Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Altena

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent gehandicaptenparkeerplaatsen (Beleidsregels Gehandicaptenparkeerplaatsen Altena)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAltena
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent gehandicaptenparkeerplaatsen (Beleidsregels Gehandicaptenparkeerplaatsen Altena)
CiteertitelBeleidsregels Gehandicaptenparkeerplaatsen Altena
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Notitie Parkeren van de gemeentes Aalburg, Werkendam en Woudrichem.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-06-2021nieuwe regeling

15-12-2020

gmb-2021-205431

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent gehandicaptenparkeerplaatsen (Beleidsregels Gehandicaptenparkeerplaatsen Altena)

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a)

    Aanvrager: de persoon door of namens wie de aanvraag om toekenning van een gehandicaptenparkeerplaats;

  • b)

    Algemene gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats voorzien van het verkeersbord E6, zoals bedoeld in bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) voor algemeen gebruik door bestuurders en passagiers in het bezit van een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart;

  • c)

    Bestuurder: de persoon die het voertuig bestuurt;

  • d)

    Bestuurderskaart: gehandicaptenparkeerkaart voor een persoon die zich vervoert met een door hemzelf bestuurd voertuig;

  • e)

    Brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een gesloten carrosserie;

  • f)

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena;

  • g)

    CROW: onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer;

  • h)

    Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK): parkeerkaart voor een persoon die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare beperking heeft van langdurige aard, waardoor hij - met gebruikelijke loopmiddelen - in redelijkheid niet in staat is zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

  • i)

    Gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

  • j)

    Individuele gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats voorzien van het verkeersbord E6, zoals bedoeld in bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en een onderbord met vermelding van een kentekennummer, voor één voertuig van een persoon die in het bezit is van een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart;

  • k)

    Loopafstand: de maximale afstand die een persoon met beperkingen - ten gevolge van een aandoening of gebrek - van langdurige aard, eventueel met behulp van de gebruikelijke hulpmiddelen, te voet kan afleggen;

  • l)

    Passagier: de persoon die zich met het voertuig laat vervoeren;

  • m)

    Passagierskaart: gehandicaptenparkeerkaart voor een persoon die voor verplaatsingen buitenshuis is aangewezen op vervoer door een ander;

  • n)

    Verkeerskundig onderzoek: onderzoek door de verkeersdeskundige van de gemeente Altena naar de beschikbare en geschikte parkeerruimte binnen een afstand van 100 meter vanaf de woning van de aanvrager, of binnen de door een arts vastgestelde (kortere) loopafstand;

  • o)

    Voertuig: een personenauto, een voor het vervoer van een gehandicapte ingerichte bestelauto, of een brommobiel.

Artikel 2. Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen

  • 1.

    Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen worden gerealiseerd bij voorzieningen die een publiek karakter hebben.

  • 2.

    Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen worden zo dicht mogelijk bij de ingang(en) van de publieke voorziening aangelegd, waarbij gestreefd wordt naar minimaal één algemene gehandicaptenparkeerplaats op minder dan 50 meter loopafstand van de ingang van de publieke voorziening;

  • 3.

    Bij de aanleg van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen wordt een verhouding van één algemene gehandicaptenparkeerplaats op 50 standaard parkeerplaatsen aangehouden.

  • 4.

    De aanleg en/of aanduiding van de gehandicaptenparkeerplaats geschiedt met inachtneming van de richtlijnen van het CROW en overige landelijk gangbare richtlijnen en/of normen.

Artikel 3. Procedure individuele gehandicaptenparkeerplaats

  • 1

    Aanvraag

    • a.

      Een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats moet schriftelijk, met gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde aanvraagformulier, worden ingediend bij het college.

    • b.

      Het aanvraagformulier dient volledig te worden ingevuld en te worden voorzien van een handtekening van de aanvrager.

    • c.

      De volgende gegevens dienen bij de aanvraag te worden overgelegd:

      • i.

        Kopie beide zijden geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart;

      • ii.

        Kopie geldig rijbewijs indien de aanvrager als bestuurder van een voertuig een gehandicaptenparkeerplaats aanvraagt;

      • iii.

        Kopie geldig legitimatiebewijs als de passagier een gehandicaptenparkeerplaats aanvraagt;

      • iv.

        Kopie geldig kentekenbewijs voertuig.

  • 2

    Onvolledigheid ingediende bescheiden

    Indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 3, lid 1, gestelde eisen, dan wordt de aanvrager, binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag, verzocht om de aanvraag binnen twee weken nadat hem dit is medegedeeld, aan te vullen of te verbeteren. Voldoet de aanvrager niet aan dit verzoek, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 3

    Besluitvorming

    • a.

      Het college beslist binnen acht weken na de ontvangst op de aanvraag om een gehandicaptenparkeerplaats.

    • b.

      Het college kan de beslissing, met redenen omkleed, met maximaal 6 weken verdagen. De aanvrager wordt hiervan, voor afloop van de onder a. genoemde termijn, schriftelijk in kennis gesteld. Daarbij wordt een zo kort mogelijke termijn genoemd waarbinnen de beslissing op de aanvraag tegemoet kan worden gezien.

    • c.

      Van de beslissing tot honorering of afwijzing van de aanvraag wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld. Bij honorering van de aanvraag ontvangt de aanvrager daarbij tevens een afschrift van het vereiste verkeersbesluit.

  • 4

    Bekendmaking verkeersbesluit

    • a.

      Het besluit tot toekenning van de gehandicaptenparkeerplaats wordt bekendgemaakt door publicatie van het daarop betrekking hebbende verkeersbesluit op de gemeentelijke webpagina en in de Staatscourant.

    • b.

      In de publicatie wordt vermeld gedurende welke termijn het verkeersbesluit ter inzage ligt en tegen het verkeersbesluit door belanghebbenden bezwaar kan worden gemaakt.

  • 5

    Uitvoering verkeersbesluit

    • a.

      De uitvoering van het verkeersbesluit, door middel van het plaatsen van het verkeersbord met onderbord met kenteken en het aanbrengen van een parkeerkruis, vindt plaats na afloop van de bezwarentermijn.

    • b.

      De aanleg en/of aanduiding van de gehandicaptenparkeerplaats geschiedt met inachtneming van de richtlijnen van het CROW en overige landelijk gangbare richtlijnen en/of normen.

Artikel 4 Toewijzingscriteria als de aanvrager bestuurder is

De aanvrager die bestuurder is komt in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats indien:

  • 1

    De aanvrager in het bezit is van een geldig rijbewijs; en

  • 2

    De aanvrager in het bezit is van een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart (type bestuurderskaart); en

  • 3

    In de directe woonomgeving van de aanvrager, dat wil zeggen binnen een afstand van 100 meter vanaf de (voor-)deur van zijn woning, of binnen de op grond van het onderzoek naar de sociaal-medische beperkingen vastgestelde loopafstand van de aanvrager, naar het oordeel van het college in het algemeen onvoldoende, voor de aanvrager geschikte parkeergelegenheid beschikbaar is; en

  • 4

    Op grond van het verkeerskundig onderzoek wordt vastgesteld dat het uit verkeerstechnisch oogpunt mogelijk is om in de in lid 3 bedoelde woonomgeving of loopafstand een gehandicaptenparkeerplaats aan te duiden of aan te leggen;

  • 5

    De aanvrager niet beschikt of kan beschikken over parkeergelegenheid op eigen terrein, zoals een erf, garage, eigen oprit;

Artikel 5 Toewijzingscriteria als de aanvrager passagier is

  • 1.

    De aanvrager die passagier is dient voor het vervoer afhankelijk te zijn van het voertuig dat een huisgenoot, die op het adres van de aanvrager als bewoner staat ingeschreven, bestuurt. De aanvrager die passagier is komt in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats indien:

    • a.

      De aanvrager in het bezit is van een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart (type passagierskaart); en

    • b.

      ten gevolge van een aandoening of gebrek andere aantoonbare ernstige beperkingen heeft dan loopbeperkingen; of

    • c.

      voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk is van de hulp van de bestuurder; of

    • d.

      niet alleen gelaten kan worden na het uitstappen uit het voertuig, gedurende de tijd die de bestuurder in de regel nodig heeft om het voertuig (elders) te parkeren.

  • 2

    De genoemde beperkingen in artikel 4 lid 3 aangetoond moeten worden door middel van een advies van een onafhankelijk medische adviseur, niet zijnde de eigen huisarts.

  • 3

    In de directe woonomgeving van de aanvrager, dat wil zeggen binnen een afstand van 100 meter vanaf de (voor-)deur van zijn woning, of binnen de op grond van het onderzoek naar de (sociaal-) medische beperkingen vastgestelde loopafstand van de aanvrager, naar het oordeel van het college in het algemeen onvoldoende, voor de aanvrager geschikte parkeergelegenheid beschikbaar is; en

  • 4

    Op grond van het verkeerskundig onderzoek wordt vastgesteld dat het uit verkeerstechnisch oogpunt mogelijk is om in de in lid 3 bedoelde woonomgeving of loopafstand een gehandicaptenparkeerplaats aan te duiden of aan te leggen.

Artikel 6 Verkeerskundig onderzoek

  • 1

    De verkeersdeskundige van de gemeente Altena verricht onderzoek naar de beschikbaarheid van parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 4, lid 3, alsmede naar de mogelijkheid tot aanduiding of aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 3, lid 4 en artikel 5, lid 3.

  • 2

    Van onvoldoende parkeergelegenheid, als bedoeld in artikel 4, lid 3 en artikel 5, lid 2, is sprake indien uit het onderzoek van de verkeersdeskundige blijkt dat de beschikbaarheid van voor de aanvrager geschikte, openbare parkeergelegenheid, mede gelet op de parkeerdruk in de nabijheid van de woning, redelijkerwijs niet kan worden gegarandeerd.

  • 3

    In het kader van het onderzoek beoordeelt de verkeersdeskundige, naast de verkeerstechnische aspecten, tevens de verkeersveiligheidsaspecten.

  • 4

    Over de bevindingen naar aanleiding van het verkeerskundig onderzoek brengt de verkeersdeskundige een advies uit.

Artikel 7 Kosten

  • 1

    Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om toekenning van een individuele gehandicaptenparkeerplaats is de aanvrager leges verschuldigd. De hoogte van de leges is vastgesteld in de tarieventabel, behorende bij de gemeentelijke legesverordening.

  • 2

    De kosten van de aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats, alsmede de kosten van de plaatsing van het verkeersbord en onderbord met kenteken worden bij de aanvrager in rekening gebracht. De hoogte hiervan is vastgesteld in de in lid 1 bedoelde tarieventabel.

  • 3

    De kosten van vervanging van een onderbord in verband met een wijziging van het kenteken worden bij de aanvrager in rekening gebracht. De hoogte hiervan is vastgesteld in de in lid 1 bedoelde tarieventabel.

  • 4

    Aan het opheffen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats zijn geen kosten verboden.

Artikel 8 Verhuizing

Indien de aanvrager die beschikt over een gehandicaptenparkeerplaats verhuist, vervalt het recht op de parkeerplaats. Indien de aanvrager na verhuizing opnieuw over een gehandicaptenparkeerplaats wenst te beschikken, dan dient voor het nieuwe adres een nieuwe aanvraag te worden ingediend.

Artikel 9 Intrekking toekenningsbesluit/ opheffing individuele gehandicaptenparkeerplaats

Het college kan het besluit tot toekenning van een gehandicaptenparkeerplaats intrekken en/of de gehandicaptenparkeerplaats opheffen indien:

  • a.

    de aanvrager hierom verzoekt;

  • b.

    de aanvrager verhuisd is;

  • c.

    de aanvrager feitelijk niet meer woont of verblijft op het in de aanvraag vermelde adres;

  • d.

    de aanvrager overleden is;

  • e.

    de gehandicaptenparkeerplaats is toegekend op grond van door de aanvrager verstrekte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegekend indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag en beoordeling daarvan bekend zou zijn geweest;

  • f.

    de aanvrager die in de aanvraag als bestuurder is vermeld feitelijk niet langer de bestuurder van het voertuig is;

  • g.

    de aanvrager die in de aanvraag als bestuurder is vermeld geen rijbewijs of geen voertuig meer heeft;

  • h.

    de aanvrager niet meer beschikt over een geldige gehandicaptenparkeerkaart of niet langer in aanmerking komt voor een gehandicaptenparkeerkaart;

  • i.

    de aanvrager de beschikking krijgt over parkeergelegenheid op eigen terrein (bijvoorbeeld garage, erf of eigen oprit);

  • j.

    de parkeerdruk binnen de loopafstand van de woning van de aanvrager zodanig is dat in het algemeen over voldoende en voor de aanvrager geschikte (openbare) parkeergelegenheid is voorzien.

Artikel 10 Voorwaarden

De aanvrager aan wie een individuele gehandicaptenparkeerplaats is toegekend dient het college onmiddellijk in kennis te stellen van de volgende feiten of omstandigheden:

  • a.

    verhuizing of wijziging van adres;

  • b.

    het feitelijk niet meer gebruik maken van het voertuig als bestuurder;

  • c.

    het niet meer beschikken over een rijbewijs (bijvoorbeeld bij inlevering of intrekking van het rijbewijs);

  • d.

    het niet meer beschikken over het voertuig (bijvoorbeeld bij verkoop of vervanging van het voertuig);

  • e.

    het niet meer beschikken over een geldige gehandicaptenparkeerkaart;

  • f.

    het kunnen beschikken over parkeergelegenheid op eigen terrein;

  • g.

    verbetering van de mobiliteit.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels indien toepassing van deze beleidsregels naar het oordeel van het college tot kennelijk onredelijke situaties leidt.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1

    Aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels, worden behandeld conform de bestaande beleidsregels van de gemeentes Aalburg, Werkendam en Woudrichem.

  • 2

    Het bepaalde in artikel 9 is van overeenkomstige toepassing op gehandicaptenparkeerplaatsen die zijn toegekend voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 13 Intrekken oude beleidsregels gemeentes Aalburg, Werkendam en Woudrichem

De beleidsregels van de gemeentes Aalburg, Werkendam en Woudrichem zoals vastgelegd in de Notitie Parkeren worden met ingang van de datum waarop deze regeling van kracht wordt ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Beleidsregels Gehandicaptenparkeerplaatsen Altena.

Almkerk, 15-12-2020

Het college van Burgemeester en Wethouders van Altena,

De secretaris,

drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de burgemeester,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM