Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent mandaat en machtiging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening |
Citeertitel | Mandaat-, en machtigingsbesluit Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (3B, 2015, 41) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-03-2015 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 11-03-2015 | 41 |
I Mandaat, respectievelijk machtiging te verlenen aan:
dan wel ten behoeve van diens als zodanig aangewezen plaatsvervanger, voor de volgende bevoegdheden:
Onder het beslissen op een aanvraag om schuldhulpverlening wordt verstaan:
II Het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de onder I, a, b, c vermelde bevoegdheden wordt opgedragen aan de directeur/functionaris van de gemandateerde instelling dan wel aan zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger.
III De directeur van de gemandateerde instelling dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger dienen bij de uitoefening van het ondermandaat en machtiging het vastgestelde beleid op het gebied van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van het college in acht te nemen.
IV In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit wordt genomen en de feitelijke handeling wordt verricht namens het college van Burgemeester en Wethouders.
V De directeur van de gemandateerde instelling dan wel zijn als zodanig aangewezen plaatsvervanger kan ondermandaat en/of ondermachtiging verlenen met inachtneming van de door hem daarbij te stellen voorwaarden en/of beperkingen.
VI Het besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 januari 2015.