Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verlening urgentie Veenendaal |
Citeertitel | Beleidsregels verlening urgentie Veenendaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR644541/1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-07-2021 | Vaststelling Beleidsregels verlening urgentie Veenendaal | 22-06-2021 |
Van het dringend woonruimte nodig hebben als bedoeld in lid 1 van artikel 21 van de Huisvestingsverordening blijkt als de vervangende huisvesting een wezenlijke bijdrage aan de taakverlichting van de mantelzorgverlener levert, onder meer door een vermindering van de afstand tussen de woningen van de ontvanger en verlener van mantelzorg tot een reisafstand van minder dan 8 kilometer.
Artikel 3 Documenten urgentie relatiebeëindiging
Documenten over de te verlaten woning als bedoeld in artikel 30 lid 2 van de Huisvestingsverordening betreffen onder meer:
in het geval van een huurwoning: een officiële beschikking van de rechtbank met betrekking tot het claimen van de betreffende woning door beide partners. Als er sprake is van co-ouderschap/gedeelde zorg voor de kind(e)ren, dan is er voor de kinder(en) een plek beschikbaar bij één van de ouders en dan is een woonurgentie voor de andere ouder uitgesloten. De ouder die de huurwoning dient te verlaten, zal dan zelfstandig in huisvesting moeten voorzien;
indien sprake is van co-ouderschap of gedeelde zorg voor een kind of de kinderen en de ouders beide de woning verlaten, een door beide ouders getekend document waaruit een aantoonbare keuze blijkt dat woningzoekende de aanvraag om urgentie zal indienen. Als de koopwoning volledig wordt overgenomen door één van de ouders en er sprake is van co-ouderschap/gedeelde zorg voor de kind(e)ren, dan is er voor de kind(e)en een plek beschikbaar bij deze en dan is een woonurgentie voor de andere ouder uitgesloten. De ouder die de woning dient te verlaten, zal dan zelfstandig in huisvesting moeten voorzien.
Documenten over de verbreking van de relatie als bedoeld in artikel 30 lid 3 van de Huisvestingsverordening betreffen onder meer:
in het geval van het beëindigen van een geregistreerd partnerschap: een overeenkomst tot beëindiging van het partnerschap, een inschrijving van de beëindiging van het partnerschap in het BRP, een beschikking van de rechtbank of een eenzijdig verzoek aan de rechter tot ontbinding van het partnerschap als er geen overeenstemming is tussen woningzoekende en zijn ex-partner;
in het geval van het beëindigen van een samenwoningsrelatie waarbij niets formeel is geregeld: een officieel document zoals een vaststellingsovereenkomst gelegaliseerd door een daartoe bevoegde instantie of persoon, waaruit blijkt dat de samenwoning niet langer bestaat. In dit document is het volgende vastgelegd:
Artikel 4 Weigeringsgronden verlening urgentie
Het college zal op grond van artikel 31 lid 1 van de Huisvestingsverordening, in samenhang bezien met artikel 19 sub c van de Huisvestingsverordening, geen urgentie verlenen indien op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat een nieuwe woning noodzakelijk zou worden en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodsituatie.
Het college zal daarnaast op grond van artikel 31 lid 1 van de Huisvestingsverordening, in samenhang bezien met een van de bepalingen gesteld in de paragrafen 4.1 tot en met 4.4. van de Huisvestingsverordening, geen urgentie verlenen indien een van de volgende situaties zich voordoet: