Organisatie | Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent werknemersvoorzieningen (Beleidsregel Werknemersvoorzieningen Participatiewet RDWI 2021) |
Citeertitel | Beleidsregel Werknemersvoorzieningen Participatiewet RDWI 2021 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Persoonlijke ondersteuning en voorziening RDWI (2016).
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2021 | nieuwe regeling | 03-06-2021 |
Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (hierna: het Dagelijks Bestuur);
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,
artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet,
artikel 10, lid 1 van de Participatiewet,
de Verordening re-integratie Participatiewet RDWI 2021,
de Beleidsregel Loonkostensubsidie Participatiewet RDWI 2021,
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
BELEIDSREGEL WERKNEMERSVOORZIENINGEN PARTICIPATIEWET RDWI 2021
Personen uit de gemeentelijke doelgroep hebben een wettelijke aanspraak op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling op grond van artikel 10 lid 1 Participatiewet. In dat kader kan het Dagelijks Bestuur een belanghebbende een voorziening aanbieden die ingezet wordt ter compensatie van beperkingen tijdens het werk of om aan het werk gaan. Een werkgever heeft de plicht om zijn werknemers van deugdelijk materiaal te voorzien om het werk uit te voeren. Voor voorzieningen die tot de standaarduitrusting van de werkgever behoren, is de werkgever en niet het Dagelijks Bestuur verantwoordelijk.
Per 1 januari 2018 is de landelijke regeling meeneembare voorzieningen vervallen en zijn de gemeenten i.c. de Dienst zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de regeling meeneembare voorzieningen.
Meeneembare voorzieningen zijn voorzieningen die deel uit maken van de werknemersvoorzieningen en op grond van de Participatiewet verstrekt kunnen worden aan personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De afstand tot de arbeidsmarkt wordt veroorzaakt door structurele, functionele en/ of fysieke beperkingen als gevolg van een ziekte of gebrek.
Met het inzetten van een werknemersvoorziening worden dergelijke belemmeringen verminderd of weggenomen waardoor de arbeidsprestatie en de loonwaarde toeneemt.
Deze werknemersvoorzieningen worden ingezet om duurzame plaatsing van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij werkgevers mogelijk te maken.
Werknemersvoorzieningen vallen uiteen in vier categorieën:
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Doelgroep loonkostensubsidie: als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub e van de Participatiewet: personen die behoren tot de doelgroep van de Participatiewet, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben;
Artikel 3 Algemene voorwaarden werknemersvoorzieningen
Om voor een werknemersvoorziening in aanmerking te kunnen komen moet in ieder geval worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Er sprake is van een dienstverband/arbeidsovereenkomst voor de duur van ten minste 6 maanden en voor minimaal 12 uur per week. Het toekennen van een werknemersvoorziening gedurende de proefplaatsing behoort tot de mogelijkheden op voorwaarde dat er zekerheid is dat na de proefplaatsing een arbeidsovereenkomst volgt;
Artikel 4 Specifieke voorwaarden
Naast de in artikel 3 genoemde algemene voorwaarden gelden er per werkvoorziening de navolgende voorwaarden waaraan voldaan moet worden.
Voor de werkplekvoorziening gelden de volgende specifieke voorwaarden:
De voorziening is naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur adequaat, het goedkoopst en kwalitatief verantwoord. De kosten van de werkplekaanpassing dienen proportioneel zijn, dat wil zeggen dat de investering in de werkplekaanpassing moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere betrokken:
Voor de vervoersvoorziening gelden de volgende specifieke voorwaarden:
Onder vervoersvoorziening wordt in ieder geval verstaan: een kilometervergoeding voor het gebruik van eigen (aangepaste) auto of van een –aangepaste- bruikleenauto, begeleiding bij het reizen met het openbaar vervoer, een (rolstoel)taxikostenvergoeding, aanpassing van de eigen auto of een ander vervoermiddel;
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel een aanvraag om een beschikking op grond van deze beleidsregel is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze beleidsregel toegepast, tenzij de bepalingen van de Beleidsregel persoonlijke ondersteuning en voorzieningen RDWI (2016) voor belanghebbende gunstiger zijn.