Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 22 juni 2021, PZH-2021-776168489 (DOS-2016-0005086) houdende regels omtrent subsidie kwaliteitsimpuls recreatie in gebieden in Zuid-Holland (Openstellingsbesluit subsidie kwaliteitsimpuls recreatie in gebieden in Zuid-Holland 2021) |
Citeertitel | Openstellingsbesluit subsidie kwaliteitsimpuls recreatie in gebieden in Zuid-Holland 2021 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 maart 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2021 | nieuwe regeling | 22-06-2021 | PZH-2021-776168489 |
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 en gelet op artikel 2.11.2 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;
Overwegende dat het wenselijk is met maatregelen in voor recreatie bestemde gebieden een kwaliteitsverbetering uit te voeren, waarmee dit bijdraagt aan duurzame toename van recreatieve waarde van een gebied met stimulans voor inspanning en ontspanning;
Besluiten vast te stellen het volgende besluit:
Openstellingsbesluit subsidie kwaliteitsimpuls recreatie in gebieden in Zuid-Holland 2021
Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen, die eigenaar/pachter zijn van een openbaar toegankelijk recreatiegebied, een gebied gelegen in de stedelijke groenstructuur en/of druk strand. Deze gebieden zijn aangeduid in bijlage 1 Kaart gebieden.
Het deelplafond voor dit openstellingsbesluit bedraagt € 1.500.000,00 voor maatregelen als bedoeld in artikel 2.
Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van een projectplan met daarin:
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.11 Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 geweigerd indien:
In afwijking van artikel 2.11.7 van de Srg komen voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie in ieder geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Als voor de realisatie van het project vergunning, in- of toestemming nodig is dan wordt de subsidie verstrekt onder voorbehoud van de verkrijging hiervan.
Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger dient binnen een half jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening te starten met de uitvoering van de activiteit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Den Haag, 22 juni 2021
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. H.M.M. Koek, secretaris
drs. J. Smit, voorzitter
Het doel van dit openstellingsbesluit is om bestaande voor recreatie bestemde gebieden aantrekkelijk(er) maken voor inspannen en ontspannen. Een kwaliteitsverbetering kan zorgen voor een duurzame toename van de recreatieve waarde van deze groengebieden. Deze kwaliteitsverbetering is een uitwerking van de Startnotitie Sport en Recreatie.
De Startnotitie Sport en Recreatie vormt de basis voor het provinciaal sport- en recreatiebeleid en richt zich op het stimuleren van onze bewoners om in hun vrije tijd meer naar buiten te gaan en te bewegen. Uit recent onderzoek blijkt dat bij Zuid-Hollanders een grote behoefte bestaat aan de nabijheid van parken (30%) en aan natuur- en recreatiegebieden om te kunnen recreëren (44%). Inwoners van Zuid-Holland geven aan de nabijheid van een natuurgebied in de buurt om te recreëren het meest te missen (28%).
Zie het rapport ‘De inclusieve buitenruimte’: https://kennisplatform-recreatie-toerisme-landschap-en-sport-pzh.hub.arcgis.com/app/cb8de9225eab4098ab02574271b07d84
De graslanden, het water en de bomen en bossen vormen het decor voor recreatie in deze gebieden. Een kwaliteitsimpuls in de beleving van het groen zelf en/of de recreatieve voorzieningen (denk aan voorzieningen als speelplaatsen, speelbossen, bootcamp, hindernisbanen of trimroutes) kan bijdragen aan een meer aantrekkelijk en beweegvriendelijk groengebied.
Een aanvraag bestaat minimaal uit een aanvraagformulier Srg (file:///P:/Downloads/aanvraagformulier_subsidieregeling_groen_zuid-holland_2016_mei_2021_1.pdf ), een begroting en financieringsplan gebaseerd op het volgende format (file:///P:/Downloads/format_begrotings_en_financieringsplan_okt_2017%20(3).pdf ), indien van toepassing een de minimisverklaring ( file:///P:/Downloads/verklaring_de-minimissteun_2016.pdf) en een projectplan.
Het financieringsplan moet goed inzicht geven in de financiële onderbouwing en bestaat in ieder geval uit:
Eventueel kan een toelichting bijgevoegd worden.
Het projectplan moet inzicht geven welk gebied, welke maatregelen, voor welke doelgroep(en) en hoe dit project bijdraagt aan het aantrekkelijk maken van het gebied voor inspannen en ontspannen. Het projectplan wordt gebruikt voor de rangschikking op basis van artikel 12. Om het project voor een criterium te kunnen scoren, moet een het projectplan voldoende inzicht geven. Als een criterium niet naar voren komt in het projectplan krijgt dit criterium een score van 0 punten.
een omschrijving van de maatregelen en de hiervoor te verrichten werkzaamheden. Deze omschrijving geeft inzicht welke doelgroepen gebruik kunnen maken van de maatregel. In het rapport ‘De inclusieve buitenruimte’ staat per doelgroep welke maatregelen/voorzieningen aansluiten bij hun specifieke behoeften.
Een aanvraag om subsidie wordt ingevolge dit openstellingsbesluit in ieder geval geweigerd, als zich een van de gevallen uit artikelen 11 en 12 van de Asv zich voordoet. Ook bevat het openstellingsbesluit zelf een aantal extra weigeringsgronden:
aanvragen die onder een andere provinciale subsidieregeling al een subsidie hebben ontvangen, worden niet gehonoreerd. Er kunnen voor een aanvraag wel verschillende subsidies worden verstrekt, maar voor de verschillende onderdelen, behorend bij onderscheidende beleidsprestaties, kan slechts één enkele subsidie worden verstrekt.
Wil een subsidieaanvraag kunnen worden toegewezen, dan moet de aanvraag minimaal voldoen aan alle subsidievereisten.
De regeling is uitdrukkelijk bedoeld voor kwaliteitsimpulsen. In de praktijk blijkt het onderscheid tussen enerzijds kwaliteitsimpuls en anderzijds beheer/onderhoud niet altijd even duidelijk. Daarom wordt uitdrukkelijk bepaald dat op grond van dit openstellingsbesluit niet subsidiabel zijn: kosten voor beheer en onderhoud, achterstallig onderhoud en normale vervangingsinvesteringen.
Alle volledige aanvragen worden gerangschikt op basis van de criteria (a) tot en met (d). In totaal kunnen maximaal 40 punten worden behaald:
De criteria worden als volgt toegelicht:
Criterium a: De mate waarmee het project bijdraagt aan het verbeteren van de beweegvriendelijkheid
Bij dit criterium gaat het toevoegen van kwaliteitsverbetering in gebieden, die nu slecht scoren op beweegvriendelijkheid. Hierbij wordt de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (BVO) uit de Atlas Leefomgeving voor de toetsing gebruikt. Zie Bijlag 2 Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving
Dit betreft het hoofdcriterium. Dat heeft bijvoorbeeld ook tot gevolg dat, indien aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, de rangorde van die aanvragen wordt bepaald door het aantal punten voor dit criterium.
Criterium b: De ligging ten opzichte van de stedelijke agglomeratie (regio’s Leiden-Rotterdam-Den Haag-Dordrecht-Zoetermeer-Gouda)
Bij dit criterium heeft de stedelijke agglomeratie een prioriteit, omdat hier de meeste Zuid-Hollanders wonen. Hierbij is ervan uitgegaan dat hoe dichter een gebied bij één van de steden ligt hoe meer dit gebied wordt gebruikt. Gebieden die met de fiets binnen 15 min te bereiken zijn, krijgen de hoogste score. Dit wordt gemeten met de gemiddelde fietssnelheid van 12 km per uur, waardoor een gebied binnen 3 km van een woongebied moet liggen.
Criterium c: De mate waarin de maatregel betrekking heeft op meerdere doelgroepen
Voorzieningen/maatregelen kunnen specifiek zijn voor één doelgroep, maar er zijn ook voorzieningen die door meerdere doelgroepen gebruikt worden. Het project scoort hoger naar mate er meer doelgroepen gebruikt maken van de maatregel/voorziening. De Provincie Zuid-Holland vindt inclusiviteit belangrijk. De grootste gezondheidswinst is te boeken bij onze inwoners en bevolkingsgroepen die in deelname aan sport en recreatie ondervertegenwoordigd en in bewegingsarmoede en overgewicht oververtegenwoordigd zijn. Daarom scoort een project wat door meerdere doelgroepen gebruikt kan worden en waarvan één van de doelgroepen vallen onder één van de specifieke doelgroepen (ouderen, mensen met functiebeperking, kinderen en inwoners van versteende wijken) genoemd in de startnotitie Sport en Recreatie. Hierbij wordt meegenomen de voorkeuren voor gebruik en behoefte aan voorzieningen.
Bij dit criterium wordt verstaan onder
Dit betreft het tweede hoofdcriterium. Dat heeft bijvoorbeeld ook tot gevolg dat, indien aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en deze aanvragen ook gelijk scoren op criterium a, de rangorde van die aanvragen wordt bepaald door het aantal punten voor dit criterium.
Criterium d: De mate waarin verbinding bestaat met andere provinciale opgaven
Idealiter hebben de investeringen een zo hoog mogelijke maatschappelijke waarde, niet alleen uit oogpunt van recreatie, maar ook uit oogpunt van natuur, biodiversiteit, gezondheid, klimaat (zowel adaptatie: wateropvang als mitigatie: CO2-opslag) en erfgoed. Bij dit criterium wordt getoetst aan het coalitieakkoord 2019-2023 ‘Elke dag beter: Zuid-Holland’ en de provinciale Omgevingsvisie.
Bij dit criterium wordt verstaan onder