Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor raadsleden en commissieleden van de gemeente Zevenaar |
Citeertitel | Gedragscode voor raadsleden en commissieleden van de gemeente Zevenaar |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Landelijk modelformulier |
Geen
artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2021 | Nieuwe regeling | 02-06-2021 |
Het gemeentelijk bestuur van Zevenaar dient het belang van haar inwoners. Een integer bestuur is noodzakelijk voor het vertrouwen van burgers in het gemeentebestuur. Het handelen van raadsleden staat altijd in de publieke belangstelling. Wij hebben daarom een voorbeeldfunctie.
Wij staan midden in de samenleving en zijn daarmee verbonden. Verbinding met de samenleving is belangrijk. Daarin heeft iedereen een eigen netwerk. Tegelijk werken we voor de hele bevolking en gaan we over de besteding van publiek geld. Dit brengt dilemma’s met zich mee die raken aan integriteit.
Deze gedragscode biedt ons handvatten voor het omgaan met deze dilemma’s. Het is geen uitputtende regeling, die de gewenste route in alle voorkomende gevallen beschrijft. Daarvoor is de praktijk te ingewikkeld. Wel biedt het richting en steun voor de manier waarop de gemeenteraad van Zevenaar integriteit onderdeel maken van de manier waarop zij werken.
Bij integriteit gaat het over meer dan de juridische regels en onze waarden. Het gaat vooral over gedrag. Iedereen is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk om integer te werk te gaan. Maar dit betekent niet dat integriteit alleen een persoonlijk onderwerp is. We hebben niet altijd in de hand hoe anderen te werk gaan. Wat we wel in de hand hebben, is het bespreken van integriteit.
Door steeds met elkaar te spreken over integriteit en de dilemma’s uit de dagelijkse praktijk, wordt het (zelf)bewustzijn aangescherpt. Ook wordt duidelijk wat integriteit in Zevenaar betekent en vraagt. Dat maakt het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur sterker. In plaats van een lijst met regels staan in deze gedragscode daarom alleen de uitgangspunten waar wij achter staan en waar we in gesprekken op kunnen terugvallen.
Wij werken volgens deze uitgangspunten en staan open voor een gesprek over hoe we werken. Dat neemt niet weg dat sommige situaties om een oordeel vragen. In dat geval oordelen wij niet zomaar, zonder te weten waar het overgaat, maar verzamelen eerst de informatie die we nodig hebben. Ook letten we er met elkaar op dat integriteit niet als een politiek middel wordt gebruikt.
In deze gedragscode werken we onze uitgangspunten in onderwerpen uit. Deze gedragscode geldt voor de leden van de gemeenteraad en voor de commissieleden.1
Twijfelen we over het gedrag van onszelf of van een collega? Dan bespreken raadsleden dit met de griffier of de burgemeester. Met wie we het verder bespreken verschilt van geval tot geval. Soms is overleg met de griffier of burgemeester genoeg, terwijl we het bij andere situaties met meer mensen moeten bespreken. De griffier en burgemeester denken mee over de meest geschikte manier van bespreken.
Bij (een vermoeden van) het overtreden van deze gedragscode, melden wij dit bij de burgemeester. We volgen daarbij de procedure zoals vastgelegd in het protocol vermoedens integriteitsschendingen, dat als bijlage bij deze gedragscode is gevoegd.
Bij al ons handelen, weten wij wat de gevolgen van ons handelen zijn en hoe anderen daarnaar kijken.
Bij belangenverstrengeling is er een vermenging van het algemene gemeentelijke en een persoonlijk belang. Het persoonlijk belang kan bijvoorbeeld komen door een (neven)functie. Ook een belang van bijvoorbeeld vrienden, familie, bedrijven of organisaties waar raadsleden als privépersoon banden mee hebben, kan hun handelen veranderen. Een zuiver en objectief besluit of handeling komt dan in gevaar.
Belangenverstrengeling kan ook komen door een vraag vanuit de samenleving om zich voor een bepaalde zaak of probleem in te zetten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan belangen- of actiegroepen die een beroep op raadsleden doen. Naast het voorkomen van belangenverstrengeling, hebben raadsleden de taak om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, als dat binnen het gebied ligt waarbinnen zij invloed hebben.
Als we belangen hebben bij een dossier, maken we dat bekend. Dat kan bv door de griffier of de burgemeester vooraf te informeren. Zij kunnen je ook adviseren hoe om te gaan met die belangen ivm het raadswerk.
Het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling, vraagt meer van ons dan het wettelijke ‘niet meestemmen’ over een onderwerp.2 Wij bewaren afstand tot een dossier, als er belangenverstrengeling is. Dit betekent dat we ook niet aan een overleg over het dossier in de fractie meedoen.
Om belangenverstrengeling te voorkomen, bewaren we afstand tot bepaalde onderwerpen of vragen. Dat doen we niet alleen in de rol van raadslid maar ook als privépersoon. Het uitgangspunt is dat het bij onze rol als raadslid past om inwoners en organisaties de weg te wijzen en informatie te geven. Wij zijn terughoudend in het optreden als woordvoerder of vertegenwoordiger van deze inwoners en organisaties richting anderen.
Raadsleden staan midden in de samenleving. Zij combineren het raadswerk met werk- en privé-activiteiten. Het uitvoeren van bezoldigde en onbezoldigde (neven-)functies hoort hierbij.
Sommige (neven-)functies passen beter dan andere. Het uitgangspunt is dat onze (neven-)functies het belang van de gemeente niet mogen schaden of daarmee in strijd zijn.
Wanneer (neven-)functies raakvlakken hebben met de rol van raadslid, beoordelen we of we beide functies kunnen uitvoeren. Dat doen we met de volgende voorwaarden:
We letten erop dat (neven-)functies niet leiden tot situaties van (de schijn van) belangenverstrengeling of bevoordeling. Het is daarom belangrijk dat wij, zoals in de Gemeentewet (artikel 13, artikel 15) staat, onze (neven-)functies en openbaar maken en dat wij het overzicht daarvan bijhouden.
De griffier legt de (neven-)functies van raadsleden vast in een openbaar register. Raadsleden geven daarbij aan of het om een bezoldigde of onbezoldigde functie gaat. Als er aanpassingen zijn, melden raadsleden dit bij de griffier. De griffier stuurt alle raadsleden elk jaar een herinnering om te controleren of het register bijgewerkt is. Raadsleden maken waar nodig en mogelijk afspraken om een nevenfunctie en het raadswerk te kunnen combineren.
Openbaarheid en transparantie zijn kernwaarden in het openbaar bestuur en belangrijk voor het goed werken van onze democratie. Onderwerpen behandelen we dan ook zo veel als kan in het openbaar. Wij moeten met grote zorgvuldigheid omgaan met de informatie die wij hebben. Informatie die we via het raadswerk krijgen, gebruiken we alleen voor de doelen waarvoor die bedoeld is. Niet om persoonlijk of ander voordeel te krijgen.
Soms is het nodig om stukken of datgene wat we in een vergadering hebben besproken geheim te houden. In onze notitie geheimhouding in Zevenaar, staat hoe en waarom we deze notitie gebruiken. Als we het niet eens zijn met de geheimhouding, dan bespreken we dat in de raad. Als we hebben besloten om documenten/stukken of hetgeen we in een vergadering hebben besproken geheim te houden, dan houden we ons daaraan. In geen geval kiezen we ervoor dit zelf openbaar te maken of stukken of informatie te lekken.
Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen college- en raadsleden en met ambtenaren is erg belangrijk. Als het hieraan schort, beschadigt dat niet alleen de onderlinge relatie, maar ook de goede naam van het hele gemeentebestuur. Wij bespreken in Zevenaar de inhoud, we spelen niet op de persoon. We praten met mensen, niet over mensen.
Gebruik voorzieningen en faciliteiten van de gemeente
Onder gemeentelijke voorzieningen en faciliteiten vallen alle spullen van de gemeente Zevenaar waar raadsleden gebruik van kunnen maken. Denk aan het gebruik van de vergaderkamers, de raadzaal, printers, tablets of toegangspasjes.
De gemeentelijke voorzieningen en faciliteiten gebruiken we in de eerste plaats voor het doel waarvoor we ze hebben gekregen of voor mogen gebruiken. Gebruiken we een tablet privé, dan zorgen wij ervoor dat we het zakelijk gebruik altijd mogelijk blijft. Het is logisch dat we voorzichtig en netjes met deze voorzieningen en faciliteiten omgaan. Wij hebben hierin in de eerste plaats een eigen taak. Hierop zijn we ook aanspreekbaar door anderen.
Er zijn rechtspositionele regelingen die het mogelijk maken dat wij gemaakte kosten terug kunnen vragen. Vanzelfsprekend houden we ons hierbij aan de regels. De kosten die we terugvragen worden gecontroleerd en krijgen we volgens de regels terugbetaald.
Uitnodigingen, geschenken en giften
Het aannemen van uitnodigingen, geschenken en giften, als raads- of commissielid, hoort soms bij het normale omgangsverkeer. Of dat het geval is, hangt samen met functionaliteit, proportionaliteit en voor welk deel het aannemen daarvan zorgt voor verwachtingen die niet de bedoeling zijn.
Uitnodigingen die we als raadslid krijgen, nemen we alleen aan als deze een bepaald nut hebben voor de gemeente. Of, als we hiermee het ambt van raadslid goed kunnen uitvoeren. Uitnodigingen en buitenlandse reizen (vooral van niet-overheden) ons aangeboden als raads- of commissielid, die andere organisaties of personen betalen melden en bespreken we altijd. Deze melding wordt gedaan aan de griffier. Als raadsleden een (buitenlandse) dienstreis maken (bv deelname aan de EU-regio bijeenkomsten), dan betaalt de gemeente Zevenaar deze zelf.
Raadsleden krijgen soms geschenken en giften van andere organisaties of personen aangeboden. Of we deze kunnen aannemen hangt af van of de waarde ervan in verhouding staat tot de reden om het aan te bieden. Voor geschenken en giften met een geschatte waarde van (meer dan) €50 vinden we dat in ieder geval niet het geval. Dan geven we het geschenk terug of gaat het geschenk naar de gemeente. We nemen nooit geld aan en ontvangen op ons thuisadres geen giften en geschenken. Als dit per ongeluk toch gebeurt, dan melden raadsleden dit bij de griffier. We melden bij de gever dat we niet blij zijn met het ontvangen van giften op het thuisadres.
De bedoeling van de gever en timing van de gift zijn belangrijke voorwaarden om uitnodigingen, geschenken en giften wel of niet aan te nemen. We gaan daarom na wat het voordeel van de andere partij kan zijn, nu en in de toekomst. Een uitnodiging, geschenk of gift weigeren we als het een tegenprestatie is voor een positieve beslissing of het hier toe kan leiden. Ook als het aannemen ervan deze indruk kan wekken, weigeren we dit.
Aandacht voor integriteit en evaluatie
Om het integriteitsbewustzijn levend en scherp te houden, geven wij ieder jaar minimaal één keer samen aandacht aan integriteit.
De waarde van de gedragscode ligt in het gebruik ervan door raadsleden. Het is daarom belangrijk dat het geschikte en herkenbare handvatten biedt voor hoe wij in Zevenaar willen omgaan met integriteit. Om te zorgen dat de gedragscode van waarde blijft, bekijkt het presidium elke twee jaar of ze deze gedragscode moeten aanpassen.
Is het in bijzondere situaties onduidelijk hoe wij volgens deze gedragscode te werk willen gaan? Dan hebben we het hier met elkaar over en bepalen wij samen hoe wij hier mee omgaan.
Aldus besloten in de openbare digitale vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar, gehouden op 2 juni 2021.
De griffier,
W.M. van derVlies
De burgemeester,
L.J.E.M. vanRiswijk
GEHEIMHOUDING: VOOR WIE, DOOR WIE, HOE EN WAT?
Een routebeschrijving door de geheimen van de Gemeentewet
In de bestuurlijke praktijk van elke gemeente komt de wens of behoefte aan geheimhouding regelmatig voor. De ene keer betreft het informatie die op papier staat, de andere keer willen deelnemers aan een vergadering dat hetgeen zij met elkaar uitwisselen niet naar buiten wordt gebracht. Op dat moment ontstaat de roep om geheimhouding.
Vragen die dan rijzen zijn: kan geheimhouding maar zo worden opgelegd, door iedereen die dat wil en wanneer men maar wil? Wat betekent geheimhouding en wat zijn de gevolgen van het opleggen van geheimhouding?
In deze notitie wordt aan allen die een rol, taak of functie hebben in de gemeenteraad van Zevenaar toegelicht hoe de wereld van gemeentelijke geheimhouding in elkaar zit. De geheimhouding binnen het college van B&W blijft in deze notitie onbesproken.
Deze notitie bevat aan het eind een tweetal bijlagen: geheimhouding in 10 punten samengevat en de wettelijke bepalingen over geheimhouding.
2. Openbaarheid van bestuur en informatie
Hoofdregel in het openbaar (gemeente)bestuur is dat vergaderingen van volksvertegenwoordigende lichamen in de openbaarheid worden gehouden, en dat documenten openbaar zijn.
Wie dat wil, heeft in beginsel toegang tot de vergaderingen van volksvertegenwoordigende lichamen en door hen ingestelde commissies.
De documenten die zich bevinden onder een gemeentelijk bestuursorgaan zijn voor een ieder in te zien.
Dit zijn enkele pijlers onder onze democratische rechtsstaat: het openbaar bestuur verricht zijn werkzaamheden voor de ogen van degenen die haar hebben ingesteld, te weten de kiezer. Maximale openbaarheid dus.
3. Uitzondering: geheimhouding
Er kunnen zich omstandigheden voordoen dat van de hoofdregel moet worden afgeweken. Een document kan informatie bevatten die niet voor iedereen bestemd is3; in een commissie- of raadsvergadering wordt informatie gedeeld over een gevoelig onderwerp. Kan dan in alle gevallen dat de “noodzaak tot geheimhouding” wordt gevoeld zonder meer worden besloten tot het opleggen van geheimhouding?
Het antwoord op deze vraag luidt: nee.
Tot het opleggen van geheimhouding kan alleen worden besloten:
4. Wettelijk kader geheimhouding
Geheimhouding is primair geregeld in de Gemeentewet, en secundair in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Artikel 25 Gemeentewet regelt de geheimhouding binnen de gemeenteraad, artikel 55 is het geheimhoudingskader voor het college van B&W.
Ook commissies hebben de mogelijkheid van geheimhouding: artikel 86 Gemeentewet. Van een commissie is sprake als het college of de gemeenteraad met een door hen genomen besluit een “gremium met een missie” op de wereld hebben gezet. Het is dus niet per se nodig dat daarbij de aanduiding “commissie” wordt gebruikt.
Voorbeelden van een commissie binnen het raadsdomein van de gemeente Zevenaar: raadscommissie, presidium, werkgeverscommissie, seniorenconvent, auditcommissie.
Het opleggen van geheimhouding kan alleen als daar een belang onder kan worden gelegd. Deze belangen zijn te vinden in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. Hierbij kan worden gedacht aan:
het belang van de gemeente om een ongewenste ontwikkeling te voorkomen waarvoor binnen een geldend bestemmingsplan op zichzelf de ruimte bestaat: met het nemen van een voorbereidingsbesluit door de raad wordt de situatie “bevroren”. Dit doel kan alleen worden bereikt als de raad de informatie onder geheimhouding ontvangt en het raadsbesluit in een besloten raadsvergadering wordt gehouden waarbinnen geheimhouding wordt opgelegd.
De wettelijke bepalingen zijn opgenomen in de bijlage bij deze notitie.
5. Wie gaan over het opleggen van geheimhouding: bevoegdheidsvraag
Tot het opleggen van geheimhouding is niet een ieder gerechtigd. Er moet een specifieke wettelijke grondslag voor zijn.
De Gemeentewet maakt verschil tussen:
Bevoegd tot het opleggen van geheimhouding op documenten
Leden van de gemeenteraad4 | geheimhouding vervalt als deze niet in de eerstvolgende raadsvergadering wordt bekrachtigd.5 In andere gevallen geen bekrachtiging vereist.6 | |
geheimhouding vervalt als deze niet in de eerstvolgende raadsvergadering wordt bekrachtigd. | ||
geheimhouding vervalt als deze niet in de eerstvolgende raadsvergadering wordt bekrachtigd. | ||
Bevoegd tot opleggen geheimhouding over het verhandelde in besloten vergadering
Belangrijk: uitsluitend binnen een formeel aangekondigde raads- of commissievergadering7 kan tot het opleggen van geheimhouding worden besloten. Elke andere vorm van samenkomst die niet de status heeft van raads- of commissievergadering in de zin van de Gemeentewet is ongeschikt voor geheimhouding. Dit betekent dat een zogeheten “bijpraatmoment” buiten een raads- of commissievergadering zich niet geschikt is voor het onder geheimhouding delen van informatie.
6. Hoe wordt geheimhouding opgelegd?
Geheimhouding wordt opgelegd bij besluit van het orgaan dat bevoegd is tot het opleggen van geheimhouding. Uit dat besluit en de daaronder liggende motivering moet blijken welk(e) belang(en) die in artikel 10 Wob staan vermeld in de overwegingen zijn meegenomen.
Geheimhouding kan dus niet “maar zo” worden opgelegd.
Als de geheimhouding wordt gelegd op stukken, dan moet het woord “geheim” op de betreffende stukken worden vermeld.
Als het gaat om een stuk dat naar de raad wordt gestuurd, moet het woord “geheim” op het stuk worden vermeld, en de geheimhouding met zoveel woorden worden opgelegd. Vervolgens zal in de eerstvolgende raadsvergadering het besluit inzake bekrachtiging moeten worden genomen.
Als de raad besluit tot bekrachtiging, wordt daarmee de voorlopige geheimhouding omgezet in een definitieve. Als de raad niet besluit tot bekrachtiging, komt automatisch de geheimhouding te vervallen.
Het raadsbesluit inzake bekrachtiging komt tot stand via de gebruikelijke stemprocedure die artikel 32 Gemeentewet kent: als niet om stemming wordt gevraagd is het voorstel tot bekrachtiging aangenomen. Als om stemming wordt gevraagd volgt hoofdelijke stemming. Ingeval na stemming blijkt dat het aantal tegenstemmers groter is dan het aantal voorstemmers, is het voorstel tot bekrachtiging geheimhouding verworpen. En is de geheimhouding van het stuk af. Elk ter vergadering aanwezig raadslid is verplicht zijn stem uit te brengen. Het maakt daarbij niet uit of een raadslid vooraf het stuk wel of niet heeft ingezien op de griffie.
Er zijn situaties waar de plicht tot het in acht nemen van geheimhouding rechtstreeks uit de wet voortvloeit. Denk hierbij aan:
7. Wat betekent “geheimhouding”
Nadat het besluit tot opleggen van geheimhouding is genomen, moet een ieder die bij de betreffende vergadering aanwezig is (geweest) de geheimhouding in acht nemen. Ook moeten anderen die van de informatie op de hoogte zijn de geheimhouding in acht nemen. Dit kunnen bijvoorbeeld ambtenaren zijn die bij het betreffende dossier zijn betrokken.
Dat alles betekent: er mag met niemand anders over worden gesproken. Het doorbreken van die geheimhoudingsplicht (“lekken”) is als misdrijf strafbaar gesteld.8
Bedenk hierbij dat een fractie staatsrechtelijk uitsluitend wordt bemenst door raadsleden. Commissieleden en fractieondersteuning behoren niet tot de fractie. Ook al werken zij nauw met de raadsleden samen.
De raadsleden moeten zich ervan bewust zijn dat zij de voor hen geldende geheimhouding doorbreken als zij “de fractie” bijpraten over informatie waarop geheimhouding rust. Dit bijpraten kan alleen gebeuren tussen raadsleden.
8. Afwezigheid raadslid of commissielid bij besloten vergadering
Het kan gebeuren dat een raadslid afwezig is bij een besloten raadsvergadering (met geheimhouding), of dat een commissielid verhinderd is om aanwezig te zijn bij een besloten vergadering van de commissie (met geheimhouding) waarvan hij deel uitmaakt. Voor die situaties wordt het aanvaardbaar geacht om hen na afloop van de besloten vergadering de informatie te verstrekken die tijdens de besloten vergadering is gedeeld.
Voorop staat immers dat raadsleden allen moeten kunnen beschikken over dezelfde informatie. Hetzelfde geldt voor commissieleden daar waar het gaat om de informatie binnen de commissie waarvan zij deel uitmaken.
9. Hoe wordt geheimhouding opgeheven?
Niets is eeuwigdurend, dus ook de noodzaak van geheimhouding komt een keer te vervallen. Er zal dus op gezette tijden moeten worden overwogen of het tijd is om een bestaande geheimhouding op een stuk of op het verhandelde in een besloten raads- of commissievergadering op te heffen.
Het opheffen van geheimhouding is als volgt in de Gemeentewet vastgelegd.
Soms is de gemeenteraad verplicht om een besluit inzake opheffing van geheimhouding te nemen. Dit kan zich voordoen als een derde zich beroept op de Wob en een verzoek heeft ingediend om verstrekking van een afschrift van een stuk waarop door de raad bekrachtigde geheimhouding ligt.9 Het besluit dat de raad daarbij neemt, zal deugdelijk moeten worden gemotiveerd.
10. Verslag besloten raadsvergadering
De Gemeentewet verplicht tot het maken van een apart verslag van een besloten raadsvergadering.10 Het maakt daarbij niet uit of die besloten raadsvergadering met of zonder opleggen van geheimhouding plaatsvindt.11
Het vaststellen van een dergelijk verslag vindt normaal gesproken plaats in een volgende raadsvergadering. Dit kan in beginsel in een openbare raadsvergadering plaatsvinden.
Punt van aandacht daarbij is wel, dat de deelnemers aan die vergadering ervoor zorgen dat er geen inhoudelijke discussie over het verslag gaat ontstaan als de betreffende besloten raadsvergadering plaatsvond in een setting van geheimhouding.
11. Do’s, dont’s en aandachtspunten
Het is verleidelijk om het woord “vertrouwelijk” te gebruiken in plaats van de wettelijk geregelde geheimhouding met de daarbij behorende procedures.
“Vertrouwelijk” heeft echter geen wettelijke basis en kent ook geen link naar artikel 10 Wob.
Bedenk hierbij dat terughoudend moet worden omgegaan met het opleggen van een spreekverbod, want feitelijk is daarvan sprake.
Degenen die het aangaat moeten ervan op aan kunnen dat er een met waarborgen omgeven procedure wordt gevolgd bij het iemand beletten met een ander ergens over te spreken. Daarvan is geen sprake bij gebruik van “vertrouwelijk”.
De rest van de fractie12 bijpraten inzake het besprokene in een besloten raads- of commissievergadering waarin geheimhouding is opgelegd komt neer op “lekken” uit geheimhouding. Dit is dus niet toegestaan. Richting de niet in de raad of commissie zitting hebbende fractieleden moet de geheimhouding dus in acht worden genomen.
Aanbevolen wordt, afspraken te maken over het bijhouden van een geheimhoudingsregister. Daarin wordt aangetekend wanneer door wie waarop geheimhouding is opgelegd. Belangrijk daarbij is dat er een eerstverantwoordelijke hiervoor wordt aangewezen.
Periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) wordt bezien of er aanleiding is om de geheimhouding op te heffen.
Het is raadzaam dat een raads- of commissielid bij het inzien van een geheim stuk tekent “voor gezien”. Dit verhoogt de bewustwording van het bijzondere karakter van “geheim” dat op het stuk rust. Ook werkt het bevorderend voor het in acht nemen van de opgelegde geheimhouding.
Een raadslid kan ervoor kiezen, niet deel te nemen aan een besloten raadsvergadering waarin wordt gesproken over de inhoud van het document waarvoor bekrachtiging wordt gevraagd. In de aansluitende openbare raadsvergadering staat het dat raadslid vervolgens vrij om via het afleggen van een stemverklaring tegen de bekrachtiging van de geheimhouding te stemmen. Dit uiteraard met inachtneming van de op dat moment nog bestaande geheimhouding.
GEHEIMHOUDING IN 10 PUNTEN SAMENGEVAT
BEPALINGEN GEMEENTEWET OMTRENT GEHEIMHOUDING
De raad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de raad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de raad haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de raad of aan leden van de raad overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.
De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan leden van de raad overgelegde stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan de raad is voorgelegd, totdat de raad haar opheft. De raad kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht.
Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.
Artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur
Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieu-informatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-informatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang.
Protocol vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Zevenaar
Nadat de ontvangst van de melding is bevestigd onderzoekt de burgemeester ambtshalve de melding tegen de achtergrond van de vraag of zij zodanig concreet is en van een zodanige ernst dat een vooronderzoek als bedoeld in artikel 3 noodzakelijk is. Over de vraag naar de concreetheid en ernst van de melding kan de burgemeester zich laten adviseren.
Indien de burgemeester vaststelt dat de melding onvoldoende concreet is dan wel een onvoldoende ernstig karakter heeft, besluit hij het onderzoek niet verder voort te zetten. Van deze beslissing worden de melder en de politieke ambtsdrager over wie de melding is gedaan schriftelijk binnen een redelijke termijn in kennis gesteld.
In het geval van een vermoeden van integriteitsschending van de burgemeester wordt, indien op grond van de bevindingen uit het vooronderzoek besloten wordt tot het instellen van een feitenonderzoek, de Commissaris van de Koning in kennis gesteld.13
5. Kennisgeving aan betrokkene
De onderzoek rapportage wordt opgenomen in een afzonderlijke (digitale) archiefkast ‘vertrouwelijke stukken’. Deze wijze van opslag laat onverlet dat aan de persoon in kwestie, in geval van een ten aanzien van hem gestarte rechtspositionele procedure, alle relevante stukken ter beschikking worden gesteld.
8. Horen van betrokkene en getuigen
11. Vermoeden van een opzettelijke valse beschuldiging
12. Registratieformulier integriteitsschendingen
Merk op dat indien een stuk waarop geheimhouding is gelegd, en dat niet aan alle raadsleden wordt gestuurd maar naar een aantal van hen, er geen raadsbesluit tot bekrachtiging van de geheimhouding hoeft te worden genomen. Denk hierbij aan een document dat alleen aan de fractievoorzitters wordt gestuurd onder het opleggen van geheimhouding.
Ingevolge artikel 5 Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Zevenaar wordt een fractie primair gevormd door de leden van de raad die bij de laatstgehouden verkiezingen op dezelfde kandidatenlijst hebben gestaan. Secundair kan een fractie ook ontstaan gedurende de zittingstermijn van de gemeenteraad: een of meer leden van een of meer fracties kunnen hiertoe besluiten. Dusdoende ontstaat een fractie, die voorts het recht heeft op het kiezen van een naam.