Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuidplas

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas houdende regels omtrent de Aangepaste overeenkomst gemeenten MH m.b.t. de JB-tafel / aangepast mandaatoverzicht Jeugdwet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuidplas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas houdende regels omtrent de Aangepaste overeenkomst gemeenten MH m.b.t. de JB-tafel / aangepast mandaatoverzicht Jeugdwet
CiteertitelAangepaste overeenkomst gemeenten MH m.b.t. de JB-tafel/ aangepast mandaatoverzicht Jeugdwe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-07-2021nieuwe regeling

29-06-2021

gmb-2021-223873

B21.000336

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas houdende regels omtrent de Aangepaste overeenkomst gemeenten MH m.b.t. de JB-tafel / aangepast mandaatoverzicht Jeugdwet

 

 

  • 1.

    De aangepaste overeenkomst ‘Gouda en Midden-Holland gemeenten betreffende de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland’ vast te stellen en aan te gaan;

  • 2.

    In te stemmen met het aangepaste mandaten- en machtigingenoverzicht Jeugdwet en deze te verwerken in de Mandaatregeling gemeente Zuidplas 2021;

  • 3.

    Wethouder J.A. Verbeek volmacht te verlenen om de overeenkomst Gouda en Midden-Holland gemeenten betreffende de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland namens de gemeente Zuidplas te ondertekenen.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas op 29 juni 2021.

Bijlage 1 Overzicht mandaten en machtigingen Jeugdwet regio Midden-Holland (juni 2021)

 

Nr.

Jeugdwet 2015

Omschrijving van de be­voegdheid

Bestuurs-orgaan

Vorm

Mandaat / Machtiging

Ondermandaat / Submachtiging

Specifie­ke bepalin­gen

1

Artikel 2.3

  • Oordeel over treffen individuele voorziening inhoudende dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp en verblijf nodig is o.g.v. artikel:

     

    • -

      1:255 lid 2 BW (n.a.v. verzoek een minderjarige onder toezicht te stellen (OTS));

    • -

      1:257 lid 1 BW (n.a.v. verzoek een minderjarige onder voorlopig toezicht te stellen (VOTS));

    • -

      1:265b lid 2 BW (n.a.v. verzoek tot machtiging om de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen (MUHP));

    • -

      6.1.2 lid 5 Jeugdwet (n.a.v. verzoek tot machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie op te nemen ex art. 6.1.8 Jeugdwet);

    • -

      6.1.3 lid 1/6.1.9 lid 1 Jeugdwet (n.a.v. verzoek tot spoedmachtiging gesloten accommodatie ex art. 6.1.8 Jeugdwet);

    • -

      6.1.4 lid 3 Jeugdwet (n.a.v. verzoek tot voorwaardelijke machtiging gesloten accommodatie ex art. 6.1.8 Jeugdwet).

  • Het intrekken van een op grond van één van de bovenstaande artikelen getroffen individuele voorziening indien het verzoek is afgewezen.

B&W

Mandaat

Voorzitter Jeugdbeschermingstafel

Vervangend voorzitter Jeugdbe-schermingstafel

Mandaat wordt verleend voor zover dit genomen wordt in het kader van:

 

  • -

    een verzoek ondertoezichtstelling door de Raad van de Kinderbescherming of Openbaar Ministerie als vermeld in artikel 1:255 lid 2 BW (OTS) of artikel 1:257 lid1 BW (VOTS)

  • -

    een machtigingsverzoek (MUHP) door de Raad van de Kinderbescherming of Openbaar Ministerie als vermeld in artikel 1:265b lid 2 BW;

  • -

    een verzoek gericht op het verkrijgen van een machtiging, spoedmachtiging of voorwaardelijke machtiging als vermeld in artikel 6.1.8 van de Jeugdwet.

2.

Artikel 2.3

Het treffen van een individuele voorziening op het gebied van jeugdhulp voor zover het de inzet van jeugdhulp in het kader van Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening betreft.

B&W

Mandaat

Voorzitter Jeugdbeschermingstafel

Vervangend voorzitter Jeugdbe-schermingstafel

Mandaat wordt verleend voor het treffen van individuele voorzieningen tot maximaal zes maanden voor niet langer vrijblijvende hulpverlening

3.

Artikel 2.4

NIEUW

Het doen van een Verzoek tot Onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming

B&W

Mandaat

Voorzitter Jeugdbeschermingstafel

Vervangend voorzitter Jeugdbe-schermingstafel

4.

Artikel 2.3

Het treffen van een individuele voorziening inhoudende dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is. Dit indien en voor zover de voorziening betrekking heeft op jeugdhulp die in het kader van de niet langer vrijblijvende hulpverlening noodzakelijk wordt geacht.

B&W

Mandaat

Directeur Gecertificeerde Instelling

Plaatsvervangend Directeur Gecertificeerde Instelling

Het betreft de volgende Gecertificeerde Instellingen:

  • -

    Jeugdbescherming-West

  • -

    William Schrikker Groep

  • -

    Leger des Heils

5.

Artikel. 2.3

NIEUW

Het treffen van een individuele voorziening inhoudende dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is. Dit indien en voor zover de voorziening betrekking heeft op jeugdhulp die in het kader van de crisisinterventie noodzakelijk wordt geacht.

B&W

Mandaat

Directeur Crisis

Interventieteam

Plaatsvervangend directeur Crisis Interventieteam

6.

Artikel 6.1.8

Indienen van een verzoek gericht op het verkrijgen van een machtiging, een spoedmachtiging of een voorwaardelijke machtiging van de kinderrechter om een jeugdige die zijn/haar woonplaats in de gemeente heeft in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven (plaatsing in het vrijwillig kader).

B&W

Machtiging

Directeur-bestuurder Stichting Zo

Teamcoaches Stichting Zo

De machtiging wordt verleend voor zover er sprake is van het indienen van een verzoek (ex art. 6.1.8 Jeugdwet) gericht op het verkrijgen van een machtiging in het vrijwillig kader. Dit betreft de gevallen dat er sprake is van instemming met opneming en verblijf van de jeugdige door de wettelijk vertegenwoordiger.

7.

Artikel 6.1.8

Het vertegenwoordigen van het college, inclusief het verrichten van handelingen ter voorbereiding daarop, in rechtszittingen naar aanleiding van het indienen van een verzoek door het college als vermeld in artikel 6.1.8 Jeugdwet.

B&W

Machtiging

Directeur-bestuurder Stichting Zo

Teamcoaches Stichting Zo

8.

Artikel 3.1 lid 5

Het vaststellen door de gemeente van de periodieke evaluatie van de samenwerkingsafspraken op grond van het Samenwerkingsprotocol gemeenten regio Hollands Midden en de Raad voor de Kinderbescherming.

B&W

Machtiging

Portefeuillehouder jeugd

9.

Artikel 3.5 lid 3

Het vaststellen door de gemeente van de periodieke evaluatie van de samenwerkingsafspraken op grond van het Samenwerkingsprotocol gemeenten regio Hollands-Midden en de Gecertificeerde Instellingen die werkzaam zijn in de regio.

B&W

Machtiging

Portefeuillehouder jeugd

Toelichting

  • 1.

    Residentiële plaatsing (artikel 2.3 Jeugdwet)

    (mandaat aan de voorzitter van de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland)

     

    Tekst mandaat:

    • Oordeel over treffen individuele voorziening inhoudende dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp en verblijf nodig is o.g.v. artikel:

      • o

        1:255 lid 2 BW (n.a.v. verzoek een minderjarige onder toezicht te stellen (OTS));

      • o

        1:257 lid 1 BW (n.a.v. verzoek een minderjarige onder voorlopig toezicht te stellen (VOTS));

      • o

        1:265b lid 2 BW (n.a.v. verzoek tot machtiging om de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen (MUHP));

      • o

        6.1.2 lid 5 Jeugdwet (n.a.v. verzoek tot machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie op te nemen ex art. 6.1.8 Jeugdwet);

      • o

        6.1.3 lid 1/6.1.9 lid 1 Jeugdwet (n.a.v. verzoek tot spoedmachtiging gesloten accommodatie ex art. 6.1.8 Jeugdwet);

      • o

        6.1.4 lid 3 Jeugdwet (n.a.v. verzoek tot voorwaardelijke machtiging gesloten accommodatie ex art. 6.1.8 Jeugdwet).

    • Het intrekken van een op grond van één van de bovenstaande artikelen getroffen individuele voorziening indien het verzoek is afgewezen.

  • Toelichting:

    Voor een uithuisplaatsing in het gedwongen kader en of een gesloten uithuisplaatsing in het vrijwillig kader is een machtiging van de kinderrechter nodig en in principe een verleningsbesluit. Dit gaat altijd om een verblijf niet zijnde bij de gezaghebbende ouder.

    De kinderrechter kan zo’n machtiging afgeven op verzoek van de RvdK, het Openbaar Ministerie, de Gecertificeerde Instellingen en de colleges van B&W (enkel bij een vrijwillig gesloten plaatsing, dit is in de regio Midden-Holland gemandateerd aan de sociale teams en in Gouda het afdelingshoofd OSA).

     

    Alleen de GI hebben de bevoegdheid om dit rechtstreeks te doen. De overige partijen (RvdK, OM en de sociale teams) moeten op grond van artikel 1:265b, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek en hoofdstuk 6 van de Jeugdwet bij hun verzoek een (verlenings)besluit van het college van B&W aan de kinderrechter voorleggen. Dit betreft een besluit waarin het college aangeeft dat een voorziening voor jeugdhulp als bedoeld in artikel 2.3, lid 1, van de Jeugdwet nodig is. Met het verleningsbesluit van het college en de machtiging van de kinderrechter kan de uithuisplaatsing in een jeugdhulpvoorziening ook daadwerkelijk plaatsvinden.

     

    De colleges van de gemeenten in de regio Midden-Holland hebben het nemen van de verleningsbesluiten gemandateerd aan de voorzitter van de JB-tafel.

     

    Bij een verzoek tot machtiging van een gesloten plaatsing zijn, naast artikel 1:265b, lid 2, van het BW ook de volgende artikelen uit de Jeugdwet van toepassing in relatie tot het afgeven van een verleningsbesluit: 6.1.2, lid 5 / 6.1.3, lid 1 / 6.1.4, lid 3 / 6.1.8, / 6.1.9, lid 1.

  • 2.

    De inzet van Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening (artikel 2.3 Jeugdwet)

    (mandaat aan de voorzitter van de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland)

     

    Tekst mandaat

    Het treffen van een individuele voorziening op het gebied van jeugdhulp voor zover het de inzet van jeugdhulp in het kader van Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening betreft.

  • Toelichting

    Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening wordt door de Jeugdbeschermingstafel ingezet in het geval van een uitgesteld onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming, of tijdens een onderzoek. Het is een dringende laatste poging in het vrijwillig kader om ouders te stimuleren de problemen op te lossen, waarbij er afspraken gemaakt worden om de veiligheid in een gezin te verbeteren. Het raadsonderzoek wordt uitgesteld met drie tot maximaal zes maanden. Dan wordt bekeken of de situatie is verbeterd. Is dat onvoldoende het geval dan wordt alsnog een raadsonderzoek gestart. De bevindingen van het traject worden meegenomen in het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening kan zowel door een sociaal team als door een GI worden uitgevoerd.

  • 3.

    Indienen verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming (artikel 2.4 Jeugdwet)

  • (mandaat aan de voorzitter van de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland)

     

    Tekst mandaat

    Het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming.

  • Toelichting

  • In artikel 2.4 van de Jeugdwet staat het volgende: zodra het college tot het oordeel komt dat een maatregel met betrekking tot het gezag over een minderjarige die zijn woonplaats heeft binnen zijn gemeente overwogen moet worden, doet het college een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming.

     

    In de regio Midden-Holland wordt een Verzoek tot Onderzoek een Verzoek tot Bespreking genoemd. Als blijkt dat:

    • -

      een kind bedreigd wordt in de ontwikkeling

    • -

      en/of niet veilig en kansrijk op kan groeien

    • -

      en/of dat er onvoldoende gebruik kan worden gemaakt van hulpverlening in het vrijwillig kader,

  • dan kunnen de meldende instanties een Verzoek tot Bespreking (VTB) indienen bij de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland. Dit verzoek is een document waarin wordt opgetekend wat de zorgen zijn en hoe het hulpverleningsproces tot op dat moment is verlopen. Het VTB vormt de basis voor de uitkomsten van de Tafel over het starten, uitstellen of afwenden van een onderzoek naar een beschermingsmaatregel door de Raad voor de Kinderbescherming.

     

  • Er is een aantal instanties dat een verzoek tot bespreking kan indienen bij de Jeugdbeschermingstafel Midden-Holland (de meldende instanties). Dit zijn:

    • -

      De Sociale Teams van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Waddinxveen, Zuidplas en Gouda en het loket samenleving en zorg van Krimpenerwaard;

    • -

      Het Crisis Interventie Team van de GGD Hollands-Midden;

    • -

      Veilig Thuis;

    • -

      De Gecertificeerde instellingen: Jeugdbescherming West/William Schrikker Stichting/Leger des Heils.

  • 4.

    Het treffen van een individuele voorziening door een GI in het vrijwillig kader (artikel 2.3 Jeugdwet)

     (mandaat aan de directeur van JB-West, William Schrikker Stichting en het Leger des Heils)

     

    Tekst mandaat

    Het treffen van een individuele voorziening inhoudende dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is. Dit indien en voor zover de voorziening betrekking heeft op jeugdhulp die in het kader van de niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening noodzakelijk wordt geacht.

  • Toelichting:

    De GI zetten in het vrijwillig kader, bij de uitvoering van Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening, ook jeugdhulp in. In het gedwongen kader (na uitspraak van de kinderrechter) kunnen zij dit doen als zelfstandig verwijzer door middel van een ‘bepaling jeugdhulp’.

    Binnen het vrijwillig kader loopt een verwijzing naar jeugdhulp formeel gezien via het sociaal team/loket samenleving en zorg/integrale toegang. Dit is een voor alle partijen een omslachtige en tijdrovende procedure. Snelle inzet van noodzakelijke jeugdhulp is van belang om de afspraken die aan de JB-tafel gemaakt zijn m.b.t. vergroten van de veiligheid te behalen.

    Door de GI mandaat te verlenen om rechtstreeks jeugdhulp in te zetten bij Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening is deze procedure vereenvoudigd. De inzet van Niet Langer Vrijblijvende Hulpverlening gebeurt uitsluitend via de Jeugdbeschermingstafel.

  • 5.

    Het treffen van een individuele voorziening door het CIT in het vrijwillig kader (artikel 2.3 Jeugdwet)

  • (mandaat aan de directeur van het CIT)

     

    Tekst mandaat:

    Het treffen van een individuele voorziening inhoudende dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is.

    Dit indien en voor zover de voorziening betrekking heeft op jeugdhulp die in het kader van de crisisinterventie noodzakelijk wordt geacht.

  • Toelichting

    Het Crisis Interventieteam (CIT) van de GGD is gespecialiseerd in crisisinterventie in situaties waar de veiligheid van kinderen acuut in gevaar is en ouders, kinderen of professionals tegen ernstige problemen aan lopen. Via dit mandaat kan het CIT indien nodig rechtstreeks doorverwijzen naar jeugdhulp.

    Tot voor kort verliep deze verwijzing formeel gezien via het sociaal team. Voor de betrokken partijen was deze tussenstap omslachtig en tijdrovend. Gelet op de aard van de hulpvraag van de kinderen of ouders is het juist van belang om snel de benodigde jeugdhulp in te zetten om de afspraken m.b.t. de veiligheid van kinderen tijdig na te komen.

    In 2020 is in Midden-Holland daarom een pilot gestart waarin het CIT rechtstreeks jeugdhulp in kon zetten, net zoals bijvoorbeeld een GI en de huisarts. Deze pilot is succesvol en is aanleiding om deze werkwijze te formaliseren via dit mandaat. Daarbij is het volgende van belang.

    Het CIT wordt in spoed- en/of crisisgevallen ingezet voor in principe 6 weken. De periode van 6 weken wordt dan ook opgenomen in de beschikkingsbrieven. In praktijk komt het voor dat het CIT langer dan 6 weken betrokken is, bijvoorbeeld omdat er nog geen adequate overdracht heeft plaats kunnen vinden. Om deze reden worden toewijzingen voor 3 maanden gedaan. Zodoende hoeven er tussentijds geen herindicaties afgegeven te worden.

  • 6.

    Machtiging vrijwillig gesloten plaatsing (artikel 6.1.8. Jeugdwet)

    (machtiging van de coördinator van het sociaal team/afdelingshoofd OSA in Gouda/Directeur-bestuurder stichting Zo in Zuidplas)

     

    Tekst machtiging

    Indienen verzoek gericht op het verkrijgen van een machtiging, een spoedmachtiging of een voorwaardelijke machtiging van de kinderrechter om een jeugdige

    die zijn/haar woonplaats in de gemeente heeft in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven (plaatsing in het vrijwillig kader)

  • Toelichting

    Een bijzondere vorm van jeugdhulp is de gesloten jeugdhulp met toestemming van ouders, ook wel gesloten jeugdhulp in het vrijwillig kader genoemd. Het ouderlijk gezag blijft intact, maar er is wel een machtiging nodig van de kinderrechter om een minderjarige in een gesloten setting te plaatsen. In Midden-Holland zijn de coördinatoren van de sociale teams en in Gouda het afdelingshoofd OSA gemachtigd om namens het college van B&W de rechter te verzoeken om de machtiging te verstrekken.

  • 7.

    Vertegenwoordigen van het college in rechtszittingen (artikel 6.1.8. Jeugdwet)

    (machtiging coördinator van het sociaal team/afdelingshoofd OSA in Gouda/Directeur- bestuurder stichting Zo in Zuidplas)

     

    Tekst machtiging

    Het vertegenwoordigen van het college, inclusief het verrichten van handelingen ter voorbereiding daarop, in rechtszittingen naar aanleiding van het indienen van een verzoek door het college als vermeld in artikel 6.1.8 Jeugdwet.

  • Toelichting

    Deze machtiging ligt in het verlengde van de machtiging hiervoor onder punt 6.

  • 8/9

    Vaststellen evaluatie samenwerkingsafspraken RvdK (artikel 3.1 lid 5) en de GI (artikel 3.5 lid 3)

    (machtiging portefeuillehouder jeugd)

     

    Tekst machtigingen

    • 8.

      Het vaststellen door de gemeente van de periodieke evaluatie van de samenwerkingsafspraken op grond van het Samenwerkingsprotocol gemeenten regio Hollands Midden en de Raad voor de Kinderbescherming.

    • 9.

      Het vaststellen door de gemeente van de periodieke evaluatie van de samenwerkingsafspraken op grond van het Samenwerkingsprotocol gemeenten regio Hollands Midden en de Gecertificeerde Instellingen die werkzaam zijn in de regio.

  • Toelichting

    De punten 8 en 9 in het mandaten- en machtigingenoverzicht hebben betrekking op het vaststellen van de periodieke evaluaties van de vastgestelde samenwerkingsprotocollen tussen de gemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming en tussen de gemeenten en de Gecertificeerde Instellingen.

    De evaluaties werden tot 2018 telkens vastgesteld door de colleges van B&W van de regio. In het mandaatoverzicht is deze vaststelling gemandateerd

    aan de portefeuillehouders jeugd van de vijf gemeenten. De gemeenten Gouda en Krimpenerwaard hebben ervoor gekozen om de evaluaties ter vaststelling aan hun colleges aan te bieden.