Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemskerk

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie voor de peuteropvang en VVE (Subsidieregeling peuteropvang en VVE Heemskerk 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemskerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie voor de peuteropvang en VVE (Subsidieregeling peuteropvang en VVE Heemskerk 2021)
CiteertitelSubsidieregeling peuteropvang en VVE Heemskerk 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels subsidieregeling peuteropvang Heemskerk 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR644400

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2021nieuwe regeling

06-07-2021

gmb-2021-223018

D/2021/366329

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie voor de peuteropvang en VVE (Subsidieregeling peuteropvang en VVE Heemskerk 2021)

1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    ASV

    de geldende Algemene subsidieverordening van de gemeente Heemskerk;

    College

    College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk;

    Doelgroeppeuters

    peuters woonachtig in de gemeente Heemskerk in de leeftijd van tweeëneenhalf jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, met een risico op (taal)achterstand die in aanmerking komen voor VVE op grond van door het college vastgestelde criteria en als zodanig door Jeugdgezondheidzorg (JGZ) Kennemerland zijn geïndiceerd;

    Houder

    de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een locatie die in het LRK staat geregistreerd als kinderdagverblijf;

    Inkomensverklaring

    de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI) (voorheen IB60-verklaring genoemd). Dit is een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

    Kinderdagverblijf

    locatie waar dagopvang voor kinderen tussen nul en vier jaar wordt gerealiseerd, volgens wettelijke kwaliteitseisen;

    Kinderopvang

    het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot het moment dat zij uitstromen naar de basisschool. Het betreft kinderdagverblijven en peuteropvang;

    Kinderopvangtoeslag

    de tegemoetkoming van het Rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders, bedoeld als bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang;

    LRK

    Landelijk Register Kinderopvang; het register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen;

    Ouderbijdrage

    financiële inkomensafhankelijke vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van een peuterplaats (hetzij regulier, hetzij VVE) voor hun kind, afgestemd op het verzamelinkomen van het huishouden;

    Peuteropvang

    locatie waar kortdurende (halve dag) en intentionele opvang voor peuters van twee tot vier jaar wordt gerealiseerd, volgens wettelijke kwaliteitseisen;

    Peuterplaats regulier

    plaats voor peuters van twee tot het moment dat de peuter naar de basisschool uitstroomt. De peuter maakt in totaal acht uur per week gedurende veertig weken per jaar gebruik van de peuterplaats. De plaats bevindt zich op een locatie die in het LRK staat geregistreerd als VVE locatie;

    Peuterplaats VVE

    plaats voor doelgroeppeuters van tweeëneenhalf jaar tot het moment dat de doelgroeppeuter naar de basisschool uitstroomt. De peuter maakt tussen de tweeënhalf en vier jaar in totaal 960 uur gebruik van de plaats. De plaats bevindt zich op een locatie in de gemeente Heemskerk die in het LRK staat geregistreerd als VVE gecertificeerd;

    VVE

    Voor- en vroegschoolse educatie; hier opgevat als voorschoolse educatie voor kinderen vanaf tweeëneenhalf jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin aan de hand van een VVE-programma, zoals opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut, op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

    VVE jaarbedrag

    een vergoeding in de vorm van een jaarbedrag aan de houder voor de extra werkzaamheden voor een bezette peuterplaats VVE: intake, kindobservaties, kindbesprekingen met team en ouders, warme overdracht richting onderwijs, voorbereiding VVE-thema activiteiten.

  • 2.

    Voor zover begrippen niet in deze regeling zijn gedefinieerd hebben ze dezelfde betekenis als in de ASV dan wel wat daar onder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en de wettelijke bepalingen rondom VVE.

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doel het vaststellen van de hoogte van de subsidie voor peuteropvang en VVE aan de kinderopvangorganisaties en de procedures voor het bepalen en innen van de bijdrage die ouders betalen voor deelname van Heemskerkse (doelgroep)peuters aan een door de gemeente Heemskerk gesubsidieerde kinderopvang.

Artikel 3 Doelgroep

Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan kinderopvangorganisaties die peuteropvang en VVE aanbieden voor peuters woonachtig in de gemeente Heemskerk en:

  • 1.

    doelgroeppeuter zijn;

  • 2.

    geen doelgroeppeuter zijn en waarvan de ouder(s) aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag op grond van paragraaf 2, genaamd aanspraak op kinderopvangtoeslag, van de Wet kinderopvang.

2 De subsidie

Artikel 4 De aanvrager

Een subsidieaanvraag kan alleen door een houder worden ingediend.

Artikel 5 De subsidieaanvraag

In aanvulling op artikel 11, 12 en 13, van de ASV gelden de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De aanvraag dient te worden gedaan op basis van een reële inschatting van het aantal bezette peuterplaatsen regulier en VVE op 1 januari van het subsidiejaar en de te factureren ouderbijdragen;

  • 2.

    Voor de aanvraag dient, naast de overlegging van de gegevens genoemd in de ASV, gebruik te worden gemaakt van een door het college beschikbaar gesteld formulier voor gemeentelijke peuteropvang en VVE;

  • 3.

    In afwijking van artikel 12 van de ASV moet een aanvraag worden ingediend voor 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 6 Inzicht in bezetting per kwartaal

Elk kwartaal, op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober, dient de houder een bezettingsoverzicht te tonen van het afgelopen half jaar. Indien blijkt, dat het aantal geplaatste peuters 20% of meer afwijkt van het in de beschikking vermelde aantal, kan een heroverweging van de subsidie plaatsvinden. Mocht de herziening leiden tot een wijziging van de subsidieverlening, dan ontvangt de houder een gewijzigd besluit.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college stelt voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar het maximum uurtarief per reguliere- en VVE peuterplaats en het VVE jaarbedrag vast;

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 november de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast voor het volgende kalenderjaar. Deze is gebaseerd op het maximumuurtarief van de kinderopvangtoeslag (Besluit Kinderopvangtoeslag art. 4 lid 1) en de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang;

  • 3.

    De grondslag voor de subsidie is het werkelijk aantal in de gemeente Heemskerk woonachtige peuters en het werkelijk aantal uren dat deze peuters gebruik maken van de reguliere- en VVE peuterplaats;

  • 4.

    De hoogte van de subsidie wordt als volgt bepaald:

    • a.

      per bezette peuterplaats regulier in de peuteropvang voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag 320 uur (8 uur x 40 weken) maal het vastgestelde uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage;

    • b.

      per bezette VVE peuterplaats in de dagopvang voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag 280,5 uur (5,5 uur x 51 weken) maal het vastgestelde uurtarief voor de derde dag dagopvang per week;

    • c.

      per bezette VVE peuterplaats in de peuteropvang voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag:

      • a.

        320 uur (8 uur x 40 weken) per jaar maal het vastgestelde uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage voor de eerste en tweede dag peuteropvang per week; en

      • b.

        320 uur (8 uur x 40 weken) per jaar maal het vastgestelde uurtarief voor de derde en vierde dag peuteropvang per week;

    • d.

      het college stelt jaarlijks voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar de hoogte van het koptarief per bezette peuterplaats peuteropvang vast en kan ook op nihil worden vastgesteld;

  • 5.

    Het college verstrekt geen subsidie voor bezette reguliere peuterplaatsen, zoals omschreven in artikel 7 lid 4a, voor ouders die wel recht hebben op kinderopvangtoeslag, behoudens het koptarief voor peuterplaatsen peuteropvang zoals opgenomen in artikel 7 lid 4 d van deze subsidieregeling;

  • 6.

    Naast de in het vierde lid genoemde subsidiebedragen stelt het college voor doelgroeppeuters een VVE-jaarbedrag beschikbaar voor de meerkosten van VVE. Dit subsidiebedrag wordt verstrekt voor peuters die een VVE-peuterplaats bezetten, ongeacht of de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Indien een doelgroeppeuter de VVE-peuterplaats niet het gehele jaar bezet, wordt dit bedrag naar rato verstrekt;

  • 7.

    Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het risico van niet-betalers.

Artikel 8 Verdeelregels

Het college verdeelt de subsidie voor reguliere peuteropvang en VVE als volgt:

  • 1.

    Subsidies voor reguliere peuterplaatsen worden bekostigd uit het budget lokaal onderwijsbeleid. Jaarlijks stelt de raad voor dit budget een subsidieplafond vast. Indien en voor zover dit plafond door subsidieverlening dreigt te worden overschreven, wordt voorrang gegeven aan reeds geplaatste reguliere peuters. Hiervoor wordt uitgegaan van de geplaatste reguliere peuters op 1 november in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar;

  • 2.

    Subsidies voor VVE peuterplaatsen worden bekostigd uit het budget onderwijsachterstandenbeleid. Indien dit budget wordt overschreden, wordt het budget voor peuteropvang met voorrang beschikbaar gesteld voor het subsidiëren van de VVE peuterplaatsen.

3 Bijzondere bepalingen

Artikel 9 Bijzondere verplichtingen betreffende de houder

Na de subsidieverlening dient de houder, in aanvulling op artikel 17, 18 en 19 van de ASV, te voldoen aan de navolgende verplichtingen:

  • 1.

    Houder verleent doelgroeppeuters voorrang bij de plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen plaatsen;

  • 2.

    Houder van in Heemskerk gevestigde locaties geeft peuters die woonachtig zijn in de gemeente Heemskerk voorrang bij plaatsing op beschikbaar gekomen plaatsen;

  • 3.

    Houder registreert doelgroeppeuters in de VVE-monitor van JGZ Kennemerland;

  • 4.

    Houder past een door het college vastgestelde inkomensafhankelijke ouderbijdrage toe voor die ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, conform artikel 7;

  • 5.

    Houder voldoet aan alle relevante wettelijke (VVE) voorschriften, die buiten deze subsidieregeling van toepassing zijn;

  • 6.

    Houder neemt deel aan periodiek overleg kinderopvang, VVE en LEA;

  • 7.

    Houder verschaft op verzoek informatie aan de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs, het Ministerie van Onderwijs of aan andere door het college aangewezen instanties;

  • 8.

    Houder zal proactief samenwerking zoeken met partners binnen gemeente Heemskerk, zoals gemeente, basisonderwijs, kinderopvang en welzijn;

  • 9.

    Houder heeft per locatie een aantoonbare samenwerking met tenminste één basisschool, met aandacht voor de invulling van de doorgaande lijn voor (doelgroep)peuters;

  • 10.

    Houder werkt aantoonbaar samen binnen de bestaande jeugdhulp- en zorgstructuur in gemeente Heemskerk.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 14 van de ASV en de subsidievoorwaarden in deze subsidieregeling, wordt de subsidie geweigerd indien:

  • 1.

    Bij één van de Heemskerkse locaties van de houder, vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening, bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt;

  • 2.

    Het uurtarief voor ouders die gebruik maken van kinderopvangtoeslag lager is dan het uurtarief voor de door het college te subsidiëren peuterplaatsen, als het aanbod in uren per week en weken per jaar voor deze ouder gelijk is.

Artikel 11 Toetsing recht op een gesubsidieerde peuterplaats

  • 1.

    Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplaats dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de ondertekende Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een Inkomensverklaring van (bei)de ouder(s);

  • 2.

    Ouder(s) van peuters die tussen 1 januari en 30 juni geplaatst worden overleggen de laatst beschikbare Inkomensverklaring (twee jaar oud) aan de houder; ouders die tussen 1 juli en 31 december geplaatst zijn, die van het voorgaande jaar;

  • 3.

    Indien het verwachte verzamelinkomen wijzigt ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de Inkomensverklaring(en) dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing op een peuterplaats;

  • 4.

    Indien ondernemende Ouders (inclusief Zzp-ers) niet de meest recente aanslag inkomstenbelasting kunnen of willen overleggen, moeten zij aantonen startend ondernemer te zijn door middel van een bewijs van de Kamer van Koophandel, waarbij ze in de laagste categorie ingeschaald kunnen worden. Indien geen sprake is van een startende onderneming, kan de ondernemer ingeschaald worden in de middelste inkomenscategorie, waarbij het recht op herziening is voorbehouden;

  • 5.

    Indien ouders de Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag niet willen overleggen, dan kan de peuter niet meer in aanmerking komen voor een gesubsidieerde (VVE) peuterplaats;

  • 6.

    Indien de ouder enkel geen inzicht wenst te verschaffen in de hoogte van het inkomen, middels een Inkomensverklaring of overige documenten waarmee de hoogte van het inkomen kan worden bepaald, kan de peuter wel geplaatst worden en ontvangt houder subsidie voor deze peuterplaats. De ouder valt dan echter automatisch in de hoogste inkomenscategorie;

  • 7.

    De houder toetst bij de ouders of de peuter niet al bij een andere kinderopvangorganisatie een gesubsidieerde peuterplaats, hetzij regulier hetzij VVE, bezet. Is dat wel het geval, dan is een tweede gesubsidieerde plek voor de betreffende peuter niet mogelijk;

  • 8.

    Als de inkomenssituatie zodanig wijzigt dat ouders in aanmerking komen voor de Kinderopvangtoeslag, dan vervalt het recht op de gesubsidieerde peuterplaats nadat het recht op Kinderopvangtoeslag is ingegaan. Ouders zijn verplicht per omgaande te melden aan de houder dat zij in aanmerking komen voor Kinderopvangtoeslag;

  • 9.

    Wanneer een verlaging van het inkomen zodanig is dat ouders in een lagere inkomenscategorie van de VNG adviestabel Ouderbijdrage peuteropvang vallen, kan bij de houder een aanvraag tot herziening van de Ouderbijdrage worden gedaan op basis van de meest recente loongegevens, loonstrook, uitkeringsbeschikking of op basis van de meest recente inkomensverklaring.

  • 10.

    Indien sprake is van inkomenswijziging door werkeloosheid, kunnen kinderopvanggerechtigden nog gedurende een half jaar aanspraak maken op de Kinderopvangtoeslag. Nadat deze termijn verstreken is kunnen zij in aanmerking komen voor de subsidieregeling peuteropvang en VVE.

Artikel 12 Rapportageverplichtingen

De houder dient, om de subsidie te kunnen ontvangen, de volgende informatie vast te leggen in een dossier en toegankelijk te maken voor controle door de gemeente Heemskerk:

  • 1.

    Ondertekende overeenkomst tussen de ouder(s) en de houder;

  • 2.

    Inkomensverklaring(en) van de ouder(s) en overige documenten op basis waarvan de toets niet-recht op kinderopvangtoeslag is uitgevoerd en de inschaling van de ouderbijdrage heeft plaatsgevonden;

  • 3.

    Naam, geboortedatum en BSN van de peuters waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • 4.

    De namen, adres(sen) en BSN van ouder(s);

  • 5.

    De startdatum van de opvang;

  • 6.

    Het aantal uren opvang per maand;

  • 7.

    Het uurtarief en de ouderbijdrage;

  • 8.

    De aard van de opvang (hetzij reguliere peuteropvang, hetzij VVE in de peuteropvang of dagopvang);

  • 9.

    Indien er sprake is van VVE, de startdatum en het aantal uren;

  • 10.

    Indien van toepassing de wijziging of einddatum van de opvang;

  • 11.

    Documenten naar aanleiding van een aanvraag tot wijziging van de ouderbijdrage;

  • 12.

    Een afschrift van de indicatiestelling van de peuter (op naam) door de JGZ Kennemerland;

  • 13.

    Bevestiging van de opzegging, van ouders met datum.

Artikel 13 Verantwoording en controle

  • 1.

    De houder dient, zoals in artikel 6 vermeld, per kwartaal een bezettingsoverzicht te tonen, waarin het aantal gerealiseerde reguliere peuterplaatsen (kinderopvangtoeslag en niet-kinderopvangtoeslag) en VVE-peuterplaatsen is opgenomen. De houder toont middels het gemiddelde van de bezettingsoverzichten per kwartaal het aantal gerealiseerde plaatsingen aan. Daarnaast verantwoordt de houder de inzet van het VVE jaarbedrag;

  • 2.

    De gemeente kan op elk gewenst tijdstip een controle uitvoeren. Deze controle kan eventueel worden uitgevoerd door de (gemeentelijke) accountant. Daarbij zal initieel een steekproef worden gedaan en een aantal dossiers getoetst worden op bijvoorbeeld voorgeschreven inhoud, juistheid van gegevens en op het correct uitvoeren van de toetsing niet-recht op kinderopvangtoeslag en de inschaling in de Ouderbijdragetabel en de wijze en uitkomst van de toetsing;

  • 3.

    De gemeente kan op elk gewenst tijdstip de wijze en uitkomst van de toetsing van de aanvraagprocedure door houder komen controleren, initieel via een steekproef. Voor die dossiers waar de toetsing door de houder niet correct heeft plaats gevonden kan de gemeente Heemskerk de onterecht uitgekeerde subsidie bij de houder terugvorderen;

  • 4.

    Voor VVE subsidie dient de houder jaarlijks, conform de ASV, voor 1 juli volgend op het jaar waarop subsidie is verleend, verantwoording af te leggen in het kader van de Sisa.

4 Slotbepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 augustus 2021 en is van toepassing op het verstrekken van subsidies vanaf het subsidiejaar 2022.

Artikel 16 Intrekking

De nadere regels subsidieregeling peuteropvang Heemskerk 2018 worden ingetrokken op 1 augustus 2021.

Artikel 17 Citeertitel

Deze subsidieregeling worden aangehaald als: ‘Subsidieregeling peuteropvang en VVE Heemskerk 2021’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van 6 juli 2021

burgemeester en wethouders van Heemskerk,

de secretaris,

de burgemeester,