Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap De Dommel

Beleidsnota T=150 afvoersituatie voor de Dommel en Essche Stroom binnen HOWABO-gebied.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap De Dommel
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsnota T=150 afvoersituatie voor de Dommel en Essche Stroom binnen HOWABO-gebied.
Citeertitelbeleidsnotitie T=150 afvoersituatie voor de Dommel en Essche Stroom binnen HOWABO-gebied
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-04-2013nieuwe regeling

16-04-2013

waterschapsblad Editie 138|2 mei 2013

I18137

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnota T=150 afvoersituatie voor de Dommel en Essche Stroom binnen HOWABO-gebied.

 

Waarom nu?

Beleid ten aanzien van de T150 afvoersituatie ontbreekt op dit moment. Binnen het HOWABO-gebied zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met de HOWABO-partners om voor bebouwing binnen de bebouwde kom en belangrijke infrastructuur een beschermingsniveau vast te stellen van minimaal 1x per 150 jaar (T=150), dit in afwijking van de NBW-norm van eens per 100 jaar voor de rest van het Dommelgebied. Door de invloed van de Maas is het niet mogelijk de 1x per 150jaar op dezelfde manier te bepalen als de 1x per 100 jaar. Binnen onder andere projecten, zoals Bleijendijk en Halsche Beemden, gelegen langs de Essche stroom én binnen HOWABO-gebied, moet het ontwerp en de effecten kunnen worden getoetst aan o.a. de NBW-normen (Nationaal Bestuursakkoord Water) ter voorkoming van wateroverlast bij een T150-situatie.

Voor de T=1 tot en met T=100 zijn afvoergolven beschikbaar waarmee de berekeningen in het overige gebied (buiten HOWABO-gebied) worden uitgevoerd. Voor een T=150 is die er echter nog niet. Met name omdat deze niet alleen bepaald wordt door de afvoer van de Dommel maar ook door de waterstanden op de Maas. Hierdoor zijn er meerdere combinaties mogelijk die tot een T=150 waterstand op de Essche Stroom kunnen leiden. Hieruit is een keuze gemaakt.

Wat?

Vastgelegd is dat de T150- afvoersituatie bestaat uit combinatie van een T=100 afvoergolf voor de Dommel/Essche Stroom met een op 4.90m+NAP afgetopte waterstand ter plaatse van de Vughterstuw.

Waarom deze keuze?

Binnen HOWABO-gebied wordt de waterstand die eens in de 150 jaar voorkomt, bepaald door een combinatie van:

  • De afvoer van de Dommel en de Essche stroom.

  • Hoogwater op de Maas.

Er zijn meerdere combinaties mogelijk om de T150 situatie te bepalen. Daarom willen we in dit voorstel één combinatie vastleggen. De gekozen combinatie doet het meest recht aan de praktijk.

Onderstaand wordt onze keuze onderbouwd.

T100 afvoergolf Dommel/Essche stroom

De 1 x per 100jaar afvoergolf (T=100) wordt ook buiten het HOWABO-gebied gebruikt. Deze keuze sluit aan bij de methode waarop buiten het HOWABO-gebied getoetst wordt aan de reguliere NBW-normen, te weten T=100. Hierdoor is het mogelijk in één berekening de toets op T=100 en T=150 uit te voeren en dit in een kaartbeeld te presenteren. Het verschil in toetsing zit alleen in de randvoorwaarde bij de Vughterstuw, bij hoogwater op de Maas, dit was oorspronkelijk ook de reden om voor het HOWABO-gebied andere normen af te spreken. Voor het HOWABO-gebied betekent dit waarschijnlijk een overschatting van de peilen omdat al bij een lagere afvoer in combinatie met een hoge Maas waterstand een herhalingstijd van 1x per 150 jaar optreedt. Een 1x per 150jaar situatie kan dus al bij lagere peilen voorkomen. Hiermee ontwerpen we een robuust systeem, doordat we uit gaan van hogere peilen in een 1x per 150jaar situatie.

Hoogwater op de Maas

De hoge waterstanden op de Maas moeten vertaald worden naar een waterstand bij Den Bosch, de grens van ons gebied en van onze hydrologische modellen. Dit is praktisch gezien de Vughterstuw. Bestuurlijk is afgesproken een waterpeil van 4.90m+NAP te garanderen bij de Vughterstuw tot een T150 afvoersituatie. De waterbergingsgebieden Bossche Broek Noord en Zuid, en de Vughtse Gement zijn of worden hierop ingericht. Daarom kunnen we er van uit gaan dat in een T150-situatie het peil bij de Vughterstuw nooit boven de 4.90m+NAP uit zal komen.

Naast de absolute piek moet ook rekening gehouden worden met de vorm van de Maasgolf en het moment van de piek. De periode waarover een waterstand van 4.90m+NAP aanhoudt kan namelijk invloed hebben op de waterstand in de Dommel en de Essche stroom.

Hier is gekozen voor een gemiddelde golfvorm (T50) van de Maas (op basis van een onderzoek van HKV, oktober 2011) en is ervoor gekozen om de piek van de Dommel precies samen te laten vallen met de piek van de Maas. Op het moment dat de Maasgolf er voor zou zorgen dat het peil bij de Vughterstuw boven de 4.90m+NAP zou komen, wordt deze afgetopt op 4.90m+NAP tot de Maas weer onder de 4.90m+NAP komt(?). Zie figuur 1. Hierbij wordt er dus vanuit gegaan dat de bergingsgebieden rondom Den Bosch er voor zorgen dat het peil niet hoger wordt dan 4.90m+NAP.

Figuur 1. Waterstanden Vughterstuw op basis van het aftoppen van de Maasgolf. De groene lijn geeft de figuur als Bossche Broek/Vughtse Gement niet ingezet worden, de rode als deze wel ingezet worden.

Statistisch gezien zal dit een overschatting van de peilen opleveren aangezien normaal gesproken de afvoerpiek van de Dommel in de tijd gezien vóór de piekwaterstand op de Maas ligt. Dit betekent dat afvoer bovenstrooms al onder de maximale waarde gezakt is en minder opstuwing oplevert. De keuze om Dommel/Essche Stroom afvoerpieken samen te laten vallen met de Maaspiek betekent dat we robuust ontwerpen.

Gevolgen?

Het vaststellen van deze T150-golf heeft gevolgen van voor de volgende trajecten:

  • 1.

    Lopende en toekomstige projecten langs de Essche Stroom en de Dommel binnen HOWABO-gebied.

  • 2.

    Toetsing overstromingsnorm T150 binnen HOWABO-gebied.

  • 3.

    Toetsing en ontwerp van de regionale waterkeringen binnen het HOWABO-gebied.

  • 4.

    Vaststelling reserveringsgebieden binnen HOWABO-gebied

  • 5.

    Legger waterberging binnen HOWABO-gebied.

 

Ad 1. Dit geldt met name voor de projecten in de Essche Stroom, op dit moment concreet op Halsche Beemden en Bleijendijk. In deze projecten wordt op dit moment al getoetst op basis van deze golf. De toetsing wordt gebruikt in de projectplannen in het kader van de Waterwet. Op korte termijn staan er geen verdere andere beekherstelprojecten in het HOWABO-gebied op de planning.

Ad 2. Binnen enkele jaren moet voor het gehele waterschap een nieuwe toets op de NBW-normen plaats vinden. Hierin zal gebruik gemaakt worden van de hier beschreven methode. Het nu vaststellen zorgt ervoor dat het uitgangspunt voor dit traject duidelijk is.

Ad 3. Op dit moment is het waterschap bezig met het toetsen van de regionale keringen. In de Verordening Water zijn in 2009 toetspeilen opgenomen op basis van een inschatting vanuit meetgegevens. Afgesproken is dat het mogelijk is om de toetspeilen aan te passen op basis van meer gedetailleerde berekeningen. Die waren op het moment van vaststellen van de Verordening Water nog niet beschikbaar. Uit een doorrekening van de gekozen golf blijkt dat de keuze voor deze golf iets lagere toetspeilen oplevert voor de regionale keringen langs de Dommel binnen het HOWABO-gebied (max 9cm lager). Deze wijziging kan meegenomen worden in het traject van het op orde brengen van de regionale keringen.

Ad 4 en Ad 5. De reserveringgebieden en de legger waterberging worden op een later moment vastgesteld. Hierin kan de voorgestelde T=150-afvoer situatie meegenomen worden.

Afstemming

De keuze die we hier maken is ook ambtelijk voorgelegd aan deskundigen bij waterschap Aa en Maas; zij staan achter onze keuze.

Risico’s

De twee belangrijkste risico’s bij het vaststellen van de afvoer situatie T=150 zijn het onderschatten of het overschatten van de waterstanden. Waarbij de kans op overschatting van de peilen het grootste is. Zie ook de bovenstaande onderbouwing.

Risico’s van onderschatting van de peilen bij een T150-situatie.

Door nader onderzoek zouden we erachter kunnen komen dat we de waterpeilen bij een T150-afvoer onderschat hebben doordat we het peil bij de Vughterstuw niet op 4.90m+NAP kunnen houden bij een T150-afvoersituatie. De kans hierop is heel klein aangezien de huidige bergingsgebieden nog een overcapaciteit hebben. Bovendien gaan we al uit van een negatief scenario doordat we de pieken op de Dommel/Essche stroom gelijk laten vallen met de Maaspiek. Statistisch gezien valt de Dommel/Essche stroom piek voor de piek van de Maas. Zodat het meeste water van de Dommel en Essche Stroom al weg is als de Maas op zijn hoogste punt is.

Risico’s van overschatting van de peilen bij een T=150 situatie.

Doordat binnen de projectplannen een vergelijking gemaakt wordt tussen de huidige situatie en het ontwerp en met name naar het verschil gekeken wordt, zal het ontwerp er niet anders uit gaan zien als met lagere peilen wordt getoetst. Dan zijn er namelijk ook in de huidige situatie lagere peilen. Dit geldt niet voor de waterkeringen. Deze zouden dan getoetst met verkeerde peilen en mogelijk te hoog aangelegd worden. Dit betekent dat er een hoger beschermingsniveau is dan 1x per 150 jaar. De inschatting is dat het aantal cm’s dat de waterkering hoger wordt dan noodzakelijk, zeer beperkt is, en daarmee maar een beperkte toename van de kosten oplevert.

 

Aldus vastgesteld op 16 april 2013

Het dagelijks bestuur,

mr. drs. P.C.G. Glas

watergraaf

drs. R.E. Viergever

secretaris