Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barendrecht

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht houdende regels omtrent subsidie (Algemene Subsidieregeling Barendrecht)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht houdende regels omtrent subsidie (Algemene Subsidieregeling Barendrecht)
CiteertitelAlgemene Subsidieregeling Barendrecht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Barendrecht 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-06-2021nieuwe regeling

01-06-2021

gmb-2021-198590

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht houdende regels omtrent subsidie (Algemene Subsidieregeling Barendrecht)

Het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht;

overwegende dat het gemeentebestuur haar beleidsdoelen wil bevorderen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Barendrecht 2020, besluit vast te stellen de Algemene Subsidieregeling Barendrecht.

 

Inleiding

Op 22 september 2020 heeft de gemeenteraad van Barendrecht de geactualiseerde Kadernota Subsidiebeleid 2020 Barendrecht vastgesteld. In lijn hiermee heeft de gemeenteraad op 22 september 2020 de nieuwe Algemene subsidieverordening Barendrecht 2020 (hierna te noemen Algemene subsidieverordening) vastgesteld. Deze verordening bevat procedurele voorschriften die van toepassing zijn bij subsidieverlening.

 

Deze subsidieregeling geeft een overzicht van de wijze waarop het college de subsidies wil verdelen. De subsidies worden ingezet ter uitvoering van het gemeentelijk beleid, zoals vastgelegd in beleidskaders en -nota´s, het collegeprogramma en/of op basis van evaluaties, doorlichtingen, etc. Ook houden we in Barendrecht rekening met de Strategische visie 2025.

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dienen de gesubsidieerde activiteiten altijd een bijdrage te leveren aan de realisatie van gemeentelijke doelen.

 

Deze subsidieregeling volgt op hoofdlijnen de maatschappelijke effecten van de nota Integraal Beleid Sociaal Domein. Deze nota is vastgesteld op 30 maart 2021 en tot stand gekomen in samenwerking met een groot aantal maatschappelijke organisaties in Barendrecht.

 

Per beleidsterrein en of werkveld zijn subsidiecriteria opgenomen op basis waarvan organisaties een aanvraag kunnen doen. Ook is er per beleidsterrein ruimte om specifieke voorwaarden te formuleren. Hierdoor heeft het college de mogelijkheid gericht te sturen met het subsidie-instrument.

 

Algemene deel van de subsidieregeling

Het eerste hoofdstuk bevat een nadere uitwerking van een aantal aspecten die voor alle subsidies relevant (kunnen) zijn. Onderwerpen die al geregeld zijn in de Algemene Subsidieverordening worden hier niet nogmaals opgenomen.

 

Vaststelling subsidie budgetten en plafonds

Jaarlijks zullen in de begroting de subsidieplafonds worden vastgesteld. In de subsidieregeling zijn de verdeelregels voor de subsidies opgenomen waarbij de plafonds het maximum te verstrekken subsidiebedrag per beleidsterrein en eventueel delen daarvan bepalen.

 

1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Algemeen

De wettelijk grondslagen en de bevoegdheid waarop dit document ‘ Algemene Subsidieregeling gemeente Barendrecht’ is gebaseerd zijn de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Barendrecht 2020 (Algemene subsidieverordening). De Begripsomschrijvingen uit de Algemene subsidieverordening zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.2 Reikwijdte

In de Algemene subsidieverordening wordt de reikwijdte van de bevoegdheden van het college, alsmede de beleidsterreinen waarop subsidie kan worden verstrekt genoemd. Overeenkomstig artikel 3 van de Algemene subsidieverordening zijn de nadere regels voor de verschillende beleidsterreinen waarop subsidies verstrekt wordt, opgenomen in dit document ‘Algemene subsidieregeling Barendrecht’, hierna te noemen ‘Subsidieregeling’.

Artikel 1.3 Inhoudelijke verankering

Beleidsmatige (kader)nota’s geven sturing aan de maatschappelijke effecten, doelen en activiteiten waarvoor subsidies worden verleend. Hierin wordt de gewenste situatie van doelgroepen, thema’s of sectoren beschreven.

Artikel 1.4 Soorten subsidies

Subsidies onderscheiden zich in juridische zin slechts door het feit of het een jaarlijkse dan wel incidentele subsidie betreft. Jaarlijkse subsidie is een subsidie die per boekjaar of kalenderjaar wordt verstrekt. Een incidentele subsidies is een subsidie die voor een eenmalige activiteit, of een activiteit, waarvoor het college slechts voor een van te voren maximaal bepaalde tijd van 4 jaar subsidie wil verlenen.

Artikel 1.5 Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder voorwaarde dat voldoende middelen in de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Artikel 1.6 Subsidieontvanger

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen met een volledige rechtsbevoegdheid. Dit om als gemeente meer zekerheid te hebben en om risico´s voor de subsidieaanvrager te beperken.

 

De gesubsidieerde activiteit van de subsidieaanvrager of – ontvanger moet zonder winstoogmerk zijn (de aanvrager zelf mag wel een winstoogmerk hebben).

Artikel 1.7 Indexering

Bij het vaststellen van de begroting bepaalt de raad of er het betreffende jaar wordt geïndexeerd, op welke basis en voor welke doelgroepen.

Artikel 1.8 Vermogensontwikkeling

Vermogensvorming vanuit gemeentelijk subsidie is alleen toegestaan als de overeengekomen resultaten zijn behaald.

 

De maximale vermogensvorming per jaar bedraagt maximaal 10% van de omvang van het jaarlijkse subsidiebedrag.

 

De vermogensvorming in totaal bedraagt op enig moment maximaal 25% van de omvang van het jaarlijkse subsidiebedrag, behoudens die gevallen waarin het college, op specifieke gronden, anders besluit.

Artikel 1.9 Algemene reserve

Voor rechtspersonen die een jaarlijkse subsidie ontvangen van tenminste € 100.000 per jaar, is een algemene of egalisatiereserve aanwezig van tenminste 10% van het balanstotaal. De gemeente hanteert dit uitgangspunt ten behoeve van de continuïteit van de rechtspersoon en daarmee het mogelijk maken van duurzame samenwerking met rechtspersonen die subsidie ontvangen.

Artikel 1.10 Bestemmingsreserve

Het college kan de gesubsidieerde rechtspersoon toestemming verlenen om bestemmingsreserves te vormen.

 

Het college geeft instemming voor het vormen van een bestemmingsreserve, indien naar het oordeel van het college de noodzaak hiertoe door de instelling is aangetoond.

Artikel 1.11 Voorzieningen

Het college kan de structureel gesubsidieerde rechtspersoon toestemming verlenen voor het vormen van voorzieningen. Het college geeft hiervoor toestemming, indien de noodzaak hiertoe door de instelling is aangetoond.

 

Als sprake is van eigendommen waarop wordt afgeschreven, is de structureel gesubsidieerde rechtspersoon verplicht om het jaarlijkse afschrijvingsbedrag op de begroting op te nemen. Als de structureel gesubsidieerde rechtspersoon eigenaar is van onroerend goed moet betreffende het onderhoud daarvan een voorziening groot planmatig onderhoud (buiten en binnen) worden opgesteld op basis van een door het college geaccordeerd meerjarig onderhoudsplan.

 

De met instemming van het college gevormde voorzieningen mogen door de structureel gesubsidieerde rechtspersoon slechts worden aangewend voor het doel waarvoor ze zijn gevormd.

Artikel 1.12 Verplichtingen subsidieontvanger

Naast de in artikel 12 van de Algemene subsidieverordening vermelde verplichtingen over tussentijdse rapportages, meldingsplicht bij afwijkingen en overige verplichtingen van de subsidieontvanger is het college bevoegd om nadere verplichtingen in de subsidieregeling aan te geven. Eventuele nadere verplichtingen staan beschreven onder het kopje ‘nadere verplichtingen’ in de hoofdstukken van deze subsidieregeling.

Ontwikkelen

Maatschappelijke effect:

 

Alle inwoners ontwikkelen zich optimaal

2. Onderwijs

Het beleidsterrein onderwijs omvat de volgende werkvelden die achtereenvolgens in dit hoofdstuk worden beschreven:

  • -

    Onderwijsachterstandenbeleid

  • -

    Peuterspeelzaalwerk

  • -

    Brede school

  • -

    Schoolmaatschappelijk werk

  • -

    Schoolbegeleiding

Artikel 2.1.Onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse educatie

Doelstellingen onderwijsachterstandenbeleid

  • Het effectief en vroegtijdig aanpakken van onderwijsachterstanden met de nadruk op voorschoolse educatie.

  • Het realiseren van een 100% dekkend aanbod van voorschoolse educatie (VE) voor alle doelgroepkinderen.

  • Het toezien op een juiste uitvoering van kwalitatief hoogwaardig voorschools aanbod.

Doelstellingen voorschoolse educatie

  • Faciliteren van zo vroeg mogelijke signalering van ontwikkelings- en taalachterstanden bij jonge kinderen en toeleiding naar passend programma.

  • Ouders van de geïndiceerde kinderen bewust maken van noodzaak en bieden van ondersteuning bij eigen rol en taak t.a.v. kind.

  • Kinderopvangorganisaties faciliteren bij het realiseren van kwalitatief hoogwaardig voorschools aanbod.

  • Ondersteuning bieden t.b.v. juiste uitvoering van kwalitatief hoogwaardig voorschools aanbod aan kinderen met specifieke problematiek.

  • Instroom PO mogelijk en kansrijk(er) maken door inhaalslag via VE-programma.

Maatschappelijke effecten:

 

  • 100% van de kinderen bij wie door het CJG op 2-jarige leeftijd een ontwikkelings-/taalachterstand is gesignaleerd doet in elk geval vanaf 2,5 jarige leeftijd 16 uur per week mee aan een voorschools educatieprogramma.

  • De ontwikkelings-/taalachterstand die sommige kinderen op 2-jarige leeftijd hadden, is op 4-jarige leeftijd in belangrijke mate ingelopen via een voorschools educatieprogramma bij een kinderopvangorganisatie.

  • Ouders van kinderen met een ontwikkelings-/taalachterstand zijn zich bewust van hun rol en taak bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kind en weten hoe ze kunnen helpen.

  • Minimaal 80% van de kinderen die dit type programma hebben gevolgd stroomt zonder problematische achterstand in het basisonderwijs.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Activiteiten in het kader van voorschoolse educatie zoals beschreven in de wet OKE en zoals overeengekomen in het jaarlijks ingediende projectplan. Het betreft hier activiteiten voor doelgroepkinderen van 0-4 jaar uit de gemeente Barendrecht zoals vastgesteld in het onderwijsachterstandenbeleid:

 

Definitie vve-doelgroepkind:

  • A.

    de jeugdverpleegkundige/jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin ziet (dreigende) achterstanden in de ontwikkeling van het kind. Deze kunnen ook veroorzaakt worden door factoren in het gezin e/o omgeving. Dit kunnen zijn:

    • -

      kindfactoren, spraaktaalontwikkeling, motorische ontwikkeling, sociale ontwikkeling en emotionele ontwikkeling;

    • -

      ouderfactoren: chronische ziekte, dreigende overbelasting, ontbreken sociale steun, kinderen met vluchtelingenachtergrond;

    • -

      omgevingsfactoren: huisvesting, speelruimte, sociaal isolement:

      combinatie van bovenstaande factoren en het gezinsinkomen of besteedbaar inkomen voor mensen in een schuldtraject dat onder de minimagrens valt (120% van de bijstandsnorm).

  • B.

    Thuistaal is een andere dan de Nederlandse taal. Dit item altijd in combinatie met A.

 

  • -

    Aanstellen van een coördinator (gemeentebreed).

b) Nadere weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien het activiteiten betreft waarbij de fysieke dan wel psychische gezondheid van kinderen/jongeren in gevaar komt.

 

c) Aanvragers

Kinderopvanginstellingen geregistreerd bij het landelijk register Kinderopvang of basisscholen met een voorschoolse voorziening in de gemeente Barendrecht.

 

d) Berekening van de subsidie

  • -

    Voor dit beleidsveld ontvangen gemeenten geoormerkte middelen. Hierbij gaat men uit van budgettaire neutraliteit. Het uiteindelijk toegekende subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van het door de aanvrager ingediende aantal kindplaatsen tegen het jaarlijks vastgestelde tarief.

e) Verdeling van het subsidieplafond

Bij de jaarlijkse subsidies komen als eerste de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

Artikel 2.2 Peuterspeelzaalwerk

Doelstellingen peuterspeelzaalwerk

  • Het bevorderen van samen spelen en elkaar ontmoeten van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar die vanwege het ontbreken van het recht van de ouders op Kinderopvangtoeslag moeilijk toegang hebben tot de ontmoetingsplek met leeftijdgenootjes waar zij sturend gestimuleerd worden om zich breed te ontwikkelen.

  • Het bevorderen van cognitieve, sociale en emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

  • Het signaleren en wegwerken van ontwikkelingsachterstanden van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

Maatschappelijke effecten:

 

  • ‘Alle kinderen doen mee’: ook kinderen wiens ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, krijgen vanaf 2,5 jaar gelegenheid om deel te nemen aan peuterklassen bij kinderopvang-organisaties: minimaal 90% van deze categorie ouders maakt voor hun kinderen gebruik van dit aanbod.

  • Alle kinderen krijgen dezelfde kansen op vroegtijdige ontwikkeling van hun motorische, sociale en taalvaardigheden door professionele begeleiding op een peutergroep.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Kosten per dagdeel peuterspeelzaalplaats, waarbij in ieder geval doelgroepkinderen zoals vastgesteld via het gemeentelijk beleid, aanspraak maken op een gesubsidieerde plek van maximaal vier dagdelen per week.

 

b) Nadere weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien het activiteiten betreft waarbij de fysieke dan wel psychische gezondheid van kinderen/jongeren in gevaar komt.

 

c) Aanvragers

Kinderopvanginstellingen geregistreerd bij het landelijk register Kinderopvang.

 

d) Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Het betreft een subsidie voor de plaatsingskosten in volgorde van beschikbaarheid van het budget:

Subsidieplaatsen voor kinderen die voldoen aan de doelgroep definitie:

  • subsidieplaatsen voor kinderen van ouders die geen aanspraak kunnen maken op kinderopvang-toeslag en die onder modaal verdienen;

  • subsidieplaatsen voor kinderen van ouders die geen aanspraak kunnen maken op kinderopvang-toeslag die boven modaal verdienen.

e) Berekening van de subsidie

Het uiteindelijk toegekende subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van het door de aanvrager ingediende plan en aantallen kinderen zoals benoemd in lid d).

 

f) Verdeling van het subsidieplafond

Bij de jaarlijkse subsidies komen als eerste de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

 

g) Nadere verplichtingen

Voor gesubsidieerde plekken krijgen kinderen van eenverdieners met een inkomen onder modaal voorrang.

Artikel 2.3 Brede school

Doelstellingen brede school

  • Netwerk van voorzieningen in de wijk met de school als spil.

  • Stimuleren van de ontwikkeling van kinderen en jongeren, waarbij de actieve rol van kinderen en jongeren centraal staat.

  • Een breed scala aan activiteiten aanbieden in de wijk, voor kinderen, jongeren, ouders, buurtbewoners of andere doelgroepen.

Maatschappelijke effecten:

 

  • Kinderen met minder kansen ontwikkelen hun talenten buiten schooltijd door deelname aan activiteiten die op of om de school, in hun eigen wijk, worden georganiseerd tegen lage of zonder kosten;

  • Kinderen met een taalachterstand ontwikkelen door middel van activiteiten ook hun taalvaardigheid, zodat zij beter mee kunnen doen in hun klas, in hun woonomgeving en in de samenleving in brede zin.

  • Volwassenen uit de wijk participeren in de buurt via de activiteiten die in het schoolgebouw worden georganiseerd en/of die zij mee-organiseren. - In de wijk waar de school zich bevindt is meer maatschappelijke samenhang ontstaan: meer mensen kennen elkaar via ontmoetingen en deelname aan activiteiten.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Alleen activiteiten die vallen onder de volgende twee profielen komen in aanmerking voor subsidiëring:

 

  • Brede School met accent op brede ontwikkeling van kinderen. De activiteiten bij dit profiel dragen bij aan de brede ontwikkeling van kinderen. Het accent ligt vooral op taal- en talentontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • Brede School gebiedsgericht, met accent op leefbaarheid in de wijk. De activiteiten bij dit profiel dragen bij aan de leefbaarheid in de wijk/buurt waarin de school zich bevindt. De brede school moet volgens dit profiel zorgen voor meer sociale samenhang in de wijk en betere leerprestaties van kinderen. Kenmerkend voor dit profiel is een breed aanbod voor alle buurtbewoners gericht op participatie. De school stelt zich open voor de wijk.

b) Nadere weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien het activiteiten betreft waarbij de fysieke dan wel psychische gezondheid van kinderen/jongeren in gevaar komt.

 

c) Aanvragers

Basisscholen binnen de gemeente Barendrecht.

 

d) Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Het betreft een projectsubsidie op basis van cofinanciering met schoolbesturen, voor de volgende kosten:

  • Per basisschool: activiteitenkosten, materiaalkosten, personeelskosten op basis van een maximum per school dat is gerelateerd aan de leerlingenaantallen.

e) Berekening van de subsidie

Het maximaal beschikbare budget wordt berekend op basis van het totaal aantal leerlingen per school.

 

f) Nadere verplichtingen

De keuze voor een profiel (zie onder a) is een voorwaarde voor subsidiëring.

Artikel 2.4 Schoolmaatschappelijk werk VO

Doelstellingen schoolmaatschappelijk werk VO:

  • Het verbeteren van de situatie van de jongere wiens ontwikkeling stagneert door omgevingsfactoren die buiten de directe invloedssfeer van de school liggen.

  • Ondersteuning bieden door de belemmerende factoren in het gezin te verhelpen en de zelfredzaamheid van het kind te vergroten.

Maatschappelijke effecten:

 

  • Leerkrachten ervaren steun door advies van schoolmaatschappelijk werkers over de omgang met en aanpak van bepaalde leerlingen en van bepaalde typen problematiek; het advies is gericht op vergroting van het pedagogisch handelen van de leerkracht.

  • Jongeren ervaren steun van een schoolmaatschappelijk werker om hun sociaal-emotionele problemen in een zo vroeg mogelijk stadium beter te begrijpen en aan te kunnen.

  • Jongeren krijgen hulp van de schoolmaatschappelijk werker indien er zich problemen voordoen in hun gezin of opvoedingssituatie die hun functioneren, hun welbevinden en/of hun functioneren op school negatief beïnvloedt waarbij de ouders worden betrokken indien dat wenselijk is.

  • Jongeren met problematiek waarvoor specialistische jeugdhulp nodig is, worden door de schoolmaatschappelijk werker doorgeleid naar deze hulpverlening.

  • Samenvattend: schoolmaatschappelijk werkers zetten in op het voorkomen van zware problematiek bij de opgroei- en opvoedproblematiek van jongeren door vroegtijdige signalering en adressering.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De volgende activiteiten komen voor subsidiering in aanmerking:

  • Optimaliseren van het psychosociaal en sociaal-emotioneel functioneren van het kind binnen en buiten de school.

  • Signaleren van behoeften van ouders.

  • Signaleren van behoeften van kinderen.

  • Casus overstijgend signaleren.

  • Korte contacten/informatie en advies.

  • Kortdurende hulp.

  • Verwijzing.

  • Trainingen sociale vaardigheden.

  • Opvoedingsondersteuning.

b) Nadere weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien het activiteiten betreft waarbij de fysieke dan wel psychische gezondheid van kinderen/jongeren in gevaar komt.

 

c) Aanvragers

Aanbieders van schoolmaatschappelijk werk VO.

 

d) Verdeling van het subsidieplafond

Bij de jaarlijkse subsidies komen als eerste de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

 

e) Nadere verplichtingen

Jaarlijks wordt een inhoudelijke verantwoording van de prestaties van het schoolmaatschappelijk werk aangeleverd door middel van een uitdraai van de registratiegegevens en een evaluatie van de gestelde doelen in de werkplannen. Deze verantwoording wordt voor 1 mei aangeleverd en heeft betrekking op het gehele voorafgaande jaar.

Artikel 2.5 Schoolbegeleiding

Doelstelling schoolbegeleiding:

Scholen in staat stellen om diensten op het gebied van schoolbegeleiding in te kopen voor specifieke doelgroepen t.b.v. hun zelfredzaamheid

 

Maatschappelijke effecten:

 

  • Leerlingen met specifieke problematiek of een kennisachterstand vallen door naschoolse coaching/begeleiding niet uit.

  • Leerlingen ervaren hulp in hun sociale ontwikkeling door ontwikkeling van de noodzakelijke inzichten en competenties op dat vlak.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De volgende activiteiten komen voor subsidiëring in aanmerking:

  • Voorkomen van taalachterstanden.

  • Verbetering van de interne zorgstructuur.

  • Verbetering van de aansluiting tussen de schoolinterne- en de schoolexterne zorgstructuren;

  • Vergroting van de sociale competenties van leerlingen.

  • Veiligheid in- en om de school.

  • Verbetering van de samenhang tussen aanbod en voorzieningen voor ontwikkelingsrisico’s voorleerlingen.

  • In stand houden van het intern begeleidersoverleg.

b) Nadere weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien het activiteiten betreft waarbij de fysieke dan wel psychische gezondheid van kinderen/jongeren in gevaar komt.

 

c) Aanvragers

Scholen die zelf schoolbegeleiding inzetten.

 

d) Procedure

De aanvraagprocedure voor jaarlijkse en incidentele subsidies staat beschreven in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening.

 

e) Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Het betreft een subsidie waarbij wordt bijgedragen in de kosten die gemaakt worden om de hierboven genoemde activiteiten en doelstellingen te realiseren.

 

f) Verdeling van het subsidieplafond

Bij de jaarlijkse subsidies komen als eerste de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

3. Maatschappelijke participatie en zorg

Artikel 3.1 Maatschappelijke ondersteuning

Doelstellingen

  • Opvoedondersteuning voor ouders met minderjarig kinderen;

  • Ondersteuning / tijdelijke hulp van een gezin met minderjarig kinderen om de situatie thuis te herstellen.

  • Ondersteuning van gezinnen met kinderen met een verstandelijke beperking en om ze langer zelfstandig thuis te laten wonen.

  • Kortdurende ambulante hulp aan jongeren die in aanraking komen met de politie en het toeleiden van deze jeugdigen naar school of werk.

Maatschappelijke effecten:

 

  • Kinderen kunnen zich optimaal ontwikkelen.

  • Het gezond kansrijk opgroeien van jeugdigen en voorkomen van overlast.

  • Alle kinderen kunnen meedoen op school en hebben minder last van de gevolgen van armoede.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Activiteiten waarin samen wordt gewerkt met ketenpartners zoals het onderwijs en de politie en waarbij overlast veroorzakende jongeren persoonlijk worden begeleid.

 

b) Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt ter versterking van jeugdigen en hun ouders.

 

c) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst. Subsidie ten behoeve van bovenstaande activiteiten bedraagt maximaal het bedrag dat het college jaarlijks via een onderverdeling met deel-subsidieplafonds vaststelt:

Artikel 3.2 Jeugd / WMO begeleiding

Doelstellingen

  • -

    Het vroeg signaleren van misdrijf of overtreding tussen de jeugdigen en de achterliggende problematiek (preventie).

    Het voorkomen van afglijding van jeugdigen in de criminaliteit.

  • -

    Opvoedondersteuning voor ouders met minderjarig kinderen.

  • -

    Ondersteuning / tijdelijke hulp van een gezin met minderjarig kinderen om de situatie thuis te herstellen.

Maatschappelijke effecten:

 

  • Vermindering van achterstanden tussen de jeugdigen.

  • Het welbevinden van inwoners groeit (alle kinderen en jongeren kunnen gezond en veilig opgroeien en daarbij de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen).

  • Het risico op pesten, school(ziekte)verzuim, verborgen armoede verkleinen.

  • Kinderen kunnen zich optimaal ontwikkelen.

  • Daling beroep op hulp en ondersteuning bij jongeren.

  • Kinderen zijn langer vitaal en gezond.

  • Het vroegtijdig signaleren van de problematiek van kinderen en doorverwijzen naar de JGZ, wijkteam en huisartsen.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

  • -

    het voorkomen van achterstand en positief bijdragen aan vorming van jongeren.

  • -

    de beperking van overlast en daarom bijdragen aan de leefbaarheid.

b) Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt ter versterking van jeugdigen en hun ouders.

 

c) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst. Subsidie ten behoeve van bovenstaande activiteiten bedraagt maximaal het bedrag dat het college jaarlijks via een onderverdeling met deel-subsidieplafonds vaststelt.

Artikel 3.3 Jeugdgezondheidszorg

Doelstelling:

Jeugdgezondheidszorg is preventieve gezondheidszorg die aan alle kinderen tot 18 jaar wordt aangeboden volgens de Wet Publieke Gezondheid. Het doel van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is het bevorderen, beschermen en bewaken van de lichamelijke, psychische, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. De JGZ geeft informatie en advies aan ouders en kinderen over een gezonde ontwikkeling. Daarnaast signaleert de JGZ (dreigende) stoornissen en risico's om tijdig adequate ondersteuning, korte interventies, doorverwijzing of andere vormen van hulpverlening te kunnen aanbieden. De JGZ voert ook het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) uit.

 

Maatschappelijke effecten:

 

  • Alle jeugdigen ontwikkelen zich optimaal.

  • Alle jeugdigen groeien kansrijk, gezond en veilig op.

  • Het welzijn van de jeugdigen neemt toe.

  • Door vroeg signalering en preventie wordt tijdig ingezet op adequate ondersteuning en lichte vormen van hulp, waardoor eventuele verdere escalatie voorkomen wordt.

  • Door gerichte preventie kunnen problemen eerder worden gesignaleerd en genormaliseerd.

  • Meer opvoedkracht bij ouders: ouders voelen zich positiever en bekwamer in het opvoeden.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt verstrekt aan activiteiten die bijdragen aan de uitvoering van de Wet Publieke Gezond voor kinderen en jongeren tussen 0 en 18 jaar en hun ouders. De JGZ-taken zijn verdeeld in een wettelijk basistakenpakket en een aanvullend preventief pakket (maatwerk).

 

b) Doelgroep

Subsidie ter uitvoering van preventieve gezondheidszorg voor kinderen en jongeren tot 18 jaar en hun ouders.

 

c) Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De gemaakte kosten van de uitvoering van de activiteiten, de werkelijke huisvestingskosten in de gemeente en de kosten voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma.

 

d) Berekening van de subsidie

Per jaar wordt het financieel kader van de subsidieaanvraag bijgesteld op basis van volume en prijsindexatie. Volume wordt bijgesteld op basis van de kind aantallen 0 tot 18 jaar zoals jaarlijks per 1 januari wordt gepubliceerd bij het CBS. De prijsindexatie wordt o.a. bepaald op basis van consumentenprijsindex (CPI) per 1 januari van CBS.

 

Het uiteindelijk toegekende subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van het door de aanvrager ingediende plan en het door de gemeenteraad vastgestelde subsidieplafond en indexeringspercentage.

 

e) Verdeling van het subsidieplafond

De gemeente kent 1 aanbieder voor de Jeugdgezondheidszorg: Stichting CJG Rijnmond.

4. Bibliotheekwerk

Doelstellingen

De bibliotheek heeft als doel:

  • -

    Taalbevordering en de ontwikkeling van basisvaardigheden te stimuleren voor alle inwoners van 0-100+ jaar om zelfredzaam te zijn.

  • -

    Het stimuleren van boeken lezen en bibliotheekbezoek onder alle inwoners van 0-100+ jaar;

  • -

    Informatie te geven over uiteenlopende onderwerpen.

  • -

    Sociale cohesie te creëren in de samenleving door de organisatie van sociale activiteiten en de samenwerking met sociale partners.

  • -

    Participatie te vergroten van alle inwoners van 0-100+ jaar door de organisatie van sociale en culturele activiteiten.

  • -

    Voor met name jongeren een doorgaande leer- en ontwikkellijn te creëren in samenwerking met het onderwijs en andere sociale/educatieve partners.

  • -

    Culturele vorming te bevorderen bij alle inwoners van 0-100+ jaar.

Maatschappelijke effecten:

 

De bibliotheek zorgt voor:

 

  • Toename geletterdheid (en andere basisvaardigheden, zoals rekenen en digitale vaardigheden).

  • Ontmoeting tussen en ontwikkeling van de inwoners.

  • Dat meer inwoners zelfredzaamheid zijn.

  • Het vergroten van de sociale cohesie, waardoor er minder eenzame mensen zijn .

  • Dat er meer inwoners participeren in de samenleving op het gebied van sociale en culturele vorming.

  • een goede samenwerking is tussen verschillende maatschappelijke, educatieve en culturele partners om het leesplezier onder de bewoners te vergroten.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt verstrekt ten behoeve van de reguliere activiteiten / bibliotheekwerkzaamheden, zoals , zoals vastgelegd in de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen.

 

Dit zijn:

  • Leesbevordering, preventieve aanpak & bestrijding laaggeletterdheid (zoals het taalpunt)

  • bevorderen van basisvaardigheden

  • leren

  • informeren

  • ontmoeting & debat

  • toegang tot kunst & cultuur

Daarnaast wordt er subsidie verstrekt voor activiteiten ten behoeve van de lokale uitvoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs.

 

b) Aanvrager

Een laagdrempelige voorziening voor alle inwoners van 0 tot 100+.

 

c) Verdeling van het subsidieplafond

Subsidieplafond wordt verdeeld onder die professionele rechtspersonen die subsidie aanvragen voor de uitvoering van Bibliotheekwerk.

Meedoen

Maatschappelijk effect:

 

Alle inwoners hebben gelijke kansen om mee te doen

5. Maatschappelijke participatie en zorg

Onder dit beleidsterrein scharen we de volgende werkvelden:

 

  • Maatschappelijke Ondersteuning

  • Vluchtelingenwerk

  • Minimabeleid

5.1 Maatschappelijke ondersteuning

Doelstellingen

Op het gebied van maatschappelijke ondersteuning wordt subsidie verstrekt ten behoeve van activiteiten die bijdragen aan:

  • Sociaal juridische en financieel- juridische dienstverlening / hulpverlening voor de inwoners.

  • Vroegtijdig signaleren financiële problemen van de inwoners.

  • Inwoners weten hun weg naar hulp beter te vinden. Inwoners ontvangen financiële ondersteuning die beter op maat wordt toegesneden.

Maatschappelijk effect:

 

  • Minder inwoners met schulden.

  • Inwoners met financiële problematieken hebben meer grip op hun leven.

  • Daling beroep op hulp en ondersteuning.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Ondersteuning van inwoners die op sociaaljuridisch vlak vragen hebben over uitkeringen, arbeid, belastingen, wonen, consumentenzaken, juridische kwesties, personen- en familierecht, vreemdelingenrecht, onderwijs, gezondheid en welzijn.

 

b) Aanvragers

Subsidie die wordt verstrekt ter versterking van sociaaljuridisch werk, wordt verstrekt aan een professionele organisatie die samenwerkt met de wijkteams.

 

c) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst. Subsidie ten behoeve van bovenstaande activiteiten bedraagt maximaal het bedrag dat het college jaarlijks via een onderverdeling met deel-subsidieplafonds vaststelt.

5.2 Vluchtelingenwerk

Doelstellingen

 

  • Het eigen maken van de lokale gebruiken, normen en waarden.

  • Het verkleinen van belemmeringen om mee te doen.

  • Het ontwikkelen van een informeel netwerk.

  • Het bieden van kansen om zich persoonlijk te ontwikkelen waardoor een actieve participatie in de maatschappij mogelijk wordt gemaakt.

  • Het zelfredzaam maken.

Maatschappelijke effect:

 

  • Meer onderling begrip.

  • Meer participatie van statushouders.

  • Minder beroep van (ex) statushouders op sociale voorzieningen.

  • Meer (ex)statushouders met een grotere weerbaarheid.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Basisdienstverlening (infopunt, juridische begeleiding, samenwerking, voorlichting en belangen behartiging) en aanvullende activiteiten:

  • Begeleiding bij vestiging.

  • Begeleiding naar zelfredzaamheid.

  • Activiteiten t.b.v. het participatieverklaringstraject.

  • Het bieden van taal coaching.

  • Nazorg.

  • Het ontwikkelen van een informeel netwerk.

b) Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt ter ondersteuning van (ex)statushouders.

 

c) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

6. Jeugd

Doelstellingen

  • Alle jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar kansrijk, veilig en gezond op te laten groeien door de mogelijkheid bieden zich te ontwikkelen en ontplooien.

  • Afschalen van de jeugdzorg door betere samenwerking tussen sociaal maatschappelijke partner, het wijkteam, de JGZ en welzijn.

Functies die vanuit dit doel vervuld worden voor en door jongeren zijn:

ontmoeting en recreatie, vorming en educatie, cultuur en creativiteit, dienstverlening en voorlichting, belangenbehartiging en activering en (vroeg)signalering. De jeugdactiviteiten moeten openbaar zijn en voor zo veel mogelijk jeugdigen uit de gemeente Barendrecht toegankelijk zijn. De organisatie dient zich aantoonbaar in te spannen om de activiteiten bereikbaar toegankelijk en bruikbaar te maken voor mensen met een functiebeperking.

 

Maatschappelijke effecten

 

  • Het aantal jeugdigen in Barendrecht dat gezond, kansrijk en veilig opgroeit neemt toe.

  • Het aantal jeugdigen dat mee doet aan sport en cultuur in Barendrecht neemt toe.

  • Het aantal jeugdigen dat zich optimaal ontwikkelt in Barendrecht neemt toe .

  • Daling beroep op hulp en ondersteuning van jongeren. 

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

  • het gemeentelijk jongerenbeleid; bijvoorbeeld activiteiten die bijdragen aan het Beleidsplan Versterken en Voorkomen Preventief Jeugdbeleid en de Lokale Agenda Jeugd;

  • ontwikkeling, ontplooiing en ontspanning voor de jeugd;

  • het bieden van sportieve en natuur- culturele activiteiten;

  • het aanbieden van scouting activiteiten;

  • het voorkomen van achterstand en positief bijdragen aan vorming van jongeren;

  • de beperking van overlast en daarom bijdragen aan de leefbaarheid.

b) Nadere weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd aan:

activiteiten die geen open karakter hebben;

activiteiten waarbij de fysieke dan wel psychische gezondheid van de jongeren in gevaar komt.

 

c) Doelgroep

Jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar;

 

d) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst. Subsidie ten behoeve van bovenstaande activiteiten bedraagt maximaal het bedrag dat het college jaarlijks via een onderverdeling met deel-subsidieplafonds vaststelt.

 

e) Nadere verplichtingen

Scouting-organisaties dienen lid te zijn van Scouting Nederland.

Eigen kracht & Samenkracht

Maatschappelijk effect:

Alle inwoners kunnen voor zichzelf zorgen en kijken naar elkaar om

7. Welzijn

Doelstellingen

  • Op het gebied van welzijn wordt subsidie verstrekt ten behoeve van het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid en sociale samenhang in de wijken en buurten.

  • Buurtbemiddeling inzetten om de communicatie tussen betrokkenen (weer) op gang te brengen, gezamenlijke belangen naar boven te halen en de relatie te herstellen.

Maatschappelijke effecten:

 

  • Barendrecht wordt ouder.

  • Meer inzetten op vrijwilligers en op mantelzorgondersteuning.

  • Meer aandacht voor opgroeien en opvoeden.

  • Een gemeente voor iedereen.

  • Meer leefbare woonomgeving, sterkere gemeenschapszin en grotere zelfredzaamheid van inwoners.

  • Betere matches tussen vragen vanuit maatschappelijke organisaties en het aanbod van het bedrijfsleven.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

  • -

    activiteiten die bijdragen aan het gemeentelijk welzijnskader

  • -

    aanpak van eenzaamheid onder jongeren en ouderen;

  • -

    meer bekendheid met en voorzieningen voor mensen met dementie;

  • -

    versterken vrijwilligersinitiatieven en werven en binden jonge vrijwilligers;

  • -

    aanbieden van respijtzorg;

  • -

    bevorderen sociale samenhang. alle inwoners voelen zich verbonden met Barendrecht;

  • -

    voldoende en adequate voorzieningen in Barendrecht;

  • -

    verminderen van woonoverlast en het voorkomen van escalaties in de buurt;

b) Doelgroep

Alle inwoners van Barendrecht.

 

c) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

 

d) Nadere verplichtingen

De uitgevoerde activiteiten dragen bij aan ontmoeting en hulp aan kwetsbaren;

De organisatie werkt aan het vergroten van ondernemerschap, de wendbaarheid en de zichtbaarheid van de organisatie. Het aanbod dient laagdrempelig te zijn en inclusie en diversiteit te bevorderen.

8. Ouderenwerk

Doelstellingen

Op het gebied van ouderenwerk wordt subsidie verstrekt aan activiteiten die bijdragen aan:

  • zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen van ouderen;

  • zo lang mogelijk blijven participeren in de samenleving van ouderen;

  • zelfredzaamheid van ouderen;

  • aandacht voor vrijwilligers, mantelzorgers, dementie en eenzaamheid;

  • preventieve aanpak.

Maatschappelijke effecten:

 

  • De eenzaamheid onder ouderen in Barendrecht neemt af.

  • Het aantal ouderen in Barendrecht dat langer thuis blijft wonen neemt toe.

  • Het aantal activiteiten en ontmoetingen van ouderen in Barendrecht neemt toe.

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

  • begeleiding van ouderen, mantelzorgers en vrijwilligers;

  • activiteiten die bijdragen aan het zelfstandig blijven wonen en participeren van ouderen;

  • begeleiding op het gebied van dementie;

  • sociaal- en recreatieve activiteiten;

  • educatieve activiteiten;

  • het tegengaan van vereenzaming;

  • het stimuleren van sport en beweging;

  • (vroeg)signalering;

  • preventie.

b) Doelgroep

Ouderen in Barendrecht.

 

c) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie op het aangevraagde werkveld heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst. Subsidie ten behoeve van bovenstaande activiteiten bedraagt maximaal het bedrag dat het college jaarlijks via een onderverdeling met deel-subsidieplafonds vaststelt.

Vitaal & Gezond

Maatschappelijk effect:

Alle inwoners zijn (langer) vitaal en gezond

9. Sport

Doelstellingen

  • Het bevorderen van sportbeoefening en bewegen.

  • Specifieke doelgroepen (blijven) stimuleren aan sport te doen (jongeren, ouderen, mensen met een functiebeperking).

  • Binden van (Barendrechtse) jongeren aan sport waardoor jongeren vaardig worden in bewegen.

  • Het bevorderen van samenwerking en verbindingen tussen en met welzijn, cultuur, sport, onderwijs en bedrijfsleven.

  • Bestaande sportvoorzieningen worden optimaal en multifunctioneler gebruikt, zowel voor sport en bewegen als voor meer ontmoetingen.

Maatschappelijke effecten:

 

  • Iedereen kan sporten en bewegen in een positieve sportcultuur.

  • Betere lichamelijke en geestelijke gezondheid en verbinding van mensen door sport.

  • Vitalere en sociaal sterkere samenleving.

  • Vermindering van eenzaamheid door deelname aan sport.

  • Meer inspiratie door topsport binnen de gemeente.

 

De 6 ambities van het Sport- en Beweegakkoord Barendrecht waar de komende jaren ingezet gaat worden:

  • 1.

    Inclusief sporten en bewegen

  • 2.

    Duurzame sportinfrastructuur

  • 3.

    Vitale sport- en beweegaanbieders

  • 4.

    Positieve sportcultuur

  • 5.

    Vaardig in bewegen

  • 6.

    Topsport die inspireert

Er zijn 31 aangesloten partijen, de sport- en beweegaanbieders en andere (potentiële) partners, waarmee een begin is gemaakt met de uitvoering van het akkoord. De uitvoering van het akkoord wordt bekostigd vanuit hiertoe geoormerkte rijksmiddelen.

 

De Brede Regeling Combinatiefuncties is een rijksregeling (2019 t/m 2022) die sporten, bewegen en/of cultuurdeelname stimuleert. Deelnemende gemeenten ontvangen rijksmiddelen om combinatiefunctionarissen aan te stellen.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • -

    Activiteiten die bijdragen aan gemeentelijke doelstellingen op het gebied van sport, zoals omschreven in het gemeentelijk sportbeleid en Strategische visie 2025.

  • -

    Breedtesportbeoefening.

b) Aanvragers

Jaarlijkse subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt aan sportverenigingen die in Barendrecht gevestigd zijn, die zijn aangesloten bij een door NOC*NSF erkende sportbond.

 

c) Procedure

De aanvraagprocedure zoals beschreven in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening. Voor jaarlijkse subsidies geldt dat indien de aanvrager aanspraak wil maken op de toelage die hoort bij de tweede en/of derde ster, de vereniging bij de aanvraag een activiteitenplan overlegt waaruit blijkt dat zij voldoet aan de voorwaarden die hiervoor gelden.

 

d) Berekening van de subsidie

Jaarlijkse subsidies

Voor jaarlijkse subsidies wordt een sterrensysteem gehanteerd.

Met één ster ontvangt de sportvereniging voor actief sportende leden een basisbedrag ad € 4 per contributie betalend lid tussen 19 en 65 jaar, € 9 per contributie betalend lid van 65 jaar of ouder, € 19 per contributie betalend lid t/m 18 jaar en € 25 per contributie betalend lid met een functiebeperking1.

Heeft een vereniging twee sterren, dan ontvangt deze € 2 per contributie betalend lid bovenop het basisbedrag. Met drie sterren komt daar nog eens € 2 per contributie betalend lid bij.

 

• Sportverenigingen (75% van het totale budget)

Subsidie voor verenigingen met minimaal 30 actief sportende contributie betalende leden, die lid zijn van een door NOC*NSF erkende sportkoepel (zie schema). De hoogte van het subsidiebedrag bij de eerste ster wordt berekend op basis van het aantal actief sportende leden, gedifferentieerd naar doelgroep

 

• • Sportieve agenda: een leven lang sporten (12,5% van het totale budget)

Aan de tweede ster zijn voorwaarden verbonden op het gebied van het bereiken en betrekken van doelgroepen jeugd, senioren en mensen met een functiebeperking (zie schema).

 

••• Maatschappelijke agenda: verbinden (12,5% van het totale budget

Aan de derde ster zijn een aantal voorwaarden verbonden waarmee sportverenigingen een meer uitgebreide maatschappelijke rol pakken. De vereniging werkt met een of meerdere maatschappelijke partners samen. Per jaar worden een aantal activiteiten georganiseerd samen met culturele instellingen, het onderwijs en welzijns- organisaties de maatschappelijke agenda. Deze voorwaarden zijn gericht op het bevorderen van meedoen en sociale cohesie, binnen en buiten de vereniging (zie schema). De vereniging nemen actief deel aan het sportcafé en geven uitvoering aan de ambities van het Sport- en beweegakkoord.

 

g) Verdeling van het subsidieplafond

Indien een subsidieplafond wordt verlaagd, worden de afzonderlijke subsidies verlaagd met een evenredig percentage als waarmee het subsidieplafond wordt verlaagd. Als bij de verdeling van jaarlijkse subsidies blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per lid van verenigingen met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden. Hierin kan onderscheid worden gemaakt tussen de eerste, tweede en derde ster, want er worden vaste percentages van het totale budget bestemd voor iedere sterrencategorie.

 

h) Nadere verplichtingen

  • De subsidieaanvrager biedt breedtesport aan op een laagdrempelige manier, voor iedereen toegankelijk;

  • De vereniging doet er alles aan om inclusief sporten en bewegen mogelijk te maken;

  • De vereniging doet er alles aan om, binnen de mogelijkheden, mensen de beoefening van de sport van hun keuze mogelijk te maken en wachtlijsten te voorkomen;

  • De subsidieontvanger levert een passende eigen bijdrage.

 

Variant I

Klein (30 tot 200 leden) 

Middel (200 tot 600 leden)

Groot (meer dan 600 leden)

O

  • Leden betalen een passende contributie;

  • De vereniging is aangesloten bij een door NOC*NSF erkende sportbond.

Subsidiebedrag:

19-65: 4, t/m 18: 19, 65+: 9, G-lid: 25

  • Leden betalen een passende contributie;

  • De vereniging is aangesloten bij een door NOC*NSF erkende sportbond.

Subsidiebedrag:

19-65: € 4, t/m 18: € 19, 65+: € 9, G-lid: € 25

  • Leden betalen een passende contributie;

  • De vereniging is aangesloten bij een door NOC*NSF erkende sportbond.

Subsidiebedrag:

19-65: € 4, t/m 18: € 19, 65+: € 9, G-lid: € 25

OO

  • Vereniging biedt doorlopend gericht activiteiten aan voor één of meer specifieke doelgroepen: jeugd, mensen met een functiebeperking en 65-plussers;

  • Vereniging heeft breed aanbod voor alle leeftijdsgroepen, blijkens een activiteitenprogramma dat bij de subsidieaanvraag wordt ingediend;

  • Jaarlijks organiseert de vereniging één vrij toegankelijke activiteit in de eigen omgeving / buurt van een specifieke doelgroep (jeugd, 65-plussers of mensen met een functiebeperking);

  • De vereniging werkt samen met maatschappelijke partners om de deelname te verbreden.

Subsidiebedrag: plus € 2 per lid

  • Vereniging biedt doorlopend activiteiten aan voor minstens twee specifieke doelgroepen: jeugd, mensen met een functiebeperking en 65-plussers;

  • Vereniging heeft breed aanbod voor alle leeftijdsgroepen, blijkens een activiteitenprogramma dat bij de subsidieaanvraag wordt ingediend;

  • Jaarlijks organiseert de vereniging twee vrij toegankelijke activiteiten in de eigen omgeving / buurt van een specifieke doelgroep (jeugd, 65-plussers of mensen met een functiebeperking);

  • De vereniging werkt samen met maatschappelijke partners om de deelname te verbreden.

Subsidiebedrag: plus € 2 per lid

  • Vereniging biedt doorlopend activiteiten aan voor minstens twee specifieke doelgroepen: jeugd, mensen met een functiebeperking en 65-plussers;

  • Vereniging heeft breed aanbod voor alle leeftijdsgroepen, blijkens een activiteitenprogramma dat bij de subsidieaanvraag wordt ingediend;

  • Jaarlijks organiseert de vereniging twee vrij toegankelijke activiteiten in de eigen omgeving / buurt van een specifieke doelgroep (jeugd, 65-plussers of mensen met een functiebeperking);

  • De vereniging werkt samen met maatschappelijke partners om de deelname te verbreden;

Subsidiebedrag: plus € 2 per lid

OOO

  • Jaarlijks organiseert de vereniging één (extra) laagdrempelige activiteit. Naast doelstellingen t.b.v. de sport draagt de activiteit bij aan andere maatschappelijke doelstellingen, en wordt georganiseerd in samenwerking met één of meer partners in onderwijs, buitenschoolse opvang, cultuur, welzijn en/of bedrijfsleven;

  • De vereniging neemt actief deel aan het sportcafé en geeft uitvoering aan het sport- en beweegakkoord.

Subsidiebedrag: plus € 2 per lid

  • Jaarlijks organiseert de vereniging twee (extra) laagdrempelige activiteiten. Naast doelstellingen t.b.v. de sport dragen de activiteiten bij aan andere maatschappelijke doelstellingen. De activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met één of meer partners in onderwijs, buitenschoolse opvang, cultuur, welzijn en/of bedrijfsleven;

  • De vereniging neemt actief deel aan het sportcafé en geeft uitvoering aan het sport- en beweegakkoord.

Subsidiebedrag: plus € 2 per lid

  • Jaarlijks organiseert de vereniging twee (extra) laagdrempelige activiteiten. Naast doelstellingen t.b.v. de sport dragen de activiteiten bij aan andere maatschappelijke doelstellingen. De activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met één of meer maatschappelijke partners in onderwijs, buitenschoolse opvang, cultuur, welzijn en/of bedrijfsleven;

  • Tweemaal per jaar vindt overleg plaats tussen alle verenigingen met drie sterren, eventueel met andere samenwerkingspartijen, over maatschappelijke ontwikkelingen en de activiteiten van verenigingen;

  • De vereniging neemt actief deel aan het sportcafé en geeft uitvoering aan het sport- en beweegakkoord.

Subsidiebedrag: plus € 2 per lid

10. Cultuur

Iedereen kan cultuur beleven

De Cultuurnota ‘Doe Mee met Cultuur’ 2017- 2022’ is vastgesteld door de gemeenteraad in 2017. Het doel van de Cultuurnota is om zoveel mogelijk inwoners van de gemeente, en in het bijzonder jeugd en jongeren, kennis te laten maken met uitingen van kunst en cultuur in de meest brede zin van het woord. Het is de bedoeling om hen te stimuleren om actief of passief deel te nemen aan activiteiten op dit gebied en hun talenten zoveel als mogelijk te ontwikkelen.

 

Naast de basis op het gebied van cultuureducatie, is er ruimte voor vraaggerichte cultuureducatie. Cultureel ondernemerschap heeft de aandacht. Veel culturele activiteiten vinden plaats in het centrum van Barendrecht. Denk aan de locaties ‘Het Kruispunt’, ’t Trefpunt en ‘de Baerne’. Er is specifiek aandacht voor cultuur in Carnisselande. De gerealiseerde wijkbibliotheek in Carnisselande is een moderne en aantrekkelijke ontmoetingsruimte voor jong en oud.

 

De gemeente Barendrecht onderschrijft de Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie. Van organisaties die voor een bijdrage in aanmerking willen komen, verwachten we dat ze kunnen aangeven hoe ze met deze codes omgaan. De Fair Practice Code biedt een kader om loon naar werken mogelijk te maken in de culturele en creatieve sector. De Governance Code Cultuur is een instrument voor goed bestuur en toezicht in de cultuursector. De Code Diversiteit & Inclusie is erop gericht om ruimte te maken voor nieuwe verhalen, om kansen te bieden, en om inclusief te leren denken en doen.

Op basis van de Strategische visie Barendrecht, de programmabegroting, het collegeprogramma en de Cultuurnota zijn de volgende doelstellingen en effecten opgesteld.

 

Basisvoorzieningeninfrastructuur

 

Doelstellingen

  • Alle Barendrechters kunnen Cultuur beleven en beoefenen.

  • Toegankelijke cultuurvoorzieningen.

  • De kracht van cultuur inzetten om jongeren de kans te bieden hun talent te ontwikkelen.

 

Maatschappelijke effecten

 

  • Vermindering van eenzaamheid door het betrekken van kwetsbare doelgroepen.

  • Betere samenwerking tussen welzijn, cultuur, sport, onderwijs en bedrijfsleven.

  • Het vergroten van zelfredzaamheid door het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling.

  • oor bij te dragen aan identiteitsvorming meer creatieve competenties voor de toekomst: 21ste -eeuwse vaardigheden.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Activiteiten die bijdragen aan het gemeentelijk cultuurbeleid. Dit beleid staat beschreven in de Strategische visie Barendrecht 2025, de programmabegroting, het collegeprogramma en de Cultuurnota. De activiteiten moeten bijdragen aan de bovenstaande doelstellingen en maatschappelijke effecten en richten zich op de disciplines:

Theater en filmhuis, Cultuureducatie, netwerk Amateurkunst, Muziek, Beeldende vormgeving en activiteiten die bijdragen aan historisch besef van de gemeente Barendrecht.

 

b) Nadere weigeringsgronden

Een subsidie wordt niet verstrekt voor:

Activiteiten die ook plaats kunnen vinden zonder gemeentelijke subsidiebijdrage. Bijvoorbeeld doordat fondsen ook als financiering kunnen dienen.

 

c) Doelgroep

Alle inwoners van Barendrecht.

 

d) Leeftijdsgrens

  • Bij activiteiten die bijdragen aan cultuureducatie worden personen tot en met de leeftijd van 23 jaar als jongeren/jeugd beschouwd.

e) Berekening van de subsidie

  • -

    Het uiteindelijk toegekende subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van het door de aanvrager ingediende activiteitenplan en begroting. De eigen bijdrage, cofinanciering of sponsering is minimaal 10% van de totale begroting van het betreffende subsidiejaar.

f) Verdeling van het subsidieplafond

De jaarlijkse subsidies zijn voor cultuurpartners in de basisvoorzieningeninfrastructuur.

De basisvoorzieningenstructuur bestaat uit culturele instellingen die samen zorgen voor een toegankelijk, laagdrempelig en breed cultureel aanbod. Zowel in het centrum van Barendrecht als in Carnisselande.

 

g) Verplichtingen

  • -

    De subsidieaanvrager dient een breed en toegankelijk cultureel aanbod te bieden op een laagdrempelige manier, voor iedereen toegankelijk en deels vraaggericht.

  • -

    Er is in het bijzonder aandacht voor participatie van jeugd en kwetsbare doelgroepen.

  • -

    Er wordt cultureel ondernemerschap getoond door samenwerking, andere financieringsbronnen (sponsors en fondsen) en inzet van vrijwilligers.

h) Gewenste voorwaarden aan aanvrager voor subsidies hoger dan € 50.000

U toont aan dat u een ANBI instelling bent.

U toont aan dat u aangesloten bent bij een kwaliteitskeurmerk (certificering) uit uw sector.

U toont aan dat u aan de Code Governance Cultuur voldoet.

U toont aan dat u aan de Fair Practice Code voldoet.

U toont aan dat u aan de Code Culturele Diversiteit.

Veilig thuis wonen

Maatschappelijk effect:

Alle inwoners zijn in staat om (langer) (veilig) thuis te (blijven) wonen

11. Maatschappelijk werk

Doelstellingen

Het ondersteuning bieden aan moeilijk bereikbare groepen, zoals personen met verward gedrag;

Verplichte zorg voor mensen met psychische problemen zo veel mogelijk te voorkomen.

 

Maatschappelijk effect

 

  • Mensen met psychische problemen of mensen met verward gedrag wonen langer zelfstandig thuis.

 

a) Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • -

    het verbeteren van het functioneren van mensen met persoonlijke en psychosociale problemen;

  • -

    het verwijzen/toeleiden naar en het realiseren van voorzieningen voor mensen met persoonlijke en psychosociale problemen.

  • -

    door het inzetten op preventie wordt overlast door personen met verward gedrag in de openbare ruimte voorkomen.

  • -

     

b) Doelgroep

  • -

    mensen met persoonlijke en psychosociale problemen.

c) Verdeling van het subsidieplafond

Als eerste komen de aanvragen van rechtspersonen in aanmerking waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie heeft. Vervolgens worden de overige aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

 

d) Nadere verplichtingen

De subsidieaanvrager heeft:

  • -

    kennis van de kenmerken van verward gedrag om personen met verward gedrag te signaleren;

  • -

    kennis en ervaring om informatie uit te wisselen met ketenpartners over personen met verward gedrag / Opvolging signalen mensen met de verward gedrag;

  • -

    ervaring met de samenwerking met de ketenpartners aan de aanpak Wet verplichte GGZ / verwarde personen.

12. Investeringssubsidie

Doelstelling

Het college kan een organisatie subsidie verlenen in de vorm van een investeringssubsidie. De subsidie wordt verleend wanneer het college een bijdrage wil leveren in de kosten van het verbeteren of bouwen van accommodaties die eigendom zijn van de subsidie vragende rechtspersoon. Uitgangspunt hierbij is het geldende (breedte)sportbeleid.

 

a) Subsidiabele investeringen

Een rechtspersoon komt alleen in aanmerking voor een investeringssubsidie indien de doelstellingen en activiteiten van deze rechtspersoon bijdragen aan het bereiken van de gemeentelijke doelstellingen. Onder investering wordt in het kader van deze subsidieregeling verstaan de aankoop of de verbouwing van onroerend goed ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten door de rechtspersoon.

 

b) Nadere weigeringsgronden

Geen.

 

c) Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die activiteiten organiseren die geheel of grotendeels aan de Barendrechtse inwoners ten goede komen en die zonder winstoogmerk opereren.

 

d) Procedure

Een aanvraag voor een investeringssubsidie wordt ingediend uiterlijk 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

e) Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De kosten voor aankoop of verbouwing van onroerend goed ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten door de rechtspersoon.

 

f) Berekening van de subsidie

Het investeringsplan van de aanvragende rechtspersoon geeft aan op welke wijze in de financiering wordt voorzien, waarbij de instelling of organisatie ten minste 2/3 uit eigen middelen dan wel via een lening financiert. Een eventuele gemeentegarantie voor een lening staat los van de eventueel te verstrekken investeringssubsidie en wordt apart beoordeeld via de regels van de financiële verordening gemeente Barendrecht.

 

g) Verdeling van het subsidieplafond

Er is geen subsidieplafond

Een afzonderlijke besluitvoering door de gemeenteraad is te allen tijde noodzakelijk. Dit betekent dat een integrale afweging moet plaatsvinden binnen het geheel van de gemeentelijke begroting.

 

h) Nadere verplichtingen

  • -

    Het plan beschrijft nadrukkelijk de investering en de noodzaak daarvan in relatie tot de plannen c.q. verwachtingen op langere termijn van de aanvragende rechtspersoon.

  • -

    Het plan beschrijft de bijdrage aan de gemeentelijke –en maatschappelijke doelstellingen. Het plan geeft de gevolgen aan voor de rente- en exploitatielasten en de consequenties voor de kostprijs van de subsidiabele activiteiten.

  • -

    Het plan geeft de concrete planning van de te verrichten werkzaamheden (inclusief vermoedelijke datum van (op)levering).

  • -

    Het plan geeft een begroting van de totale kosten van de investering.

  • -

    Bij een aanvraag voor investeringssubsidie voor een gebouw omvat de begroting de totale kosten, uitgesplitst in:

    • Grondkosten

    • Bouwkosten

    • Advieskosten

    • Inrichtingskosten

    • Kosten technische installaties

    • Overige bijkomende kosten

    • Onvoorzien

  • -

    De begroting wordt voorzien van drie gespecificeerde en vergelijkbare offertes voor de uitvoering van de investering met een onderbouwing van de keuze.

  • -

    Het college kan verlangen dat de Stichting Waarborgfonds Sport advies wordt gevraagd met betrekking tot de aanvraag.

  • -

    Indien een subsidie verkrijgende organisatie overgaat tot opheffing, heeft de gemeente het eerste recht van koop van de, met gemeentelijke subsidie gerealiseerde accommodaties, onder aftrek van de genoten subsidie en na gebruikelijke taxatie.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking de eerste dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van de Algemene subsidieregeling Barendrecht wordt de Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Barendrecht 2011 ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Algemene Subsidieregeling Barendrecht.

Barendrecht, 1 juni 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris

dhr. G.J. Bravenboer

de burgemeester

dhr. drs. J. van Belzen


1

Welke door een chronische functiebeperking niet zelfstandig kan deelnemen aan de betreffende tak van sport en waarvoor aangepast sporten wordt aangeboden