Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Verordening op de burgeragendering en het burgerinitiatief gemeenteraad Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de burgeragendering en het burgerinitiatief gemeenteraad Utrecht
CiteertitelVerordening op de burgeragendering en het burgerinitiatief gemeenteraad Utrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-07-2021Nieuwe verordening;indienen en behandelen burgeragendering/burgerinitiatief

17-06-2021

gmb-2021-198559

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de burgeragendering en het burgerinitiatief gemeenteraad Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht;

 

Gelezen het voorstel van het presidium van 26 april 2021;

 

Gelet op:

Artikel 108, eerste lid en artikel 149 Gemeentewet

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening op de burgeragendering en het burgerinitiatief gemeenteraad Utrecht.

 

 

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • burgemeester: de burgemeester van Utrecht;

  • burgeragendering: een verzoek van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp ter bespreking op de agenda van de raadscommissie te plaatsen;

  • burgerinitiatief: een verzoek van een initiatiefgerechtigde om een voorstel ter besluitvorming op de agenda van de raad te plaatsen;

  • college:het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

  • griffier:de op grond van artikel 107 Gemeentewet door de raad benoemde functionaris of diens plaatsvervanger;

  • initiatiefgerechtigde: iedereen die op grond van deze verordening een verzoek kan indienen;

  • initiatiefnemer: een initiatiefgerechtigde(n) die een verzoek tot een burgeragendering of een burgerinitiatief indien(en)t;

  • raad: de gemeenteraad van Utrecht;

  • raadscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • verzoek: het verzoek tot een burgeragendering of een burgerinitiatief;

  • voorzitter: de voorzitter van de raad.

 

Artikel 2 Indienen ontvankelijk verzoek

  • 1.

    De initiatiefnemer dient zijn verzoek schriftelijk in bij de raad.

  • 2.

    De raad neemt een burgeragendering of een burgerinitiatief in behandeling, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een ontvankelijk verzoek is ingediend.

  • 3.

    Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 lid 1 betreft, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, artikel 4 lid 2, artikel 5 respectievelijk artikel 6.

 

Artikel 3 Wie kan een verzoek indienen?

  • 1.

    Een verzoek kan worden ingediend door:

    • a.

      Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Utrecht,

    • b.

      Inwoners van de gemeente Utrecht van 12 jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad (Kieswet, artikel B3) alsmede, en

    • c.

      statushouders die ingeschreven zijn in de gemeentelijke basisregistratie personen,

  • 2.

    Voor de beoordeling of iemand voldoet aan voornoemde voorwaarde, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek als bedoeld in artikel 2 lid 1 bepalend.

 

Artikel 4 Waar kan een verzoek niet over gaan?

  • 1.

    Een burgeragendering of een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      gemeentelijke procedures of de gemeentelijke organisatie;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar of openstaande bezwaarprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • e.

      vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting en onderliggende begrotingen;

    • f.

      gemeentelijke belastingen en tarieven;

    • g.

      individuele kwesties, zoals benoemingen, schorsingen, kwijtscheldingen of schenkingen, geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden.

  • 2.

    Een burgerinitiatief kan tevens geen betrekking hebben op een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen.

  • 3.

    Een verzoek met een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het college of de burgemeester, wordt ter behandeling doorgezonden aan het college respectievelijk de burgemeester.

  • 4.

    Het college of de burgemeester zal inhoudelijk schriftelijk reageren op het verzoek richting de initiatiefnemer en de raad hierover informeren.

 

Artikel 5 Hoe ziet een burgeragendering er uit?

  • 1.

    Het verzoek tot een burgeragendering bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het onderwerp;

    • b.

      een aanleiding en een doel van bespreking en wat de bespreking volgens de initiatiefnemer zou moeten opleveren;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefnemer.

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 2.

    Een burgeragendering wordt ten minste ondersteund door 100 initiatiefgerechtigden.

  • 3.

    Met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 lid 1 sub d kunnen initiatiefgerechtigden zowel via elektronische weg, zoals de website www.petities.nl, als schriftelijk de benodigde steunbetuigingen indienen. Beide wegen mogen naast elkaar benut worden.

 

Artikel 6 Hoe ziet een burgerinitiatief eruit?

  • 1.

    Het verzoek tot een burgerinitiatief bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief: Wat is de aanleiding? Wat is de huidige situatie? Wat moet er in de ogen van de initiatiefnemer veranderen? Welk(e) besluit(en) word(en)t aan de raad voorgelegd?

    • b.

      een globale raming van kosten indien realisering van het burgerinitiatief kosten met zich meebrengt of daaruit voortvloeien.

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s);

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 2.

    Een burgerinitiatief wordt ten minste ondersteund door 250 initiatiefgerechtigden.

  • 3.

    Met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 lid 1 sub d kunnen initiatiefgerechtigden zowel via elektronische weg, zoals de website www.petities.nl, als schriftelijk de benodigde steunbetuigingen indienen. Beide wegen mogen naast elkaar benut worden.

 

Artikel 7 Procedure behandeling

  • 1.

    De raad beslist binnen vier weken na ontvangst van het verzoek of het verzoek voldoet aan de ontvankelijkheidsvereisten als bedoeld in artikel 2 lid 2 en bericht de initiatiefnemer hierover.

  • 2.

    Indien het verzoek ontvankelijk is, wordt het verzoek op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds is verzonden. In dit laatste geval wordt het verzoek op de agenda van de daarop volgende raadsvergadering geplaatst.

  • 3.

    De initiatiefnemer krijgt in de raadsvergadering de gelegenheid de burgeragendering of het burgerinitiatief ter verdere behandeling aan te bieden aan de raad en het kort toe te lichten.

  • 4.

    Vervolgens neemt de raad de burgeragendering of het burgerinitiatief in procedure en verwijst het voor inhoudelijke behandeling naar de raadscommissie, eventueel voorafgegaan door een Raadsinformatiebijeenkomst (RIB) indien daartoe door raadsleden om wordt verzocht.

  • 5.

    Het college kan desgewenst voorafgaand aan de behandeling van de burgeragendering in de raadscommissie, zijn mening omtrent de burgeragendering aan de raad kenbaar maken.

  • 6.

    Het college zal voorafgaand aan de behandeling van het burgerinitiatief in de raadscommissie, zijn mening omtrent het burgerinitiatief aan de raad kenbaar maken.

  • 7.

    In een raadscommissie wordt de burgeragendering of het burgerinitiatief opiniërend besproken. De initiatiefnemer wordt uitgenodigd de commissievergadering bij te wonen.

  • 8.

    Na bespreking van de burgeragendering concludeert de raadscommissie wat de bespreking heeft opgeleverd en de eventueel mogelijke opvolging.

  • 9.

    Na bespreking van het burgerinitiatief wordt het burgerinitiatief naar de raad doorgeleid voor besluitvorming. De initiatiefnemer van een burgerinitiatief wordt tevens uitgenodigd voor het bijwonen van de raadsvergadering.

  • 10.

    Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vindt plaats binnen twaalf weken (met uitzondering van de recesweken van de raad) nadat de raad heeft besloten dat het burgerinitiatief ontvankelijk is, een en ander als bedoeld in lid 1 van dit artikel. Deze termijn kan eenmaal met zes weken worden verlengd.

  • 11.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, doet de griffier mededeling van het besluit aan de initiatiefnemer en wordt het besluit op gebruikelijke wijze bekendgemaakt.

  • 12.

    Zowel een besluit van de raad over de ontvankelijkheid van een verzoek als een besluit van de raad over een burgerinitiatief is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

  • 13.

    Wanneer de raad een burgerinitiatief heeft aangenomen wordt de initiatiefnemer (of door hen aan te wijzen burgers) indien door hem gewenst, een expliciete rol gegeven in de uitwerking en uitvoering van het initiatief.

 

Artikel 8 Intrekking

De Verordening op de Burgeragendering en het burgerinitiatief gemeente Utrecht 2018, Gemeenteblad 2018 nr. 270341, wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening in werking treedt.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking vijf weken na de dag van bekendmaking in het Gemeenteblad

 

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op de burgeragendering en het burgerinitiatief gemeenteraad Utrecht”.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 juni 2021

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

De griffier,

Merel van Hall