Organisatie | Gooise Meren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren houdende regels omtrent maatschappelijke participatie (Beleidsregels Doe-budget Gooise Meren 2021) |
Citeertitel | Beleidsregels Doe-budget Gooise Meren 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling Doe-budget 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2021 | nieuwe regeling | 15-06-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren
gelet op artikel 35, lid 1, van de Participatiewet en artikel 108 van de Gemeentewet;
overwegende dat van belang is dat inwoners met een laag inkomen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontwikkelen en ontplooien,
tot het vaststellen van de ‘Beleidsregels Doe-budget Gooise Meren 2021’.
Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en niet verder worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Het doel van het Doe-budget is inwoners die een laag inkomen hebben en niet beschikken over vermogen financiële ondersteuning te bieden bij maatschappelijke participatie en te voorkomen dat zij in een sociaal isolement raken. Maatschappelijke participatie is onder andere mogelijk in de volgende categorieën: sociaal, cultureel, sport, school/educatie en open.
Artikel 4. De aanvraag en toekenning
Aanvrager is verplicht om medewerking te geven en inlichtingen te verstrekken op grond van artikel 17, eerste en tweede lid, van de Participatiewet en om inzage te verlenen in alle zaken die van belang zijn om het recht te kunnen vaststellen. Aanvrager is verplicht om een kopie van een document te verstrekken als bedoeld in artikel 17, vierde lid, van de Participatiewet. Zowel de aanvrager als het (pleeg)kind moet geldig in Nederland verblijven.
De persoonlijke situatie, het inkomen over de maand voorafgaand aan de aanvraag en het vermogen op de laatste dag voorafgaand aan de maand van aanvraag zijn bepalend voor het recht op en de hoogte van het budget. Dit is niet van toepassing als het voorzienbaar is dat er in de resterende periode tot en met 30 juni een wijziging optreedt in het recht op het Doe-budget.
Artikel 6. Hoogte van het budget
Het maximale budget wordt met ingang van 1 juli 2021 vastgesteld. Dit maximale budget kan elk jaar vòòr 1 juli worden aangepast voor het daarop volgende jaar.
De aanvrager heeft naast de mogelijkheid om het één budget aan te vragen. De aanvraag heeft de mogelijkheid om hiervan 100% aan te vragen maar ook om 75% of 50% aan te vragen. Hiervoor kan worden gekozen als de aanvrager verwacht niet het gehele beschikbare budget uit te geven aan de daarvoor bestemde doeleinden. De aanvrager kan zijn/haar voorkeur op het aanvraagformulier aangeven.
Met ingang van 1 juli 2021 zijn de volgende budgetten vastgesteld:
De aanvragen kunnen middels steekproeven worden gecontroleerd. Wanneer blijkt dat de aanvrager niet het gehele budget heeft gebruikt of het budget heeft gebruikt voor verkeerde doeleinden wordt het bedrag teruggevorderd. Het terugvorderen van het Doe-budget vindt op dezelfde manier plaats als bij (bijzondere) bijstand.
Artikel 8. Situaties waarin deze regeling niet voorziet
Het college kan in bijzondere individuele gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling als deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college heeft de manager van de Uitvoeringsdienst Sociaal Domein gemandateerd om onderhavige regeling uit te voeren en besluiten te nemen op grond van deze regeling.
Artikel 10. Inwerkingtreding en overgangsrecht
Zolang een aanvrager en/of diens gezinslid een lopend Doe-budget op grond van de oude regelgeving heeft, wordt er geen Doe-budget op grond van de nieuwe regeling verstrekt. Dit geldt ook als er een verschil zit tussen de bedragen die vóór 1 juli 2021 zijn toegekend en de bedragen die vanaf 1 juli 2021 gelden.
Burgemeester en wethouders van Gooise Meren
de secretaris
M. Voorhorst
burgemeester
drs. H.M.W. ter Heegde
Het Doe-budget is bedoeld voor inwoners met een laag inkomen. Door middel van dit budget kunnen inwoners maatschappelijk participeren. Het budget kan bijvoorbeeld uitgegeven worden aan het lidmaatschap van een sportclub, bibliotheek of deelname aan een cursus. Daarnaast kan het gebruikt worden om de middelen die nodig zijn om te participeren te betalen. Zoals reiskosten, sportkleding, een fiets of een laptop
Alleen de bepalingen die om een nadere toelichting vragen worden hier behandeld. Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze regeling.
Geen nadere toelichting nodig.
De categorie ‘open’ geeft inwoners de mogelijkheid, mits goed onderbouwd, ook het budget aan andere middelen te besteden zoals bijvoorbeeld een fiets.
In deze regeling is het mogelijk dat een pleegouder, een zelfstandig ondernemer met een laag inkomen of een woningeigenaar die gebruik maakt van een krediethypotheek een aanvraag indient.
Wanneer het aanleveren van een definitieve aanslag inkomstenbelasting niet mogelijk is, volstaat het aanleveren van een voorlopige aanslag. Als er een voorlopige aanslag wordt aangeleverd, is de inwoner verplicht om een melding te maken als het belastbare inkomen in de definitieve aanslag meer dan 10% hoger uitvalt.
Wanneer de aanvraag voor een Doe-budget wordt gedaan na 1 september wordt het budget aangepast.
Wanneer het Doe-budget wordt aangevraagd op 1 januari, is dit op de helft van de gehandhaafde periode (juli-juni) van het D0e-budget. De aanvrager ontvangt dan de helft van het aangevraagde Doe-budget. Wanneer een alleenstaande een Doe-budget aanvraagt van € 292,- ontvangt hij of zij € 146,-.
De kosten moeten overeenkomen met het doel van het Doe-budget. Het gaat om maatschappelijke participatie en dit wordt ingedeeld naar de categorieën sociaal, cultureel, sport, school/educatie en open.
Wanneer de aanvrager samenwoont en niet schoolgaand is, dan is er sprake van de gehuwden/samenwonendennorm. Het budget dat wordt toegekend bij deze norm (€ 525,-) wordt gelijkmatig verdeeld over het aantal mensen van 21 jaar of ouder in het huishouden met een laag inkomen.
Er is voor gekozen om bedragen niet automatisch te indexeren. Als de regeling aangepast moet worden, dan wordt hier een collegebesluit over genomen.