Organisatie | Tholen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen houdende regels omtrent de schuldhulpverlening (Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 gemeente Tholen) |
Citeertitel | Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 gemeente Tholen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels schuldhulpverlening 2020 gemeente Tholen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2021 | nieuwe regeling | 08-06-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen,
overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen in het kader van Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,
de navolgende Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 gemeente Tholen vast te stellen:
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeente Tholen die 18 jaar of ouder zijn kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.
Artikel 4 Verplichtingen college
Het college zal op basis van de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK, en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen, een schuldregeling tussen de schuldeisers en verzoeker tot stand proberen te brengen, tenzij dit naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van het college kan worden verlangd.
Artikel 5 Verplichtingen verzoeker
Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldregelingstraject.
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
Artikel 8 Recidive – hernieuwde aanvraag
Ten aanzien van de verzoeker met minderjarige thuisinwonende kinderen worden alle mogelijkheden ten aanzien van schuldhulpverlening bekeken om afsluiting van gas, water en energie of woningontruiming te voorkomen, onder de voorwaarde dat de ouders de vereiste medewerking verleen zoals bijvoorbeeld:
Tholen, 8 juni 2021
Burgemeester en wethouders van Tholen,
De secretaris,
w.g. J.K. Fraanje
De burgemeester
w.g. M.L.P Sijbers
Toelichting op Beleidsregels schuldhulpverlening 2021
Op 23 januari 2020 heeft de Gemeenteraad van Tholen het Beleidsplan Schuldhulpverlening en daarmee de visie op het terrein van schuldhulpverlening vastgelegd. De beleidsregels zijn hierop gebaseerd en op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)
De Wgs valt onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het is daarom van belang om regels over de toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in beleidsregels vast te stellen zodat het voor de burger helder is wat de spelregels zijn.
Bij de toelating van schuldhulpverlening worden de criteria gehanteerd die in deze beleidsregels zijn opgenomen. Naast algemene criteria kan voor specifieke groepen of situaties een op maat gesneden aanpak nodig zijn. Denk hierbij aan jongeren, mensen met zware psycho- sociale problemen en dreigende situatie volgens artikel 4 lid 2 van de Wgs, zoals huisontruiming en afsluiting van gas, water en elektriciteit.
De hulpvraag als bedoeld in artikel 4 van de Wgs vindt plaats binnen vier weken na het eerste contact met de gemeente. Bij crisissituaties (bijvoorbeeld dreigende huisuitzetting) wordt de hulpvraag binnen drie werkdagen na het eerste contact vastgesteld.
Bij de aanpak werkt de gemeente nauw samen met partners. De verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om de aanpak te doen slagen.
Het gebruik van schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening. De inspanningen zijn er op gericht om mensen financieel zelfstandig te maken. De schulddienstverlening is in principe gelimiteerd tot eens in de drie jaar.
De criteria in de beleidsregels geven invulling aan de juridische voorwaarden voor de toepassing van de Awb. Daarmee is de rechtszekerheid voor de burger gewaarborgd. Deze heeft immers de mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen.
Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en bepalingen uit andere wetten zoals de Participatiewet en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.
Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeente Tholen die 18 jaar of ouder zijn. Onder de doelgroep vallen ook zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers), ondernemers met een eenmanszaak of een vennootschap onder firma (VOF) met schulden.
Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college dit noodzakelijk acht. Leidend daarbij zijn de zelfredzaamheid van de klant en de aard van de schulden. Wanneer het college van mening is dat zowel de zelfredzaamheid als de aard van de schulden daartoe aanleidinggeven, kan zij verzoeker eerst doorverwijzen naar flankerende hulpverlening en de aanvraag voor schuldhulpverlening (eventueel voorlopig) weigeren.
Daarnaast kan een verzoek tot schuldhulpverlening ook geweigerd worden wanneer verzoeker geen problematische schuldsituatie heeft. Op grond hiervan wordt een aanvraag tot schuldregeling afgewezen. Op deze manier wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger instaat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven.
Lid 2 toont de kern van integrale schuldhulpverlening aan: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In dit lid worden vijf factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:
Dit artikel geeft een indicatie van de afwegingen die de schuldhulpverlener maakt wanneer iemand zich aanmeldt voor schuldhulpverlening.
Ten eerste is daar de mate waarin de schulden te regelen zijn. Er zijn schulden die wettelijk tot 100% moeten worden afgelost en dus niet in aanmerking komen voor een schuldsanering. In zo’n geval kan schuldhulpverlening, behalve het aanbieden van een adviesgesprek, niets voor de verzoeker doen.
Ten tweede is de psycho-sociale situatie van de verzoeker van belang. In het geval bijvoorbeeld verslaving of andere psychische problemen wordt er de voorwaarde gesteld dat er reguliere hulpverlening ingeschakeld wordt. De verzoeker wordt daarom doorverwezen naar de geïndiceerde hulpverlening en daarnaast ondersteund door de schuldhulpverlener met het doel om de schulden te stabiliseren en budgetbeheer aan te bieden.
Ten derde is de houding en het gedrag van de verzoeker van cruciaal belang. Tijdens een schuldhulpverleningstraject dient de verzoeker alles te doen wat nodig is voor het oplossen van de schulden. Daaronder vallen bijvoorbeeld het aanpassen van het bestedingsgedrag en het niet aangaan van nieuwe schulden. Wanneer een verzoeker zich hieraan niet houdt, wordt de dienstverlening vanuit de schuldhulpverlening beëindigd.
De regels met betrekking tot een eerder gebruik van schuldhulpverlening staan beschreven in artikel 8.
Artikel 4 Verplichtingen college
Het college houdt zich aan de gedragscode van de Nederlandse Vereniging Van Kredietbanken (NVVK) als het gaat om de praktijk van de schuldhulpverlening en de informatievoorziening naar verzoeker.
Artikel 5 Verplichtingen en gevolgen schending daarvan
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van verzoeker voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van verzoeker om tijdig de benodigde informatie te geven (eerste lid) en medewerking te verlening (tweede lid). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject
Artikel 6 Weigeren – hersteltermijn
Indien verzoeker niet of niet in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, eerste en tweede lid, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren, dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt verzoeker, conform het tweede lid, eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet genoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.
Wanneer verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet nakomt, kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening In het kader van de eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.
Artikel 6 is geformuleerd als een zogenaamde “kan” bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om, met name indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, van een weigering of beëindiging af te zien.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat de werking van artikel 5 onaangetast.
In artikel 3 lid 2 van de Wgs is de bevoegdheid van het college neergelegd om schuldhulpverlening te weigeren wanneer een persoon al eerder hiervan gebruik heeft gemaakt (recidive). Dit artikel is een uitwerking van de beleidskeuze.
Er is sprake van recidive wanneer een verzoeker zich binnen 10 jaar na het doorlopen of het door eigen toedoen beëindigen van een minnelijke of wettelijke schuldregeling zich opnieuw meldt voor een schuldregeling.
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt hiermee een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen.
De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 8 indien nodig (in gevolge artikel 9: de hardheidsclausule). Bijvoorbeeld als er redenen zijn die de schuldenaar niet waren toe te rekenen. Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 8.
In het geval van recidive wordt enkel het product stabilisatie ingezet om schulden beheersbaar te maken zodat de verzoeker minimaal blijft beschikken over een inkomen op het bestaansminimum.
Indien de verzoeker 1 of meerdere thuisinwonende minderjarige kinderen heeft worden alle mogelijkheden ten aanzien van schuldhulpverlening bekeken. Wanneer verzoeker niet geholpen kan worden of enkel stabilisatie kan worden geboden, wordt contact gelegd met de procescoördinator Sociaal Domein.
Schuldhulpverlening is een breed begrip en omvat alle producten zoals de gemeente die kent.
Een traject schuldhulpverlening is één van de gemeentelijke producten, maar kan ook betrekking hebben op een schuldregeling ingevolge de Wet schuldsanering natuurlijke personen.
Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening tellen de verleende schuldhulpverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.
Artikel 9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.