| Organisatie | Leudal |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel Recht op uitkering bij tijdelijk verblijf/ Geen opschorting bij tijdelijk verblijf |
| Citeertitel | Beleidsregel Recht op uitkering bij tijdelijk verblijf/ Geen opschorting bij tijdelijk verblijf |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 17-06-2021 | Nieuwe regeling | 08-06-2021 |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEUDAL;
overwegende, dat het van belang is dat Inwoners preventief binnen het eigen netwerk ondersteunen, zodat ze niet dakloos worden;
Overwegende dat het wenselijk is de instroom in de maatschappelijke opvang te verlagen;
Overwegende dat het gewenst is een tijdelijke voorziening te organiseren waarop deze doelen bereikt kunnen worden zonder dat hieraan gekoppeld wordt het verlies van uitkering;
gelet op de artikelen 17 lid 1, 18 en 40 lid 2 tot en met 5 van de Participatiewet;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Vast te stellen de navolgende beleidsregel Recht op uitkering bij tijdelijk verblijf/ Geen opschorting bij tijdelijk verblijf
Wanneer men artikel 17 lid 1 Participatiewet en artikel 40 lid 2 tot en met 5 Participatiewet in onderlinge samenhang beziet dan kan hieruit worden afgeleid dat een bijstandsgerechtigde (aanvrager) zijn feitelijke woonplaats moet laten registreren in de BRP. Dit kan problemen opleveren ten aanzien van personen die tijdelijk elders verblijven omdat ze geen huisvesting hebben. Hun feitelijke woonadres is dat van de “kennis/host” waar ze tijdelijk wonen. In de BRP staan zij ingeschreven op een postadres.
Formeel zou je in zo'n geval de bijstand moeten opschorten en de belanghebbende moeten verzoeken om binnen een te stellen termijn de BRP-adresgegevens aan te laten passen (artikel 40 lid 2 en 4 Participatiewet).
Indien sprake is van “Grijs wonen” zien we hier van af voor een periode van 3 maanden, eventueel eenmalig te verlengen met nog eens 3 maanden. De host kan in die periode iemand bij zich laten wonen zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn uitkering. Ook voor degene die tijdelijk bij de host verblijft heeft dit geen gevolgen voor de uitkering of voor het recht op uitkering.
Om voor toepassing van deze beleidsregel in aanmerking te komen:
• moet er duidelijk vast komen te staan dat het om een persoon gaat die normaliter gebruik zou maken van de dag- en/of nachtopvang;
• dat het een overgangssituatie betreft voor de persoon naar eigen (vaste) huisvesting. De inwoner wordt ondersteund bij het toewerken naar passende huisvesting. Dit wordt vastgelegd in een plan van aanpak.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van burgemeester en wethouder van 8 juni 2021.