Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Medemblik

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent de uitvoering van de gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Medemblik)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMedemblik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent de uitvoering van de gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Medemblik)
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Medemblik
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage 1 aangiftebiljet forensenbelasting Bijlage 2 aangiftebiljet toeristenbelasting Bijlage 3 aangiftebiljet watertoeristenbelasting Bijlage 4 aangiftebiljet hondenbelasting Bijlage 5 formulier afmelding hondenbelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 6 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  2. artikel 7 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  3. artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  4. artikel 13 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  5. artikel 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  6. artikel 29 van de Invorderingswet 1990
  7. artikel 31 van de Invorderingswet 1990
  8. artikel 231, tweede lid, van de Gemeentewet
  9. artikel 231, derde lid, van de Gemeentewet
  10. artikel 237 van de Gemeentewet
  11. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  12. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2011nieuwe regeling

04-01-2011

Medemblikker, januari 2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent de uitvoering van de gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Medemblik)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik,

Gelezen het voorstel van de heffingsambtenaar Gemeentebelastingen Medemblik van 4 januari 2011;

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op het betreffende artikel van de in de gemeente Medemblik geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

 

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Medemblik

Artikel 1 Aard en reikwijdte van de regeling

  • 1.

    Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 3, worden de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag.

Artikel 2 Aangifte

  • 1.

    De belastingplichtige voor:

    • a.

      de forensenbelasting;

    • b.

      de toeristenbelasting;

    • c.

      de watertoeristenbelasting;

    • d.

      hondenbelasting;

  • aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    Als formulier van het aangiftebiljet forensenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in de bijlagen opgenomen model.

  • 4.

    Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in de bijlagen opgenomen model.

  • 5.

    Als formulier van het aangiftebiljet watertoeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in de bijlagen opgenomen model.

  • 6.

    Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld:

    • a.

      voor het doen van een aangifte, het formulier dat in overeenstemming is met het in de bijlagen opgenomen model;

    • b.

      voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in de bijlagen opgenomen model.

  • 7.

    In overeenstemming met het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Voorlopige aanslag

  • 1.

    De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar kan na aanvang van het belastingjaar of kalenderjaar aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag opleggen tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

  • 2.

    De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan geschieden op grond van de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over, dan wel met betrekking tot het meest recente tijdvak of kalenderjaar, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag;

Artikel 5 Rente

  • 1.

    Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 25,00 niet te boven gaat.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Medemblik”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 4 januari 2011.

de secretaris,

de burgemeester,