewezen gebieden, fietsen of bromfietsen langer dan door het college vastgestelde periode te laten staan.

4. Het college neemt de in het eerste en derde lid genoemde aanwijzingsbesluiten in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare ruimte of gezondheid.

 

3. Verkeerd geplaatste (brom-)fietsen (art. 5:12, eerste lid, APV)

 

Onder een “verkeerd geplaatste (brom-)fiets” wordt verstaan: Een (brom-)fiets die, in een door het college aangewezen gebied, geplaatst is buiten de daarvoor bedoelde voorzieningen en/of plaatsten en/of ruimten.

In gebieden die intensief door fietsers en voetgangers worden gebruikt kan het verkeerd plaatsen van (brom-)fietsen de vrije doorgang belemmeren en tot overlast, schade en gevaarlijke situaties leiden. Het verkeerd plaatsen van (brom-)fietsen maakt de omgeving rommelig en lokt het onjuist plaatsen van andere (brom-)fietsen uit.

Maar ook in minder intensief gebruikte gebieden kunnen verkeerd geplaatste

(brom-)fietsen tot overlast leiden. Bijvoorbeeld wanneer met de plaatsing de doorgang op een trottoir wordt belemmerd; de veiligheid of de doorstroming van het verkeer wordt gehinderd; op of aan een openbare plaats hinder, overlast of schade ontstaat of daartoe uitnodigt; etc.

 

Daarom wijst het college gebieden aan waar het verboden is om (brom-)fietsen buiten de daarvoor bedoelde voorzieningen en/of plaatsten en/of ruimten te plaatsen. Het college maakt daarbij onderscheid tussen intensief gebruikte gebieden (bijvoorbeeld de stations-, centrum- en winkelgebieden) en de rest van de gemeente Stichtse Vecht, voor zover gelegen in de bebouwde kom, als zijnde minder intensief gebruikte gebieden.

In de aangewezen gebieden (intensief/ minder intensief) wordt:

a. bestuursdwang toegepast bij (brom-)fietsen die verkeerd zijn geplaatst zonder daardoor gevaar op te leveren. De overtreder krijgt een (begunstigings)termijn om de (brom-)fiets alsnog in de daarvoor aangewezen voorzieningen en/of plaatsten en/of ruimten te plaatsen. Doet hij dat niet, dan wordt de fiets verwijderd;

b. spoedeisende bestuursdwang toegepast bij (brom-)fietsen die verkeerd zijn

geplaatst en daardoor gevaar opleveren. De (brom-)fiets wordt verwijderd zonder de overtreder een begunstigingstermijn te geven om de (brom-)fiets alsnog in daarvoor aangewezen voorzieningen en/of plaatsten en/of ruimten te plaatsen.

 

Ad a. In geval van “reguliere” bestuursdwang wordt de procedure die is beschreven in artikel 6 gevolgd.

 

Ad b. In geval van spoedeisende bestuursdwang wordt de procedure die is beschreven in artikel 7 gevolgd.

4. (brom-)fietswrakken (art. 5:12, tweede lid, APV)

 

Onder een (brom-)fietswrak wordt verstaan: Een (brom-)fiets in de openbare ruimte die: rijtechnisch in onvoldoende staat is (er is niet mee te rijden/er missen essentiële onderdelen of deze zijn defect) en/of in uiterlijk is verwaarloosd (er is lang niet op gereden, de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan).

Het betreft een (brom-)fiets waarvan ten minste twee van de volgende onderdelen ontbreken of onherstelbaar zijn beschadigd: wielen, stuur, zadel, pedalen, aandrijfmechanisme (ketting, tandwielen) en/of een (brom-)fiets die kenmerken vertoont zoals planten en/of gras tussen de wielen, aangroei van mos, kapotte, verteerde of ontbrekende banden, een stoflaag of ernstige roestvorming en/of een (brom-)fiets waarvan de kosten van (deugdelijk) herstel van de (brom-)fiets hoger zijn dan de economische waarde van de (brom-)fiets in de aangetroffen staat.

 

Bij (brom-)fietswrakken wordt de volgende procedure gevolgd:

 

a. bestuursdwang wordt toegepast bij (brom-)fietsenwrakken die geen gevaar opleveren. De overtreder krijgt een (begunstigings)termijn om zelf het wrak uit de openbare ruimte te verwijderen. Doet hij dat niet, dan wordt het wrak verwijderd;

 

 

b. spoedeisende bestuursdwang wordt toegepast bij (brom-)fietsenwrakken die gevaar opleveren. Het wrak wordt verwijderd zonder de overtreder een begunstigingstermijn te geven om het wrak zelf te verwijderen.

 

Ad a. In geval van “reguliere” bestuursdwang wordt de procedure die is beschreven in artikel 6 gevolgd.

 

Ad b. In geval van spoedeisende bestuursdwang wordt de procedure die is beschreven in artikel 7 gevolgd.

 

5. Wees(brom-)fietsen (art. 5:12, derde lid, APV)

 

Onder een wees(brom-)fiets wordt verstaan: een (brom-)fiets die in een door het college aangewezen gebied in/binnen de voor stalling bedoelde voorzieningen, plaatsen en/of ruimten langer onafgebroken/ongebruikt is geplaatst dan in het aanwijzingsbesluit is toegestaan.

 

Bij wees(brom-)fietsen wordt de volgende procedure gevolgd:

 

Bij wees(brom-)fietsen is er in de regel geen aanleiding voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang. De “reguliere” bestuursdwang wordt toegepast (artikel 6).

 

Daaraan voorafgaand wordt aan de (brom-)fiets een sticker bevestigd waarop de eigenaar van de (brom-)fiets wordt gewezen op de maximale stallingsduur en op het feit dat indien deze termijn wordt overschreden bestuursdwang zal worden toegepast, waarbij de datum van stickering op de sticker wordt vermeld.

 

6. “Reguliere” bestuursdwang (art. 5:24 van de Awb)

 

In geval van “reguliere” bestuursdwang wordt de volgende procedure gevolgd:

 

Een beslissing over de verwijdering van een (brom-)fiets wordt genomen naar aanleiding van een melding dan wel naar aanleiding van een eigen constatering.

 

Voordat tot verwijdering van de (brom-)fiets wordt overgegaan:

1. Stelt een medewerker van de gemeente Stichtse Vecht per te verwijderen (brom-)fiets een last onder bestuursdwang op (de beschikking). Op deze beschikking:

a. wordt de overtreding vermeldt alsmede de datum en tijdstip van constatering van de overtreding;

b. wordt medegedeeld dat er sprake is van een last onder bestuursdwang;

c. wordt medegedeeld binnen welke termijn de (brom-)fiets dient te worden verplaatst dan wel verwijderd;

d. wordt verwezen naar het beleid, de wettelijke grondslag en wordt de eigenaar gewezen op het kostenverhaal;

e. wordt gewezen op de mogelijkheid van het maken van bezwaar.

Omdat de beschikking niet aan de overtreder kan worden uitgereikt, wordt deze in de vorm van een sticker of label aan de (brom)fiets bevestigd.

2. Plakt/hangt de medewerker op/aan elke te verwijderen (brom-)fiets een sticker/label, zijnde de beschikking.

3. Wordt er een overzichtsfoto gemaakt waaruit blijkt: welke (brom-)fiets er verkeerd geplaatst staat/ welk (brom-)fietswrak is aangetroffen/ welke wees(brom-)fiets) het betreft.

4. Wordt er een foto gemaakt waaruit blijkt dat het label aan de (brom-)fiets bevestigd is.

5. De verwijdering wordt op de voor de eigenaar minst bezwarende manier uitgevoerd. Dit betekent dat geen dan wel zo weinig mogelijk schade aan een (brom-)fiets wordt veroorzaakt. Als de (brom-)fiets voorzien is van een (ketting)slot dan zal dat, indien dat voor de verwijdering noodzakelijk, is worden doorgeknipt. Als een (brom-)fiets bijvoorbeeld met een kettingslot aan een fietsklem is vastgemaakt, dient het kettingslot aan het einde (in de buurt van het slot) te worden doorgeknipt, in plaats van in het midden. Op die manier is het kettingslot, na doorknippen, nog steeds bruikbaar.

6. De medewerker noteert in ieder geval:

a. het tijdstip van het verwijderen van de (brom-)fiets;

b. de locatie waar de (brom-)fiets is aangetroffen; en

c. een beschrijving van de (brom-)fiets en de aan/op de (brom-)fiets aangetroffen zaken (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, of er een slot verwijderd moest worden en eventuele bijzonderheden).

 

Begunstigingstermijn

In geval van “reguliere” bestuursdwang wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld om binnen de daarvoor gegunde termijn, de (brom-)fiets zelf te (doen) verwijderen.

 

De begunstigingstermijn bedraagt in geval van:

- Verkeerd geplaatste (brom-)fietsen:

o binnen de aangewezen gebieden die intensief worden gebruikt: 2 uur;

o binnen het aangewezen gebied van de gemeente dat minder intensief wordt gebruikt: 24 uur;

- (Brom-)fietswrakken: 24 uur;

- Wees(brom-)fietsen: 120 uur.

 

Verwijdering

Indien de overtreder zijn (brom)fiets niet binnen de begunstigingstermijn heeft verwijderd, dan wordt de (brom-)fiets op zijn kosten verwijderd.

- Verkeerd geplaatste (brom-)fietsen worden binnen twee weken verwijderd;

- (Brom-)fietswrakken worden binnen één week verwijderd;

- Wees(brom-)fietsen worden binnen 3 maanden verwijderd.

 

7. Spoedeisende bestuursdwang

 

In geval van spoedeisende bestuursdwang wordt de volgende procedure gevolgd:

In spoedeisende gevallen kan besloten worden dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder dat eerst de overtreder de gelegenheid krijgt om zijn (brom-)fiets zelf te verwijderen (artikel 5:31 van de Awb). Dit kan alleen als de situatie zo spoedeisend is, dat direct ingrijpen noodzakelijk is en een schriftelijk besluit daarom niet kan worden afgewacht.

 

Voordat tot verwijdering wordt overgegaan:

a. wordt er een foto gemaakt waaruit blijkt dat de (brom-)fiets gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats en/of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan.

b. wordt er zo spoedig mogelijk alsnog een schriftelijk besluit opgemaakt, waarmee de (brom-)fiets wordt gelabeld.

 

8. Nadat tot verwijdering is overgegaan:

 

a. Wordt de (brom-)fiets overgebracht naar een bewaarplaats en wordt deze gedurende 13 weken bewaard.

b. wordt er een kopie/foto van het besluit (label) gemaakt en het origineel meegegeven aan de eigenaar van de (brom-)fiets.

c. Na 13 weken kan de (brom-)fiets op grond van artikel 5:30 van de Awb worden verkocht, dan wel indien verkoop niet mogelijk is, worden vernietigd of om niet aan een derde in eigendom worden overdragen.

d. De (brom-)fiets kan eerder worden verkocht, dan wel, vernietigd of om niet in eigendom worden overgedragen, indien de door de overtreder verschuldigde kosten, vermeerderd met de voor verkoop geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de (brom-)fiets onevenredig hoog worden.

9. Afhalen verwijderde (brom-)fiets door eigenaar

 

De eigenaar kan zijn/haar (brom)fiets alleen op afspraak afhalen.

Eigenaar van de (brom-)fiets is degene die de (brom-)fiets met zijn/haar sleutel kan openen of met nota’s kan aantonen dat het gaat om zijn/haar (brom-)fiets.

De eigenaar van de (brom-)fiets dient zich te legitimeren. De medewerker registreert wanneer en aan welke persoon de (brom-)fiets is meegegeven. De eigenaar van de (brom-)fiets ontvangt bij teruggave een brief waarin staat waarom de (brom-)fiets is verwijderd, gegevens van de (brom-)fiets en wanneer de (brom-)fiets is opgehaald. Het originele exemplaar is voor de eigenaar, de kopie wordt gearchiveerd. De bestuursdwangbeschikking en eventueel andere toebehoren van de (brom-)fiets worden bij teruggave meegegeven.

10. Kostenverhaal

 

Het verwijderen van de (brom-)fiets gebeurt op kosten van de overtreder. Bij deze kosten moet worden gedacht aan de directe kosten van het feitelijk optreden en de voorbereiding daarvan, zoals het labelen, het verwijderen, meevoeren en opslaan van (brom-)fietsen, maar ook de kosten voor de opslag van de (brom-)fiets. Deze kosten zijn vastgesteld op € 35,-. Het college heeft de bevoegdheid om de meegevoerde en opgeslagen (brom-)fietsen vast te houden totdat de verschuldigde kosten betaald zijn. De kosten worden daarom bij de overtreder in rekening gebracht op het moment dat de (brom-)fiets wordt opgehaald. Betaling geschiedt uitsluitend elektronisch.

11. Inwerkingtreding en citeertitel

 

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregel verkeerd geplaatste (brom-)fietsen, wrakken en weesfietsen 2021.

Aldus besloten in de vergadering van 29 juni 2021

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht,

De gemeentesecretaris

De heer F. Halsema

De burgemeester

De heer A.J.H.T.H. Reinders