Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht houdende regels omtrent het meedoen met maatschappelijke activiteiten zoals sport, cultuur en school voor mensen met een laag inkomen (Herzien Uitvoeringbeleid Meedoen Barendrecht 2021) |
Citeertitel | Herzien Uitvoeringbeleid Meedoen Barendrecht 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Uitvoeringsbeleid Meedoen Barendrecht 2021.
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR652010/1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2021 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 25-05-2021 |
Artikel 2. De aanvraag Meedoen tegemoetkoming volwassenen en kinderen
Bij een verhuizing tijdens het kalenderjaar naar Barendrecht uit Ridderkerk of Albrandswaard is de regeling Meedoen in de vertrekkende gemeente in dat jaar van toepassing en ontstaat er pas recht op Meedoen Barendrecht vanaf het nieuwe kalenderjaar. Voor bepalingen van de zwemdiplomaregeling zie artikel 4 van dit uitvoeringsbeleid.
Artikel 4. De aanvraag Meedoen bij toelating schuldhulpverlening
De toegelaten persoon of gezin bij de gemeentelijke schuldhulpverlening of de wettelijke schuldhulpverlening (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen/ WSNP) kunnen ook volwaardig aanspraak maken op Meedoen gedurende het traject als wordt voldaan aan de voorwaarden in de Verordening Meedoen Barendrecht 2021.
Wordt het schuldhulpverleningstraject tussentijds door eigen toedoen beëindigd dan is er geen recht meer op Meedoen als het inkomen en vermogen niet voldoet aan de voorwaarden van de Verordening Meedoen Barendrecht 2021 en wordt het recht op Meedoen beëindigd voor alle gezinsleden per datum beëindiging schuldhulpverlening.
Artikel 5. Aanvraag zwemdiplomaregeling A, B en C
Bij een verhuizing van Ridderkerk naar Barendrecht wordt beoordeeld of er al wordt deelgenomen aan zwemlessen via de Meedoen zwemdiplomaregeling diploma A in Ridderkerk. Deze regeling wordt bij voorkeur afgemaakt. Reiskosten zijn voor eigen rekening.
Als de zwemles in de vertrekkende gemeente Ridderkerk na verhuizing niet kan worden voortgezet kan de zwemdiplomaregeling Barendrecht worden aangevraagd en de zwemlessen in Barendrecht worden voortgezet.
Artikel 7. Tegemoetkoming gedupeerden toeslagenaffaire
Alleen de eenmalige hardheidstegemoetkoming die gedupeerden van de toeslagenaffaire hebben ontvangen op grond van artikel 49 Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt niet gerekend tot het inkomen en vermogen van de aanvrager bij de uitvoering van de Verordening Meedoen Barendrecht 2021 en Herzien Uitvoeringsbeleid Meedoen Barendrecht 2021 in het jaar waarin deze tegemoetkoming is ontvangen.
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Barendrecht,
Aldus vastgesteld op 25 mei 2021,
Secretaris,
G.J. Bravenboer
Burgemeester,
drs. J. van Belzen
TOELICHTING HERZIEN UITVOERINGSBELEID MEEDOEN BARENDRECHT 2021
Vanaf 2021 wordt Meedoen per kalenderjaar automatisch toegekend voor uitkeringsgerechtigden Participatiewet in Barendrecht. Hiermee wordt het niet-gebruik tegen gegaan. De uitvoeringsregels zijn nodig om mutaties en wijzigingen goed in te regelen zodat alleen rechthebbenden gebruik maken van Meedoen en er gelijk gehandeld wordt bij een verhuizing binnen de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Iedere gemeente heeft een regeling Meedoen met eigen voorwaarden en bepalingen. Het dubbel verstrekken van tegemoetkomingen uit Meedoen is niet gewenst. Het uitvoeringsbeleid zorgt voor een duidelijke en uniforme uitvoering.
Schoolkosten voortgezet onderwijs
In de Verordening Meedoen 2021 is deze regeling gewijzigd. Er is geen schoolkosten tegemoetkoming meer die apart moet worden aangevraagd. De tegemoetkoming voor schoolkosten is toegevoegd aan de algemene tegemoetkoming voor kinderen vanaf 11 jaar. De tegemoetkoming kan hierdoor flexibel worden ingezet voor de kosten die voor het kind nodig zijn gedurende het kalenderjaar. Er is hiermee geen apart bedrag meer voor de brugklas voortgezet onderwijs. De scholen zijn in principe verplicht om de voorgeschreven leermiddelen aan te bieden en ervoor te zorgen dat ieder kind kan meedoen met het onderwijs. Daar staat tegenover dat de verhoging voor schoolkosten vanaf 11 jaar doorloopt tot de leeftijd van 18 jaar en flexibel kan worden ingezet.
Artikel 2. De aanvraag Meedoen tegemoetkoming volwassenen en kinderen
We vragen de aanvrager (en het gezin) zich te identificeren met een geldig identiteitsbewijs. Een rijbewijs is geen geldig identiteitsbewijs en geeft niet alle informatie voor het recht op deze voorziening. De controle op inkomen en vermogen vindt plaats bij de aanvraag. Heeft de aanvrager een eigen bedrijf dan kan het netto inkomen in overleg met de medewerker zelfstandigen worden vastgesteld aan de hand van jaarcijfers van het voorgaand jaar (bruto-netto berekening conform artikel 6 lid 2 Bbz 2004). Voor de vaststelling van het vermogen kan in overleg met de medewerker zelfstandigen het privé en bedrijfsvermogen worden vastgesteld. Het bedrijfsvermogen telt niet mee als vermogen voor deze regeling. We kijken niet naar vermogen in het eigen huis en we hanteren geen kostendelersnormen conform de bepalingen in de Verordening Meedoen.
De werkwijze bij een verhuizing en de gevolgen voor Meedoen is beschreven in dit artikel.
Hieronder volgt een schematisch overzicht. Binnen Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk is er een verordening Meedoen. Verhuizing binnen deze gemeenten lopende het kalenderjaar betekent dat de toegekende tegemoetkoming in een gemeente kan worden opgemaakt gedurende het betreffende kalenderjaar. Met ingang van het nieuwe kalenderjaar kan de regeling in de gemeente worden aangevraagd waar de aanvrager is ingeschreven. Gaat de inwoner naar een andere gemeente dan Ridderkerk of Albrandswaard dan wordt Meedoen beëindigd waarbij het resterend tegoed vervalt.
Meedoen blijft doorlopen in de vertrekgemeente tot een nieuw kalenderjaar | |
Meedoen in Barendrecht blijft doorlopen tot een nieuw kalenderjaar | |
BRP= Basisregistratie personen
Artikel 3. Uitbetaling gedeclareerde kosten Meedoen
Via het declaratieformulier kunnen de kosten worden gedeclareerd. Op het formulier moet worden opgegeven wat de besteding is en voor welk gezinslid. Op deze wijze is het niet nodig om de kosten eerst voor te schieten. De betaalbewijzen worden ook niet achteraf opgevraagd, hierdoor zijn er minder belemmeringen voor de klant en lagere uitvoeringskosten. De regeling Meedoen beoogt een laagdrempelige regeling te zijn.
Artikel 4. De aanvraag Meedoen bij toelating schuldhulpverlening
De persoon of het gezin die zijn toegelaten tot de schuldhulpverlening van de gemeente zijn ook rechthebbende op Meedoen als het inkomen en vermogen voldoet aan de voorwaarden van de verordening Meedoen Barendrecht 2021. In de fase van de ‘toelating’ is het traject nog niet tot stand gekomen. Deze fase kan soms lang duren terwijl de persoon of het gezin wel moet rondkomen van een laag inkomen en er al gestart wordt met het aflossen van schulden en/of budgettering. Door Meedoen in deze fase open te stellen voor de persoon of het gezin kan er toch worden deelgenomen aan maatschappelijke activiteiten in een toch al moeilijke financiële situatie. Als het traject succesvol wordt afgerond dan mag Meedoen op grond van deze toelating doorlopen tot het eind van het betreffende kalenderjaar.
Artikel 5. Aanvraag zwemdiploma regeling A, B en C
Van de ouders wordt verwacht om serieus en zorgvuldig met de tegemoetkoming voor het zwemdiploma om te gaan. Als een kind even ziek is en niet kan zwemmen is dat geen probleem.
De ouder moet dit wel goed communiceren met het zwembad. Blijft een kind weg zonder opgaaf van reden dan zal het zwembad navraag doen bij de ouders. Zijn de ouders nalatig dan zal de zwemdiplomaregeling worden beëindigd. Deze regeling wordt eenmalig verstrekt en is niet wederom aan te vragen. Ouders worden hierover goed geïnformeerd bij de aanvraag en de aanvang van de zwemlessen. In situaties dat er sprake is van overmacht kan er een uitzondering worden gemaakt en de zwemlessen worden voortgezet. Bijvoorbeeld als het kind langdurig ziek is geweest of als de ouder niet in staat was om het kind niet naar zwemles te brengen. Een maatwerkonderzoek is dan nodig. Het belang van het kind moet hierbij voorop staan.
Bij een verhuizing moet goed worden gekeken naar de aansluiting op de zwemlesregeling van de andere gemeente. Alleen in Barendrecht en Ridderkerk is er een zwemlesregeling via Meedoen.
In Barendrecht is er zwemles mogelijk voor diploma A, B en C. In Ridderkerk is dit beperkt tot diploma A. Als het diploma A is behaald in Ridderkerk is het mogelijk om in Barendrecht deel te nemen aan de zwemles voor diploma B en C.
Is het mogelijk om de lessen af te maken in de vertrekgemeente Ridderkerk, dan heeft dat de voorkeur, zeker als de lessen al in een vergevorderd stadium zijn. De reiskosten zijn voor eigen rekening. Is dit niet mogelijk of niet gewenst dan kan er worden overgestapt op de zwemlessen in Barendrecht.
BRP= Basisregistratie Personen
Artikel 6. Maatwerk onderzoek (hardheidsclausule)
Volgens de ‘Mandaatbesluitregeling 2020’ van de gemeente Barendrecht is de manager van de uitvoerende afdeling bevoegd voor het nemen van een besluit ingevolge dit artikel. De klantmanager inkomen maakt een rapport en motiveert waarom er afgeweken moet worden van de geldende voorwaarden of verstrekkingen uit de verordening Meedoen Barendrecht 2021 en de Beleidsregels Barendrecht Meedoen 2021. Uit de rapportage moet duidelijk worden op welke voorwaarde er wordt afgeweken, voor welke gezinsleden er wordt afgeweken, de hoogte van de afwijking en de duur van de afwijking. Bij deze besluiten moet het belang van het kind voorop staan.
Artikel 7. Tegemoetkoming gedupeerden toeslagenaffaire
Dit artikel geldt alleen voor de gedupeerden van de toeslagenaffaire die een tegemoetkoming van maximaal 30.000 euro hebben ontvangen van de Belastingdienst. Deze hardheidstegemoetkoming valt niet onder het begrip “inkomen” en “vermogen” bij de uitvoering van de regeling Meedoen.
Zolang dit bedrag, of het restant daarvan, op een rekening courant of spaarrekening staat, telt het niet mee als “vermogen”. Het deel van deze tegemoetkoming dat niet wordt uitgegeven, wordt ook in de jaren tot en met 2025 niet tot het vermogen gerekend. Eventuele inkomsten die uit deze tegemoetkoming worden ontvangen, vallen wel onder het begrip “inkomen” en “vermogen” bij de uitvoering van de regeling Meedoen.
De hardheidstegemoetkoming van circa 30.000 euro wordt door de Belastingdienst uitgekeerd op grond van artikelen 49 lid 1; 49a; 49b en 49c Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Door de vrijstelling past de gemeente artikel 7 lid 1 sub p uit de regeling Participatiewet, IOAW, IOAZ op dezelfde manier toe bij de uitvoering van de regeling Meedoen.
Eventuele andere tegemoetkomingen of correctiebetalingen de gedupeerde heeft ontvangen van de Belastingdienst worden wel aangemerkt als inkomens- en vermogensbestanddelen.