Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent het compensatiebudget voor de onroerende zaakbelasting (Beleidsregels OZB- Compensatiebudget 2021 en 2022)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent het compensatiebudget voor de onroerende zaakbelasting (Beleidsregels OZB- Compensatiebudget 2021 en 2022)
CiteertitelBeleidsregels OZB- Compensatiebudget 2021 en 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-07-202101-01-2021nieuwe regeling

29-06-2021

gmb-2021-219638

Gemeenteblad 2021, nummer 132

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent het compensatiebudget voor de onroerende zaakbelasting (Beleidsregels OZB- Compensatiebudget 2021 en 2022)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van wethouder Volksgezondheid, Zorg, Ouderen en Sport van 29 juni 2021; registratienummer M2104-1422;

 

gelet op de artikelen 1:3, vierde lid en 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende, dat:

  • -

    het college het bestuurlijk van belang acht om verenigingen op het gebied van OZB-lasten te ondersteunen gezien de financiële kwetsbaarheid van diverse verenigingen;

  • -

    het daarom wenselijk is om, vooruitlopend op het uitwerken van een structurele regeling voor de OZB-compensatie beleidsregels op het terrein van OZB- compensatie vast te stellen;

besluit:

Artikel 1  

De Beleidsregels OZB- Compensatiebudget 2021 en 2022 worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 3  

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels OZB- Compensatiebudget 2021 en 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 juni 2021.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 1 juli 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

 

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 1 van de Beleidsregels OZB- Compensatiebudget 2021 en 2022.

 

Beleidsdocumenten die in dit kader van toepassing zijn:

  • Sportnota 2021+ “Rotterdam Wereldse Sportstad”

  • Actieprogramma Verenigingen.

Deze zijn gericht op het bevorderen van de sportparticipatie en het bevorderen van de vitaliteit van o.a. sport- en scoutingverenigingen.

 

Aanleiding

Sinds 2001 neemt de gemeente Rotterdam voor een aantal Rotterdamse organisaties, zoals veldsportverenigingen en scoutingverenigingen het gebruikersdeel van de Onroerende Zaakbelasting (hierna: OZB) voor haar rekening. Teneinde een helder en duidelijk kader te scheppen voor wie deze compensatie is bedoeld in voorbereiding op de nog uit te werken structurele regeling voor het OZB- Compensatiebudget zijn onderhavige Beleidsregels OZB - Compensatiebudget 2021 en 2022 vastgesteld.

 

De Beleidsregels OZB - Compensatiebudget 2021 en 2022 treden op 1 januari 2021 in werking. Dit betekent dat de eventuele compensatie uitsluitend geldt voor de OZB-aanslagen over de belastingjaren 2021 en 2022. Deze beleidsregels zijn, zoals reeds opgemerkt, vooruitlopend op de nog uit te werken structurele regeling. Het betreft hier een overgangsperiode om de uiteindelijke structurele regeling verder uit te kunnen werken. De beleidsregels gelden dan dus ook alleen voor de belastingjaren 2021 en 2022.

 

Algemene toelichting

 

Onroerende Zaakbelasting (OZB)

De OZB bestaat uit twee delen:

  • Een eigenarendeel voor eigenaren van woningen en niet-woningen (zoals een sportaccommodatie)

  • Een gebruikersdeel voor gebruikers van niet-woningen (zoals een sportaccommodatie)

De hoogte van de OZB hangt af van de waarde van de accommodatie op 1 januari van het jaar. Dit is de WOZ- waarde die elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Voor de OZB wordt een vastgesteld percentage van de WOZ-waarde betaald.

De tarieven voor de OZB kunnen door de gemeenten zelfstandig worden vastgesteld aan de hand van lokale behoeften. Hierbij kan uitsluitend een onderscheid worden gemaakt tussen het tarief voor de OZB eigenaren woningen, OZB eigenaren niet-woningen en OZB gebruikers niet-woningen. Binnen deze categorieën kan geen tariefdifferentiatie plaatsvinden. In de gemeente Rotterdam ligt het tarief OZB voor de categorie niet-woning aanzienlijk hoger dan voor de categorie woning. Wanneer de accommodatie in eigendom is van de gemeente is de sportvereniging uitsluitend het gebruikersdeel verschuldigd.

 

Doel van de beleidsregels

De aanleiding van de OZB - compensatie in 2001 was de verslechterde financiële situatie van veldsportverenigingen. Wegens het ontbreken van een subsidierelatie met sportverenigingen is besloten om OZB - compensatie als maatregel in te voeren om zo de lasten van de verenigingen te verlagen en daarmee structureel de financiële positie van de sportverenigingen te verbeteren. Dit gebeurde in combinatie met de oprichting van Stichting Rotterdam Sportsupport om de verenigingen te ondersteunen (totaalpakket aan maatregelen) en kwam voort uit het Meerjarenbeleidsprogramma Verenigingsprogramma dat op 22 maart 2001 door de gemeenteraad is vastgesteld. Daarna heeft het college diverse besluiten genomen over uitbreiding van het regime van OZB-compensatie voor volkstuinders en Jeugd- en Scoutingverenigingen. In de loop der jaren zijn er verenigingen bijgekomen en afgevallen. Echter, het ontbrak aan duidelijke richtlijnen. Om vooruitlopend op de op te stellen regeling helderheid te kunnen verschaffen waarom en voor wie de OZB-compensatie bedoeld is, teneinde ervoor te zorgen dat de OZB-compensatie ook daadwerkelijk daar terecht komt waar dat nodig en gewenst is, zijn deze beleidsregels opgesteld. Onderhavige beleidsregels omvatten heldere richtlijnen, over het doel, de uitgangspunten, het kader en de doelgroep van de regeling.

 

Beleidsmatige uitgangspunten

Het Actieprogramma Verenigingen richt zich op verenigingen in drie domeinen: Sport, Scouting en Speeltuinen, binnen het beleidsveld van de directie Sport, Onderwijs en Cultuur. Doelstelling is dat zo veel mogelijk verenigingen in deze drie domeinen vitale verenigingen zijn en daarmee dus financieel gezond. Zoals eerder genoemd vallen deze verenigingen onder het hogere OZB tarief voor niet-woningen, dat bijna drie keer zo hoog is als het tarief voor woningen. In de praktijk leidt dit tot hoge rekeningen, die verenigingen amper kunnen dragen. Lastenverlichting resulteert in het toegankelijker maken van sport, scouting en speeltuinen wat zorgt voor het bevorderen van de sportparticipatie. Sportverenigingen hebben geen jaarlijkse subsidierelatie met de gemeente Rotterdam. Scoutingverenigingen ontvangen alleen een vergoeding voor opleiding en activiteiten. Speeltuinen ontvangen een jaarlijkse subsidie vanuit de gemeente Rotterdam die aanzienlijk hoger is dan voor de scoutingverenigingen en vallen daarom buiten deze regeling.

 

Subsidieplafond

Er is jaarlijks binnen de directie Sport, Onderwijs en Cultuur een beperkt budget beschikbaar om verenigingen en stichtingen financieel te ondersteunen. Voor de jaren 2021 en 2022 bedraagt het subsidieplafond € 725.000 per jaar en wordt binnen de reguliere begroting opgevangen.

 

Doelgroep

Voor compensatie voor het OZB - gebruikersdeel komen in aanmerking:

  • Sportverenigingen en -stichtingen spelend op buitensportcomplexen

  • Scoutingverenigingen en -stichtingen

In aanvulling hierop geldt dat:

  • a)

    de objecten zijn in eigendom van de gemeente Rotterdam (SO-Vastgoed);

  • b)

    de verenigingen of stichtingen zijn huurder;

  • c)

    de verenigingen of stichtingen statutair in Rotterdam gevestigd zijn en hier hun feitelijke werkzaamheden verrichten;

  • d)

    de verenigingen of stichtingen geen jaarlijkse subsidierelatie met de gemeente Rotterdam hebben (m.u.v. scoutingverenigingen, omdat deze alleen een vergoeding voor opleiding en activiteiten ontvangen).

Proces compensatie

Op basis van voornoemde indicatoren wordt bepaald welke verenigingen en stichtingen voor de compensatie van het OZB-gebruikersdeel in aanmerking komen. Betreffende verenigingen en stichtingen ontvangen van Gemeentebelastingen automatisch bericht dat zij het OZB-gebruikersdeel niet hoeven te voldoen door middel van een zogenaamde 0-factuur. De gemeente Rotterdam (Maatschappelijke Ontwikkeling/Sport, Onderwijs en Cultuur) neemt op haar beurt de kosten van het gebruikersdeel van de OZB voor haar rekening.

 

Duur van de beleidsregels

De looptijd van onderhavige beleidsregels is twee jaar. Aan deze beleidsregels kunnen geen rechten worden ontleend voor de voorgaande of de daaropvolgende jaren. Naar verwachting is de structurele regeling eind 2022 gereed. De ingangsdatum van de op te stellen regeling is 1 januari 2023.

 

Bij de uitwerking van de regeling zullen nadere beleidskeuzes worden gemaakt, die mogelijk tot gevolg hebben dat er voor objecten waar nu wel een OZB gebruikersdeel compensatie voor bestaat of aan verenigingen en of stichtingen die nu wel in aanmerking komen voor compensatie dit mogelijk in de toekomst niet meer het geval is.

Het kan dus zijn dat de gemeente de betreffende compensatie voor bepaalde objecten gaat beëindigen, zodat deze middelen ten goede komen aan de doelen van het beleid.

Dit kan gevolgen hebben voor de financiële relatie die de gemeente met betrokken verenigingen of stichtingen heeft. De gemeente zal dit uiteraard tijdig aankondigen aan de betrokken verenigingen en stichtingen, teneinde hen in staat te stellen maatregelen te treffen om de financiële gevolgen ervan te kunnen opvangen.