Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent bijzondere projecten (Regeling bijzondere projecten) |
Citeertitel | Regeling bijzondere projecten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2021 | nieuwe regeling | 01-04-2021 |
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 1 april 2021 de Regeling bijzondere projecten heeft vastgesteld.
De verordening wordt van kracht met ingang van de achtste dag na die van deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Waarom een ‘Regeling bijzondere projecten’? De ambities van Breda zijn hoog. We willen groen, gastvrij en grenzeloos zijn. Om die doelen te verwezenlijken, ontwikkelen we als gemeente verschillende projecten. Die projecten willen we tussentijds goed kunnen volgen en uiteraard willen we voor de toekomst ook leren van elk project wat we doen.
Een bijzonder project verdient adequate checks en balances. In het verleden hebben we hier al ervaring mee opgedaan, bijvoorbeeld bij de bouw van ons nieuwe station. Tevens geeft deze regeling invulling aan raadsvoorstel 40688 van 21 maart 2013, naar aanleiding van het rekenkameronderzoek ‘Bredaas Grondbeleid’, waarin aanbevelingen werden overgenomen om de informatievoorziening te verbeteren.
Nu leggen we een richtinggevend kader voor, waarmee we als stad een mooie professionaliseringsslag maken, die past bij de ambities van de stad. Het doel van de regeling is om heldere afspraken te maken over de aard en de inhoud van de informatievoorziening van het college aan de gemeenteraad over projecten met een grote impact voor Breda.
Er is geen definitie opgenomen van het begrip project. Wel is ervoor gekozen om de term ‘bijzonder’ richting te geven. De onderbouwing om iets als 'bijzonder' aan te merken, gebeurt langs de meetlat van een aantal criteria. Overigens is het daarbij uitdrukkelijk niet de bedoeling om hiermee een keuslijf te creëren, waardoor van alles buiten de boot valt, maar wel dat de aanwijzing weloverwogen gebeurt.
Uitgangspunt van de regeling is te komen tot een professionele rapportage over bijzondere projecten om een transparante gemeentelijke bedrijfsvoering en een doelmatige en doeltreffende inzet van publieke middelen te bevorderen. Hierbij moet gedacht worden aan zaken als financiën, risico's, governancestructuur, stakeholdersmanagament, kwaliteit, planningen.
In de bijlage zijn hiervoor aanzetten gemaakt, die afhankelijk van de aard of fase van het project aangevuld kunnen worden. De bijlagen zijn gebaseerd op het vragenlijsten van het Bureau Gateway van de Rijksoverheid. Via deze rapportages/presentaties draagt de regeling bij aan de controlerende rol van de raad, zodat desgewenst het gemeentelijk beleid op grote projecten kan worden bijgestuurd.
Zeker aan het einde van een bijzonder project is het van belang te beoordelen in welke mate het project heeft bijgedragen aan de beleidsdoelen en of dat op een doelmatige en doelgerichte wijze is gebeurd. Daardoor ontstaat lerend vermogen waarmee bestuur en organisatie in de toekomst hun voordeel kunnen doen. Tussentijdse evaluaties, voor bijvoorbeeld langlopende projecten, kunnen ook aan de orde zijn.
De waarde van deze regeling valt of staat bij het gepaste gebruik van de aanwijzing als bijzonder project. Als het te weinig gebeurt ontstaat geen routine bij raad en college, is onderlinge vergelijking onmogelijk en blijft kortgezegd het beoogde lerend vermogen achterwege. Als projecten onbezonnen als bijzonder worden aangewezen, doet dat afbreuk aan de bedoeling van de regeling en wordt het instrument bot. Een voor college en raad hanteerbaar aantal is dan ook aan te bevelen.
Hoofdstuk II: Informatieverstrekking bijzonder project
Artikel 3: Informatieverstrekking over aangewezen bijzonder project.
Na aanwijzing van een bijzonder project organiseert het college, binnen 3 maanden, een startbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst geeft het college via een presentatie inzicht in het project. In bijlage 1 zijn de onderdelen aangegeven die minimaal aan de orde moeten komen in de eerste-, tussentijdse- en eindrapportage;
Bijlage 1: Te beantwoorden vragen
Het college stelt, nadat een project door de raad is aangewezen als bijzonder, een document op waarin antwoorden worden gegeven op minimaal onderstaande vragen:
Hoewel deze vragen het terrein van de bijzondere projecten grotendeels afdekken, zullen ze niet altijd aan de volledige informatiebehoefte van de raad voldoen. Dat kan er toe leiden dat andere en/of aanvullende vragen nodig zijn. De raad kan te allen tijde aanvullende vragen indienen die integraal worden beantwoord in de rapportages.