Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Marktreglement Nijmegen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktreglement Nijmegen 2021
CiteertitelMarktreglement Nijmegen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenKaart A1 maandagmarkt centrum Kaart A2 maandagmarkt centrum Kaart B maandagmarkt Kelfkensbos Kaart C1 zaterdagmarkt centrum Kaart C2 zaterdagmarkt centrum Kaart D zaterdagmarkt Kelfkensbos Kaart E markt Hatert Bijlage III Branchering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-07-2021Vervangende regeling

29-06-2021

gmb-2021-209088

Collegebesluit d.d. 29 juni 2021, nr. 4.4

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktreglement Nijmegen 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

 

gelet op artikel 84, artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet juncto artikel 2, artikel 4, tweede lid, artikel 7, tweede lid, artikel 9, derde lid, artikel 10, tweede en derde lid, artikel 14, eerste en tweede lid, artikel 15, derde lid, artikel 16, tweede lid van de Marktverordening Nijmegen 2020;

 

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de Marktverordening Nijmegen 2020, zodra deze verordening in werking is getreden;

 

besluit vast te stellen het Marktreglement Nijmegen 2021.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit marktreglement en de daarop gebaseerde besluiten wordt verstaan onder:

  • 1.

    aanvraagtermijn: de termijn als bedoeld in artikel 11, derde lid, waarbinnen een marktplaatsvergunning aangevraagd kan worden, of de termijn als bedoeld in artikel 7, derde lid, aanhef en onder a, waarbinnen een organisatievergunning voor een markt aangevraagd kan worden;

  • 2.

    branche: de subgroep van de branche-indeling opgenomen in Bijlage III van dit marktreglement;

  • 3.

    frontbreedte: de breedte van een marktplaats, gemeten aan de zijde waar zich de hoofdloop van het publiek bevindt;

  • 4.

    GASTEC-keurmerk: een door Kiwa Nederland BV uitgegeven keurmerk, waaruit blijkt dat het voorwerp waarvoor het keurmerk is afgegeven, voldoet aan de relevante GASTEC QA- keuringseis;

  • 5.

    handelsregister: het handelsregister als bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 of, indien aanvrager of vergunninghouder gevestigd is in een land dat aangesloten is bij de Europese Economische Ruimte, een met het handelsregister vergelijkbaar register uit dat land;

  • 6.

    marktafval: het afval dat de marktplaatshouder tijdens zijn gebruik van de marktplaats op enigerlei wijze verkrijgt of maakt;

  • 7.

    marktverordening: de Marktverordening Nijmegen 2020 of, indien zij is ingetrokken, de verordening krachtens welke zij is ingetrokken;

  • 8.

    marktplaatsvergunning: vergunning zoals bedoeld in artikel 13 van de Marktverordening Nijmegen 2020;

  • 9.

    organisatievergunning: vergunning zoals bedoeld in artikel 9 van de Marktverordening Nijmegen 2020;

  • 10.

    motorvoertuig: motorvoertuigen zoals gedefinieerd in het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels 1990 met uitzondering van bromfietsen;

  • 11.

    NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm;

  • 12.

    NPR: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven richtlijn;

  • 13.

    Skal: Stichting Skal;

  • 14.

    stadscentrum: het gedeelte van Nijmegen dat aan de buitenzijde begrensd wordt door de Waalkade, het Keizer Traianusplein, de St. Canisiussingel, de Nassausingel, de Kronenburgersingel en de Veemarkt; en

  • 15.

    vervanger: de vervanger van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 13.

 

Artikel 2 Dag, tijd, plaats en opstelling van de markt

  • 1.

    In de gemeente worden de volgende markten gehouden:

  • a.

    maandag – Augustijnenstraat / Grote Markt / Burchtstraat, van 09.00 uur tot 17.00 uur en van oktober t/m maart tot 16.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart A1 en A2;

  • b.

    maandag – Kelfkensbos, van 09.00 uur tot 14.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart B;

  • c.

    maandag - Luizenmarkt – Grote Markt / St. Stevenskerkhof, van 08.30 uur tot 17.00 uur en van oktober t/m maart tot 16.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart A1;

  • d.

    zaterdag – Augustijnenstraat / Grote Markt / Burchtstraat, van 08.30 uur tot 17.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart C1 en C2;

  • e.

    zaterdag – Kelfkensbos, van 08.30 uur tot 14.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart D; en

  • f.

    woensdag - Wijkmarkt Hatert – Couwenbergstraat, van 08.30 tot 12.30 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart E.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde locaties zijn op de in het eerste lid bedoelde dagen vanaf het tijdstip waarop ingevolge artikel 23 de marktplaats bezet mag worden tot het tijdstip waarop ingevolge artikel 23 afrijden uiterlijk is toegestaan, bestemd voor het houden van een warenmarkt.

  • 3.

    De opstelling en indeling van de markten genoemd in het eerste lid vindt plaats zoals op de bij de betreffende markt behorende kaart is aangegeven.

  • 4.

    Op de locatie Burchtstraat en de locatie Grote markt is de opstelling van de markt een blokopstelling waarbij tweezijdige verkoop plaats moet vinden. Alleen daar waar het fysiek niet mogelijk is, of er andere zwaarwegende argumenten zijn, kan hiervan worden afgeweken (doordat bijvoorbeeld de veiligheidsafstanden te klein worden of door obstakels in de openbare ruimte of anderszins).

 

Artikel 3 Afgelasting terstond

  • 1.

    Indien bij aanvang van de markt of themamarkt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt of themamarkt wordt gehouden het veilig en ordelijk verloop van de markt of themamarkt wordt verstoord of dreigt te worden verstoord kan het college besluiten:

  • a.

    de vergunninghouder te verplichten de naar het oordeel van het college noodzakelijke maatregelen te treffen;

  • b.

    de markt of themamarkt anders op te stellen c.q. in te richten; of

  • c.

    de markt of themamarkt onmiddellijk te beëindigen.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op dagplaatsen en standwerkersplaatsen als bedoeld in artikel 18.

 

Artikel 4 Afmetingen van standplaatsen

  • 1.

    De afmeting van een marktplaats is bepaald op minimaal 4,0 strekkende meter frontbreedte of een veelvoud daarvan, met een maximum van 16,0 meter frontbreedte.

  • 2.

    In afwijking van het in het eerste lid bepaalde is de maximale frontbreedte van marktplaatsen op Kelfkensbos 20,0 meter.

  • 3.

    Tussen marktplaatsen bevindt zich een voor het publiek toegankelijke doorgang van tenminste 2,0 meter, tenzij op de in artikel 2, eerste lid, bedoelde kaarten een geringere doorgang is aangegeven.

  • 4.

    Op de in artikel 2, eerste lid, bedoelde kaarten is voorts aangegeven:

  • a.

    de diepte van een marktplaats; en

  • b.

    welke zijde of welke zijden van een marktplaats gericht is of zijn naar de hoofdloop of hoofdlopen van het publiek.

  • 5.

    Het college kan bij de verlening van een organisatievergunning en in verband met het gebruik van eigen materiaal door de marktplaatshouder of om andere redenen, bij de verlening van de marktplaatsvergunning afwijken van het in het eerste of tweede lid dit artikel bepaalde.

 

Artikel 5 Bijzondere omstandigheden

  • 1.

    Onder bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in de artikel 4 van de marktverordening wordt in ieder geval verstaan een gelijktijdig met de markt gehouden najaarskermis of activiteit in verband met de Nijmeegse Vierdaagse.

  • 2.

    Naast de in lid 1 genoemde bijzondere omstandigheden is afgelasting, geheel of gedeeltelijke verplaatsing of gewijzigd inrichten van de markt bij maximaal drie evenementen in het kalenderjaar toegestaan.

  • 3.

    Indien een situatie als vermeld in lid 1 en lid 2 zich voordoet, zal dit door of namens het college tijdig aan de vergunninghouders van de betreffende markt(plaatsen) worden medegedeeld.

 

Hoofdstuk 2 De organisatievergunning

Artikel 6 Het organiseren van een markt of een themamarkt

  • 1.

    Het college kan een organisatievergunning verlenen voor het organiseren van markten op de locaties Augustijnenstraat, Grote Markt, Burchtstraat, Kelfkensbos, Mariënburg (hoge plein) en Plein 1944 of op door het college nader te bepalen locaties.

  • 2.

    In het stadscentrum worden op zondag geen andere markten dan themamarkten toegestaan.

  • 3.

    Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde markten en themamarkten:

  • a.

    is het bepaalde in hoofdstuk 3 niet van toepassing; en

  • b.

    is van het bepaalde in hoofdstuk 4 uitsluitend het bepaalde in artikel 19, derde tot en met vijfde lid, artikel 21, artikel 22, eerste lid, aanhef en onder a en b, en tweede lid, artikel 23, eerste lid, aanhef en onder e, f en h, en tweede lid, en artikel 24 tot en met 28 en artikel 30 van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Indien een aanvraag voor een organisatievergunning voor een themamarkt wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de organisatievergunning nodig heeft, kan het college de aanvraag weigeren, indien het van mening is dat de aard van de gevraagde vergunning of ontheffing zodanig is dat voor een verantwoorde beoordeling van de aanvraag onvoldoende tijd aanwezig is.

 

Artikel 7 De procedure voor het aanvragen van een organisatievergunning voor een markt

  • 1.

    Indien het college besluit dat voor het organiseren van een markt een organisatievergunning aangevraagd kan worden, stelt het college belangstellenden middels de in dit artikel beschreven procedure in staat om deze organisatievergunning aan te vragen.

  • 2.

    Het college start de in het eerste lid bedoelde procedure met het doen van een openbare kennisgeving waarin medegedeeld wordt:

  • a.

    voor welke markt en welke locatie en gedurende welke aanvraagtermijn een organisatievergunning aangevraagd kan worden;

  • b.

    wat de beoogde looptijd van de organisatievergunning is; en

  • c.

    op welke wijze een aanvraag kan worden ingediend, welke gegevens en bescheiden bij de aanvraag moeten worden gevoegd, het verdere verloop van de procedure, de toepasselijke weigeringsgronden en de in lid 3 sub b bedoelde selectiecriteria.

  • 3.

    Voorafgaand aan het doen van de in het vorige lid bedoelde kennisgeving:

  • a.

    bepaalt het college de termijn gedurende welke de aanvragen ingediend kunnen worden; en

  • b.

    bepaalt het college op welke wijze en aan de hand van welke selectiecriteria beoordeeld gaat worden aan welke aanvrager de vergunning zal worden verleend. De selectiecriteria worden gesteld ter bescherming van de belangen genoemd in artikel 2, derde lid, van de marktverordening.

  • 4.

    Lid 1 tot en met 3 van dit artikel zijn niet van toepassing op incidentele markten die worden georganiseerd door één natuurlijke of rechtspersoon, niet zijnde de gemeente Nijmegen. Belangstellenden voor het organiseren van een incidentele markt kunnen een organisatievergunning aanvragen. Indien meerdere aanvragers een organisatievergunning aanvragen voor hetzelfde terrein en hetzelfde moment komt de aanvraag die het eerste is ingediend als eerste in aanmerking.

 

Artikel 8 Eisen aan de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een organisatievergunning wordt ingediend op het door het college daartoe vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag voor een organisatievergunning gaat vergezeld van de volgende gegevens en bescheiden:

  • a.

    indien de aanvraag wordt gedaan door een rechtspersoon: een kopie van een uittreksel van de inschrijving van de rechtspersoon in het handelsregister. Het uittreksel is niet ouder dan drie maanden;

  • b.

    een organisatieplan dat bestaat uit:

  • i.

    een plattegrond van het marktterrein;

  • ii.

    een beschrijving van de organisatorische en andere maatregelen die de aanvrager zal treffen om een ordelijk en veilig verloop van de themamarkt te waarborgen en overlast en hinder te voorkomen;

  • iii.

    een opgave van namen en contactgegevens van de natuurlijke personen die gedurende inrichting en het ingericht zijn van het marktterrein voor medewerkers van de gemeente en hulpdiensten bij calamiteiten bereikbaar zijn;

  • iv.

    een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager na vergunningverlening over de te organiseren markt gaat overleggen met stakeholders, waaronder in ieder geval omwonenden, eigenaren van in de nabijheid van de markt gelegen ondernemingen, gemeente, hulpdiensten en, indien van toepassing, openbaar vervoersbedrijven en nutsbedrijven;

  • v.

    een beschrijving van de maatregelen die de aanvrager zal treffen om de markt gevarieerd en aantrekkelijk te houden;

  • vi.

    een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager ervoor zorgt dat een zo groot als redelijkerwijs mogelijk aantal potentieel geïnteresseerden een reële mogelijkheid krijgen om voor toewijzing van een marktplaats op deze markt in aanmerking te kunnen komen; en

  • vii.

    een beschrijving van de maatregelen die aanvrager zal treffen om, aanwezig op de markt, afval doelmatig in te zamelen.

  • c.

    een bewijs waaruit blijkt dat de eigenaar van de grond instemt met het daarop organiseren van de markt; en

  • d.

    de overige gegevens en bescheiden die, gelet op hetgeen op het aanvraagformulier vermeld staat, bij de aanvraag ingediend moeten worden.

  • 3.

    Indien de aard van de markt waarvoor een organisatievergunning wordt aangevraagd daartoe aanleiding geeft, kan het college besluiten dat een beschrijving als genoemd in het vorige lid onder sub iv tot en met sub vii, niet in het organisatieplan dient te worden opgenomen.

  • 4.

    De in het tweede lid genoemde plattegrondtekening voldoet, voor zover van toepassing, aan de volgende eisen:

  • a.

    de plattegrond heeft een schaal van 1:500;

  • b.

    op de plattegrond is aangegeven waar op het marktterrein verwarmingsapparatuur, kook-, braad- en bakinstallaties en gasflessen en gasinstallaties opgesteld staan of in gebruik zijn;

  • c.

    op de plattegrond is aangegeven waar op het marktterrein kramen, verkoopwagens of andere objecten ter inrichting van het marktterrein opgesteld staan;

  • d.

    op de plattegrond is aangegeven welk deel van het marktterrein voor het publiek bestemd is, welke hoofdloop- en vluchtroutes het publiek heeft en hoe hulpdiensten toegang hebben tot het marktterrein.

 

Artikel 9 Weigering van de organisatievergunning

Behalve op de gronden genoemd in artikel 10 van de Marktverordening Nijmegen 2020, weigert het college een organisatievergunning in ieder geval indien een aanvraag behoort tot één of meer van de volgende categorieën gevallen:

  • a.

    indien de aanvraag wordt gedaan door een rechtspersoon: aanvragen die zijn ingediend door een rechtspersoon wiens onderneming niet in het handelsregister staat ingeschreven;

  • b.

    aanvragen ingediend buiten de aanvraagtermijn;

  • c.

    aanvragen die niet voldoen aan de kennisgeving zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid;

  • d.

    aanvragen waaruit naar het oordeel van het college blijkt dat het niet aannemelijk is dat op de markt tenminste zeven marktplaatsen ingenomen gaan worden;

  • e.

    aanvragen die niet als eerste uit de selectie zijn gekomen.

 

Artikel 10 Intrekken van de organisatievergunning

Behalve op de gronden genoemd in artikel 7 van de Marktverordening Nijmegen 2020, kan het college een organisatievergunning intrekken in de navolgende situaties:

  • a.

    gevallen waarin de met de organisatievergunning te organiseren markt of themamarkt zonder instemming of besluit daartoe van het college geen doorgang heeft gevonden;

  • b.

    gevallen waarin gedurende een periode van tenminste drie maanden tijdens tenminste de helft van de met de organisatievergunning georganiseerde markt minder dan acht marktplaatsen zijn ingenomen.

 

Hoofdstuk 3 De marktplaatsvergunning

Artikel 11 Aanvang van de procedure voor het aanvragen van een marktplaatsvergunning

  • 1.

    Indien voor een marktplaats geen marktplaatsvergunning van kracht is of niet meer van kracht zal zijn, stelt het college belangstellenden middels de in dit artikel beschreven procedure in staat om voor het innemen van die marktplaats een marktplaatsvergunning aan te vragen.

  • 2.

    Het college start de in het eerste lid bedoelde procedure met het doen van een openbare kennisgeving waarin medegedeeld wordt:

  • a.

    voor welke afmetingen en gedurende welke aanvraagtermijn een marktplaatsvergunning aangevraagd kan worden of meerdere marktplaatsvergunningen aangevraagd kunnen worden;

  • b.

    voor welke branche of branches een aangevraagde marktplaatsvergunning verleend kan worden;

  • c.

    met ingang van welke datum na verkrijging van de aangevraagde marktplaatsvergunning de marktplaats door de vergunninghouder ingenomen kan worden;

  • d.

    de maximale looptijd van de aan te vragen marktplaatsvergunning of marktplaatsvergunningen; en

  • e.

    de selectiecriteria aan de hand waarvan beoordeeld zal worden aan welke aanvraag de vergunning zal worden verleend. De selectiecriteria worden gesteld ter bescherming van de belangen genoemd in artikel 2, derde lid, van de marktverordening.

  • 3.

    Het college bepaalt voorafgaand aan het doen van de in het vorige lid bedoelde kennisgeving de termijn gedurende welke de aanvragen ingediend kunnen worden, met dien verstande dat deze termijn ten hoogste vier weken bedraagt.

  • 4.

    Indien meer dan een aanvraag is ingediend, vraagt het college, alvorens te beslissen tot verlening van de marktplaatsvergunning, advies aan de selectiecommissie. Een aanvraag die naar het oordeel van het college niet voor vergunningverlening in aanmerking komt, hoeft niet ter advisering aan de selectiecommissie voorgelegd te worden.

 

Artikel 12 Eisen aan de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een marktplaatsvergunning wordt ingediend op het door het college daartoe vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag gaat vergezeld van de volgende gegevens en bescheiden:

  • a.

    een kopie van een uittreksel van de inschrijving van de onderneming van de aanvrager in het handelsregister. Het uittreksel is niet ouder dan drie maanden;

  • b.

    een verklaring omtrent het gedrag, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens of een soortgelijk document van een buitenlandse justitiële instantie;

  • c.

    een beschrijving van het assortiment dat aanvrager op de marktplaats te koop wil aanbieden;

  • d.

    indien de aanvrager de marktplaats wil innemen met eigen materiaal:

  • i.

    een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

  • ii.

    een gedetailleerde tekening of foto’s van het eigen materiaal;

  • iii.

    een bewijs van veiligheid, niet ouder dan één jaar, waaruit blijkt dat het eigen materiaal, voor zover dat is voorzien van een elektrische installatie, installaties om te koken, bakken of braden, verwarmingsinstallaties dan wel een gasinstallatie, voldoet aan respectievelijk het bepaalde in artikel 26, 27 of 28.

  • e.

    indien de aanvrager op de marktplaats gebruik wil maken van elektrische energie: een opgave van de door aanvrager te gebruiken elektrische apparaten inclusief het maximale vermogen per apparaat;

  • f.

    indien de aanvrager op de marktplaats gebruik wil maken van kook-, bak-, of braadtoestellen of een gasinstallatie: een opgave van de door aanvrager te gebruiken toestellen of gasinstallatie met inbegrip van de gastank en de daaraan verbonden slangen en een beschrijving van de wijze waarop deze op de marktplaats opgesteld zullen staan; en

  • g.

    de overige gegevens en bescheiden die, gelet op hetgeen op het aanvraagformulier vermeld staat, bij de aanvraag ingediend moeten worden.

  • 3.

    Indien de aanvrager een rechtspersoon is, gaat het college ervan uit dat de natuurlijke personen die middellijk of onmiddellijk bestuurder van die rechtspersoon zijn, namens de rechtspersoon de marktplaats zullen gaan innemen.

 

Artikel 13 De vervangingsregeling

  • 1.

    Het college kan op schriftelijk verzoek van aanvrager of vergunninghouder maximaal twee personen als vervanger van aanvrager of vergunninghouder op de marktplaatsvergunning vermelden. Voor vermelding als vervanger op de vergunning komen uitsluitend in aanmerking:

  • a.

    de echtgenoot of echtgenote van de aanvrager of vergunninghouder;

  • b.

    de geregistreerde partner van de aanvrager of vergunninghouder;

  • c.

    een meerderjarig kind van de aanvrager of vergunninghouder;

  • d.

    de vennoot van de aanvrager of vergunninghouder;

  • e.

    een medewerker van de aanvrager of vergunninghouder.

  • 2.

    Bij het in het vorige lid bedoelde verzoek worden ten aanzien van elke vervanger de volgende stukken overlegd:

  • a.

    een verklaring omtrent het gedrag, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens of een soortgelijk document van een buitenlandse justitiële instantie;

  • b.

    indien de vervanger een werknemer is: een tussen de aanvrager of vergunninghouder en de vervanger gesloten arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat minimaal overeenkomt met het aantal uren dat de vervanger op de markt de marktplaats gaat innemen; en

  • c.

    een door de vervanger ondertekende verklaring waarin hij of zij verklaart voor de aanvrager of vergunninghouder als vervanger werkzaam te zijn en verklaart in te stemmen met vermelding als vervanger op de marktplaatsvergunning.

 

Artikel 14 De selectiecommissie

  • 1.

    Er is een selectiecommissie, die het college adviseert over ingediende aanvragen om een marktplaatsvergunning. De selectiecommissie bestaat uit vergunninghouders van een marktplaats, bij voorkeur van verschillende branches. Deze selectiecommisie kan ook, gevraagd en ongevraagd, adviseren over marktbeleid en algemene marktaangelegenheden.

  • 2.

    De selectiecommissie bestaat uit een voorzitter en twee leden. De voorzitter en de leden zijn niet werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het college en:

  • a.

    worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen;

  • b.

    worden benoemd voor een door het college te bepalen termijn van ten hoogste vier jaar en zijn bij aftreden opnieuw benoembaar;

  • c.

    kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college;

  • d.

    zijn niet betrokken bij de voorbereiding van een advies over een aanvraag, als waarborg van hun onpartijdigheid. Zij laten zich zo nodig vervangen door hun door het college aangewezen vervangers;

  • 3.

    alvorens te besluiten tot benoeming van de voorzitter of de leden, raadpleegt het college op door hen te bepalen wijze de marktkooplieden.

  • 4.

    De vergaderingen van de selectiecommissie zijn niet openbaar.

  • 5.

    De selectiecommissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 6.

    De selectiecommissie heeft tot taak te adviseren aan het college aan welke aanvrager de vergunning dient te worden verleend, in geval er een marktplaats beschikbaar is en er meerdere vergunningsaanvragen zijn. Bij de beoordeling van de aanvragen kent de selectiecommissie punten toe aan de volgende aspecten tot het daarbij vermelde maximum aantal punten:

  • a.

    uitstraling van de marktkraam (10);

  • b.

    afvalpreventie en scheiding van afval (10); en

  • c.

    nieuw of vernieuwend aanbod (10)

  • 7.

    De selectiecriteria en de puntentoekenning zijn uitgewerkt in bijlage IV van het marktreglement.

  • 8.

    Aanvragers komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten. De aanvraag met de meeste punten wordt vergund. Als de selectiecommissie niet tot een eensluidend oordeel kan komen, of in het geval aanvragers een gelijk punten aantal behalen, zal tot loting als omschreven in artikel 15 worden overgegaan .

  • 9.

    De selectiecommissie stelt haar advies op schrift en neemt bij het toekennen van de punten als omschreven in lid 5, het bepaalde in de marktverordening, het marktreglement en het gemeentelijk beleid ten aanzien van de markt in acht.

  • 10.

    De marktbeheerder is secretaris van de selectiecommissie.

 

Artikel 15 Loting

Indien na het doorlopen van de procedure als opgenomen in artikel 14 niet tot een vergunningverlening kan worden gekomen, maakt het college schriftelijk bekend aan de geschikte aanvragers dat de vergunning door loting wordt toegewezen. Bij loting kent het college aan alle geschikte aanvragen een individueel nummer toe. Per aanvrager wordt 1 nummer toegekend. Vervolgens trekt het college uit de toegekende nummers een nummer. De marktplaatsvergunning wordt verleend aan de aanvrager van de aanvraag waaraan het getrokken nummer is toegekend. De aanvragers van de in aanmerking komende aanvragen worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.

 

Artikel 16 Weigering van de marktplaatsvergunning

Behalve op de gronden genoemd in artikel 15 van de Marktverordening Nijmegen 2020, weigert het college een marktplaatsvergunning in ieder geval indien een aanvraag behoort tot één of meer van de volgende categorieën gevallen:

  • a.

    indien de aanvraag wordt gedaan door een rechtspersoon: aanvragen die zijn ingediend door een rechtspersoon wiens onderneming niet in het handelsregister staat ingeschreven;

  • b.

    aanvragen ingediend buiten de aanvraagtermijn;

  • c.

    aanvragen waarvan het door aanvrager beoogde gebruik van de marktplaats de voor de marktplaats beschikbare ruimte overschrijdt of die op een andere grond niet voldoen aan de kennisgeving zoals bedoeld in artikel 11, tweede lid;

  • d.

    aanvragen die niet als eerste uit de selectie zijn gekomen;

  • e.

    aanvragen waaraan het in artikel 15 van deze regeling bedoelde getrokken nummer niet is toegekend.

 

Artikel 17 Wijzigen, intrekken en schorsen van de marktplaatsvergunning

  • 1.

    Op aanvraag kan het college de marktplaatsvergunning wijzigen, zodat deze op naam komt te staan van de echtgenoot of geregistreerd partner van de vergunninghouder, een meerderjarig kind van de vergunninghouder of een medewerker die minimaal twee jaar in loondienst is bij de vergunninghouder in de hierna genoemde gevallen:

  • a.

    de vergunninghouder is komen te overlijden; of

  • b.

    de vergunninghouder beëindigt zijn onderneming.

  • 2.

    Deze aanvraag wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, dan wel binnen twee maanden na het stoppen in verband met bedrijfsbeëindiging.

  • 3.

    Op aanvraag, in te dienen door vergunninghouder, kan het college de in de marktplaatsvergunning:

  • a.

    vermelde vervangers wijzigen. Het bepaalde in artikel 13 is op dat verzoek van overeenkomstige toepassing;

  • b.

    vermelde afmetingen van de marktplaats wijzigen indien de afmetingen niet toenemen en de gewijzigde afmetingen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in artikel 2, derde lid, van de marktverordening genoemde belangen.

  • 4.

    Het college kan een marktplaatsvergunning intrekken of schorsen in gevallen waarin:

  • a.

    door de marktplaatshouder of diens vervanger in strijd is gehandeld met het bepaalde bij of krachtens de marktverordening;

  • b.

    een marktplaatshouder of diens vervanger de marktplaats niet heeft ingenomen en waarbij de marktplaatshouder zich niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 29 heeft afgemeld;

  • c.

    een marktplaatshouder of diens vervanger de marktplaats in minimaal de helft van de gedurende een periode van een half jaar georganiseerde markten niet heeft ingenomen;

  • d.

    een marktplaatshouder zijn onderneming heeft beëindigd;

  • e.

    de onderneming van een marktplaatshouder niet ingeschreven staat in het handelsregister.

  • 5.

    Het college wijst een door de vergunninghouder aangevraagde schorsing van de marktplaatsvergunning alleen toe indien naar het oordeel van het college:

  • a.

    de vergunninghouder als gevolg van gezondheidsproblemen of bijzondere persoonlijke omstandigheden redelijkerwijs niet in staat is de marktplaats in te nemen; en

  • b.

    aannemelijk is dat de vergunninghouder na afloop van de verzochte schorsingsperiode weer in staat zal zijn de marktplaats in te nemen.

  • 6.

    Op grond van het vorige lid kan een marktplaatsvergunning eenmaal en voor een periode van maximaal zes maanden geschorst worden.

 

Hoofdstuk 4 Het toewijzen van standwerkersplaatsen en dagplaatsen

Artikel 18 Toewijzing standwerkersplaats en dagplaats

  • 1.

    Handelaren die in aanmerking willen komen voor een standwerkersplaats, moeten zich persoonlijk minimaal één uur voor de openingstijd van de markt melden bij de marktbeheerder. Ze moeten een actuele kopie van een uittreksel van de inschrijving van hun onderneming in het handelsregister kunnen overleggen aan de marktbeheerder.

  • 2.

    Indien meer handelaren met inachtneming van het bepaalde in dit artikel voor een standwerkersplaats in aanmerking komen dan dat er beschikbare standwerkersplaatsen zijn, geschiedt toewijzing via loting door de marktbeheerder. Bij loting kent de marktbeheerder aan alle aangemelde standwerkers een individueel nummer toe. Vervolgens trekt de marktbeheerder uit de toegekende nummers een nummer. De standwerkersplaats wordt toegewezen aan de standwerker aan wie het getrokken nummer is toegekend. De marktbeheerder herhaalt dit totdat alle standwerkersplaatsen toegewezen zijn of alle aangemelde standwerkers een standwerkersplaats toegewezen hebben gekregen.

  • 3.

    Een standwerkersplaats wordt voor maximaal één dag toegewezen.

  • 4.

    Een standwerker mag slechts met één artikel of artikelsoort werken.

  • 5.

    Handelaren die in aanmerking willen komen voor een dagplaats, moeten zich persoonlijk minimaal één uur voor de openingstijd van de markt melden bij de marktbeheerder. Ze moeten een actuele kopie van een uittreksel van de inschrijving van hun onderneming in het handelsregister kunnen overleggen aan de marktbeheerder.

  • 6.

    Handelaren die in aanmerking willen komen voor een dagplaats met een product of artikel dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd, hebben voorrang op de handelaren met producten of artikelen die al op de markt ter verkoop worden aangeboden. Bij toewijzing wordt rekening gehouden met het maximum van de voor de betreffende markt geldende branchering.

  • 7.

    Indien er na toepassing van het bepaalde in het zesde lid nog dagplaatsen beschikbaar zijn, geschiedt toewijzing via loting door de marktbeheerder. Bij loting kent de marktbeheerder aan de in de vorige zin bedoelde handelaren een individueel nummer toe. Vervolgens trekt de marktbeheerder uit de toegekende nummers een nummer. De dagplaats wordt toegewezen aan de handelaar aan wie het getrokken nummer is toegekend. De marktbeheerder herhaalt dit totdat alle dagplaatsen toegewezen zijn of alle aangemelde handelaren een dagplaats toegewezen hebben gekregen.

  • 8.

    Het college kan bepalen dat de aanmeldingen, bedoeld in het eerste en vijfde lid, ook op een andere wijze dan bepaald in het eerste of vijfde lid kan plaatsvinden.

 

Hoofdstuk 5 Bepalingen over het gebruik van de marktplaats en het gedrag op de markt

Artikel 19 Algemeen

  • 1.

    Voorschriften, gegeven bij of krachtens de marktverordening, die zich richten tot de vergunninghouder of marktplaatshouder, richten zich tevens tot de eventuele vervangers van de vergunninghouder of medewerkers van de vergunninghouder of marktplaatshouder.

  • 2.

    Handelen of nalaten door vervangers van de vergunninghouder en medewerkers van de vergunninghouder of marktplaatshouder in strijd met of in afwijking van het bepaalde bij of krachtens de marktverordening, wordt tevens aangemerkt als handelen of nalaten door de vergunninghouder of marktplaatshouder.

  • 3.

    Het is verboden te handelen in strijd met of in afwijking van het bepaalde bij of krachtens de marktverordening en het marktreglement.

  • 4.

    Het is verboden te handelen in strijd met of in afwijking van een bij of krachtens de marktverordening verleende vergunning en de daarbij gestelde voorschriften.

  • 5.

    Indien in een in dit hoofdstuk opgenomen voorschrift bepaald is dat een voorziening, installatie of voorwerp dient te voldoen aan een bepaalde norm, behoeft niet aan die norm te worden voldaan voor zover op een andere wijze kan worden aangetoond dat die voorziening, installatie of dat voorwerp ten minste eenzelfde mate van veiligheid of bescherming van de gezondheid biedt, als is beoogd met de in het voorschrift opgenomen norm.

 

Artikel 20 Innemen van de marktplaats

  • 1.

    De marktplaats moet door de vergunninghouder worden ingenomen en mag niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik gegeven.

  • 2.

    In het geval de marktplaats is vergund aan een rechtspersoon, dan mogen de vertegenwoordigingsbevoegden van die rechtspersoon (bijvoorbeeld de bestuurders) de marktplaats innemen.

  • 3.

    In het geval de marktplaats is vergund aan een VOF, dan mogen de vennoten van die VOF ieder voor zich de markplaats innemen.

  • 4.

    Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing indien de vergunninghouder zich laat vervangen:

  • a.

    door een op de vergunning vermelde vervanger; of

  • b.

    met inachtneming van het bepaalde in artikel 29.

  •  

Artikel 21 Voertuigen op de markt

  • 1.

    Het is verboden zich tijdens de openingstijden van de markt met een motorvoertuig het marktterrein te betreden of het aanwezig te hebben.

  • 2.

    Het college kan van het in het eerste lid opgenomen verbod ontheffing verlenen.

 

Artikel 22 Bepalingen over het gedrag op het marktterrein

  • 1.

    Het is de marktplaatshouder verboden:

  • a.

    het belang van een veilige, eerlijke, transparante en ondernemers- en consumentvriendelijke markt te schaden;

  • b.

    zich aan wangedrag of bedrog schuldig te maken;

  • c.

    diens marktplaats zonder voorafgaande toestemming van de marktbeheerder langer dan één uur onbeheerd achter te laten;

  • d.

    zich aan de voorzijde van diens marktplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, zonder voorafgaande toestemming van de marktbeheerder.

  • 2.

    De marktplaatshouder dient aanwijzingen van de marktbeheerder of van door het college aangewezen toezichthouders terstond op te volgen.

  • 3.

    Het is de marktplaatshouder verboden op de markt andere goederen ter verkoop aan te bieden of in voorraad te hebben dan die behorende tot het assortiment uit de branche waarvoor de vergunning is verleend.

  • 4.

    Het in het derde lid opgenomen verbod geldt niet voor rage-artikelen als bedoeld in artikel 30, vijfde lid, van het marktreglement indien en voor zover:

  • a.

    de vergunning aan de marktplaatshouder is verleend voor de verkoop van producten uit een non-food branche;

  • b.

    het aanbod aan rage-artikelen qua hoeveelheid en uitstraling ondergeschikt is aan het reguliere, vergunde, aanbod van de marktplaatshouder; en

  • c.

    de rage-artikelen niet langer dan drie maanden door de marktplaatshouder te koop worden aangeboden.

 

Artikel 23 Bepalingen over het gebruik van de marktplaats

  • 1.

    Het is de marktplaatshouder verboden:

  • a.

    buiten de in Bijlage II genoemde openingstijden op het marktterrein goederen of diensten aan te bieden;

  • b.

    buiten de in Bijlage II genoemde tijden een marktplaats te in te nemen;

  • c.

    na de in Bijlage II genoemde tijden voertuigen te verwijderen;

  • d.

    voor de in Bijlage II genoemde tijden af te rijden;

  • e.

    het marktterrein te beschadigen, onder meer door daarin pinnen, haringen of andere verankeringen aan te brengen;

  • f.

    goederen uit te stallen, aan te prijzen, te koop aan te bieden of te verkopen van een zodanige aard of op een zodanige wijze dat de orde op de markt verstoord wordt, in gevaar wordt gebracht of hinder wordt veroorzaakt;

  • g.

    de opstal op diens marktplaats gedurende de in Bijlage II vermelde openingstijden van de markt af te breken of te verplaatsen;

  • h.

    de doorgang en wandelpaden op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren.

  • 2.

    De marktplaatshouder:

  • a.

    zorgt ervoor dat diens marktplaats en de daarop te koop aangeboden goederen steeds een goed verzorgd aanzien bieden;

  • b.

    gebruikt, indien diens marktplaats voor winkels gelegen is, alleen hangende zeilen van doorzichtig materiaal;

  • c.

    verankert de opstallen waarmee de marktplaats wordt ingenomen deugdelijk in de van gemeentewege daartoe aangebrachte voorzieningen;

  • d.

    plaatst gedurende het innemen van de marktplaats een voor marktbezoekers duidelijk zichtbaar en leesbaar bord met daarop zijn of haar naam en voorletters;

  • e.

    zamelt zelf tijdens het gebruik van de marktplaats zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in en slaat dat op een voor marktbezoekers niet zichtbare wijze op;

  • f.

    maakt, voordat hij het marktterrein verlaat, zijn marktplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon en zorgt zelf voor de afvoer van zijn marktafval.

 

Artikel 24 Bepalingen over de prijsaanduiding van goederen en het bereiden van eet- of drinkwaren

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding producten is de prijsaanduiding op de op een marktplaats te koop aangeboden goederen voor marktbezoekers duidelijk zichtbaar en dient deze op geen enkele wijze tot misverstanden leiden.

  • 2.

    Indien de marktplaatshouder op de marktplaats geringe eet- of drinkwaren voor consumptie gereed maakt:

  • a.

    plaatst hij of zij aan de voorzijde van de marktplaats tenminste twee voor marktbezoekers bruikbare afvalbakken met een inhoud van 50 liter en voorzien van een deksel;

  • b.

    wordt, onverminderd het bepaalde in de Warenwet, voldaan aan redelijke eisen van uiterlijk aanzien en hygiëne.

  • 3.

    Een marktplaatshouder die voor marktbezoekers bruikbare afvalbakken heeft geplaatst, ledigt de afvalbakken tenminste zodra zij vol zijn.

 

Artikel 25 Voorschriften inzake brandveiligheid

  • 1.

    De marktplaatshouder en de houder van een organisatievergunning neemt het bij of krachtens het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen bepaalde in acht.

  • 2.

    De marktplaatshouder en de houder van een organisatievergunning houdt te allen tijde de rijroute ten behoeve van blusvoertuigen vrij.

  • 3.

    Brandkranen en droge stijgleidingen worden door de marktplaatshouder en de houder van een organisatievergunning vrijgehouden voor blusvoertuigen en wel zodanig dat hiervan onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt.

  • 4.

    Het college houdt bij de uitoefening van zijn bevoegdheden rekening met het bepaalde in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

 

Artikel 26 Veiligheid van elektrische voorzieningen

  • 1.

    Indien de marktplaatshouder of de houder van een organisatievergunning gebruik maakt van elektrische energie, dient deze betrokken te worden vanuit de door het college beschikbaar gestelde elektriciteitsvoorzieningen.

  • 2.

    De elektrische installatie die de marktplaatshouder of de houder van een organisatievergunning gebruikt:

  • a.

    voldoet aan de norm NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties);

  • b.

    is voorzien van groepszekeringen en een aardlekschakelaar met een normale aanspreekstroom van 30 mA;

  • c.

    maakt ten behoeve van verlichting uitsluitend gebruik van spaarlampen of LED-lampen.

  • 3.

    Kabels die in de looppaden op de grond liggen, zijn zodanig afgedekt met rubberen afdekmatten, dat zij geen gevaar opleveren voor personen of voertuigen van hulpdiensten.

  • 4.

    Indien de marktplaatshouder of de houder van een organisatievergunning elektrische energie betrekt vanuit de door het college beschikbaar gestelde elektriciteitsvoorzieningen, wordt dat op de vergunning vermeld.

 

Artikel 27 Veiligheidsnormen bakken, braden en verwarmen

  • 1.

    Kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur mag alleen gebruikt worden na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college.

  • 2.

    Kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur voldoen aan de norm NPR 2577 (installaties in mobiele werktuigen).

  • 3.

    De bak- en braadtoestellen moeten vast op de vloer of tafel staan opgesteld en tegen omvallen of omstoten worden beschermd.

  • 4.

    Bak- en braadtoestellen:

  • a.

    staan op een draagvlak dat, gemeten van de rand van het toestel, tot ten minste 15 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar is dan wel bekleed is met afdoende onbrandbaar en de warmte slecht geleidend materiaal;

  • b.

    zijn op een afstand van ten minste 0,50 meter geplaatst van wanden en zeilen. De eventueel binnen die afstand van 0,50 meter aanwezige wanden en zeilen dienen onbrandbaar te zijn dan wel voorzien te zijn van materiaal dat de warmte slecht geleid;

  • c.

    is voorzien van een goed werkende thermostaat of thermokoppel met een maximaal ingestelde waarde van 190 graden Celsius.

  • 5.

    Indien in de kraam of verkoopwagen wordt gebakken, gekookt of verhit is een goedgekeurd blustoestel met een inhoud van ten minste 6 kg poeder of 5 kg koolzuursneeuw of gelijkwaardige vulling aanwezig.

  • 6.

    In de onmiddellijke nabijheid van een bak-, braad-, kook- of frituurtoestel zijn goed passende deksels of een blusdeken aanwezig om het toestel in geval van brand te kunnen afdekken.

 

Artikel 28 Veiligheidsnormen gasinstallatie

  • 1.

    Op een marktplaats zijn niet meer losse gastanks of gasflessen aanwezig dan de benodigde werkvoorraad per dag. Een op het marktterrein aanwezige losse gastank of gasfles heeft een waterinhoud van ten hoogste 15 liter.

  • 2.

    Een op het marktterrein aanwezige:

  • a.

    gasfles moet voldoende geventileerd en buiten bereik van onbevoegden staan opgesteld. Een lege of niet in gebruik zijnde gasfles moet veilig worden opgesteld;

  • b.

    gasinstallatie voldoet aan het bepaalde in norm NPR 2577 (mobiele verwarmingssystemen).

  • 3.

    Een op het marktterrein in gebruik zijnde verbindingsslang tussen drukhouder en verbruikstoestel is voorzien van het relevante GASTEC-keurmerk en is door middel van deugdelijke rvs slangklemmen bevestigd. Het gebruik van gasslangen ouder dan 2 jaar en een reduceerventiel (drukregelaar) ouder dan 5 jaar is verboden.

 

Artikel 29 Afmelden bij verhindering

  • 1.

    De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of een bijzondere omstandigheid diens marktplaats niet in kan nemen, meldt dit zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voorafgaand aan de aanvang van de markt, schriftelijk of per mail bij de marktbeheerder.

  • 2.

    Bij de in het eerste lid bedoelde afmelding verstrekt de vergunninghouder de volgende informatie:

  • a.

    de aanleiding van het feit dat de vergunninghouder de marktplaats niet in kan nemen;

  • b.

    de verwachte duur van de periode waarin de vergunninghouder de marktplaats niet in kan nemen.

  • 3.

    Bij de in het eerste lid bedoelde melding kan de vergunninghouder het college verzoeken om in te stemmen met zijn vervanging. Bij het verzoek om vervanging verstrekt de vergunninghouder de volgende informatie:

  • a.

    naam, woonplaats en adres van de persoon die de vergunninghouder zal vervangen en een kopie van diens geldige identiteitsbewijs;

  • b.

    een verklaring van de vervanger waarin hij of zij verklaart voor de aanvrager als vervanger werkzaam te zijn;

  • c.

    de verwachte duur van de vervanging.

  • 4.

    De vergunninghouder kan gedurende de hierna vermelde maximumtermijnen vervangen worden:

  • a.

    in geval van ziekte: gedurende een half jaar te rekenen vanaf de dag waarop de melding bedoeld in het tweede en derde lid is gedaan;

  • b.

    in geval van vakantie: gedurende zes weken per kalenderjaar;

  • c.

    in geval van een bijzondere omstandigheid: gedurende een termijn die naar het oordeel van het college, gelet op de aard van de bijzondere omstandigheid, redelijk is.

  • 5.

    Het college stemt in met de verzochte vervanging indien:

  • a.

    de maximale duur van de vervanging als bedoeld in het vierde lid niet overschreden wordt;

  • b.

    vaststaat dat gedurende de vervanging op de marktplaats nog steeds uitsluitend voor rekening en risico van de vergunninghouder goederen worden verkocht; en

  • c.

    vaststaat dat het belang van een veilige, eerlijke, transparante en ondernemers- en consumentvriendelijke markt door de vervanging niet geschaad wordt.

  • 6.

    Het college kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde melding en het in het derde lid bedoelde verzoek, ook op een andere wijze dan in genoemde leden bepaald kan plaatsvinden.

 

Artikel 30 Doorgeven van relevante wijzigingen

  • 1.

    De houder van de marktplaatsvergunning en de houder van de organisatievergunning zijn verplicht om alle gewijzigde feiten en omstandigheden die relevant zijn voor inhoud, bruikbaarheid en geldigheid van de vergunning per omgaande schriftelijk aan het college te melden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde verplichting heeft in ieder geval betrekking op:

  • a.

    een wijziging van de ondernemingsvorm van de vergunninghouder of de houder van de organisatievergunning;

  • b.

    een wijziging van de op de vergunning vermelde vervangers van de vergunninghouder;

  • c.

    een wijziging van het assortiment aan goederen dat de vergunninghouder op de markt te koop aanbiedt;

  • d.

    een wijziging in het gebruik van elektrische installaties, kook-, bak- en braadinstallaties of verwarmingsapparatuur.

 

Artikel 31 Algemeen

  • 1.

    De op de markt aangeboden waren en producten behoren tot de hoofd- en subbranches vermeld in Bijlage III bij dit marktreglement.

  • 2.

    Op een marktplaatsvergunning is vermeld tot welke hoofdbranche en tot die hoofdbranche behorende subbranche de door de marktplaatshouder aangeboden waren en producten behoren.

  • 3.

    Op de marktplaatsvergunning worden niet meer dan één hoofdbranche en één subbranche vermeld.

  • 4.

    Tenminste een keer per twee jaar zal het college nagaan of de in Bijlage III van dit marktreglement opgenomen branche-indeling aangepast moet worden in het belang van een voor consumenten en marktkooplieden aantrekkelijke markt. Het college kan daarbij advies vragen aan de selectiecommissie.

  • 5.

    Zogenaamde rage-artikelen zijn non-food artikelen zoals speelgoed die waarschijnlijk slechts tijdens een kortdurende periode zeer gewild bij de consument zijn. Deze rage-artikelen zijn niet opgenomen in de branchering en kunnen voor een korte periode worden toegestaan bij alle non-food branches.

  • 6.

    De vergunninghouder in de biologische foodbranche dient Skal gecertificeerd te zijn. Vergunninghouders in de biologische foodbranche die afkomstig zijn uit een land dat is aangesloten bij de Europese Economische Ruimten dienen een gelijkwaardige certificering te hebben indien een Skal-certificering niet zou kunnen worden geëist.

 

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 32 Eisen aan de inrichting van het marktterrein uit hoofde van brandveiligheid

  • 1.

    Er moet te allen tijde een rijroute ten behoeve van de brandweervoertuigen aanwezig zijn van ten minste 4 meter breedte, met een hoogte van 4,2meter.

  • 2.

    Er mogen geen brandkranen of droge stijgleidingen worden geblokkeerd. Deze moeten rondom over een afstand van 0,90 meter worden vrijgehouden.

  • 3.

    De bak- en braadkramen/voertuigen moeten op een afstand van 3 meter van puien en luifels van panden geplaatst worden. In elk van deze kramen dient minimaal 1 poeder- of schuimblusser van minimaal 6 kg blusstof aanwezig te zijn. Gasinstallaties in bak- en braadkramen dienen te voldoen aan de NEN 2920 uit 1997.

  • 4.

    De vergunninghouder is steeds verplicht er op toe te zien dat er geen brandonveilige of-gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.

 

Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 33 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten, hoe dan ook genoemd, van het college die zijn genomen krachtens het Marktreglement Nijmegen 2018, en zoals sedertdien gewijzigd en voor zover nog van kracht, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening, totdat zij zijn ingetrokken.

  • 2.

    De Beleidsregel handhaving Marktverordening Nijmegen 2017A zoals door het college vastgesteld op 17 april 2018, en zoals sedertdien gewijzigd en voor zover nog van kracht, wordt totdat deze beleidsregel wordt ingetrokken, toegepast bij de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de marktverordening.

 

Artikel 34 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen het bepaalde in het Marktreglement buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 35 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Marktreglement Nijmegen 2021.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van het Marktreglement Nijmegen 2018.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van: 29 juni 2021.

de gemeentesecretaris

mr. drs. A.H. van Hout

de burgemeester

drs. H.M.F. Bruls

Bijlage I

Kaart A1 zoals bedoeld in artikel 2 van het Marktreglement Nijmegen 2021

 

Kaart A2 zoals bedoeld in artikel 2 van het Marktreglement Nijmegen 2021:

Kaart B zoals bedoeld in artikel 2 van het Marktreglement Nijmegen 2021:

Kaart C1 zoals bedoeld in artikel 2 van het Marktreglement Nijmegen 2021:

Kaart C2 zoals bedoeld in artikel 2 van het Marktreglement Nijmegen 2021:

Kaart D zoals bedoeld in artikel 2 van het Marktreglement Nijmegen 2021:

Kaart E zoals bedoeld in artikel 2 van het Marktreglement Nijmegen 2021:

Bijlage II

 

1 Algemeen

In deze bijlage wordt verstaan onder:

1. Afrijden: het door de marktplaatshouder afvoeren van de zaken die hij op zijn marktplaats aanwezig heeft;

2. Bezetten: het door de marktplaatshouder overeenkomstig het overige bepaald bij of krachtens de marktverordening in gebruik nemen van een marktplaats;

3. Openingstijden: de tijden gedurende welke de marktplaatshouder vanaf de door hem bezette marktplaats goederen aan het publiek te koop aanbiedt;

4. Voertuigen: de voertuigen, met inbegrip van opleggers, aanhangwagens en dergelijke, waarmee de op de marktplaats aan het publiek te koop aan te bieden goederen aan- en afgevoerd worden.

 

2 Bepalingen permarkt

Maandag Centrum

(de markten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, b en c van het Marktreglement

Nijmegen 2021)

Locatie

Openingstijden

Bezetten van de marktplaats is

toegestaan

Verwijderen voertuigen

Afrijden is toegestaan

Augustijnenstraat, Grote Markt, Burchtstraat

Van 09.00 tot

17.00 uur

 

Van oktober tot en met maart: van

09.00 tot 16.00

uur

Tussen 07.00 en

08.30 uur

Vóór 10.00 uur

Van 17.00 tot

19.00 uur

 

Van oktober tot en met maart: van

16.00 tot 18.00

uur

Kelfkensbos

08.30 tot 14.00 uur

Tussen 06.00 en

08.30 uur

-

Van 14.00 tot

16.00 uur

Luizenmarkt

08.30 tot 17.00 uur

 

Van oktober tot en met maart: van

08.30 tot 16.00

uur

07.00 en 08.30 uur

-

Van 17.00 tot

19.00 uur

 

Van oktober tot en met maart: van

16.00 tot 18.00

uur

 

Zaterdag Centrum

(de markten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder d en e van het Marktreglement

Nijmegen 2021)

Locatie

Openingstijden

Bezetten van de marktplaats is toegestaan

Verwijderen voertuigen

Afrijden is toegestaan

Augustijnenstraat, Grote Markt, Burchtstraat

Van 09.00 tot

17.00 uur

Tussen 07.00 en

08.30 uur

Vóór 10.00 uur

Van 17.00 tot

19.00 uur

Kelfkensbos

09.00 tot 14.00 uur

Tussen 06.00 en

08.30 uur

-

Van 14.00 tot

16.00 uur

 

Woensdag Wijkmarkt Hatert

(de markt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder f van het Marktreglement Nijmegen 2021)

 

Locatie

Openingstijden

Bezetten van de marktplaats is toegestaan

Verwijderen voertuigen

Afrijden is toegestaan

Couwenbergstraat

Van 08.30 uur tot

12.30 uur

Tussen 06.00 en

08.30 uur

-

Van 12.30 tot

14.00 uur

 

Bijlage III

Branchering zoals bedoeld in artikel 31 van het Marktkreglement Nijmegen 2021

Bijlage IV

 

Overzicht selectiecriteria en toekenning punten

Om te toetsen of de aanvrager op de aangevraagde marktplaats een voldoende toegevoegde waarde heeft, wordt de aanvraag beoordeeld door de selectiecommissie. Daarbij worden aan de hand van de onderstaande 3 kwalitatieve criteria ‘uitstraling van de uitstalling’, ‘Innovatie en duurzaamheid en ‘assortiment’ in totaal 0 tot 30 punten toegekend.

In het marktreglement kan het college ten aanzien van het gedrag op het marktterrein nadere regels stellen die strekken tot bescherming van het belang van:

a. een veilige en ordelijke, ondernemers- en consumentenvriendelijke markt of een themamarkt;

b. afvalpreventie en het doelmatig inzamelen en scheiden van op de markt of themamarkt aanwezige afvalstoffen;

c. het waarborgen van de bruikbaarheid van de openbare ruimte en het uiterlijk aanzien der gemeente;

d. het voorkomen of beperken van overlast, hinder of schade.

Op basis daarvan zijn de hierna genoemde selectiecriteria opgesteld.

 

Selectiecriteria

Punten

Richtlijn voor beoordeling/toekenning punten

uitstraling van de marktkraam (voor het waarborgen van het uiterlijk aanzien der gemeente)

0, 5 of 10 punten

• De uitstraling van de marktkraam steekt (negatief) af in de omgeving. Er is matig of slecht materiaal gebruikt (0 punten).

• Uitstraling van de marktkraam valt op in positieve zin. Er is meer dan voldoende aandacht aan het uiterlijk besteed. Er is verzorgd en duurzaam materiaal gebruikt (10 punten).

• De uitstraling van de marktkraam voegt zich goed in de omgeving en past gemiddeld. Er is standaardmateriaal gebruikt (5 punten).

Afvalpreventie en scheiding van afval (in het belang van goede afvalpreventie en doelmatig inzamelen en scheiden van afval)

0, 5 of 10 punten

• Ondernemer heeft voorzieningen om afval te scheiden en is actief in het tegengaan en voorkomen van meer afval (10 punten)

• Ondernemer doet niet aan afvalscheiding en ook niet aan het voorkomen van afval (0 punten)

• Ondernemer heeft voorzieningen om afval te scheiden of is actief in het tegengaan van meer afval (5 punten)

Nieuw of vernieuwend aanbod (in het belang en ter stimulering van een consumentvriendelijke markt)

0 of 10 punten

• Ondernemer verkoopt iets dat:

- nog niet wordt verkocht op de markt en/of

- boort een nieuwe doelgroep aan en er wordt verwacht dat dit een aantrekkende werking heeft op de markt (10 punten)

• Ondernemer verkoopt iets dat al wordt verkocht op de markt. Er is geen sprake van nieuw of vernieuwend aanbod (0 punten)