Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord

Reglement nevenwerkzaamheden personeel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingReglement nevenwerkzaamheden personeel
CiteertitelReglement nevenwerkzaamheden personeel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Regeling nevenwerkzaamheden personeel is eerder vastgesteld en de inwerkingtreding ervan zou geschieden op 1 januari 2002, maar om technische redenen is het besluit niet eerder bekendgemaakt in het publicatieblad. Met terugwerkende kracht wordt het besluit, alsnog bekendgemaakt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2002nieuwe regeling

01-01-2002

bgr-2021-546

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement nevenwerkzaamheden personeel

De Regeling nevenwerkzaamheden personeel is eerder vastgesteld en de inwerkingtreding ervan zou geschieden op 1 januari 2002, maar om technische redenen is het besluit niet eerder bekendgemaakt in het publicatieblad. Met terugwerkende kracht wordt het besluit, alsnog bekendgemaakt.

 

 

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord:

 

Besluit vast te stellen de navolgende regeling:

 

Reglement nevenwerkzaamheden personeel

 

Inhoudsopgave

 

 

 

Artikel 1  

De medewerker in dienst van de Veiligheidsregio Limburg-Noord, met een aanstelling of arbeidsovereenkomst ingevolge deel I, die nevenwerkzaamheden verricht of wil gaan verrichten waarvan hij in redelijkheid kan vermoeden dat die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling, kunnen raken, is verplicht die nevenwerkzaamheden te melden bij de directeur/secretaris; de directeur meldt zijn - hier bedoelde - nevenwerkzaamheden aan de secretaris; de secretaris meldt zijn - hier bedoelde - nevenwerkzaamheden aan de voorzitter.

 

Artikel 2  

Lid 1

Nevenwerkzaamheden, bedoeld in artikel 1, kunnen onder meer bestaan uit het uitoefenen van een eigen bedrijf, het als zelfstandige al dan niet tegen betaling verlenen van diensten of geven van adviezen, waaronder begrepen het lidmaatschap van door overheidsorganen ingestelde commissies, het toetreden tot besturen van verenigingen of maatschappelijke organisaties en het verrichten van vrijwilligerswerk.

Lid 2

Onder nevenwerkzaamheden in de zin van dit reglement wordt niet verstaan een politieke functie, zijnde een vertegenwoordigende functie in een publiekrechtelijke college, zoals bedoeld in artikel 125 c van de Ambtenarenwet.

 

Artikel 3  

Indien de medewerker en de directeur, respectievelijk de directeur en de secretaris, dan wel de secretaris en de voorzitter in gezamenlijk overleg tot de conclusie komen, dat de gemelde nevenwerkzaamheden geen risico inhouden voor de goede vervulling van de functie of het goed functioneren van de openbare dienst, kan met de gedane melding worden volstaan. De directeur, respectievelijk de secretaris dan wel de voorzitter bevestigt schriftelijk dat hij geen bezwaren ziet.

 

Artikel 4  

Lid 1

Indien twijfel bestaat over een mogelijk risico, als bedoeld in artikel 3, dan wel geoordeeld wordt, dat door de uitoefening van de nevenwerkzaamheden de goede vervulling van de functie of het goed functioneren van de openbare dienst, voor zover deze in verband staan met de functievervulling, niet in redelijkheid is verzekerd en de medewerker de (beoogde) nevenwerkzaamheden wil (blijven) verrichten, dient de aangelegenheid door de betrokken werknemer voor een standpuntbepaling aan het Dagelijks Bestuur te worden voorgelegd. Daarbij dient een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving te worden gegeven van de aard en de omvang van de (beoogde) nevenwerkzaamheden, alsmede informatie over de vraag of die werkzaamheden al dan niet geheel in vrije tijd (zullen) worden verricht en of al dan niet sprake is van betaalde nevenwerkzaamheden.

Lid 2

Het verzoek om een standpuntbepaling als bedoeld in het eerste lid, dient vergezeld te gaan van de visie van de directeur, respectievelijk de secretaris, dan wel de voorzitter betreffende de (eventuele) consequenties van de verrichte of de beoogde nevenwerkzaamheden voor de functievervulling en of het functioneren van de openbare dienst. Ook dient daarbij vermeld te worden de eventuele wenselijkheid van het stellen van voorwaarden.

 

Artikel 5  

Lid 1

Indien nevenwerkzaamheden geheel of gedeeltelijk tijdens diensttijd worden verricht, dient daarvoor vakantieverlof te worden opgenomen.

Lid 2

Voor nevenwerkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, die naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur van voldoende meerwaarde zijn voor de functievervulling of anderszins van voldoende belang zijn voor de Veiligheidsregio kan op verzoek van de medewerker buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden verleend.

Lid 3

Indien de medewerker tijdens de verlofperiode als bedoeld in het tweede lid voor het nevenwerk een vergoeding ontvangt, niet zijnde een vergoeding voor gemaakte kosten, dient de vergoeding in de Veiligheidsregiokas te worden gestort. De vergoeding, die ingevolge dit lid in de Veiligheidsregiokas dient te worden gestort, gaat het bedrag van de bezoldiging over de met het verlof overeenkomende tijd niet te boven.

Lid 4

Onder nevenwerkzaamheden, bedoeld in dit artikel, worden ook nevenwerkzaamheden begrepen, die niet onder de meldplicht vallen van dit reglement.

 

Artikel 6  

Binnen 8 weken nadat het in artikel 4 bedoelde verzoek is ontvangen, neemt het Dagelijks Bestuur een besluit naar aanleiding van dat verzoek.

 

Artikel 7  

Lid 1

Bij de oordeelsvorming van het Dagelijks Bestuur met betrekking tot de toelaatbaarheid van de verrichte of beoogde nevenwerkzaamheden zullen in elk geval de volgende criteria worden gehanteerd:

  • 1.

    onoorbare belangenverstrengeling;

  • 2.

    botsing van belangen;

  • 3.

    schade aan het aanzien van het ambt.

 

Lid 2

Het Dagelijks Bestuur kan aan het verrichten van nevenwerkzaamheden voorwaarden verbinden die naar zijn oordeel noodzakelijk zijn om de goede functievervulling of de goede functionering van de openbare dienst te waarborgen.

 

Artikel 8  

Van de besluiten op verzoeken om een standpuntbepaling, als bedoeld in artikel 4 wordt een register aangelegd. Het register wordt onder verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur namens hen beheerd door of namens de beleidsmedewerker Personeelszaken van de Veiligheidsregio Limburg-Noord.

 

Artikel 9  

Het doel van de registratie is het verzamelen en registreren van gegevens inzake door medewerkers verrichte nevenwerkzaamheden ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van het regionaal beleid inzake handhaving en bevordering van de integriteit van de Veiligheidsregio en zijn medewerkers.

 

Artikel 10  

In het register worden opgenomen, naam, voornamen en functie, van degene die een verzoek om een standpuntbepaling als bedoeld in artikel 4 heeft ingediend, de datum van het verzoek, de aard en omvang van de nevenwerkzaamheden en de beslissing van het Dagelijks Bestuur.

 

Artikel 11  

Rechtstreekse toegang tot de registratie hebben uitsluitend de beheerder en de secretaris, alsmede de directeur en de personeelsadviseur van de sector / dienst voor zover het betreft informatie over nevenwerkzaamheden van binnen hun dienstonderdeel werkzame medewerkers.

 

Artikel 12  

Verstrekking van in het register opgenomen gegevens aan andere instanties of personen dan degene op wie de gegevens betrekking hebben, vindt uitsluitend plaats op basis van een besluit van het Dagelijks Bestuur. Daarbij worden de bepalingen van de van toepassing zijnde privacywetgeving in acht genomen.

 

Artikel 13  

De medewerker heeft te allen tijde het recht op inzage van de over hem in het register opgenomen gegevens.

 

 

 

Artikel 14  

Ter beveiliging van de in het register opgenomen gegevens, tegen verlies of aantasting en tegen onbevoegde kennisneming wijziging of verstrekking daarvan worden door of vanwege de beheerder technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen getroffen.

 

Artikel 15  

Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement nevenwerkzaamheden personeel”. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

 

 

 

 

Aldus besloten in de reguliere vergadering van het dagelijks bestuur.

Dagelijks bestuur,

De secretaris, de voorzitter,