Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montfoort

Horeca en terrassen in Montfoort en Linschoten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHoreca en terrassen in Montfoort en Linschoten
CiteertitelHoreca- en Terrassenbeleid gemeente Montfoort 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-06-2021nieuwe regeling

20-04-2021

gmb-2021-201521

Tekst van de regeling

Intitulé

Horeca en terrassen in Montfoort en Linschoten

Artikel 1  

Horeca en terrassen in Montfoort en Linschoten

 

Inhoudsopgave

Zienswijzen en leeswijzer 3

 

Deel 1: Algemene en juridische achtergrond 4

1.Inleiding 4

2.Wet en regelgeving 4

3.Ontwikkelingen inzake levendigheid en horeca 5

4.Ontwikkelingen en ervaringen terrassen 5

 

Deel 2: Horeca 6

1.Huidige visies 6

2.Horeca categorieën 6

3.Horecalocaties 6

4.Horeca en overlast 7

5.Conclusies en samenvatting horeca 7

 

Deel 3: Terrassen 8

1.Type terrassen 8

2.Terrassen en inrichting 9

3.Terrassen en bestemmingsplannen 9

4.Conclusies en samenvatting terrassen 9

 

Deel 4: Regelgeving en handhaving 10

1.Vergunningen, toezicht en handhaving 10

2.Sluitingstijden en nachtontheffing 11

 

Deel 5: Beleidsregels voor terrassen 11

1.Hoofdstuk 1: Definities 11

2.Hoofdstuk 2: Wanneer mag een terras gevoerd worden 12

3.Hoofdstuk 3: Waar mag een terras gevoerd worden 13

4.Hoofdstuk 4: Hoe mag een terras er uit zien 14

5.Hoofdstuk 5: Gedrag op het terras 16

6.Hoofdstuk 6: Slotbepalingen 16

 

Zienswijzen en leeswijzer

Tussen 12 januari en 23 februari 2021 heeft de concept nota Horeca en terrassen Montfoort en Linschoten (versie 17 december 2020) ter inzage gelegen. Daarop zijn twaalf zienswijzen ontvangen. Op basis van die zienswijzen is de opbouw van de nota aangepast en zijn enkele inhoudelijke aanpassingen doorgevoerd. De zienswijzen en wijze waarop ermee is omgegaan in deze nota, zijn gebundeld in de Inspraaknota.

 

Uit de zienswijzen bleek dat er onduidelijkheid was of er een beleidsuitspraak was op de gebruikte horeca-categorieën en de eventuele gevolgen daarvan voor bestaande bedrijven. Het is niet de bedoeling om via deze nota de categorieën te wijzigen met gevolgen voor de bestaande ondernemers. Als dat moet gebeuren, dan zal dat een apart traject zijn met aandacht over overgangsmaatregelen en verworven rechten. Daar zijn geen plannen voor. De wensen voor indeling in een hogere categorie valt buiten de reikwijdte van dit document. Verschillende opmerkingen over de terrassen zijn in dat deel verwerkt.

 

Om wille van de leesbaarheid is de opbouw van het document gesplitst in een inleiding met algemene en juridische achtergrond (deel 1), een deel met visie en conclusie Horeca (deel 2) en terrassen (deel 3), korte verwoording van de handhaving (deel 4). Aan het einde staat de vertaling van het beleid in regels (deel 5).

 

Deel 1: Algemene en juridische achtergrond

1. Inleiding

Horeca en terrassen dragen bij aan de levendigheid en aantrekkelijkheid van Linschoten en Montfoort. Een uitnodigende horeca met fijne terrasjes nodigt de inwoner, maar ook de bezoeker uit om langer in onze fraaie gemeente te verblijven. Horeca en terrassen hangen samen. Een terras is altijd gekoppeld aan een horecagelegenheid, maar lang niet elke horecagelegenheid heeft een terras.

 

Ondanks dat horeca en terrassen bijdragen aan de levendigheid, leent niet elke omgeving zich voor alle vormen van horeca of terrasvoering. En niet alle (vormen van) terrasvoering zijn gewenst vanwege gebruik, beeldkwaliteit en/of overlast. Regulering van Horeca loopt via verschillende wetten en regels; ruimtelijk via de bestemmingsplannen en omgevingsplannen, privaat door verhuurovereenkomsten, overlast en exploitatie op grond van de Algemene Plaatselijke verordening en hygiëne vereisten op grond van de Drank en Horecawetgeving.

 

Voorliggende notitie beschrijft de gewenste ruimtelijke regulering, en de noodzakelijke beleidsregels bij terrasvoering. Die laatste zullen via de vergunning verplicht worden opgelegd. Vanwege de samenhang van horeca en terras is de voorliggende beleidsnotitie opgesteld.

 

Met deze notitie geven we antwoord op de vraag waar we in de gemeente Montfoort welk soort horeca wenselijk vinden, of daarbij terrasvoering op eigen of op gemeentegrond is toegestaan en onder welke voorwaarden terrasvoering dan kan.

 

Zowel voor horecaexploitanten als voor bezoekers en omwonenden wordt daarmee duidelijk op welke manier we in onze gemeente horeca en terrasvoering toestaan zodat het bijdraagt aan onze levendigheid en aantrekkelijkheid maar zodat ook de leefbaarheid behouden blijft.

 

In dit verband hebben we het niet over para commerciële inrichtingen (o.a. sportverenigingen en culturele instellingen). Ook slijterijen en mobiele voorzieningen zoals kramen en foodtrucks vallen hier buiten.

 

2. Wet en regelgeving

2.1. Horeca in lokale wet en regelgeving

Voor het exploiteren, oftewel runnen, van een horecabedrijf is een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening nodig. Voor het schenken van alcohol moet de uitbater een vergunning op grond van de Drank en Horecawet hebben. Beide vergunningen worden verleend door de burgemeester. In beginsel worden deze vergunningen voor onbepaalde tijd verleend. De exploitatievergunning strekt zich ook uit over het eigen terras.

 

De exploitatievergunning wordt geweigerd als de exploitatie onder andere niet past in het bestemmingsplan of een voorbereidingsbesluit. Een exploitatievergunning kan (deels) worden geweigerd als aannemelijk is dat de exploitatie de woon- en leefomgeving in de nabijheid van de horecagelegenheid ontoelaatbaar aantast.

 

2.2. Terrassen in lokale wet- en regelgeving

Terrasvoering op eigen grond wordt via de exploitatievergunning vergund. Daar staan ook de voorschriften voor de terrasvoering genoemd, gebaseerd op de beleidsregels uit hoofdstuk 5. Deze vergunning is zonder einddatum.

 

Voor terrasvoering op gemeentelijke grond moet jaarlijks een aanvulling op de exploitatievergunning worden aangevraagd. Dat noemen we een terrasvergunning. Deze terrasvergunning is een aanvullende vergunning en geldt alleen voor het betreffende jaar en voor terrasvoering op gemeentelijke grond in de periode van 1 april tot 1 oktober. In deze vergunning wordt een aantal voorschriften opgenomen op basis van de in hoofdstuk 5 genoemde beleidsregels.

 

Voor gebruik van gemeentelijke grond wordt vanaf 2022 een vergoeding betaald. De uitwerking hiervan vindt in 2021 plaats.

 

3. Ontwikkelingen inzake levendigheid en horeca

Op het moment van het opstellen van deze notitie lopen er drie processen die ook een uitspraak (gaan) doen over levendigheid en horeca in de gemeente Montfoort.

 

3.1. Proces omgevingsvisie;

Een omgevingsvisie voor de hele gemeente is in voorbereiding. Er is een Atlas opgesteld, een analysedocument met een samenvatting en waardering van de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor de fysieke leefomgeving. De Atlas vormt de basis voor de omgevingsvisie. In het voorjaar 2021wordt aan de hand van een participatieronde de Omgevingsvisie verder vormgegeven zodanig dat het gewenste leefmilieu is benoemd. De constateringen uit dit horecabeleid zullen in het proces van de Omgevingsvisie worden meegewogen. Dit proces leidt vervolgens tot een vastgestelde omgevingsvisie in 2021.

 

3.2. Proces Buurbook

Met het proces Buurbook is in co-creatie nagedacht over gebruiksmogelijkheden en een nieuwe verkeerscirculatie voor de binnenstad van Montfoort bepaald. Vervolgens is dit vertaald naar een bijbehorende uitvoeringsagenda. Deze is op 7 december 2020 door de raad vastgesteld.

 

Zowel bewoners, ondernemers als betrokkenen van de binnenstad hebben aan de co-creatie deelgenomen. Een belangrijke aanleiding daarvoor is de ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord 2018-2022 geweest; meer levendigheid in de binnenstad, autoluwe straten in en rond de binnenstad en een goede toegankelijkheid van de binnenstad. Een conclusie van het proces Buurbook, welke raakt aan de horeca is dat er brede steun is om De Plaats meer in te richten als geclusterd horecaplein (natuurlijk met toegang voor hulpdiensten) en dat ook Onder de Boompjes Oost heringericht wordt zodat meer ruimte komt voor de markt en horeca.

 

3.3. Proces De Geusplein

Een participatiegroep van belanghebbenden en inwoners uit Linschoten denkt mee bij een nieuwe opzet van het Burgemeester De Geusplein en de daarbij gewenste voorzieningen. Als bij de uitwerking een aanpassing van het bestemmingsplan nodig zijn, wordt dat opgepakt. Op dit moment is nog niet duidelijk welke vorm van horeca daar voorzien wordt. Verwacht is dat medio 2021 de resultaten aan de raad worden aangeboden.

 

4. Ontwikkelingen en ervaringen terrassen

In 2017, 2018 en 2019 heeft een proef plaatsgevonden met een gewijzigde terrasvoering op De Plaats. Gedurende de zomermaanden (1 april tot 1 oktober) mochten de exploitanten in het weekend hun terras ruimer opzetten op gemeentegrond en een ruimere sluitingstijd hanteren rekening houdend met een vrije doorgang voor calamiteitenvoertuigen. Eind 2019 is deze proef met omwonenden en exploitanten geëvalueerd. De exploitanten willen graag de verruiming voortzetten, omwonenden zijn niet onverdeeld voorstander en wijzen op de toegenomen overlast van bezoekers die na sluitingstijd blijven hangen. En wijzen op het knelpunt van de geparkeerde fietsen.

 

In verband met de coronacrisis is in de zomermaanden van 2020 meer ruimte gegeven aan oppervlakte voor terrasvoering op gemeentegrond in Montfoort (De Plaats, Onder de Boompjes) en Linschoten (De Vaart). Er is ook ruimte geboden voor een winterterras in winterperiode 2020 / 2021..

 

Gebleken is dat de terrasverruiming in Montfoort over het algemeen niet tot grote knelpunten en overlast heeft geleid. Op De Plaats blijkt een ruimere terrasvoering vooral van vrijdag tot en met zondag in een vraag te voorzien. Op Onder de boompjes is het onderscheid over de dagen minder herkenbaar. In Linschoten heeft de verruimde terrasvoering de nodige klachten opgeleverd.

 

Deel 2: Horeca

1. Huidige visies

Er is geen horecastructuurbeleid voor gemeente Montfoort. In vastgestelde visies en bestemmingsplannen zijn wel uitspraken gedaan over de wenselijkheid van horeca.

 

Op 12 december 2011 heeft de raad de Structuurvisie/Totaalvisie Montfoort 2030 vastgesteld. In deze Totaalvisie zijn de Visie binnenstad Montfoort en de Dorpsvisie Linschoten 2030 opgenomen.

 

De Visie binnenstad Montfoort meldt dat detailhandel en horeca belangrijke pijlers zijn voor de levendigheid. Er wordt een opsomming gegeven van de gevestigde horecagelegenheden waarbij sprake is van enige clustervorming. De drukbezochte cafés zitten op De Plaats en de meeste restaurants zijn gevestigd aan de Hoogstraat en een enkele horecagelegenheid aan “Onder de Boompjes oost”. Als ontwikkeling was voorzien dat er verdere clustervorming plaatsvindt bij “Onder de Boompjes oost” door daar extra terrasruimte te faciliteren. Ook is aangegeven dat De Plaats een meer pleinachtig karakter krijgt. Beide zijn na vaststelling echter nog niet formeel tot uitvoering gebracht.

 

In de Dorpsvisie Linschoten wordt in algemene termen over de gewenste horeca gesproken en is gemeld dat een aantal horecagelegenheden in het oude centrum gesitueerd is. Voor het oude hart van Linschoten was geen verhoging van het aanbod aan voorzieningen, dus ook horeca, voorzien. Het omvormen van het zalencentrum De Vaart tot een voorzieningencentrum met de optie voor een horecavoorziening is in de Dorpsvisie benoemd. In De Vaart is nu op tijdelijke basis een horecavoorziening gevestigd. In het buitengebied is een enkele horecagelegenheid en theetuin gevestigd.

 

2. Horeca categorieën

Op basis van geldende bestemmingsplannen is te duiden waar de bestemming ook horeca toestaat en van welke categorie. De Bestemmingsplannen voor de kern van Linschoten en voor het buitengebied hanteren een afwijkende categorie indeling voor horeca activiteiten dan die voor de binnenstad van Montfoort.

 

Zie voor de indelingen de bijlagen 1 (Linschoten en buitengebied) en 2 (Montfoort). Onderstaand is puur ter illustratie achter de categorie in cursief een voorbeeld van een horecatype binnen de betreffende categorie gemeld.

1. Grofweg is categorie 1a in Linschoten vergelijkbaar met 1 en 2 in Montfoort

2. categorie 1b, 1c en 2 komt overeen met categorie 3 in Montfoort

3. categorie 3 in Linschoten komt overeen met categorie 4 in Montfoort

 

3. Horecalocaties

In Linschoten is geen concentratiegebied, daar levert de wat verspreid liggende horeca geen probleem op. In de kern van Montfoort wordt de horeca geconcentreerd op de Hoogstraat, Keizerstraat en de Plaats om zo te voorkomen dat de hele binnenstad de spanning tussen rust en horeca ervaart. Op sommige plaatsen waar veel terrassen zijn, is de overlast voor de buurt groter. Dit is een onvermijdelijk gevolg van wonen bij horecagelegenheden, maar de ondernemer krijgt geen carte-blanche. Met duidelijke regels en handhaving wil de gemeente de balans tussen ondernemer en bewoner zoeken.

 

4. Horeca en overlast

Horeca geeft soms overlast aan de omgeving. Dat varieert van het parkeren van fietsen en auto's, het geluid van terrassen tot het gedreun van muziek dat tot ver in de omgeving kan doorklinken. De voordelen van terrassen voor de lokale economie, de levendigheid van het centrum en het plezier van de bezoekers moet afgewogen worden tegen de overlast voor de omwonenden en overige bezoekers van stad en dorp.

 

Met passende regels, overleg met de Horeca en inzet van de BOA’s beperken we de overlast. Tegelijkertijd brengt het wonen in een levendig centrum met zich mee dat in een of andere vorm overlast ervaren kan worden. Dat kan variëren van fietsen of auto's voor de deur tot geluidsoverlast.

 

5. Conclusies en samenvatting horeca

5.1. Algemeen

Er is een landelijke tendens dat het aantal winkels afneemt en het aantal horecazaken toeneemt. Met het oog op de toekomstbestendigheid van de gemeente is een beperkte toename van lichte horeca acceptabel. Vanwege de levendigheid zal deze beperkte toename van lichte horeca worden toegestaan. Daarbij (passend binnen de drank- en horecawet) staan we open voor innovatieve vormen van horeca, waaronder mengvormen van lichte horeca en winkel. De bestemmingsplannen voor de kernen bieden hiervoor al enige flexibiliteit. In buitengebied zal dat maatwerk per situatie vragen.

 

5.2. Montfoort:

Vanwege duidelijkheid voor exploitanten en inwoners, en in lijn met de eerste resultaten uit het proces Buurbook (Uitvoeringsagenda Binnenstad) wijzen we voor de binnenstad van Montfoort gebieden aan waar horeca in principe is toegestaan. Wij wijzen daarvoor de Hoogstraat, de Keizerstraat en Onder de Boompjes aan met maximaal horeca categorie 2 (volgens bijlage 2). En De Plaats met maximaal horecacategorie 3 (volgens bijlage 2). De horeca die al gevestigd is buiten deze straten willen wij graag behouden, maar nieuwe vestigingen op die locaties zijn in principe niet gewenst.

 

5.3. Linschoten:

Gelet op de omvang en de huidige ervaringen in de kern van Linschoten worden geen gebieden aangewezen. In de kern van Linschoten wordt uitsluitend lichte horeca (categorie 1) geëxploiteerd. Buiten de kern wordt in De Vaart nu tot oktober 2022 op basis van een tijdelijk afwijkingsbesluit middelzware horeca toegestaan (categorie 2, bijlage 1). Bestaande horeca blijft ongewijzigd, horeca op het burgemeester De Geusplein wordt beoordeeld bij de nieuwe inrichting.

 

5.4. Buitengebied:

Vanuit levendigheid en recreatie staan we welwillend tegenover een gebalanceerde toename van lichte horeca in het buitengebied. Dit vergt altijd maatwerk en zal per individuele situatie worden bepaald, rekening houdend met onder andere overlast, recreatieve functie, leefomgeving en verkeerssituatie. Ook wordt het geldende Bed & Breakfastbeleid gehanteerd.

 

Het buitengebied kenmerkt zich door rust en openheid. De incidentele vestiging van horeca in het buitengebied vergt altijd maatwerk. In ieder geval dient dit aan te sluiten bij de kenmerkende rust en openheid en is om die reden in principe gemaximeerd op categorie 1 (bijlage 1).

 

5.5. Maatwerk

Verzoeken om horeca te vestigen buiten de clusters of met een afwijkende categorie zullen individueel worden beoordeeld in relatie tot onder andere levendigheid, recreatie, leefbaarheid, verkeerssituatie en de mogelijkheid om extra bezoekers naar de gemeente te trekken bijvoorbeeld door een onderscheidend concept of gunstige ligging.

 

Deel 3: Terrassen

1. Type terrassen

Voor terrassen moeten we onderscheid maken in besloten terrassen op eigen terrein, openbare terrassen op eigen terrein en openbare terrassen op gemeentelijke grond. Openbare terrassen kenmerken zich door een directe aansluiting op de openbare ruimte. Voor openbare terrassen op eigen grond of gemeentegrond geldt dat die voor de bezoeker hetzelfde ogen. Voor alle terrassen geldt dat in de exploitatievergunning regels gesteld kunnen worden.

 

 

 

1.1. Besloten terrassen op eigen grond bij de horeca

Terrasvoering op eigen grond en in een vorm waarbij duidelijk afscheiding is van de openbare ruimte staat het de exploitant vrij om keuzes te maken qua inrichting en vorm. Vanzelfsprekend moeten de terrasvoering wel voldoen aan de voorschriften in de exploitatievergunning.

 

1.2. Openbare terrassen op eigen grond of langdurig gehuurde grond bij de horeca

Op verschillende locaties in de historische kernen ligt de eigendomsgrens van een perceel in of aan de openbaar toegankelijke ruimte. In het straatbeeld is de grens niet zichtbaar, de terrassen grenzen als natuurlijk in of aan de straat of het trottoir. Bezoekers worden ongehinderd uitgenodigd om vanaf de openbare ruimte het terras te betreden.

 

De vergunning van dergelijke terrassen vindt voor wat betreft het gedeelte op eigen (kadastrale) grond plaats via de exploitatievergunning. In een enkel geval is de gemeentelijke grond langdurig gehuurd. Het gebruik en de inrichting van deze terrassen hebben vanwege hun ligging een rechtstreekse relatie en effect op de openbaar toegankelijke ruimte. Om die reden gelden voor dergelijke terrassen voorschriften vanwege gebruik en inrichting. Deze voorschriften worden via de exploitatievergunning geregeld.

 

Voor openbaar toegankelijke terrassen op eigen grond worden, zoals ook onder 2 aangegeven, in de exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening specifieke sluitingstijden benoemd. Deze terrassen mogen, onder voorschriften, in beginsel het hele jaar door gevoerd worden in tegensteling tot de openbare terrassen op gemeentelijke grond.

 

1.3. Openbare terrassen op gemeentelijke grond

Terrasgebruik op gemeentelijke grond staan we toe in gebieden aangrenzend aan of in de directe nabijheid van horecagelegenheden Dergelijke terrassen worden altijd jaarlijks vergund.

 

Terrasvoering op gemeentegrond is in de zomermaanden toegestaan. Er blijkt behoefte te bestaan om ook terras te voeren in de wintermaanden en daarmee de levendigheid verder te vergroten. In winterperiode 2020 / 2021 is hier al ervaring mee opgedaan. Echter vanwege de beperkingen en lockdowns biedt deze ervaring niet voldoende inzicht om een goede afweging te kunnen maken tussen levendigheid en leefbaarheid.

 

Voordat definitief besloten wordt of het toestaan van een winterterras wordt voortgezet met eventuele bijbehorende randvoorwaarden, zal ook de winterperiode 2021 / 2022 worden gebruikt om ervaringen op te doen. Gebaseerd op de eerste ervaringen (beperkt gebruik door de weeks op winterdagen), ongebruikt meubilair op gemeentegrond, en vanwege balans in leefbaarheid en levendigheid zullen de winterterrassen van vrijdag tot en met zondag worden toegestaan.

 

Voor het inrichten van een terras op gemeentegrond zal vanaf 2022 een tarief geheven worden op grond van de in 2021 te actualiseren privaatrechtelijke vergoedingsregeling en bijbehorende tarieventabel. De oude regeling en bijbehorende tabel dateren van 30 januari 1995. Daar wordt de laatste jaren geen uitvoering gegeven en vergt actualisatie.

 

Terrassen op gemeentelijke grond zijn (nu) in Montfoort te vinden op De Plaats, bij het Oude Stadhuis en langs Onder de Boompjes.

 

Terrassen op gemeentegrond worden, voor zover die wens er is, in oppervlakte gelijkelijk verdeeld onder de aangrenzende ondernemingen, niet naar rato van de gevelbreedte. Bij het uitzetten van terrassen wordt rekening gehouden met verkeersruimte voor voetgangers en overige verkeer. De gemeente zal merktekens aanbrengen om de buitenzijde van de terrassen aan te geven.

 

Bij niet gebruik van het terras op gemeentegrond, moet het terrasmeubilair opgeruimd worden en de openbare ruimte leeggemaakt worden.

 

2. Terrassen en inrichting

Om terrassen vaak te kunnen gebruiken is er behoefte aan terrasverwarming. Dit kan passief met kussens en dekens of actief met verwarmde dekens of heaters. Hoewel de gemeente een duurzaamheidsbeleid voert, worden aan de mogelijkheden voor verwarming van particuliere uitbaters geen algemene eisen gesteld. Dit is een te grote inbreuk op de mogelijkheden van de ondernemers. De heater moet veilig zijn, mag geen lichtuitstraling leveren, moet uitstaan als er geen bezoekers zijn en bij vervanging moet een energiezuinige variant gebruikt worden. Terrassen moeten er verzorgd uitzien, de wijze waarop staat in de beleidsregels (hoofdstuk 5). De exploitant kan op de staat van het terras worden aangesproken.

 

3. Terrassen en bestemmingsplannen

Terrassen op eigen grond en op gemeentelijke grond moeten via het bestemmingsplan toegestaan worden. Terrasvoering op eigen grond past binnen de bestemmingen zoals toegekend voor Montfoort ‘centrum en gemengde bestemming’ en Linschoten ‘horeca en gemengde bestemming’.

 

Terrasvoering op gemeentelijke grond is in de geldende bestemmingen niet mogelijk. De huidige terrasvoering op gemeentelijke grond en incidenteel ook op eigen grond, vindt plaats op terreinen met bestemming ‘verkeersdoeleinden’.

 

Bij het voortzetten van de mogelijkheid voor terrasvoering is reparatie hiervan noodzakelijk en moet de bestemming ook terrasvoering toestaan. Hierbij zal vanwege mogelijke overlast rekening gehouden moeten worden met de aangrenzende bestemmingen en mogelijkheden voor bewoning op begane grond.

 

4. Conclusies en samenvatting terrassen

1. Terrasvoering op eigen grond bij een horecagelegenheid blijft het hele jaar, onder de in deel 4 genoemde beleidsregels, toegestaan.

 

2. Terrasvoering op gemeentelijke grond heeft bewezen in een vraag te voorzien. Voorgesteld wordt om dit mogelijke gebruik, onder de in deel 5 genoemde beleidsregels, toe te staan op de locaties die nu ook gebruikt worden: De Plaats, bij het Kasteel, bij het Oude Stadhuis en bij Onder de Boompjes, en dit in het op te stellen Omgevingsplan te formaliseren.

 

3. De terrasexploitatie op De Plaats wordt, mede met oog op de voorziene herinrichting (Uitvoeringsagenda Binnenstad), waar mogelijk gelijkelijk verdeeld over de aangrenzende exploitanten zodat ieder een gelijk deel van de openbare ruimte kan benutten.

 

4. Terrasvoering op gemeentelijke grond in Linschoten vindt op basis van een tijdelijke vergunning plaats nabij De Vaart. Of daar terrasvoering op gemeentelijke grond ook structureel wordt geformaliseerd zal afhangen van de resultaten van het proces De Geusplein (zie onder 1.5.2).

 

5. Terrasvoering in het buitengebied vergt maatwerk. De in deel 5 genoemde beleidsregels zijn ook hier van toepassing.

 

6. De inrichting van terrassen moet verzorgd zijn en voldoen aan de beleidsregels uit deel 5. Bij twijfel kan het beste contact opgenomen worden bij de gemeente. Als het er erg onverzorgd uitziet, kan de gemeente de exploitant hierop aanspreken en in uiterste geval het terras sluiten. Overigens gaan we ervan uit dat een ondernemer dat ook zelf niet wil.

 

Deel 4: Regelgeving en handhaving

1. Vergunningen, toezicht en handhaving

Om een horecabedrijf te exploiteren is op grond van de APV een exploitatievergunning horecabedrijf nodig. In de horeca-exploitatievergunning staan de voorwaarden en regels opgenomen die in acht moeten worden genomen bij de exploitatie van een horeca bedrijf. De exploitatievergunning ziet toe op exploitatie van zowel het binnengedeelte als het buitengedeelte op eigen terrein. Met de afgifte van een exploitatievergunning beschermt de gemeente de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat in de omgeving van een horecabedrijf. Voor het voeren van een extra terras, niet op eigen terrein is een terrasvergunning nodig. De in deel 5 genoemde beleidsregels worden als voorschriften aan de vergunningen bijgevoegd.

 

De burgemeester is bevoegd voor wat betreft de exploitatievergunning (artikel 2.28 APV), het college voor het gebruik van de grond van het terras (artikelen 2.10 en 2.11 APV).

 

Een exploitatievergunning kan in een aantal situaties door de burgemeester worden ingetrokken (APV, artikel 1:6). Voorbeelden hiervan zijn het niet nakomen van de voorschriften uit de vergunning, het veroorzaken van overlast of het aantasten van openbare orde en veiligheid.

 

De burgemeester kan op grond van de algemene intrekkingsbevoegdheid, vanuit de afweging van het belang tussen overlast en openstelling ook besluiten de nachtontheffing (tijdelijk) in te trekken. De burgemeester kan daarnaast op grond van artikel 2:30, lid 1, van de APV in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer openbare inrichtingen tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.

 

Op de naleving van de voorschriften van terrasvergunningen wordt toezicht gehouden door de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA). Indien in strijd wordt gehandeld met de voorschriften kan verbaliserend worden opgetreden door middel van het opleggen van een boete. Mocht sprake zijn van het structureel overtreden van de regels, kan op grond van artikel 1:6 van de Algemene plaatselijke verordening de vergunning worden ingetrokken. Deze bepaling geeft aan dat de vergunning, onder andere, kan worden ingetrokken, indien de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen of als op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning intrekking in het belang van, onder andere, de openbare orde en openbare veiligheid vereist is. Bij het jaarlijks verlenen van de terrasvergunning kan overigens vooraf een toetsing in relatie tot het belang van de openbare orde en open bare veiligheid plaats vinden.

 

2. Sluitingstijden en nachtontheffing

In de APV staat (artikel 2:29, eerste lid) dat de horecagelegenheden gesloten zijn tussen 02:00 uur en 06:00 uur. De burgemeester heeft de bevoegdheid om hiervan ontheffing te verlenen, en toe te staan dat de horecagelegenheid tussen 02:00 en 04:00 toch open is uitsluitend voor bezoekers die dan al in het pand aanwezig zijn. In dat geval is de horecagelegenheid gesloten is tussen 04:00 en 06:00 uur. Personen die na 02:00 uur naar buiten gaan, mogen niet meer naar binnen.

 

Momenteel hebben vijf horecagelegenheden in de gemeente een nachtontheffing. De ervaringen met verstrekte nachtontheffing zijn verdeeld; in Montfoort zijn er over het algemeen geen bijzonderheden. Daartegenover levert de nachtontheffing in Linschoten regelmatig klachten op.

 

Er zijn geen afwegingsgronden geformuleerd voor het verstrekken van een nachtontheffing, en er is geen maximum gesteld aan de aantal keren dat de nachtontheffing gebruikt wordt. Vanwege beheersing van de overlast is daar wel behoefte aan. Dit zal niet van toepassing zijn voor de al verstrekte nachtontheffingen, maar geeft sturing bij de beoordeling van nieuwe aanvragen. Hiertoe zullen apart beleidsregels worden opgesteld, en zal APV in lijn worden gebracht met deze nota. Voor huidige exploitanten, die al een nachtontheffing hebben zal deze van toepassing blijven.

 

Vanwege de mogelijke overlast gelden voor terrassen via de vergunningen aangepaste openingstijden. Bij dagtemperaturen boven de 30 graden mogen de gelegenheden en de terrassen een uur langer open zijn.

 

 

 

 

Deel 5: Beleidsregels voor terrassen

Vanwege het behoud van de leefbaarheid in Montfoort en Linschoten worden er aan het inrichten van terrassen de navolgende regels, zoals bedoeld in artikel 2:10, derde lid van de APV, gesteld. Deze zullen daar waar nodig in de vorm van voorschriften in de exploitatie- en terrasvergunning worden opgenomen.

 

1. Hoofdstuk 1: Definities

Artikel 1, definities bij terrasvoering

1.1. Bevoegd bestuursorgaan: de burgemeester van gemeente Montfoort.

1.2. Een exploitatievergunning is een vergunning voor de exploitatie van een openbare inrichting op grond van de geldende Algemene plaatselijke verordening

1.3. Een terrasvergunning is een vergunning voor het voeren van een terras op gemeentegrond en is altijd een aanvulling van een exploitatievergunning. Een terrasvergunning wordt ook verstrekt op grond van de geldende Algemene plaatselijke verordening

1.4. Een nachtontheffing is een ontheffing voor de in de exploitatievergunning genoemde sluitingstijden. Een nachtontheffing wordt verstrekt op grond van de geldende Algemene plaatselijke verordening.

1.5. Openbare inrichting: De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies worden verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. Onder openbare inrichting wordt ook verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden.

1.6. Terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. 

1.7. Terrasmeubilair: stoelen, banken, tafels, parasols, windschermen, andere objecten, waaronder reclameborden, plantenbakken en alle overige objecten die op het terras geplaatst zijn ten dienste van het terras en/of het overige deel van de openbare inrichting.

1.8. Een parasol bestaat uit een stok met baleinen, bespannen met een doek. De constructie is gelijk aan die van een paraplu, maar groter.

1.9. Een zonnescherm is een zonwering die aan de buitenzijde van de gevel is opgehangen.

1.10. Een partytent is een tent die ontworpen is voor gebruik tijdens een feest of een evenement. De basis van de partytent is een vrij hoog dak dat steunt op tentpalen. Het dak is zo hoog dat men er gemakkelijk onder kan staan. Zo ontstaat een open maar overdekte ruimte buiten. Een partytent wordt vaak ingezet voor openluchtfeesten of –evenementen.

1.11. Een accessoire is een bijkomend, niet-noodzakelijk iets, dat behoort bij een wel noodzakelijk goed of zaak bijvoorbeeld een bestekkast, een flipboard e.d.

1.12. Een terrasverwarming is een verwarmingsapparaat, onder andere in de horeca, bedoeld voor het verwarmen van een terras ten behoeve van bezoekers van een terras.

1.13. Open vuur is een niet van de buitenlucht afgeschermde en niet regelbaar en controleerbaar te beheersen, warmtebron. Dit zijn o.a. een vuurkorf, barbecue of een gasbrander.

 

2. Hoofdstuk 2: Wanneer mag een terras gevoerd worden

Artikel 2, benodigde vergunningen

2.1. Terrasvoering op eigen terrein wordt vergund via de exploitatievergunning

2.2. Terrasvoering op gemeentelijke grond wordt vergund via een terrasvergunning welke aangevraagd moet zijn uiterlijk 1 december in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het terras op gemeentelijke grond voorzien is.

2.3. Voor een terrasvergunning kan, naast leges, ook een precariobelasting geheven worden. De hoogte van een precariobelasting wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.

 

Artikel 3, maanden en tijden van terrasvoering

3.1. Een terras op eigen grond mag worden gevoerd gedurende de maanden dat exploitatie is toegestaan op grond van de exploitatievergunning.

3.2. Een terras op gemeentelijke grond mag gevoerd worden in de periode van 1 april tot 1 oktober.

3.3. Terrassen mogen gevoerd worden van zondag tot en met donderdag van 10.00 tot 23.00 uur.

3.4. Op de dag van de weekmarkt mag het terras ter plekke gevoerd worden van 14.00 tot 23.00 uur.

3.5. Terrassen mogen op vrijdag en zaterdag van 10.00 tot 00.00 uur gevoerd worden.

3.6. Bij dagtemperaturen boven de 30 graden in de Bilt (KNMI site) mogen de terrassen een uur langer open zijn.

3.7. Het college kan van de in bovengenoemde tijden afwijken als de situatie of omstandigheden rondom het terras op gemeentelijke grond daartoe aanleiding geven.

3.8. Een terras op gemeentelijke grond moet (deels) wijken en afdoende ruimte bieden voor de weekmarkt, een en ander zo nodig op aanwijzingen van de marktmeester.

3.9. De sluitingstijden voor terrasvoering gelden ook voor het personeel van de horecagelegenheid waar het terras bij hoort.

 

Artikel 4, terrassen tijdens werkzaamheden en evenementen

4.1. Bij werken van openbaar nut of bij vergunde evenementen geldt mogelijk de verplichting om het terras tijdelijk geheel of gedeeltelijk te sluiten. Voor zover mogelijk wordt rekening gehouden met de wensen van de ondernemer zoals de dag en/of het tijdstip waarop genoemde werken plaatsvinden.

4.2. Aankondiging van de tijdelijke sluiting vanwege werkzaamheden of evenementen vindt minimaal twee weken voorafgaand plaats.

4.3. Tijdens werkzaamheden of evenementen kunnen zowel beperkende als uitbreidende voorwaarden/bepalingen aan het terras gesteld worden.

 

3. Hoofdstuk 3: Waar mag een terras gevoerd worden

Artikel 5, locatie van een terras

5.1. Een terras bevindt zich altijd in een buitenruimte, gelegen op gemeentelijke grond of op eigen grond.

5.2. Een terras op gemeentelijke grond ligt aaneengesloten aan het terras op eigen terrein zoals verleend in de reguliere exploitatievergunning, of aan de overzijde van de weg en in het zicht van het horecabedrijf.

5.3. Een terras op gemeentelijke grond kent twee vormen

5.3.1. Het gevelterras; direct aansluitend aan het terras op eigen terrein of tegen de voor, zij- of achtergevel van de horecagelegenheid ten behoeve waarvan het terras op gemeentelijke grond geëxploiteerd wordt.

5.3.2. Het terraseiland; een solitair terras direct tegenover de horecagelegenheid ten bate waarvan het terras op gemeentelijke grond gevoerd wordt. Het terras wordt gescheiden van de horecagelegenheid door een voetgangers- of andere verkeersstrook.

 

Artikel 6, vergunbare ruimte van het terras

6.1. Bij de vergunning van een terras wordt een maximaal vergunde terrasruimte vastgesteld.

6.2. De maximaal vergunde terrasruimte wordt op plattegrond aangegeven en maakt vervolgens onderdeel uit van de vergunning.

6.3. De vergunbare ruimte op gemeentelijke grond wordt jaarlijks, zo nodig, zo eerlijk mogelijk verdeeld over de ontvangen aanvragen.

6.4. De vergunde terrasruimte wordt in het plaveisel visueel zichtbaar gemaakt door middel van door de gemeente aangebrachte terraspinnen.

6.5. De maximaal vergunde terrasruimte wordt bepaald aan de hand van de volgende voorwaarden:

6.5.1. Er dient een strook van minimaal 3,5 meter bij een recht stuk weg en 4,5 meter breed bij een korte doorsteek of (flauwe) bocht in de openbare ruimte vrij te blijven ten behoeve van hulpdiensten. Deze strook is vanaf de grond tot alle ruimte daarboven.

6.5.2. Er moet een ongehinderde en veilige doorgang voor voetgangers, rolstoelgebruikers en voetgangers met een kinderwagen vrij blijven.

 

4. Hoofdstuk 4: Hoe mag een terras er uit zien

Artikel 7, terrasmeubilair

7.1. De keuze in stijl van het terrasmeubilair staat de ondernemer vrij. Wel gelden enkele uitgangspunten:

- Eén thema of stijl per terras om eenheid en een rustig beeld te krijgen;

- Meubilair en accessoires uitgevoerd in kwalitatief hoogstaand materiaal, zoals rotan, hout, staal of aluminium.

- Gebruik van brandvrij materiaal.

7.2. Indien het terrasmeubilair bij de inwerkingtreding van deze nota, nog niet aan de in artikel 7.1 genoemde uitgangspunten voldoet dan gebeurt dat bij vervanging van het terrasmeubilair.

7.3. Een exploitant kan overigens worden aangesproken indien het terras een onverzorgde aanblik biedt.

7.4. Het terrasmeubilair moet binnen een half uur na sluitingstijd van het terras zodanig zijn opgeruimd of verwijderd dat duidelijk is dat het terras gesloten is.

7.5. Het terrasmeubilair moet binnen in de inrichting worden gezet of diefstalbestendig buiten gezet worden, op een zodanige wijze dat hierdoor geen hinder voor auto’s, fietsers of voetgangers kan ontstaan

7.6. Opslag op gemeentegrond is niet toegestaan tenzij dit aantoonbaar op eigen terrein niet mogelijk is, en vooraf is aangevraagd.

7.7. Eventuele opslag op gemeentegrond mag geen (zicht)belemmering of onveiligheid opleveren in de openbare ruimte én het meubilair mag niet beklommen kunnen worden om eventueel boven de horecagelegenheid aanwezige balkons en woningen te bereiken.

7.8. De exploitant kan overigens vanuit beeldkwaliteit aangesproken op de gekozen vorm van opslag.

 

Artikel 8, terras accessoires, parasols en zonneschermen

8.1. Terras accessoires mogen alleen op het terras zelf geplaatst worden. Buiten de vergunde terrasruimte is het plaatsen van deze objecten niet toegestaan

8.2. Parasols zijn toegestaan als:

8.2.1. ze inklapbaar zijn;

8.2.2. (zonder omgevingsvergunning) ze niet in de grond verankerd zijn;

8.2.3. ze uitgevoerd zijn in stof/tentdoek van brandvertragend materiaal;

8.2.4. in uitgeklapte toestand de onderkant van de volant op minstens 2.20 meter hoogte zit

8.2.5. in uitgeklapte toestand ze de terrasgrenzen niet overschrijden;

8.2.6. de reclame-uiting hierop alleen betrekking heeft op de naam van het bedrijf of een product dat in het bedrijf wordt verkocht.

8.2.7. er geen flappen worden aangebracht aan parasols, gevels of andere objecten, dit ter behoud van het open karakter van een terras. Transparante regenschermen zijn toegestaan.

8.3. Voor het verankeren van een parasol in de grond is een omgevingsvergunning nodig.

8.4. Parasols mogen alleen uitgeklapt zijn gedurende de openingstijden van het terras.

8.5. Zonneschermen aan de gevel kunnen vergunning plichtig zijn op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hiervoor kunt u een vergunning check - www.omgevingsloket.nl - doen of contact opnemen met het omgevingsloket van de gemeente (ODRU)

8.6. Het aanbrengen van flappen en/ of extra windschermen aan een zonnescherm is niet toegestaan.

8.7. Reclame-uitingen van een product dat in het bedrijf wordt verkocht en/ of de naam van het bedrijf zijn op zonneschermen toegestaan.

8.8. In uitgeschoven positie is de minimale hoogte van de volant 2.20 meter.

8.9. Alle op een terras toegepaste zonneschermen en parasols voldoen aan de brandklasse en rookproductie zoals deze vermeld is in het Bouwbesluit 2012. Hier wordt aan voldaan indien een naar de lucht gekeerd onderdeel van het inrichtingselement voldoet aan brandklasse B en rookklasse 2, als bedoeld in NEN-EN 13501-1

 

Artikel 9, overige terras objecten

9.1. Alle overige terrasobjecten moeten binnen de vergunbare terrasruimte zijn geplaatst en geen reclame-uitingen hebben.

9.2. Terrasschermen en terrasbloembakken mogen niet permanent verankerd worden in de grond.

9.3. Terrasschermen en terrasbloembakken zijn verplaatsbaar en maximaal 1,5 meter hoog (inclusief beplanting)

9.4. Terrasschermen zijn ten minste voor het deel boven de 80 centimeter vanaf de grond, transparant uitgevoerd.

9.5. Terrasschermen en terrasbloembakken moeten dusdanig geplaatst worden dat ze geen hinder veroorzaken voor fietsers, voetgangers en automobilisten.

9.6. Het plaatsen van een partytent op het terras is niet toegestaan.

9.7. Vlonders op het terras zijn niet toegestaan. Bij grote ongelijkheden kan een uitzondering gemaakt worden indien vooraf akkoord is verkregen van de gemeente.

 

Artikel 10, terrasverwarming en terrasverlichting

10.1. Terrasverwarming is toegestaan in de periode van 1 april tot 1 oktober.

10.2. Nieuwe terrasverwarming is alleen toegestaan in een energiezuinige variant.

10.3. Bestaande terrasverwarming moet bij natuurlijke vervangingsmomenten worden vervangen door een energiezuinige variant, zonder lichtuitstoot.

10.4. Heaters die als terrasverwarming gebruikt worden moeten voorzien zijn van een goed werkende bewegingssensor zodat deze alleen geactiveerd worden als het echt nodig is.

10.5. Heaters die werken op gas zijn niet toegestaan.

10.6. De heaters worden een half uur voor sluitingstijd van het terras uitgezet.

10.7. Voor verwarming en verlichting gelden vanuit veiligheid de volgende regels:

10.8. Verwarmingselementen en verlichtingsbronnen dienen te voldoen aan de gangbare vastgestelde NEN-EN veiligheidsnormen.

10.9. Verwarmingselementen en verlichtingsbronnen moeten beveiligd zijn tegen omvallen en omstoten.

10.10. Benodigde (elektriciteit)kabels voor verwarming en/of verlichting zijn veilig bevestigd, omtrekken of struikelen is niet mogelijk.

10.11. Het is niet toegestaan om kabels en leidingen in de openbare ruimte aan te brengen zonder toestemming van de gemeente.

10.12. De terrasverwarming en -verlichting moet gericht zijn op het terras, heeft geen uitstraling naar de directe (woon)omgeving en mag geen zichtoverlast veroorzaken.

 

5. Hoofdstuk 5: Gedrag op het terras

Artikel 11, vuur en barbecue

11.1. Het gebruiken van open vuur, zowel als verwarmingsbron voor de sfeer en als bron om voedsel te bereiden is niet toegestaan tenzij dit expliciet in de exploitatievergunning is vermeld.

 

Artikel 12, geluid

12.1. Geluid uit mechanische geluidsbronnen zoals speakerboxen is niet toegestaan.

 

Artikel 13, zorgplicht voor de exploitant

13.1. De horeca exploitant spreekt zijn bezoekers op het terras er op aan als er met luide stem wordt gesproken. Luide conversatie dient voorkomen te worden.

13.2. De horeca exploitant stelt eventuele gedragsregels op over het roken op het terras gedurende de officiële openingstijden van het terras, en draagt er zorg voor dat na sluitingstijd het gesloten terras niet uitnodigend werkt voor rokers.

13.3. Een eventueel rookgedeelte van het terras dient duidelijk herkenbaar te worden aangegeven.

13.4. De ondernemer voorziet in asbakken en peukenbakken.

13.5. Er mogen geen consumpties afkomstig van de horecagelegenheid buiten de vergunde terrasruimte worden genuttigd.

13.6. De horeca exploitant houdt de straat en het trottoir rondom zijn horecagelegenheid en terras schoon van etenswaren, verpakkingen of andere materialen die uit zijn horecagelegenheid afkomstig zijn (de 25 meter-regel, artikel 2.13 van het Activiteitenbesluit).

 

6. Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 14, overgangsrecht

14.1. Een bestaande gevestigde openbare inrichting met een geldige exploitatievergunning op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels heeft het recht op voortzetting van de exploitatie van dat terras op de wijze zoals die in de vergunning is vastgelegd voor de duur van de geldigheid van die vergunning.

14.2. Zaken die niet in een geldende exploitatievergunning zijn vastgelegd vallen niet onder het overgangsrecht.

14.3. Vanaf het moment dat deze beleidsnotie is vastgesteld zijn deze nieuwe regels van toepassing voor aanvragen voor nieuwe vergunningen, en voor verlengingen en wijzigingen van bestaande (aflopende) vergunningen. 

14.4. Exploitatie van een vergund terras in het verleden geeft geen rechten voor de toekomst.

 

Artikel 15, hardheidsclausule

Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de regels, voorwaarden en criteria die van toepassing zijn op het voeren van een terras binnen de gemeente Montfoort. In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college dan wel de burgemeester besluiten van deze beleidsregels af te wijken.

 

Artikel 16, termijn

Deze regels worden periodiek geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.

 

Artikel 17, citeertitel

17.1. Deze regeling kan worden aangehaald als: “Horeca- en Terrassenbeleid gemeente Montfoort 2021”;

17.2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 20 april 2021.

 

De secretaris, M.H. van der Veer

 

De burgemeester, mr. P.J. van Hartskamp – de Jong

 

Bijlage 1: LINSCHOTEN en BUITENGEBIED: categorie-indeling horeca (staat van horeca-activiteiten) 

 

In bestemmingsplan Linschoten en buitengebied wordt een afwijkende categorie-indeling gehanteerd voor Horeca dan in bestemmingsplan Montfoort Binnenstad (bijlage 2). Grofweg geldt onderstaande vergelijking:

- Categorie 1a komt grofweg overeen met de categorieën 1 en 2 uit bijlage 2 (Montfoort)

- Categorieën 1b, 1c en 2 komen grofweg overeen met categorie 3 uit bijlage 2 (Montfoort)

- Categorie 3 komt grofweg overeen met categorie 4 uit bijlage 2 (Montfoort)

 

Categorie 1 'lichte horeca'

 

Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

 

1a. Lichte horeca

- automatiek;

- broodjeszaak;

- cafetaria;

- croissanterie;

- koffiebar;

- lunchroom;

- ijssalon;

- snackbar;

- tearoom;

- traiteur.

 

1b. Overige lichte horeca

- bistro;

- restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);

- hotel.

 

1c. Bedrijven met een relatief grote verkeers-aantrekkende werking

- bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;

- restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).

 

  • 1.

    Categorie 2 'middelzware horeca'

     

Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:

- bar;

- bierhuis;

- biljartcentrum;

- café;

- proeflokaal;

- shoarma/grillroom;

- zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

 

  • 1.

    Categorie 3 'zware horeca'

     

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:

- dancing;

- discotheek;

- nachtclub;

- partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.

 

Bijlage 2: BINNENSTAD MONTFOORT: categorie-indeling horeca 

 

In bestemmingsplan Binnenstad Montfoort wordt een afwijkende categorie-indeling gehanteerd voor horeca dan in bestemmingsplan Linschoten en Buitengebied (bijlage 1). Grofweg geldt onderstaande vergelijking:

- Categorieën 1 en 2 komen grofweg overeen met categorie 1a van bijlage 1 (Linschoten en buitengebied).

- Categorie 3 komt grofweg overeen met categorieën 1b, 1c en 2 van bijlage 1 (Linschoten en buitengebied).

- Categorie 4 komt grofweg overeen met categorie 3 van bijlage 1 (indeling Linschoten en buitengebied)

 

Categorie 1 aansluitend bij winkelvoorziening, overwegend overdag

 

Horeca die qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en met exploitatie overwegend gedurende winkeltijden.

 

Waarbij kleine etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden geserveerd. Zoals een lunchroom, broodjeszaak en een ijssalon.

 

Categorie 2 aansluitend bij winkelvoorziening, overdag en ‘s avonds

 

Horeca die qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en met exploitatie zowel overdag als in de avonduren.

 

Waarbij kleine etenswaren worden geserveerd en in hoofdzaak alcoholvrije dranken. Zoals een cafetaria, snackbar, afhaalcentrum en automatiek.

 

Categorie 3 maaltijden en logies

 

Horeca waar in hoofdzaak maaltijden, (alcoholische) dranken en/of logies worden verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de middag- en avonduren plaatsvindt. Zoals een café, restaurant, hotel en pension, alsmede horeca met zaalaccomodatie.

 

Categorie 4 dancings en discotheken

 

Horeca waar in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, een aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt. Zoals bar-dancings, discotheken, nachtclubs.