Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent subsidie voor activiteiten gericht op het bevorderen van ontmoeting van inwoners, het tegengaan van eenzaamheid en het stimuleren van vaardigheden gericht op het behoud van zelfstandig functioneren en wonen (Nadere subsidieregeling Hoeskamers Beekdaelen 2022)

Artikel 1  

Deze nadere subsidieregeling is van toepassing op organisaties met de volgende voorziening:

• 1.

  Hoeskamer: Een vrij toegankelijke voorziening in een dorp voor inwoners zonder zorgindicatie, die activiteiten aanbiedt of ontplooit gericht op het bevorderen van ontmoeting van inwoners, het tegengaan van eenzaamheid en het stimuleren van vaardigheden gericht op het behoud van zelfstandig functioneren en wonen.

Artikel 2  

• 1.

  De organisatie waaraan subsidie verstrekt wordt moet zijn gevestigd in de gemeente Beekdaelen, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat een organisatie die niet in Beekdaelen is gevestigd een duidelijke meerwaarde heeft ten aanzien van bestaande organisaties in Beekdaelen en dat die voorziet in een aantoonbare behoefte van mensen met een beperking en ouderen woonachtig in de gemeente Beekdaelen.

• 2.

  Organisaties of hoeskamerinitiatieven komen alleen voor subsidiëring in aanmerking als burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de doelstelling van de organisatie een duidelijke meerwaarde heeft ten opzichte van de reeds bestaande organisaties in de (kernen van de) gemeente Beekdaelen.

• 3.

  Bij de beoordeling van het tweede lid moet in ieder geval worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    De hoeskamer wordt door inwoners georganiseerd en gerund;

  • b.

    Er wordt aangesloten bij wat al in een kern aanwezig is;

  • c.

    Activiteiten sluiten aan bij de behoefte van inwoners in de kern. Het organiseren van activiteiten is geen doel op zich;

  • d.

    De activiteiten bevorderen het ontmoeten van mensen in de kern, het tegengaan van eenzaamheid en/of het stimuleren van vaardigheden gericht op het behoud van zelfstandig functioneren en wonen;

  • e.

    Bij voorkeur gehuisvest in een multifunctionele accommodatie, zoals een gemeenschapshuis, zodat deelnemers zoveel mogelijk in contact blijven met andere inwoners in de kern;

  • f.

    Maximaal 1 hoeskamer per kern.

Artikel 3  

• 1.

  Subsidie kan door een rechtspersoon per boekjaar worden aangevraagd.

• 2.

  Een boekjaar is gelijk aan een kalenderjaar.

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de opgave van de organisaties met betrekking tot artikel 5 lid 3 en 4 steekproefsgewijs te controleren, bijvoorbeeld door het bezoeken van de activiteiten en/of het opvragen van aanvullende informatie.

• 4.

  De datum die geldt voor de bepaling van het aantal activiteiten en het aantal deelnemers per activiteit is 1 januari van het jaar voorafgaand aan het boekjaar.

Artikel 4  

• 1.

  Het subsidiebedrag voor een boekjaar bestaat uit een waarderingssubsidie die kan worden verhoogd met maatwerkaanvullingen op basis het van aantal activiteiten en/of het aantal deelnemers aan een activiteit, zoals opgenomen in artikel 6.

• 2.

  Enkel zelfstandige hoofdactiviteiten komen voor subsidie in aanmerking. Activiteiten die bijvoorbeeld plaatsvinden tijdens een hoeskamerbijeenkomst of een eettafel worden geacht onderdeel uit te maken van deze (hoofd)activiteit.

• 3.

  Ontvangt een organisatie reeds subsidie en valt het aantal activiteiten voor het tweede achtereenvolgende jaar lager uit dan minimaal nodig is voor de waarderingssubsidie, wordt de subsidiëring van de betreffende organisatie gestopt.

• 4.

  De in deze nadere subsidieregeling opgenomen subsidiebedragen betreffen het boekjaar 2021. De subsidiebedragen voor de volgende jaren worden jaarlijks ambtelijk cumulatief gecorrigeerd met de indexfactor waarmee de gemeentebegroting voor het betreffende jaar wordt geïndexeerd. De met de indexfactor gecorrigeerde subsidiebedragen worden afgerond op hele euro’s.

Artikel 5.  

• 1.

  De aanvraag voor jaarlijkse subsidie moet uiterlijk op 31 mei voorafgaand aan het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft worden ingediend.

• 2.

  Als de subsidieaanvraag binnenkomt na de in artikel 5.1 genoemde datum kunnen burgemeester en wethouders besluiten de subsidie te weigeren.

• 3.

  Bij de subsidieaanvraag wordt:

  • a.

    Een activiteitenoverzicht gevoegd waaruit blijkt welke activiteiten naar verwachting in het aankomende boekjaar worden uitgevoerd, hoe vaak iedere activiteit zal plaatsvinden en hoeveel deelnemers er gemiddeld per keer per activiteit worden verwacht;

  • b.

    Aangegeven welke doelen en resultaten met de activiteiten worden nagestreefd, hoe de activiteiten daaraan bijdragen en in welke mate de activiteiten zijn gericht op de gemeente of haar ingezetenen;

  • c.

    Een inhoudelijk verslag gevoegd van het voorgaande boekjaar, waaruit blijkt welke activiteiten zijn uitgevoerd, hoe vaak de activiteiten hebben plaatsgevonden en hoeveel inwoners gemiddeld per keer per activiteit deelgenomen hebben.

  • d.

    Een financieel verslag gevoegd met betrekking tot de hoeskameractiviteiten. Hierin staan in ieder geval de inkomsten, uitgaven en een balans.

• 4.

  Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk 31 december van het boekjaar waarin de aanvraag is ingediend.

• 5.

  De subsidie wordt door burgemeester en wethouders direct vastgesteld of verleend.

• 6.

  De subsidie wordt na toekenning in één keer volledig uitbetaald.

Artikel 6  

• 1.

  De wijze waarop het jaarlijks bedrag van de subsidie wordt bepaald is als volgt:

   

  Waarderingssubsidie: Basisbedrag als er minimaal 4 activiteiten per jaar per dorpskern plaatsvinden	€	1.000
  Maatwerkaanvulling 1: Er zijn 3 of meer verschillende activiteiten per dorp én samen minimaal 12 activiteiten per jaar	€	500
  Maatwerkaanvulling 2: Een activiteit vind minimaal 13 keer per jaar plaats	€	500 (per activiteit die hieraan voldoet)
  Maatwerkaanvulling 3: 20 deelnemers of meer bij een activiteit die minimaal 4 keer per jaar plaatsvindt	€	250 (per activiteit die hieraan voldoet)

Artikel 7  

• 1.

  Organisaties die niet behoren tot de in artikel 1 en 2 genoemde organisaties komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8  

• 1.

  Valt het aantal activiteiten en/of deelnemers door bijzondere niet te voorziene omstandigheden in enig jaar lager uit dan redelijkerwijs mag worden verwacht dan kan bij de subsidieaanvraag worden uitgegaan van het aantal activiteiten en/of deelnemers in het voorgaande jaar.

Artikel 9  

• 1.

  Met ingang van 1 januari 2022 vervalt de basis voor de subsidies zoals organisaties die ontvingen van de voormalige gemeenten Onderbanken, Nuth en Schinnen van rechtswege.

Artikel 10  

• 1.

  Burgemeester en wethouders voorzien in die gevallen waarin deze nadere subsidieregeling niet voorziet.

• 2.

  Deze nadere subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 11  

Deze nadere subsidieregeling wordt aangehaald als: nadere subsidieregeling hoeskamers Beekdaelen 2022.