Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling vreugdevuren jaarwisseling Den Haag 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling vreugdevuren jaarwisseling Den Haag 2021
CiteertitelSubsidieregeling vreugdevuren jaarwisseling Den Haag 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpRegeling tot wijziging van de subsidieregeling vreugdevuren jaarwisseling Den Haag 2021

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643067/1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-2023wijziging

10-10-2023

gmb-2023-457048

RIS316722 DSO/10619801
13-07-202127-10-2023nieuwe regeling

08-07-2021

gmb-2021-224260

RIS309041 DSO/10126468

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling vreugdevuren jaarwisseling Den Haag 2021

 

Toelichting

Het doel van deze subsidieregeling is het ondersteunen en bevorderen van de traditionele vreugdevuren (Duindorp, Scheveningen, Laak en Escamp) tijdens de jaarwisseling in Den Haag.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

 

besluit:

 

  • -

    vast te stellen de navolgende Subsidieregeling vreugdevuren jaarwisseling Den Haag 2021;

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

-

ASV:

de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

-

Awb:

de Algemene wet bestuursrecht;

-

Beleidskader Jaarwisseling:

Beleidskader Jaarwisseling 2020-2021 (RIS306297);

-

burgemeester:

de burgemeester van Den Haag;

-

evenement:

een vreugdevuur alsmede alle andere onderdelen van het evenement, respectievelijk nevenactiviteiten van de organisator, tezamen, zoals omschreven in de voor het vreugdevuur benodigde evenementenvergunning;

-

evenementenvergunning:

de door de burgemeester aan de organisator verleende vergunning voor het evenement op basis van de relevante bepalingen uit de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

-

organisator:

de lokale bouwers die een vreugdevuur organiseren, de daarvoor benodigde vergunningen en ontheffingen aanvragen en onder meer zorgen voor de aanvoer van pallets, de opbouw van

de vuurstapel en uiteindelijk voor de ontsteking van de stapel;

-

OVV-rapport:

het rapport ‘Vliegvuur op Scheveningen’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid van oktober 2019;

-

vreugdevuur:

één van de traditionele vreugdevuren tijdens de jaarwisseling in Duindorp, Scheveningen, Escamp en Laak, zoals onder meer beschreven in het OVV-rapport en in de algemene toelichting in deze regeling.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het zo effectief en zo deugdelijk mogelijk in goede banen leiden van de jaarlijkse organisatie van de vreugdevuren binnen de bredere context van het Beleidskader Jaarwisseling en het ondersteunen van met name de traditionele vreugdevuren van Duindorp en Scheveningen als cultureel erfgoed in Nederland.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is het bijdragen aan het op goede wijze invulling geven aan de aanbevelingen in het OVV-rapport om zoveel mogelijk te vermijden dat binnen de gemeente vermenging van rollen optreedt als vergunningverlener, toezichthouder en facilitator van de vreugdevuren, door middel van het subsidiëren van de organisatie van de vreugdevuren van de organisatoren, zoals nader omschreven in de algemene toelichting.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de organisatie van de traditionele vreugdevuren op de gebruikelijke locaties in:

  • a. Duindorp;

    b. Scheveningen;

    c. Escamp; en

    d. Laak.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die een evenementenvergunning hebben ontvangen.

 

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van eventuele opbrengsten en bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval:

    a. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;

    b. de kosten van voorbereiding, opbouw, ontsteking, en afbouw van het vreugdevuur, inclusief de direct daarmee verbonden overige kosten van het organiseren van de activiteit en het verantwoorden van de activiteit naar de gemeente en naar derden.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn of worden gesubsidieerd;

    b. de kosten van de andere onderdelen van het evenement, respectievelijk de nevenactiviteiten van de organisator rondom of naar aanleiding van de organisatie van het vreugdevuur.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie voor een vreugdevuur in Duindorp of Scheveningen bedraagt maximaal € 161.000 per vreugdevuur per jaar.

  • 2.

    Een subsidie voor een vreugdevuur in Laak of Escamp bedraagt maximaal € 89.000 per vreugdevuur per jaar.

  • 3.

    Het college kan bij besluit de hoogte van de in het eerste en tweede lid genoemde bedragen wijzigen.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafond

1. Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

2. Het plafond voor 2023 bedraagt € 500.000,-.

3. Het college stelt vanaf 2024 jaarlijks het subsidieplafond bij besluit vast.

4. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

Indien bij honorering van alle aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de maximaal per aanvraag te verstrekken subsidie naar rato verlaagd naar de mate waarin het subsidieplafond lager is dan het jaarlijks vastgestelde subsidieplafond.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager tevens over diens verklaring van instemming met eventuele openbaarmaking van de aanvraag door het college.

  • 2.

    Artikel 8, tweede lid, onder b, c en e, zijn niet van toepassing.

  • 3.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

 

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, ingediend tussen 1 april en 1 november van enig jaar direct voorafgaand aan de betreffende jaarwisseling.

 

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV, uiterlijk op 30 november van het jaar van aanvraag.

 

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college de subsidie weigeren als:

  • a. de burgemeester de voor het betreffende vreugdevuur benodigde evenementenvergunning niet verstrekt, of intrekt;

    b. de voor het betreffende vreugdevuur benodigde milieuontheffing, de natuurwetvergunning, of de watervergunning door het betreffende bestuursorgaan niet wordt verstrekt, of wordt ingetrokken;

    c. de aanvrager ondanks een eventuele toekenning van de subsidie niet over voldoende middelen (uit eigen middelen of uit middelen van derden) beschikt om de kosten van de activiteit te dekken;

    d. de aanvrager een eerder verstrekte subsidie voor een vreugdevuur bij een vorige jaarwisseling nog niet volledig heeft verantwoord overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en niet heeft voldaan aan die verstrekking door het college nader verbonden voorwaarden en verplichtingen.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 4:1 Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 12, eerste en vijfde lid, en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    a. de subsidieontvanger is verplicht om alle door de burgemeester in de evenementenvergunning of door enig ander bestuursorgaan in andere beschikkingen opgelegde vergunningsvoorschriften na te komen;

    b. de subsidieontvanger is verplicht zich afdoende te verzekeren voor wettelijke aansprakelijkheid jegens derden; en

    c. de subsidieontvanger is verplicht de uitgaven en inkomsten van de organisatie van het vreugdevuur ordentelijk, inzichtelijk, volledig en juist te administreren.

  • 2.

    Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening voorts verplichtingen opleggen met betrekking tot:

    a. de wijze van voorbereiden van de aanvragen voor de evenementenvergunning, de milieuontheffing, de natuurwetvergunning en andere voor het vreugdevuur verplichte vergunningen en ontheffingen;

    b. de wijze van afbouw van het vreugdevuur ten behoeve van de schoonmaak van het strand na afloop van de activiteit;

    c. de wijze van woordvoering richting de pers en communicatie richting derden over de activiteit;

    d. de wijze waarop de subsidieontvanger moet aantonen dat hij voldoet aan de verplichting tot verzekering als bedoeld in het eerste lid, onder b.

 

Artikel 4:2 Kostensoorten

Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld.

 

Artikel 4:3 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 90% van de verleende subsidie in één termijn en zoals nader omschreven in de verleningsbeschikking.

 

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk voor 1 april van het kalenderjaar dat is aangevangen bij de betreffende jaarwisseling.

 

Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;

    b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en

    c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.

  • 2.

    Het financieel verslag bevat tevens:

    a. een overzicht van de (niet verrekenbare) BTW;

    b. de bewijsstukken van de gemaakte subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 1:6, eerste lid.

  • 3.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag tot vaststelling gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

 

Artikel 5:3 Termijn vaststelling subsidie

Het college stelt in afwijking van artikel 20, eerste lid, van de ASV de subsidie vast binnen twaalf weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling.

 

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

 

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling jaarlijks als onderdeel van de jaarlijkse evaluatie van het Beleidskader Jaarwisseling en voorts minimaal eens in de vijf jaar.

 

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

 

Artikel 6:4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling vreugdevuren jaarwisseling Den Haag 2021.

 

Algemene toelichting

De algemene overwegingen en historische context van de vreugdevuren zijn:

  • de traditie van vreugdevuren tijdens oud en nieuw is aan het eind van de 19e eeuw ontstaan op het strand van Scheveningen. De traditie is van generatie op generatie doorgegeven en leeft intens binnen de gemeenschap van Scheveningen en Duindorp;

  • de vreugdevuren van Duindorp en Scheveningen zijn opgenomen in de nationale Inventaris van Cultureel Erfgoed in Nederland;

  • de vreugdevuren zijn bij een breed publiek bekend en gelden als een grootschalig publieksevenement;

  • bij een veilige en goede organisatie van de vreugdevuren draagt het evenement bij aan een goed imago voor Den Haag;

  • bij een veilige en goede organisatie van de vreugdevuren draagt het evenement bij aan een ordentelijke jaarwisseling vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid.

 

De vreugdevuren van Duindorp, Scheveningen, Laak en Escamp worden als maatschappelijk positieve traditie ondersteund en bevorderd. In beginsel komen alléén de organisatoren van de traditionele vreugdevuren voor een subsidie in aanmerking die in het bezit zijn van een vergunning.

 

Het directe doel met het opzetten en benutten van deze subsidieregeling is (vrij vertaald): het bijdragen aan het op goede wijze invulling geven aan de aanbeveling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) om zoveel mogelijk te vermijden dat binnen de gemeente vermenging van rollen optreedt (toezichthouder, vergunningverlening en facilitator). De subsidieregeling richt zich (formeel) uitsluitend op de rol van financiële ondersteuning van de vreugdevuren.

 

Financieel kader

De totale financiële consequenties in 2021 voor de gemeente voor de vreugdevuren op Scheveningen en Duindorp per vreugdevuur aanvrager geraamd op € 152.000,-. Hiervan wordt max. € 92.000,- per vreugdevuur aanvrager beschikbaar gesteld op basis van de genoemde nieuwe subsidieregeling. Daarnaast faciliteert de gemeente de schoonmaak van het strand (ca. € 40.000,- per vuur) en bekostigt de gemeente de deskundige begeleiding van de organisaties bij diens aanvragen voor de milieuontheffing en de Natuurwetvergunning (ca. € 20.000,- per vuur). Deze opdrachten verstrekt de gemeente zelf en zijn daarmee geen onderdeel van de subsidie.

 

Voor de organisatie van de vuren van Laak en Escamp, die fors kleiner van omvang zijn dan die van Scheveningen en Duindorp, wordt op basis van een eerste beoordeling van de plannen van vorig jaar, per vuur aanvrager een bedrag van € 27.500,- geraamd. De totale kosten voor de gemeente komen hiermee op € 359.000,-.

 

Subsidiabele activiteiten

Subsidiabel zijn kosten die direct betrekking hebben op de vreugdevuren. Kosten van randprogrammering, zoals optredens van artiesten en vuurwerk, vallen buiten subsidiabele kosten.

 

Opgemerkt wordt dat alle genoemde bedragen ramingen betreft. Immers, in 2019 en 2020 konden de vuren geen doorgang vinden en de manier waarop voorheen de vreugdevuren werden georganiseerd is losgelaten. Indien de (jaarlijkse) evaluatie van het beleidskader jaarwisseling hiertoe aanleiding geeft kan het college besluiten het financieel kader aan te passen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1:6

Rondom de vreugdevuren worden ook nog andere (al dan niet vergunningsplichtige) activiteiten georganiseerd, met name bij de vreugdevuren in Duindorp en Scheveningen. De kosten die de organisatoren maken voor deze overige activiteiten komen niet voor subsidie op grond van deze subsidieregeling in aanmerking. Voorbeelden zijn: vuurwerkshows, het geven concerten, of het organiseren van kinderactiviteiten. De verantwoording van de vreugdevuren door de organisatoren richting de diverse betrokken bestuursorganen en overheidsinstanties valt wel onder de subsidiabele kosten, inclusief het voorbereiden en indienen van aanvragen voor de diverse benodigde vergunningen en ontheffingen. Artikel 1:6 staat er uiteraard niet aan de in weg dat voor sommige onderdelen van het evenement wel via andere regelingen subsidies of sponsorgelden verkregen kunnen worden.

 

Artikel 1:7

Het is de bedoeling dat voor beide vreugdevuren in Duindorp en Scheveningen in beginsel hetzelfde subsidiebedrag wordt verleend van maximaal het in artikel 1:7, eerste lid, genoemde bedrag. Ook voor beide vreugdevuren van Escamp en Laak wordt in beginsel hetzelfde subsidiebedrag verleend van maximaal het in artikel 1:7, tweede lid, genoemde bedrag.

 

Artikel 1:9

Wanneer het college voor enig jaar direct voorafgaand aan de betreffende jaarwisseling een subsidieplafond instelt, dan geldt voor de verdeling van het beschikbare bedrag de regel van artikel 1:9, derde lid. De maximumbedragen van artikel 1:7 worden dan naar rato verlaagd. Voorbeeld: uitgaande van de daar genoemde maximumbedragen is volgens de huidige regeling in beginsel maximaal

€ 239.000,- aan subsidiebudget benodigd in enig jaar (2x € 92.000,- + 2x € 27.500,-). Indien een lager subsidieplafond wordt ingesteld van bijvoorbeeld € 220.000,-, dan worden de maximumbedragen van artikel 1:7 verlaagd met een factor 220/239. Het maximumbedrag van artikel 1:7, eerste lid, wordt dan (afgerond op hele euro’s) € 84.333,- en van het tweede lid € 25.208,-.

 

Den Haag, 8 juni 2021

 

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen