Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Overbetuwe houdende regels omtrent reclame |
Citeertitel | Reclamenota Overbetuwe, beleidsregels voor reclame |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2021 | nieuwe regeling | 22-06-2021 | 21RB000055 |
De raad van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 8 juni 2021;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2:10a, 2.15, 2:42, 4:15, 4:16a en 5:7 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Overbetuwe.
De Reclamenota Overbetuwe gewijzigd vast te stellen.
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 8 juni 2021; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2:10a, 2.15, 2:42, 4:15, 4:16a en 5:7 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Overbetuwe. b e s l u i t : de Reclamenota Overbetuwe vast te stellen met uitzondering van 4.1.3 Reclamenota en deze passage;
4.1.3. Hoge reclamemasten langs de snelwegen
En deze passage te wijzigen in;
De bedrijventerreinen liggen aan de A15, A50 en A325. Diverse bedrijven willen met hoge reclamemasten (anders dan nu mogelijk wordt gemaakt in de betreffende bestemmingsplannen op eigen kavels) reclame maken. Een andere benaming voor eenzelfde bouwwerk (bijvoorbeeld verwijsmast) wordt als reclamemast behandeld.
De huidige grote reclamemasten op Poort van Midden Gelderland Noord, Poort van Midden Gelderland Zuid, De Schalm en op Park15 (in ontwikkeling) kennen de functieaanduiding “Specifieke vorm van bedrijf, reclamemast” dan wel zijn vergund via een projectafwijkingsbesluit. Onder de doeleinden staat dat een reclamemast mag ter plaatse van deze aanduiding. De bouwhoogte mag in beide gevallen (maximaal) 25 meter bedragen.
Wanneer een van bovenstaande bestaande (analoge of digitale) reclamemasten wordt aangepast is dit vergunningsplichtig. Hierbij geldt onder andere:
Er zijn geen nieuwe hoge reclamemasten (onder de functieaanduiding “Specifieke vorm van bedrijf, reclamemast") toegestaan in Overbetuwe.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 22 juni 2021.
Reclame en uitstallingen in de openbare ruimte bepalen in grote mate het aanzien en de beleving van een gebied. Voor de ondernemer heeft reclame een belangrijke betekenis. Hij wil een zo groot mogelijk publiek bereiken en zichtbaar zijn. Dit kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door de afmeting: hoe groter, hoe duidelijker. Maar ook door verlichting, het gebruik van opvallende kleuren en afwijkende vormen wordt de aandacht getrokken. Dit met één doel: De consument moet zijn onderneming gemakkelijk kunnen vinden. Reclames hebben echter de neiging om, onder druk van onderlinge concurrentie, steeds groter en opzichtiger te worden. Dit kan uiteindelijk leiden tot een ongewenst ruimtelijk beeld.
Waar reclame-uitingen van invloed zijn op het karakter en de kwaliteit van de openbare ruimte is de gemeente ook partij. Het doel van de gemeente is namelijk het behouden of creëren van een aantrekkelijke omgeving. Natuurlijk wil ze hierbij ook denken aan de belangen van de ondernemer.
Vanwege onduidelijkheid en gebrek aan een eenduidig beleid is er behoefte ontstaan aan een nota waarin alle vormen van reclame aan bod komen. Hierom zijn in deze reclamenota alle gemeentelijke beleidsregels over reclame-uitingen samengevoegd tot één pakket met richtlijnen. Dat betekent dat alle reclame-uitingen, of hier nu wel of geen vergunning voor nodig is, moeten voldoen aan de richtlijnen in deze nota.
Dit schept duidelijkheid voor de aanvrager van reclame en de gemeente. Heldere richtlijnen voorkomen uiteindelijk een ongewenste aantasting van het straatbeeld en dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteit van Overbetuwe.
Het samenvoegen van alle beleidsstukken tot een reclamenota betekent ook dat deze een dynamisch document zal zijn. Ook omdat het maken van reclame erg trendgevoelig is. Deze nota zal daarom worden geëvalueerd en daar waar nodig worden bijgesteld. Zo blijft deze reclamenota actueel en bruikbaar.
Dit reclamebeleid bevat het toetsingskader voor reclame-uitingen binnen de gemeente. Ook is deze nota bedoeld als beoordelingskader voor het handhaven van illegaal geplaatste reclame of daar waar er sprake is van een exces.
Uitgangspunt voor het reclamebeleid is ‘reclame doe je zo’. Reclame-uitingen die zijn toegestaan, moeten voldoen aan de richtlijnen die voor die specifieke vorm van reclame gelden. Dit betekent dat reclame-uitingen die niet worden genoemd in dit beleid, niet zijn toegestaan.
Omdat deze nota niet kan voorzien in toekomstige ontwikkelingen en omdat wij openstaan voor nieuwe ideeën en inzichten over reclamevoering, kan het college van B&W onder voorwaarden afwijken van de gestelde richtlijnen.
1.3 Verschillende reclamevormen
Zoals aangegeven zijn in dit document alle gemeentelijke beleidsregels zoveel mogelijk samengevoegd. Om een duidelijk beeld te krijgen van de verschillende soorten reclame-uitingen volgt hier een korte opsomming:
Permanente reclame; Voor permanente reclame-uitingen geldt dat deze op een eigen pand of eigen kavel worden aangebracht. De overige reclamevormen kunnen ook op openbare gronden worden geplaatst. Permanente reclame-uitingen worden aangebracht voor onbepaalde tijd. Over het algemeen moet er voor permanente reclame-uitingen een omgevingsvergunning (onderdeel bouw en reclame) aangevraagd worden. Een aanvraag wordt hierbij onder andere getoetst aan de criteria van dit reclamebeleid. Dit gebeurt door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Deze beoordeelt of een reclame-uiting geen negatieve invloed heeft op de omgeving. Hierbij wordt er niet alleen gekeken naar het uiterlijk van de reclame-uiting, maar ook naar de situatie waarin deze wordt geplaatst. Indien in de aanvraag ook sprake is van het onderdeel bouwen, wordt deze ook getoetst aan het bestemmingsplan en de bouwregelgeving . Enkele voorbeelden zijn: reclame aan de gevels en vlaggenmasten.
Tijdelijke reclame; Tijdelijke reclame: reclame die minder dan 30 dagen aanwezig zal zijn en waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is. Op grond van de APV is wel een vergunning vereist. Het gaat hierbij vooral om reclame voor evenementen en reclame door middel van sandwichborden. Ook het welstandsbeleid is van belang. Verder moet voldaan worden aan de algemene criteria voor reclame-uitingen zoals in deze reclamenota omschreven.
Met deze reclamenota staan de regels voor het aanbrengen van reclame-uitingen. Regelgeving alleen is echter niet voldoende om er voor te zorgen dat de regels goed worden nageleefd. Daarvoor is er goed toezicht nodig en zo nodig handhavend optreden. In het laatste hoofdstuk leest u meer over de aanpak van handhaving.
De richtlijnen in deze reclamenota zijn vastgesteld als beleidsregels zoals bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De nota maakt conform artikel 12a van de Woningwet onderdeel uit van de Welstandsnota Overbetuwe. Hierdoor is de welstandstoetsing voor alle reclamevormen juridisch geborgd. Tevens is deze nota een uitwerking van de nadere regels en aanwijzingsmogelijkheden op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening Overbetuwe (APV).
Voor het plaatsen van een reclame-uiting is in veel gevallen een vergunning nodig:
Soms zijn er zelfs verschillende vergunningen nodig. Welke vergunning wanneer nodig is, staat in de wettelijke (landelijke) en gemeentelijke regelgeving.
Er is geen vergunning nodig voor reclame-uitingen die geen bouwwerk zijn en voor tijdelijke reclame-uitingen. Dan is namelijk de APV van toepassing.
Onder openbare ruimte verstaan we die ruimte die openbaar toegankelijk is.
Reclame-uitingen die niet vallen onder de criteria van de vergunningplicht, kunnen zonder een vergunning worden geplaatst. De volgende vormen van reclame zijn vergunningsvrij (gelden wel regels/richtlijnen voor):
Voor regels voor vergunningsvrij bouwen geregeld in het Besluit Omgevingsrecht (BOR) kunt u contact opnemen met het Omgevingsloket van gemeente Overbetuwe.
Een reclame-uiting is geen gebouw. In de regelgeving wordt dit aangeduid als een bouwwerk geen gebouw zijnde. Dit betekent een bouwwerk van enige (constructieve) omvang. In de regels is enige omvang niet duidelijk omschreven in afmetingen.
Voor het oprichten van een bouwwerk geen gebouw zijnde zal in eerste instantie een omgevingsvergunning aangevraagd moeten worden.
Een omgevingsvergunning kan diverse activiteiten (onderdelen) bevatten. Te denken valt aan:
De aanvraag omgevingsvergunning bevat minimaal de activiteit reclame en waar noodzakelijk (bij constructie enige omvang) ook de activiteit bouwen voor het maken van de reclame. De beoordeling vindt hierdoor via meerdere regels plaats. De activiteit reclame beoordelen we op basis van het reclamebeleid en op onze welstandsnota. De activiteit bouwen beoordelen we op de regels van het daar geldende bestemmingsplan.
Ook vindt er een beoordeling plaats aan de regels van het Bouwbesluit.
Een aanvraag omgevingsvergunning kan in strijd zijn met het bestemmingsplan. We beoordelen de aanvraag omgevingsvergunning dan ook op de activiteit “Handelen in Strijd met de regels |Ruimtelijke Ordening”(afwijken bestemmingsplan).
Een reclame-uiting op of nabij een monument wordt ook beoordeeld als een aanvraag omgevingsvergunning met activiteit Monument. Voor een monument geldt dat er onderscheid gemaakt wordt in gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten. Dit is van invloed op de toe te passen procedure, namelijk regulier of uitgebreid.
Met de inwerkingtreding van de Wabo is het digitale Omgevingsloket in het leven geroepen. Via de website www.omgevingsloket.nl kan de aanvrager een aanvraag omgevingsvergunning bij de gemeente indienen. We stimuleren inwoners om de aanvraag omgevingsvergunning op deze manier in te dienen. De afhandeling van de aanvraag gebeurt ook digitaal.
Een initiatiefnemer kan via de website www.omgevingsloket.nl een vergunningencheck doen. Aan de hand van de beantwoording van de vragenlijst weet de initiatiefnemer of er een vergunning nodig is. Na de vergunningencheck kan de initiatiefnemer zijn aanvraag via de website indienen.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning met de daarbij behorende documenten dient de initiatiefnemer via het Omgevingsloket (www.omgevingsloket.nl) in. De afhandeling van de aanvraag omgevingsvergunning gebeurt ook digitaal.
De procedure van een aanvraag wordt hier nader uitgelegd.
De behandeltermijn van een aanvraag omgevingsvergunning is voor een reguliere procedure 8 weken. De meeste aanvragen vallen hier onder. Door bijvoorbeeld het plaatsen van een reclame-uiting op, bij of nabij een monument, kan het zijn dat de uitgebreide procedure nodig is . De behandeltermijn is dan maximaal 26 weken. Als gemeente zal de termijn van behandeling zo kort mogelijk te houden
Indien een aanvraag omgevingsvergunning niet past binnen de vastgestelde regels bestaat de mogelijkheid om af te wijken.
Als een aanvraag niet past in het bestemmingsplan zijn er soms mogelijkheden om af te wijken van het bestemmingsplan en toch een vergunning te verlenen. Als dit niet kan dan zal beoordeeld moeten worden of het bestemmingsplan gewijzigd kan worden.
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) brengt een advies uit op de aanvraag van een omgevingsvergunning. Als het advies negatief is, heeft het College van B&W de mogelijkheid om het advies van de CRK niet op te volgen.
In de reclamenota wordt onderscheid gemaakt tussen algemene- en gebiedsgerichte criteria. De algemene criteria vormen de basis waaraan alle reclame-uitingen moeten voldoen. Deze gelden ongeacht het gebied of type reclame-uiting. Ze vormen een eerste toetsingskader bij het beoordelen van reclame-uitingen en bij het handhaven van excessen. De gemeenschappelijke criteria bestaan uit functioneel/technische eisen, verkeersveiligheidseisen en eisen over het uiterlijk (welstandsaspecten). Deze criteria zijn ook van toepassing op de welstandstoets voor aanvragen om omgevingsvergunningen voor de activiteit ‘Bouw’.
Aan een reclame-uiting worden de onderstaande functionele en technische eisen gesteld:
Een reclameobject levert gedurende zijn duur een goede bijdrage aan het ruimtelijk beeld. Daarom is deze gemaakt van materiaal van goede kwaliteit, dat langdurig meegaat. Ook is deze technische en constructief goed aangebracht. Ook is het hierbij belangrijk dat reclameobjecten goed onderhouden worden.
3.2 Overlast, hinder en verkeersveiligheid
Uitgangspunt is dat een reclame-uiting geen overlast mag veroorzaken voor derden (fysiek of visueel). Ook mag de verkeersveiligheid niet in gevaar komen. Daarom gelden de volgende criteria:
Beeldwisseling bij schermen maximaal 1x per 20 seconden (ook in geval van wisselende posters). Overgang tussen beelden moet door middel van vervagen of schuiven type diashow (ene beeld gaat regelmatig en over het gehele beeldvlak over in het volgende). Dit om te veel aan beweging en onrust te voorkomen.
Voor verschillende gebieden gelden specifieke eisen voor reclame-uitingen. Zo worden er aan reclame op bedrijventerreinen andere eisen gesteld dan aan reclame in een woongebied of in het buitengebied. Het doel van deze regels is om het karkater van het gebied te behouden. De indeling van deze regels is gebaseerd op de gebiedsindeling van de bestemmingsplannen en de welstandsnota. In de Welstandsnota staan voorbeelden (foto’s) van reclame ter indicatie.
Bedrijventerreinen kenmerken zich door grootschalige gebouwen en een functionele uitstraling. Deze terreinen liggen vaak aan de rand van de kern, in de overgang naar het platteland. Door de grotere schaal van de bebouwing is een ruimere hoeveelheid reclame mogelijk. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats tegen het gebouw of op eigen terrein geplaatst wordt.
In Overbetuwe zijn de volgende bedrijventerreinen:
Bedrijven die niet gevestigd zijn op één van deze bedrijventerreinen, vallen dus in een andere categorie.
4.1.1 Bij een bedrijf in een afzonderlijk gebouw
Een reclame-uiting voldoet als aan alle onderstaande criteria wordt voldaan:
MATERIAAL, KLEUR EN DETAILLERING
4.1.2 Bij een bedrijf in een bedrijfsverzamelgebouw
Een reclame-uiting voldoet als aan alle onderstaande criteria wordt voldaan:
MATERIAAL, KLEUR EN DETAILLERING
4.1.3. Hoge reclamemasten langs de snelwegen
De bedrijventerreinen liggen aan de A15, A50 en A325. Diverse bedrijven willen met hoge reclamemasten (anders dan nu mogelijk wordt gemaakt in de betreffende bestemmingsplannen op eigen kavels) reclame maken. Een andere benaming voor eenzelfde bouwwerk (bijvoorbeeld verwijsmast) wordt als reclamemast behandeld.
De huidige grote reclamemasten op Poort van Midden Gelderland Noord, Poort van Midden Gelderland Zuid, De Schalm en op Park15 (in ontwikkeling) kennen de functieaanduiding “Specifieke vorm van bedrijf, reclamemast” dan wel zijn vergund via een projectafwijkingsbesluit. Onder de doeleinden staat dat een reclamemast mag ter plaatse van deze aanduiding. De bouwhoogte mag in beide gevallen (maximaal) 25 meter bedragen.
Wanneer een van bovenstaande bestaande (analoge of digitale) reclamemasten wordt aangepast is dit vergunningsplichtig. Hierbij geldt onder andere:
Er zijn geen nieuwe hoge reclamemasten (onder de functieaanduiding “Specifieke vorm van bedrijf, reclamemast") toegestaan in Overbetuwe.
Centra hebben een uitgesproken winkelkarakter, hebben verschillende voorzieningen en vormen de kernen van de gemeente. De mogelijkheden om reclame te maken zijn dan ook ruimer. Algemeen kan hierbij worden gesteld dat de reclame op winkelniveau geplaatst moeten worden. Zo ontstaat er een logische relatie tussen de reclame-uiting en de functie van een bedrijf/organisatie. Ook wordt zo de overlast voor eventuele boven liggende woningen beperkt.
De volgende kernen in Overbetuwe worden aangemerkt als centrum/winkelgebied (voor de andere kernen geldt dat het om een woongebied gaat):
De winkelgebieden zijn uitgewerkt in kaarten in bijlage 1.
Een reclame-uiting in centra/winkelgebieden voldoet als aan alle onderstaande criteria wordt voldaan:
MATERIAAL, KLEUR EN DETAILLERING
Uitgangspunt is dat in de gebieden met hoofdzakelijk een woonfunctie geen reclame-uitingen passen. Uitzonderingen zijn situaties waarbij er sprake is van een aan huis gebonden beroep. Voor deze gevallen is een bescheiden reclame-uiting aanvaardbaar. Voor grotere panden met een bedrijfs-, winkel- of horecabestemming in een woongebied gelden andere richtlijnen, hier zijn beperkte reclame-uitingen mogelijk.
4.3.1. Bij een bedrijf aan huis
Een reclame-uiting voldoet als aan alle onderstaande criteria wordt voldaan:
MATERIAAL, KLEUR EN DETAILLERING
Het buitengebied heeft een open en landelijk karakter (buiten de bebouwde kom en bedrijventerreinen). Dit wordt versterkt door de aanwezigheid van agrarische bedrijven. In het buitengebied zijn ook andere vormen van bedrijvigheid (horeca, evenemententerreinen, detailhandel, etc.). Vooral deze bedrijven hebben behoefte om reclame te maken voor haar producten/diensten.
Uitgangspunt voor reclame in het buitengebied is een terughoudend beleid, waarbij de reclame-uitingen beperkt zijn en passend moeten zijn bij het open en landelijke karakter.
Een reclame-uiting voldoet als aan alle onderstaande criteria wordt voldaan:
MATERIAAL, KLEUR EN DETAILLERING
4.5.1. Recreatie- & sportterreinen
Op recreatie en sportterreinen staat reclame niet centraal. Reclame moet passend binnen de omgeving zijn en naar binnen gericht (niet gericht op de openbare weg, gericht op het terrein).
Een reclame-uiting voldoet als aan alle onderstaande criteria wordt voldaan:
MATERIAAL, KLEUR EN DETAILLERING
4. RECLAME IN DE OPENBARE RUIMTE
Onder tijdelijke reclame worden de borden of (span)doeken verstaan waarop reclame wordt gemaakt voor een bepaald (commercieel of niet-commercieel) evenement of andere soort van aankondiging. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen:
Spandoeken in de openbare ruimte of boven de openbare weg zijn verboden vanwege verkeersveiligheid en de uitstraling. Een spandoek is een doek, zeil of ander voorwerp dat flexibel is en opgevouwen of opgerold kan worden. Een spandoek wordt met touwen of andere belijningen aan een ander voorwerp opgehangen. Een doek of zeil of iets wat daarmee te vergelijken is en in een vast frame is vast gemaakt valt niet onder een spandoek.
In de gemeente Overbetuwe zijn locaties voor sandwichborden aangewezen die gebruikt kunnen worden voor het maken van reclame voor regionale evenementen. Hiervoor zijn bepaalde locaties beschikbaar. In beginsel worden vergunningen voor het plaatsen van reclame in sandwichborden voor twee weken verleend.
Maximaal twee weken voor het evenement mag reclame voor het betreffende evenement geplaatst worden en maximaal 1 week na het betreffende evenement moeten de reclameborden weer verwijderd zijn.
De vergunning voor het plaatsen van de reclame wordt meegenomen in de evenementenvergunning. Hierin wordt aangegeven aangegeven waar en wanneer de reclame geplaatst mag worden en wat de maatvoering moet zijn. Dit wordt onder andere getoetst op verkeersveiligheid.
5.1.4. Borden van sportclubs langs toegangswegen
Dergelijke borden zijn vergunningplichtig in het kader van de Wabo. Hiervoor moet een vergunning verleend worden.
De openbare ruimte, met name belangrijke doorgangsroutes, biedt ruimte voor reclame-uitingen. Het gaat om abri’s, informatieborden en de eerder genoemde hoge reclamemasten. De gemeente heeft als eigenaar en beheerder van de openbare ruimte langdurige overeenkomsten afgesloten met bedrijven om langs aangegeven wegen en routes en reclame te plaatsen. De volgende richtlijnen gelden voor Abri’s en informatieborden:
Een abri is een kleine, niet afgesloten wachtruimte die beschutting biedt tegen weer en wind. Abri's zijn vooral te vinden in het openbaar vervoer, zoals bij een bushalte, op een busstation of treinstation.
Hoeveel; Eén verlichte vitrine per abri.
Waar; Uitsluitend in abri’s met vitrine. Alleen als het verkeerstechnisch kan.
Hoe; Aan twee zijden voorzien van affiches met reclame, het afficheformaat heeft een vast formaat van 1,25 meter breed en 1,85 meter hoog (standaardafmeting), reclame in abri’s wordt geplaatst via aangewezen bedrijven.
Voor informatie over het maken van reclame in een abri moet men contact opnemen met de betreffende exploitant.
5.3.2. Informatieborden bij toegang kern
Bij toegangswegen van diverse kernen in Overbetuwe staan informatieborden. Op de informatieborden is ruimte om reclame te maken.
Hoeveel; Eén verlichte vitrine per informatiebord.
Waar; Uitsluitend op het informatiebord. Alleen als het verkeerstechnisch kan.
Hoe; Hierover worden aparte afspraken gemaakt met de exploitant. Er is beperkt ruimte voor reclame.
Voor meer informatie over het maken van reclame op een informatiebord moet men contact opnemen met de betreffende exploitant.
Bewegwijzering is een indirecte vorm van reclame maken. Deze is vooral bedoeld om de vindbaarheid te vergroten en dient in minder mate om de naamsbekendheid te vergroten. In Overbetuwe zijn hiervoor beperkte mogelijkheden.
5.6.1. Permanente verwijsborden
In de nota toeristische bewegwijzering staat beschreven welke permanente bewegwijzering voor bedrijven, maatschappelijke instellingen en andere organisaties in Overbetuwe mogelijk is en onder welke voorwaarden. Men kan hiervoor contact opnemen met het RBT KAN.
5.6.2. Tijdelijke verwijsborden
Het kan zijn dat een locatie slechts voor een korte periode vindbaar hoeft te zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij evenementen en bouwprojecten. In dergelijke gevallen is het onder voorwaarden mogelijk om tijdelijk een aantal verwijsborden te plaatsen. Voor het plaatsen van tijdelijk verwijsborden worden afspraken gemaakt bij de aanvraag voor een vergunning.
Hiervoor gelden de volgende algemene richtlijnen:
Voor het toezicht en het handhaven van de reclameregels sluiten we aan bij het handhavingsbeleid en de jaarlijkse Uitvoeringsprogramma’s Handhaving. In het beleid is onder meer beschreven hoe de gemeente omgaat met handhaving, welke werkwijze daarbij wordt gevolgd, hoe de prioriteiten zijn gelegd en hoeveel capaciteit er voor toezicht en handhaving wordt vrijgemaakt.
Het is van belang dat vastgesteld beleid ook gehandhaafd wordt. Het al dan niet functioneren van het reclamebeleid valt of staat daarmee. Onvoldoende handhaving tast de geloofwaardigheid aan en verkleint de animo om benodigde vergunning(en) aan te vragen. Toezicht en handhaving zijn daarom een integraal, onlosmakelijk en noodzakelijk onderdeel van het reclamebeleid, om te voorkomen dat reclame afbreuk doet aan de leefomgeving.
Een adequaat en geloofwaardig reclamebeleid vereist met andere woorden dat er voldoende prioriteit aan toezicht en handhaving wordt gegeven, en dat voldoende capaciteit beschikbaar is om strijdige situaties consequent te beëindigen. In de navolgende bepalingen wordt daar verder op ingegaan.
Tegen strijdige reclame wordt opgetreden naar aanleiding van klachten of verzoeken om handhaving. Er wordt daarnaast echter ook (overeenkomstig artikel 5.2 lid 1 van de Wabo) regelmatig actief toezicht gehouden om vast te stellen of het beleid wordt nageleefd. Aangewezen toezichthouders controleren of reclame conform een verleende vergunning is of wordt aangebracht, en sporen ook zelf illegale reclame op door na te gaan of voor een reclame-uiting een vergunning is verleend. De wijze waarop hier uitvoering aan wordt gegeven wordt opgenomen in het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Handhaving.
Bij de uitvoering van de toezichthoudende en handhavende taken kunnen prioriteiten worden gesteld. Niet iedere overtreding kan altijd direct worden aangepakt en sommige overtredingen zijn ernstiger dan andere. Bij het bepalen van prioriteiten wordt daarom, gebaseerd op het welstandsbelang, onderscheid gemaakt naar:
Als er naast het welstandsbelang ook andere belangen aan de orde zijn (zoals verkeersveiligheid of overlast) dan vindt een afzonderlijke beoordeling op die aspecten plaats en geldt deze prioritering niet.
Toezicht en handhaving kan themagewijs, al dan niet gefaseerd plaatsvinden. Eventuele keuzes om themagewijs en/of gefaseerd op reclame te handhaven worden gemaakt in het kader van het Uitvoeringsprogramma Handhaving.
Passief toezicht en handhaving
Als een belanghebbende een klacht/melding of verzoek om handhaving over een reclame indient dan wordt deze in alle gevallen in behandeling genomen. Bij een verzoek om handhaving worden daarbij de procedureregels- en termijnen van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen. Als een klacht, melding of verzoek na beoordeling gegrond is, dan wordt daar gelet op de beginselplicht tot handhaving in beginsel handhavend tegen opgetreden.
Bij de behandeling van een klacht/melding of verzoek om handhaving worden in ieder geval de prioriteit en de ernst van de overtreding meegewogen. Indien handhaving onevenredig is in verhouding tot het te beschermen belang, of wanneer er concreet zicht is op legalisatie, wordt van handhaving afgezien.
6.3 Buitensporige reclame (excessen)
Tegen excessen wordt steeds met prioriteit opgetreden. Een exces is een evidente en ook voor niet-deskundigen duidelijk herkenbare buitensporigheid in het uiterlijk van een reclame-uiting. Hiervan is sprake als (een deel van) een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde als gevolg van een reclame-uiting op zichzelf en/of in relatie tot de omgeving in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand (zoals bedoeld in artikel 12a lid 1 sub b van de Woningwet). Op grond van artikel 13a van de Woningwet kan de eigenaar van het gebouw of bouwwerk worden aangeschreven om voorzieningen te (laten) treffen waarmee de strijdige situatie ongedaan wordt gemaakt. Het kan gaan om een vrijstaande reclameconstructie die ernstig ontsierend is. Het kan ook gaan om een ernstig ontsierende reclame op of aan een gebouw, waardoor de gevel van het gebouw (ook) ernstig ontsierd wordt.
De excessenregeling is in ieder geval van toepassing in de volgende gevallen: