Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tiel

Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2021
CiteertitelBeleidsregels Wet Bibob 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Drank- en Horecawet
  3. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR659516/1
  4. Wet op de kansspelen
  5. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  6. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR645293/1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-2021aanhef, artikel 2.1,

30-11-2021

gmb-2021-440953

02-07-202108-12-2021nieuwe regeling

18-05-2021

gmb-2021-213062

Regelgevingregister 2021, nr. 1.34

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2021

De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Overwegende, dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

Gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de bepalingen uit de Alcoholwet, de bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Tiel, de bepalingen uit de wet op de kansspelen en de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, de bepalingen uit de vigerende Huisvestingsverordening Tiel;

 

Besluiten vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2021.

 

Paragraaf 1: Algemeen.

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidslijn, tenzij daarover in lid 2 anders is bepaald.

  • 2.

    In deze beleidslijn wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de wet Bibob.

    • b.

      Rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Tiel.

    • c.

      Bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders.

    • d.

      Betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is aangegaan of zal worden aangegaan, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer.

    • e.

      Overheidsopdracht: een opdracht als beschreven in artikel 1 van de wet en waarop de wet kan worden toegepast.

    • f.

      RIEC: Regionaal Informatie en Expertise Centrum. Dit centrum richt zich op de bestrijding van ondermijnende criminaliteit.

    • g.

      Eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen.

    • h.

      Bibob-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij door het bestuursorgaan volgens deze beleidsregels wordt beoordeeld of er redenen, ontleend aan de Wet Bibob, aanwezig zijn om de vergunning te weigeren respectievelijk de beschikking of opdracht in te trekken dan wel een advies aan te vragen.

    • i.

      Bureau: het landelijk Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob.

    • j.

      Vastgoedtransactie: een overeenkomst of een andere rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:

      • 1.

        het verwerven of vervreemden van een recht op eigendom of het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht;

      • 2.

        huur of verhuur;

      • 3.

        het verlenen van een gebruiksrecht; of

      • 4.

        de deelname aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak huurt of verhuurt.

Paragraaf 2: Publiekrechtelijke beschikkingen.

 

Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen.

De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:

 

  • 1.

    Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

    • a.

      Artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Tiel, indien de aanvraag een coffeeshop betreft.; (exploitatievergunning coffeeshop)

    • b.

      Artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Tiel; (seksinrichting, escortbedrijf)

    • c.

      Artikel 2 van de vigerende Verordening speelautomatenhallen Tiel; (speelautomatenhal)

    • d.

      Artikel 3 van de Alcoholwet (Alcoholwetvergunning);

    • e.

      Artikel 4 van de Alcoholwet (Alcoholwetvergunning) indien de horeca wordt geëxploiteerd door een commerciële partij;

    • f.

      Artikel 2:28 van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Tiel (exploitatievergunning);

    • g.

      Artikel 2:40C van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Tiel (vergunningplicht o.b.v. aanwijzingsbesluit)

  • 2.

    Voor de aanvraag van publiekrechtelijke beschikkingen zijn er een aantal categorieën welke worden onderworpen aan een Bibob-toets, namelijk:

    • a)

      Omgevingsvergunning bouwactiviteit (artikel 2.1 onder a Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht);

    • b)

      Omgevingsvergunning inrichtingen wet milieubeheer (artikel 2:1 onder e Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • c)

      Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (artikel 2:1 onder i Wet algemene bepalingen omgevingsrecht).

  • De toepassing van een Bibob-toets op de beschikkingen zoals genoemd in artikel 2.1 lid 2 blijft beperkt tot de aanvragen die vallen onder de risicocategorieën zoals opgenomen in bijlage 1. Het bestuursorgaan kan besluiten een Bibob-toets voor aanvragen die vallen onder de risicocategorieën als opgenomen in bijlage 1 achterwege te laten indien:

    • -

      De activiteiten dusdanig beperkt (kleinschalig) zijn dat de administratieve belasting van een Bibob-toets niet verhouding staat tot de daarmee te dienen doelen, of;

    • -

      Aanvrager een overheidsinstantie of rechtspersoon met overheidstaak is.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan een Bibob-toets uitvoeren bij aanvragen voor evenementenvergunningen als bedoeld in artikel 2:25 van de vigerende Algemene plaatselijke verordening Tiel. Onverminderd het bepaalde in artikel 4.2 kan de burgemeester kan specifiek ten aanzien van evenementen een indicatorenlijst vaststellen.

  • 4.

    Het bestuursorgaan kan een Bibob-toets uitvoeren in geval van artikel 30a van de Alcoholwet (melding wijziging leidinggevende op het aanhangsel van de drank- en horecavergunning);

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan een Bibob-toets uitvoeren met betrekking tot een aanvraag om een vergunning voortvloeiend uit artikel 8, eerste lid, 21 en 22 van de vigerende Huisvestingswet. Het betreft dan de aanvragen om een omzettingsvergunning, onttrekkingsvergunning en de kadastrale splitsingsvergunning.

  • 6.

    Het bestuursorgaan kan een Bibob-toets uitvoeren met betrekking tot een aanvraag voor een verhuurdersvergunning.

Artikel 2.1a Toepassing in bijzondere situaties bij aanvragen voor een beschikking

  • 1.

    Naast de in artikel 2.1 aangeduide gevallen, kan het bestuursorgaan bij een aanvraag voor beschikkingen ook overgaan tot een Bibob-toets, als:

    • a.

      vanuit eigen informatie; en/of

    • b.

      vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC en/of

    • c.

      vanuit het OM verkregen informatie als bedoeld in artikel 11 juncto 26 van de wet, er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

    • d.

      verstrekte beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het bestuursorgaan is aangewezen als risicogebied;

  • 2.

    Bovendien zal een Bibob-toets plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijk Bureau Bibob blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen twee jaar een advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau, tenzij uit dat onderzoek is gebleken dat er geen sprake was van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen

Het bestuursorgaan kan de wet toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:

 

  • 1.

    de verstrekte beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het bestuursorgaan na de verstrekking van de beschikking, is aangewezen als risicogebied;

  • 2.

    de verstrekte beschikking onderdeel uitmaakt van een branche of onderdeel in deze branche, die op basis van een door het bestuursorgaan genomen besluit na de verstrekking van de beschikking is aangewezen voor een generieke Bibob-toets;

  • 3.

    vanuit eigen informatie dan wel vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, er aanwijzingen zijn dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • 4.

    informatie als bedoeld in artikel 11 juncto 26 van de Wet Bibob verkregen, vanuit het OM, direct of als reactie op een door haar ontvangen signaal van het Bureau, welke duidt op een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • 5.

    bekend wordt, dat ten aanzien van een betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt.

Artikel 2.2a Weigering invullen vragenformulier

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht toegepast worden. Bij volharding zal de weigering worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 4 jo 3 van de Wet Bibob. De verstrekte vergunning zal als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies

Het bestuursorgaan kan de wet toepassen met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening van de gemeente Tiel.

 

Paragraaf 3: Privaatrechtelijke transacties

 

Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

Het bestuursorgaan kan de wet toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de het bestuursorgaan de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

 

In de te sluiten overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst indien en zodra er een gevaar dreigt als bedoeld in de wet.

 

Een Bibob-onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen, die een of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:

 

  • Hoge mate van financiële complexiteit;

  • Behorend tot een als zodanig door College van B&W benoemde risicobranche;

  • Behorend tot een als zodanig door College van B&W benoemd risicogebied;

  • Hoge mate van complexiteit met betrekking tot de bedrijfsstructuur;

  • Exceptioneel financieel risico voor de gemeente.

Het besluit tot uitvoering van het Bibob-toets kan daarnaast ook gebaseerd zijn op:

  • 1.

    eigen ambtelijke informatie en/of

  • 2.

    informatie verkregen van het Bureau en/of

  • 3.

    informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet(OM-tip) en/of

  • 4.

    informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC.

Indien de Bibob-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende of opschortende voorwaarde opgenomen.

Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen

Het bestuursorgaan kan de Wet Bibob ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, toepassen bij overheidsopdrachten die openbaar moeten worden aanbesteed. Deze aanbesteding vindt plaats conform de geldende richtlijnen van de gemeente Tiel, voor aanbesteden van werken, diensten en leveringen.

 

Een besluit tot uitvoering van een Bibob-onderzoek zal daarnaast ook plaatsvinden indien:

 

  • 1.

    op basis van eigen ambtelijke informatie en/of;

  • 2.

    informatie verkregen van het Bureau en/of;

  • 3.

    informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet(OM-tip) en/of;

  • 4.

    informatie verkregen vanuit een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat er sprake is van een ernstig risico als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Paragraaf 4: Uitvoering

 

Artikel 4.1 Eigen onderzoek

In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren dienen in te vullen en inleveren bij het bestuursorgaan. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30, tweede lid van de Wet Bibob genoemde vragen en aanvullende vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.

 

In geval de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibob-vragenformulieren onderdeel uit van deze aanvraag.

 

Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning.

 

Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit een tweetal stappen:

 

Stap 1

Het onderzoek behelst in ieder geval de controle en analyse van:

  • de door de aanvrager/houder van de vergunning aangereikte informatie/documenten bij de Bibob-vragenformulier(en) (inclusief bijlagen) en de door hem/haar daarbij aangeleverde documenten;

  • eventuele extra, op verzoek van het bevoegd gezag, door aanvrager/houder overlegde documenten of informatie;

  • open bronnen onderzoek (zoals Kamer van Koophandel, Kadaster etc).

De Bibob-gronden vormen een aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te trekken. Het bevoegd gezag zal echter altijd eerst de bestaande weigerings- en intrekkingsgronden onderzoeken en, zo mogelijk, toepassen.

 

Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld indien dit gebrek een deugdelijk onderzoek van de aanvraag - op zowel reguliere als Bibob-aspecten – in de weg staat.

Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren leidt tot het buiten behandeling stellen van de nieuwe aanvraag dan wel tot intrekking van de reeds verstrekte vergunning.

 

Bij de uitvoering van het eigen onderzoek kan informatie worden ingewonnen bij het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). Ook kan het bestuursorgaan zich desgewenst door het RIEC laten adviseren. Het RIEC is gemandateerd en gemachtigd om zo nodig namens het college, de burgemeester of de gemeente Tiel onderzoek te verrichten en inlichtingen in te winnen.

 

Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg informatie heeft kunnen vergaren om een goede afweging te kunnen maken over de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan het de vergunning verlenen, weigeren, intrekken of onder voorwaarden verlenen.

 

Stap 2

Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) verstrekte informatie als hiervoor genoemd, kan een advies bij het Landelijk Bureau Bibob worden gevraagd indien:

  • a.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over omstandigheden in de persoon van de aanvrager en/of daarmee in verband te brengen betrokkenen, de financier van de betreffende activiteiten en/of onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd,

  • b.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur van aan de uitvoering van de beschikking te verbinden onderneming(en),

  • c.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de financiering van de aan de betreffende beschikking te verbinden activiteiten,

  • d.

    de officier van justitie de gemeente de tip geeft om in een bepaalde zaak een bibob-advies aan te vragen.

Een toetsing aan de wet met behulp van een advies van het Bureau geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Hierbij moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.

 

Deze eisen brengen mee dat het bevoegd gezag eerst, zoals hierboven is uitgewerkt, gebruik moet maken van de eigen instrumenten. Voorts moet het vragen van een advies evenredig zijn gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten.

 

Bij een 'mindere mate van gevaar' dat de (aangevraagde) vergunning wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten en witwaspraktijken kan het bevoegd gezag extra voorwaarden aan de vergunning verbinden. Deze voorwaarden dienen gerelateerd te zijn aan het voorkomen van het gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Artikel 4.2 Indicatorenlijst

De burgemeester en het college stellen een indicatorenlijst vast aan de hand waarvan de noodzaak tot het instellen van een toets mede kan worden bepaald (bijlage 2).

Artikel 4.3 Uitbreiding reguliere aanvraagformulieren (pre-scan)

Ten behoeve van het gestelde in artikel 4.2 kan het bestuursorgaan de reguliere aanvraagformulieren uitbreiden of aanvullen met Bibob-gerelateerde vragen.

 

Paragraaf 5: Slotbepaling en invoering

Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels Wet Bibob 2021" en zijn door de Burgemeester respectievelijk het college van Burgemeester en Wethouders vastgesteld op 18 mei 2021.

 

De Beleidsregels Wet Bibob 2021 treden in werking op de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de op 1 mei 2017 vastgestelde Beleidsregels Wet Bibob 2017. De beleidsregels worden bekendgemaakt op www.overheid.nl.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 mei 2021,

de gemeentesecretaris,

L. Busschops

de Burgemeester,

H. Beenakker

Bijlage 1 Risicocategorieën

 

  • Horecabedrijven

  • Coffeeshops

  • Prostitutiebedrijven

  • Seksinrichtingen

  • Shishalounges

  • Smartshops

  • Headshops

  • Recreatieparken

  • Religieuze instellingen

  • Vuurwerkbedrijven

  • Transformatie kantoorpanden

  • Jachthavens

  • Speelautomatenhallen

  • Gamecenters

  • Belwinkels

  • Fitnessbedrijven / sportscholen

  • Afvalbewerkingsbedrijven

  • Sloopbedrijven

  • Autodemontagebedrijven

  • Energiemaatschappijen

  • Zonne- en windparken

  • Zand- grind en kleiwinning

  • Grondverzet

  • Mestverwerking

  • Kamerverhuurbedrijven

  • Inrichtingen voor reiniging drukhouders etc.

  • Autohandel, waaronder autoverhuurbedrijven

  • Wellnesscentra, waaronder zonnebankstudio’s

  • Sporthallen

  • Scholen

  • Oud ijzerhandel

  • Zorgbureaus, waaronder in ieder geval wordt begrepen zorgpartijen die bemiddelen, diensten of activiteiten leveren of verrichten op het gebied van: PGB, hulp bij huishouden, ambulante Wmo/dagbesteding (met inbegrip van dagbesteding ouderen), jeugd GGZ, een inburgerings- of taalvoorziening.

  • Asbestverwijdering

  • Kap-, massage- en nagelsalons

  • Juweliers

  • Kunst- en antiekhandel

  • Bedrijfsverzamelgebouwen

  • Bij afzonderlijk besluit aangewezen branches of sectoren

De Bibob-toets zal niet worden toegepast, indien de aanvraag afkomstig is van (semi) overheidsinstanties of rechtspersonen met een overheidstaak.

Bijlage 2 Bibob-indicatoren

Het bestuursorgaan voert ter beoordeling van een aanvraag om een vergunning of bij her-controle op verleende vergunningen eerste screening uit. Voor zover er op basis van deze eerste screening vragen bestaan over de integriteit van de ondernemer en/of onderneming, dan wordt een Bibob-onderzoek uitgevoerd. Ter ondersteuning van dit onderzoek heeft het Landelijk Bureau Bibob onderstaande indicatorenlijst samengesteld. Deze maakt onderdeel uit van de Beleidsregels Wet Bibob 2021. In deze indicatorenlijst zijn de indicatoren ondergebracht in de “bedrijfsstructuur”, “financiering”, “omstandigheden in de persoon van de aanvrager” en “algemeen geldende en beleidsindicatoren”. Verder is binnen deze categorieën een onderverdeling gemaakt naar de (plaats van) de inrichting of organisatie, de persoon van de aanvrager of exploitant en de categorie overig.

 

Aanvraagindicatoren voor de (horeca-)inrichtingen

Komt de indicator voor?

Ja

Nee

De bedrijfsstructuur

Inrichting/organisatie

onduidelijke, ondoorzichtige organisatiestructuur

niet duidelijk wie uiteindelijk verantwoordelijk is

onderneming biedt infrastructuren aan het illegale circuit, als een dekmantel voor allerlei activiteiten (gokken, prostitutie, mensenhandel/smokkel, drugshandel, heling, verduistering, wapenhandel, speelautomaten)

melding van schietpartijen, vechtpartijen, harddrugs, prostitutie, illegale vrouwen, drugsdealers

a-typische activiteiten vinden plaats in en rond de inrichting

heropening van het pand

functiewijziging van pand of inrichting

ongebruikelijke plaats om exploitatie te starten

onduidelijk ondernemingsplan

Persoon aanvrager/exploitant

leidinggevende / beheerder is waarschijnlijk niet de officiële leidinggevende (katvanger of stroman)

aanvrager is geen officiële leidinggevende / beheerder

wijziging in exploitant

aanvrager / exploitant is vaak niet aanwezig

Overig

gedwongen overname van inrichting (bijv. door afpersing of wurgcontract)

geen recent uittreksel KvK

De financiering

Inrichting

onduidelijke financiering (nieuwe) inrichting pand

huurder is bonafide maar huurt van een persoon met twijfelachtige integriteit

zeer hoge waarborgsom vereist

extreem hoge/lage huur, ongebruikelijke hoogte huurpenningen

aanvrager heeft veel panden in bezit

onduidelijke financiering van de panden

Persoon aanvrager/exploitant

uitkering Sociale Dienst

verdachte financiering

ongebruikelijke financieringsstructuur, afwijkend van de gangbare wijze van financieren

ongebruikelijke financier

slechte exploitatie vorige zaak

geen bedrijfsplan

Overig

a-typische betalingswijze

onduidelijke financiering van de exploitatie

Omstandigheden in de persoon van de aanvrager

Persoon aanvrager/exploitant

binnen de gemeente gebruikt de aanvrager het “lobbycircuit”

problemen met identificatie, alleen origineel is rechtsgeldig

exploitant / beheerder zelden aanwezig in de inrichting

a-typische personen vragen vergunning aan

a-typische aanvraag voor de aanvrager

aanvrager heeft geen vakkennis

antecedenten in relatie tot WoK en openbare orde (heling, drugs, wapens, geweld)

aanvrager wordt vergezeld door een lijfwacht, privé-chauffeur of gecontroleerd door een branchevreemde adviseur / jurist

aanvrager is bekend uit criminele circuit, eventueel politie-informatie

aan de aanvrager is al vaker een vergunning geweigerd

formulieren onvolledig ingevuld

‘verdacht’ woonadres, Leger des Heilsadres, gevangenis, postbus, veel mensen op één adres

aanvrager is een buitenlandse rechtspersoon

Algemeen geldende- en beleidsindicatoren

Inrichting ligt in:

kwetsbare wijk, opeenstapeling van ‘probleem-inrichtingen’

aanvraag in een vastgesteld aandachtsgebied, geografisch gebied

aanvraag in een vastgesteld aandachtsgebied, bepaalde branche

Er is sprake van:

bedreiging behandelend ambtenaar

valsheid in geschrifte bij aanvraag

fraude (valse diploma’s, id-papieren, huurcontracten)

mishandeling, bedreiging van ambtenaar

steekpenningen, omkoping van ambtenaar

behandelend ambtenaar voelt zich bedreigd (subjectief)

Mogelijk samengestelde indicatoren voor een BIBOB-aanvraag

(bijstands)uitkering en geen bankgarantie voor de investering

(bijstands)uitkering en geen bedrijfsplan

onduidelijke financiering en extreem hoge of lage huur

slechte beheersing Nederlandse taal en identificatieprobleem

geen bedrijfsplan en a-typische aanvraag

 

Als er één of meer vragen met ja beantwoord zijn, kan de behandelend ambtenaar, al dan niet in overleg met de Bibob-coördinator, bepalen of het nodig is om deze aanvraag verder te onderzoeken. Vragen in deze checklist kunnen niet van toepassing zijn op sommige aanvragen.

Bij aanvragen voor evenementen is niet standaard een Bibob vragenformulier vereist. Indien echter een of meer van onderstaande indicatoren van toepassing zijn kan in overleg met de Bibob-coördinator worden besloten aanvrager alsnog een Bibob vragenformulier te laten invullen.

 

Aanvraag indicatoren voor evenementen

Komt de indicator voor?

Ja

Nee

het betreft kennelijk een groot evenement en/of met aanzienlijke commerciële belangen, doch aanvrager is niet ingeschreven bij de KvK

het betreft kennelijk een groot evenement en/of met aanzienlijke commerciële belangen, doch aanvrager heeft geen ervaring met het organiseren van een dergelijk evenement

aanvrager is eerder een evenementen- of horecavergunning geweigerd.

a-typische personen vragen vergunning aan

a-typische aanvraag voor de aanvrager

antecedenten in relatie tot openbare orde (heling, drugs, wapens, geweld)

aanvrager wordt vergezeld door een lijfwacht, privé-chauffeur of gecontroleerd door een branchevreemde adviseur / jurist

aanvrager of diens sponsor/financier is bekend uit criminele circuit, eventueel politie-informatie

‘verdacht’ woonadres, Leger des Heilsadres, gevangenis, postbus, veel mensen op één adres

aanvrager is een buitenlandse rechtspersoon

Er is sprake van:

bedreiging behandelend ambtenaar

valsheid in geschrifte bij aanvraag

fraude (valse diploma’s, id-papieren, huurcontracten)

mishandeling, bedreiging van ambtenaar

steekpenningen, omkoping van ambtenaar

behandelend ambtenaar voelt zich bedreigd (subjectief)

 

Bijlage 3 – Bibob vragenformulier (opengenomen als apart document)