Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goes

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2021
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 16 van de Gemeentewet
  2. artikel 107a, tweede lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-07-202101-07-2021Nieuwe regeling

24-06-2021

gmb-2021-221595

Z21.085613 / D21.765924

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2021

De raad van de gemeente Goes;

 

gelet op de artikelen 16 en 107a, tweede lid, van de Gemeentewet;

 

gehoord de beraadslaging in het Raadspresidium van [datum].

besluit:

 

  • 1.

    de “Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2019” in te trekken;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende :

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2021:

 

Hoofdstuk 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1
  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

  • 2.

    Als de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b stelt hij de gemeentesecretaris en de griffier daarvan in kennis. De gemeentesecretaris beslist over de uitvoering van het verzoek.

  • 3.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van initiatiefvoorstellen, amendementen, moties, mondelinge en schriftelijke vragen of andere bijstand.

  • 4.

    De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Als de griffie de gevraagde bijstand niet kan verlenen, zal de griffier de gemeentesecretaris verzoeken één of meer medewerkers aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2 Verlenen van ambtelijke bijstand

Ambtelijke bijstand wordt aan een raadslid verleend, tenzij:

  • a.

    het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

  • b.

    dit het belang van de gemeente kan schaden.

Artikel 3 Weigering verzoek ambtelijke bijstand

  • 1.

    De gemeentesecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van artikel 2 wordt geweigerd.

  • 2.

    Als de gemeentesecretaris de bijstand op grond van artikel 2 weigert deelt hij zijn besluit gemotiveerd mee aan de voorzitter van de raad, de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 4 Geschil over ambtelijke bijstand

  • 1.

    Als het verzoek om bijstand van een medewerker door de gemeentesecretaris wordt geweigerd kan het betrokken raadslid via de griffier het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

  • 2.

    Als een raadslid niet tevreden is over de door een medewerker verleende ambtelijke bijstand kan het betrokken raadslid via de griffier hierover in overleg treden met de gemeentesecretaris.

  • 3.

    Als overleg met de gemeentesecretaris als bedoeld in lid 2 niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester voorziet zo spoedig mogelijk in de kwestie.

Hoofdstuk 2 Fractieondersteuning

Artikel 5 Recht op financiële vergoeding

  • 1.

    De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het Reglement van Orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van 1200 euro voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van 100 euro per raadszetel.

Artikel 6 Besteding financiële vergoeding

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      betalingen aan politieke partijen of met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie;

    • b.

      giften en cadeaus;

    • c.

      uitgaven die betaald moeten worden van vergoedingen ingevolge het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

    • d.

      uitgaven die op basis van de Rechtspositieverordening raads- en commissieleden declarabel zijn;

    • e.

      opleidingen voor raadsleden, voor zover deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers;

    • f.

      uitgaven voor activiteiten direct verbonden aan een (persoonlijke) verkiezingscampagne;

  • 3.

    Bij twijfel over de rechtmatigheid van de besteding van de vergoeding, beslist het presidium.

Artikel 7 Voorschot bijdrage fractieondersteuning

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt vóór 31 januari van het betreffende kalenderjaar in de vorm van een voorschot op dat kalenderjaar verstrekt op een door de fractie aan te geven rekeningnummer.

  • 2.

    In een jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot vóór 31 januari verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 8 Wijzigingen in het ledenaantal van een fractie

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie als gevolg van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 5, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

Artikel 9 Overschotten in een kalenderjaar

  • 1.

    Elke fractie heeft het recht om maximaal de helft van het bedrag fractieondersteuning per jaar als saldo over te hevelen naar het volgende jaar. Eventuele overige niet uitgegeven middelen worden aan de gemeente teruggestort.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid moet in het jaar waarin Gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden het saldo fractieondersteuning op 1 april van dat jaar geheel worden teruggestort naar de gemeente.

Artikel 10 Verantwoording en controle

  • 1.

    Elke fractie legt binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning. Dat gebeurt onder overlegging van een verslag aan de griffier conform het in bijlage 1 opgenomen ’Verslagformulier fractieondersteuning’ met onderliggende betalingsbewijzen.

  • 2.

    Er wordt jaarlijks een kascontrolecommissie ingesteld. De kascontrolecommissie bestaat uit twee leden die het presidium uit de eigen gelederen kiest. De commissie zal steekproefsgewijs de formulieren met onderliggende betalingsbewijzen controleren en toetsen aan het bij deze verordening horende ‘Protocol Fractiegelden’.

  • 3.

    De bevindingen van de kascontrolecommissie worden via de lijst ingekomen stukken ter kennisname van de raad gebracht.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na vaststelling.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ’Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2021’.

 

Aldus vastgesteld door de raad van degemeente Goes in de openbarevergadering van 24 juni 2021

de griffier

drs. B.C. van Doornum

de voorzitter

drs. M. Mulder MSc.

PROTOCOL FRACTIEGELDEN

I. INLEIDING

Politieke ambtsdragers (bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers van gemeenten, provincies en waterschappen) vervullen een voorbeeldfunctie voor de burgers en voor hun ambtenaren. De handel en wandel van politieke ambtsdragers heeft zijn weerslag op de hele organisatie, zowel in positieve als in negatieve zin. Politieke ambtsdragers zijn verantwoordelijk voor de eigen integriteit en collectief voor de integriteit van hun organisatie. De politieke ambtsdrager heeft uiteraard net als iedere andere burger recht op een privéleven, maar hij leeft in een glazen huis, waardoor ook privégedragingen onderwerp van (brede) publieke aandacht kunnen zijn. Daarom moet een politieke ambtsdrager 24 uur per dag alert zijn op handelingen of gedragingen die het aanzien en de integriteit van het politieke ambt kunnen schaden.

 

Politieke ambtsdragers maken gebruik van voorzieningen die de organisatie hun ter beschikking stelt en ze maken kosten bij de uitoefening van hun ambt. Voor dat laatste krijgen zij een vergoeding, naast hun wedde of bezoldiging. In de Provincie-, Gemeente-, en Waterschapswet staat dat daarboven geen andere vergoedingen zijn toegestaan.

 

De hoofdregel is dus dat ‘het alleen kan als het is geregeld’. Dit betekent dat alleen de voorzieningen die in de genoemde regelgeving staan, voor vergoeding of verstrekking in aanmerking komen. Alle andere kosten komen voor rekening van de ambtsdrager zelf.

 

Bij de afweging of kosten al of niet worden vergoed, moet de politieke ambtsdrager zich realiseren dat alles wat mag, niet vanzelfsprekend ook hóeft. Van politieke ambtsdragers mag een zekere soberheid worden verwacht. Het gaat immers steeds om besteding van publieke middelen. De politieke ambtsdrager heeft daarnaast ook een voorbeeldfunctie. Hoe kan hij of zij in bijvoorbeeld economisch moeilijke tijden, geloofwaardig een beroep op de soberheid van burgers doen als hij of zij daar zelf niet naar handelt?

 

Discussie over vergoedingen en verstrekkingen is nooit helemaal uit te sluiten. Een mogelijke discussie moet er echter niet toe leiden dat niemand meer durft te declareren. Van belang is dat er duidelijke regels en toelichtingen daarop zijn die voldoende houvast bieden. Absolute duidelijkheid is echter niet te geven en moet ook niet worden nagestreefd.

 

Het gebruik van raadsfractievergoedingen.

De raadsfractievergoeding is bedoeld voor ondersteuning van het raadswerk. In de praktijk blijken de gemeenteraadsfracties niet altijd goed te weten waarvoor ze de vergoeding precies mogen gebruiken. Wat precies wel en niet mag, blijkt daarbij lastig precies te beschrijven. Zo is de besteding aan ‘social events’ op zich geaccepteerd, maar is het beter om voor bijvoorbeeld het afscheid van een raadslid, een gezamenlijke ‘lief-en-leedpot’ in te stellen. Maar bij een teambuilding met de fractie lijkt het wat overdreven dat ieder fractielid zelf z’n drankjes moet betalen.

 

Het is redelijk als de uitgave een rechtstreeks raakvlak heeft met het uitoefenen van het raadslidmaatschap (zie art. 7, lid 1), maar voorzichtigheid met individuele uitgaven is geboden. Het beste is een gezamenlijk gedragen lijn (zoals beschreven in dit protocol) te formuleren, aansluitend op wat in de maatschappij als redelijk wordt ervaren. Bovendien is het belangrijk om openheid te geven en elkaar aan te spreken. Zo kan elk raadslid zich verantwoorden zonder in de verdediging te hoeven schieten.

 

Omdat absolute duidelijkheid niet te geven is en ook niet moet worden nagestreefd bevat dit protocol niet een limitatieve opsomming van activiteiten waaraan de fracties de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken kunnen/mogen besteden. Waar voorbeelden zijn gegeven, zijn die vooral bedoeld ter illustratie. De fracties dienen bij afwijking van het protocol te onderbouwen waarom men van mening is dat de uitgaven passen binnen de versterking van de genoemde rollen van het raadswerk.

 

II. ONDER DE FRACTIEVERGOEDING VALLEN KOSTEN ZOALS:

  • activiteiten die door de fractie gemeenschappelijk zijn gedaan, dan wel in opdracht van de fractie zijn gedaan, waaronder excursies en werkbezoeken;

  • uitgaven verbonden aan bijeenkomsten en overleggen die als fractie worden georganiseerd, onder voorwaarde dat een agenda is bijgevoegd, waaruit blijken: de aard van de bijeenkomst of het overleg, de locatie en het aantal deelnemers;

  • uitgaven verbonden aan het opleiden, c.q. gericht op teamvorming en kwaliteitsverbetering van de fractie alsmede t.b.v. vrijwilligers die de fractie behulpzaam zijn voor zover die opleidingen etc. niet al geboden worden van de zijde van de gemeente en de uitgaven niet zijn verbonden aan opleidingen voor zover deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers;

  • uitgaven verbonden aan bijeenkomsten en overleggen die als fractie collectief, dan wel in opdracht van een fractie (moeten) worden bijgewoond;

  • uitgaven verbonden aan het representeren van de fractie bij officiële gelegenheden;

  • uitgaven verbonden aan activiteiten die gericht zijn op een lobby voor de gemeente Goes en die raadsbreed zijn afgesproken;

  • uitgaven verbonden aan de logistiek en de facilitaire benodigdheden die noodzakelijk zijn voor het functioneren als fractie voor zover die niet al geboden worden van de zijde van de gemeente; hierbij moet worden gedacht aan kantoorartikelen, waaronder aanschaf en onderhoud van een laptop / computer met bijbehorende randapparatuur;

  • uitgaven verbonden aan de op naam van de fractie gestelde bankrekening;

  • uitgaven verbonden aan het oprichten / in stand houden van een stichting, statutair uitsluitend belast met het beheer van gelden die bestemd zijn voor het uitvoeren van werk van de fractie; waaronder het werkgeverschap van aan de fractie verbonden medewerkers;

  • uitgaven verbonden aan vakliteratuur, abonnementen op bestuurlijke tijdschriften en 1 abonnement op de Provinciale Zeeuwse Courant ten behoeve van de fractie;

  • uitgaven verbonden aan een eigen website van de fractie, dan wel de kosten verbonden aan een herkenbaar fractiedeel op een website van een politieke partij of politieke vereniging;

  • uitgaven verbonden aan informatievoorziening van de fractie over het door haar voorgestane beleid en/of de consultatie van inwoners over volksvertegenwoordigende activiteiten (zoals folders, advertenties etc.) onder overlegging van een exemplaar van de betreffende informatievoorziening;

  • het is niet toegestaan om in een jaar dat gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden uitgaven te declareren voor informatievoorziening, waarin op enigerlei wijze opgeroepen wordt tot het uitbrengen van een stem op de partij of vereniging waartoe de fractie behoort, die de informatievoorziening verzorgde;

  • uitgaven verbonden aan vrijwilligers die de fractie behulpzaam zijn, met in acht neming van de daarvoor wettelijk geldende voorschriften; daarbij dient jaarlijks de met de vrijwilliger gesloten overeenkomst bij de stukken te worden overlegd;

  • de uitgaven voor vrijwilligers van fracties dient onderbouwd te zijn door: facturen of door een verklaring van de vrijwilliger omtrent de geleverde assistentie (periode, uren en ontvangen vergoeding) dan wel een door de vrijwilliger getekende presentielijst, waaruit zijn deelname aan het fractieoverleg blijkt.

III. WAT MAG NIET WORDEN BEKOSTIGDE UIT DE FRACTIEVERGOEDING:

  • uitgaven verbonden aan activiteiten die als raadslid op eigen initiatief worden verricht en waarvoor een beroep gedaan dient op de maandelijkse onkostenvergoeding die politieke ambtsdragers ontvangen voor voorzieningen die niet zuiver functioneel zijn, noch zuiver privé.

    Deze vaste onkostenvergoeding is bedoeld voor in ieder geval de volgende kosten en die kosten mogen dus niet bekostigd uit de fractievergoeding:

    • -

      representatie;

    • -

      vakliteratuur;

    • -

      excursies;

    • -

      bureaukosten;

    • -

      contributies, lidmaatschappen, zoals contributies van verenigingen en regionale beroepsverbanden (met uitzondering van landelijke beroepsverenigingen met een professionaliseringsdoelstelling, zoals de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, die vallen onder de bestuurskosten);

    • -

      (representatieve) ontvangsten thuis;

    • -

      zakelijke giften;

    • -

      individuele consumpties buiten de werkplek (zoals koffie, thee, drankjes);

    • -

      fooien in Nederland;

    • -

      verjaardagsgebak, attenties en cadeaus voor naaste collega’s;

    • -

      gelegenheidskleding, huur en reiniging van kleding, uitgaven voor persoonlijke verzorging;

    • -

      activiteiten van partijgenootschappelijke aard;

    • -

      abonnementen op kranten en tijdschriften en vakliteratuur die thuis worden ontvangen, uitgezonderd 1 abonnement op de Provinciale Zeeuwse Courant ten behoeve van de fractie;

    • -

      representatieve aanpassingen aan de eigen woning;

    • -

      uitgaven verbonden aan een eigen opleiding van een raadslid; hiervoor kan onder voorwaarden een beroep worden gedaan op de Verordening Rechtspositie Wethouders, Raads- en Commissieleden, art. 5;

    • -

      uitgaven verbonden aan opleidingen voor raads- en commissieleden voor zover deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers;

    • -

      uitgaven ten behoeve van politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • -

      uitgaven ten behoeve van een inschrijving bij de Kamer van Koophandel anders dan

    • -

      uitgaven verbonden aan het oprichten / in stand houden van een stichting, statutair uitsluitend belast met het beheer van gelden die bestemd zijn voor het uitvoeren van werk van de fractie, waaronder het werkgeverschap van aan de fractie verbonden medewerkers;

    • -

      uitgaven ten behoeve van notariële akten anders dan uitgaven verbonden aan het oprichten / in stand houden van een stichting, statutair uitsluitend belast met het beheer van gelden die bestemd zijn voor het uitvoeren van werk van de fractie, waaronder het werkgeverschap van aan de fractie verbonden medewerkers;

    • -

      uitgaven voor verkiezings- en campagneactiviteiten; zo is het niet toegestaan om in een jaar dat gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden uitgaven te declareren voor informatievoorziening, waarin op enigerlei wijze opgeroepen wordt tot het uitbrengen van een stem op de partij of vereniging waartoe de fractie behoort, die de informatievoorziening verzorgde;

    • -

      uitgaven voor raadsleden en fractieassistenten individueel en in aanvulling op hun reguliere vergoeding;

    • -

      giften en cadeaus;

    • -

      uitgaven ter voeding van een “lief & leed”-potje;

    • -

      uitgaven voor consumpties op dagen (of de nacht volgend op) dat thema-avonden, commissie-/ raadsvergaderingen zijn gehouden.