Organisatie | Goes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie 2021 |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 81oa, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2021 | 01-07-2021 | Nieuwe regeling | 24-06-2021 | Z21.085612 / D21.765908 |
De commissie heeft tot taak ten behoeve van de raad onderzoek te doen of te laten doen naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet.
De raad benoemt de leden van de commissie. Elke in de raad vertegenwoordigde fractie kan uit haar midden een kandidaat voor benoeming voordragen. De leden kunnen zowel raadslid als niet-raadslid zijn met dien verstande dat de mogelijk om niet-raadsleden voor te dragen voor benoeming beperkt blijft tot de fracties met maximaal twee raadsleden. De artikelen 11, 12, 13, 15 en 19 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van de commissie.
De raad benoemt de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter, zijnde raadsleden, uit de leden van de commissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de secretaris van de commissie en de ingevolge artikel 7, lid 10, bedoelde onderzoeker. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt de plaatsvervangend voorzitter op.
De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet. In de onderzoeksopzet wordt aangegeven wat precies onderwerp van onderzoek is, wat de onderzoeksvragen zijn en hoe het onderzoek wordt aangepakt. Nadat de commissie de onderzoeksopzet heeft vastgesteld worden de betrokken personen of instanties ingelicht over de hoofdlijnen van het onderzoek. Ook worden zij ingelicht over de gesprekken die voor het onderzoek gevoerd gaan worden en over het verdere verloop van de procedure.
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.
Artikel 8 Bevoegdheden ten aanzien van informatie bij derden
De commissie heeft het recht documenten van andere instellingen te onderzoeken (artikel 184 Gemeentewet), met name:
Toelichting op de Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie 2021
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. De begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid worden in artikel 182 van de Gemeentewet genoemd.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie, bestaande uit leden van de raad en/of steunfractieleden als bedoeld in het tweede lid van artikel 4 van de Verordening op de raadscommissie. De voorzitter en de plv. voorzitter wordt uit de leden gekozen. Elke raadsfractie heeft de mogelijkheid uit haar midden een kandidaat voor benoeming in de commissie voor te dragen.
De raad benoemt uit de leden van de commissie de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter. De bepaling dat de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie een raadsleden zijn, wordt geëffectueerd na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022.
Dit artikel handelt over het einde van het lidmaatschap (waaronder ontslag) en over de mogelijkheid (of soms verplichting) commissieleden op non-actief te stellen. Aangesloten wordt bij de gronden voor ontslag genoemd in artikel 81c leden 6 en 7 van de Gemeentewet.
De commissie wordt, in overleg met de griffier, bijgestaan door een secretaris. De commissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de commissie.
De onderzoeksonderwerpen worden door de commissie bepaald. De commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Omdat het verzoek van de raad expliciet in artikel 182, tweede lid, van de Gemeentewet wordt genoemd, wordt er een bepaald gewicht aan het verzoek toegekend. Daarom is in de verordening opgenomen dat de commissie gegronde redenen moet aanvoeren voor het niet inwilligen van het verzoek van de raad.
Om te waarborgen dat de commissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van de leden van het gemeentebestuur en van de ambtenaren. De rapporten van de commissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag er eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt het gemeentebestuur de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de commissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de commissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
De wet bevat voor de commissie geen regeling ten aanzien van bevoegdheden inzake informatie die bij derden berust. De raad zal dat zelf moeten regelen. De commissie heeft ook het recht documenten van andere instellingen te onderzoeken (artikel 184 Gemeentewet), met name:
De commissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.