Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de subsidiering van BOL-stages (Subsidieregeling BOL-stages Fryslân 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de subsidiering van BOL-stages (Subsidieregeling BOL-stages Fryslân 2021)
CiteertitelSubsidieregeling BOL-stages Fryslân 2021
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 maart 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR332960/5

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-06-2021nieuwe regeling

08-06-2021

prb-2021-4632

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de subsidiering van BOL-stages (Subsidieregeling BOL-stages Fryslân 2021)

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

Overwegende dat door de Coronacrisis BOL-stagetekorten zijn ontstaan en het wenselijk is een financiële tegemoetkoming te bieden aan Friese erkende leerbedrijven in de vorm van een prestatiesubsidie;

 

Besluiten vast te stellen de:

 

Subsidieregeling BOL-stages Fryslân 2021.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013.

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • c.

    BOL: beroepsopleidende leerweg.

  • d.

    BOL-student: natuurlijk persoon die een geaccrediteerde MBO-opleiding op niveau 1 of 2 volgt aan een erkende onderwijsinstelling in Nederland, daar staat ingeschreven als student en dagonderwijs volgt in de beroepsopleidende leerweg.

  • e.

    erkend leerbedrijf: een onderneming, kennisinstelling of organisatie die door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven is erkend als leerbedrijf waar BOL-studenten het praktijkgedeelte van hun opleiding kunnen volgen. Het erkende leerbedrijf is te vinden op de website www.stagemarkt.nl.

  • f.

    geaccrediteerde MBO-opleiding: MBO-opleiding van een erkende onderwijsinstelling die geregistreerd staat in het Centraal Register Beroepsopleidingen.

  • g.

    MBO: middelbaar beroepsonderwijs.

  • h.

    onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitvoert, ongeacht haar rechtsvorm en wijze van financiering.

  • i.

    onderwijsinstelling: instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs die middelbaar beroepsonderwijs verzorgt;

  • j.

    prestatiesubsidie: subsidie die wordt verstrekt voor het realiseren van een specifieke gesubsidieerde prestatie dan wel activiteit. Een subsidie die verstrekt wordt op grond van deze regeling omschreven activiteit betreft een prestatiesubsidie.

  • k.

    rechtsvorm: de juridische vorm waarin een onderneming, kennisinstelling of organisatie is gegoten.

  • l.

    stage(plaats): leerperiode die als onderdeel van een MBO-opleiding op niveau 1 of 2 aan een erkende onderwijsinstelling, en met begeleiding vanuit deze instelling, plaatsvindt bij de stageverlener.

  • m.

    stageverlener: het erkende leerbedrijf waar de BOL-student stage gaat lopen.

  • n.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

  • o.

    stageovereenkomst: de overeenkomst die tussen stageverlener, de stagiair en de onderwijsinstelling waar de stagiair staat ingeschreven, wordt gesloten, en waarin afspraken met betrekking tot de stage worden vastgelegd.

  • p.

    stagiair: een BOL-student die ervaring opdoet door in de beroepspraktijk te leren én te werken.

  • q.

    vestiging: een afzonderlijk gelegen gebouw of een bedrijfswoning dat in gebruik of beheer is door de rechtsvorm van de aanvrager, en waarin of van waaruit activiteiten, worden uitgevoerd.

Artikel 1.2 Doel

De prestatiesubsidie heeft tot doel om Friese erkende leerbedrijven te stimuleren stageplaatsen beschikbaar te stellen voor BOL-studenten.

Artikel 1.3 Doelgroep

Een prestatiesubsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan een erkend leerbedrijf met een vestiging in Fryslân.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteit

Een prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor het beschikbaar stellen van een stageplaats aan een BOL-student en het doorlopen van deze stage.

Artikel 1.5 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een prestatiesubsidie wordt elektronisch ingediend bij het SNN via een door laatstgenoemde daarvoor beschikbaar gesteld web-portal dat bereikbaar is op de website www.snn.nl.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden alle bescheiden gevoegd die via het web-portal worden opgevraagd. Dit zijn in elk geval de volgende:

    • a.

      een kopie van de stageovereenkomst die minimaal door twee van de drie partijen is ondertekend;

    • b.

      een kopie van bewijs van inschrijving van de stagiair bij de onderwijsinstelling;

  • 3.

    Per aanvraag kan uitsluitend voor één subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 1.4 een prestatiesubsidie worden aangevraagd.

Artikel 1.6 Aanvraagperiode

  • 1.

    Een aanvraag voor een prestatiesubsidie voor een activiteit als bepaald in artikel 1.4, kan met ingang van 1 juli 2021 9:00 uur tot en met 31 december 2021 23:59 uur worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen door het SNN binnen de in het vorige lid genoemde indieningstermijn.

Artikel 1.7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast ter uitvoering van deze regeling.

Artikel 1.8 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Prestatiesubsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2.

    Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de prestatiesubsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt de rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 1.9 Staatssteun

De subsidie, bedoeld in artikel 1.4, bevat geen staatssteun.

Hoofdstuk 2 Subsidievoorwaarden

Artikel 2.1 Toetsingscriteria

Om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen voor een activiteit als bepaald in artikel 1.4, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de rechtsvorm van de aanvrager staat op het moment van ontvangst van de aanvraag geregistreerd als een erkend leerbedrijf;

  • b.

    de rechtsvorm van de aanvrager heeft op het moment van ontvangst van de aanvraag tenminste één bestaande vestiging in Fryslân van waaruit activiteiten worden uitgevoerd;

  • c.

    de stagiair verricht zijn in de stageovereenkomst vermelde uren, volledig voor en ten gunste van de rechtsvorm van de aanvrager.

  • d.

    uit de stageovereenkomst blijkt dat de duur van de stage een omvang heeft van minimaal 320 uren;

  • e.

    de aanvrager verklaart in zijn aanvraag dat de activiteit waarvoor hij een prestatiesubsidie aanvraagt op het moment van ontvangst van de aanvraag praktisch uitvoerbaar is gezien de COVID-19 beperkingen en RIVM-richtlijnen, zoals aangegeven op de website www.rivm.nl.

Artikel 2.2 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de ASV, wordt een prestatiesubsidie geweigerd indien:

  • a.

    vóór ontvangst van de aanvraag is gestart met het lopen van de stage waarvoor een prestatiesubsidie is aangevraagd;

  • b.

    de activiteit waarvoor een prestatiesubsidie is aangevraagd niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling;

  • c.

    de aanvrager niet binnen de doelgroep van de regeling valt;

  • d.

    de rechtsvorm van de aanvrager reeds tweemaal een prestatiesubsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling;

  • e.

    de activiteit niet voldoet aan één of meer van de toetsingscriteria zoals vermeld in artikel 2.1;

  • f.

    een aanvraag wordt ontvangen buiten het indieningstijdvak als bepaald in artikel 1.6, eerste lid.

Artikel 2.3 Subsidiehoogte

De hoogte van de te verstrekken prestatiesubsidie voor het invullen van een stage bedraagt € 1.250,-.

Artikel 2.4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de ASV, is de subsidieontvanger verplicht om:

  • a.

    de gesubsidieerde activiteit conform de aanvraag en de subsidieverleningsbeschikking uit te voeren;

  • b.

    de gesubsidieerde activiteit uiterlijk binnen één jaar na de verzenddatum van het besluit tot subsidievaststelling te hebben gerealiseerd;

  • c.

    ervoor te zorgen dat hij na afloop van de stage beschikt over een door alle partijen ondertekende model-verklaring inzake de afgeronde stage;

  • d.

    ervoor te zorgen dat de stagiair de in de stageovereenkomst vermelde uren volledig voor en ten gunste van de rechtsvorm van de subsidieontvanger verricht;

  • e.

    zich in te spannen om ervoor te zorgen dat de stagiair het aantal stage-uren loopt, zoals aangegeven is in de stageovereenkomst;

  • f.

    ervoor te zorgen dat de subsidie gedurende de realisatietermijn van de gesubsidieerde activiteit niet wordt overgedragen naar een andere rechtsvorm die deel uitmaakt van haar verband van ondernemingen dan wel een andere rechtsvorm die daarbuiten valt;

  • g.

    onverwijld schriftelijk melding te doen, zodra aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteit niet, niet tijdig of niet geheel zal worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

  • h.

    desgevraagd, na het verstrijken van de einddatum van de gesubsidieerde activiteit of na het realiseren van de gesubsidieerde activiteit, aan te tonen dat de activiteit conform de aanvraag heeft plaatsgevonden en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 2.5 Prestatieverantwoording

  • 1.

    Een prestatiesubsidie die verstrekt wordt op grond van deze regeling wordt direct vastgesteld.

  • 2.

    In geval van een verzoek als bepaald in artikel 2.4, aanhef en onder h, verstrekt de subsidieontvanger alle door Gedeputeerde Staten opgevraagde informatie, waaronder in elk geval:

    • a.

      een kopie van een door alle drie partijen ondertekende model-verklaring;

    • b.

      een kopie van een urenregistratie inzake de stage, indien deze is bijgehouden;

    • c.

      een verslag van de werkzaamheden die de stagiair heeft verricht bij de rechtsvorm van de subsidieontvanger .

  • 3.

    Het niet voldoen aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, leidt tot intrekking van de subsidievaststelling en tot terugvordering van het vastgestelde subsidiebedrag bij de subsidieontvanger.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 1 maart 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling BOL-stages Fryslân 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 8 juni 2021.

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM

Artikelsgewijze toelichting

Subsidieregeling BOL-stages Fryslân 2021.

 

Artikel 1.1, aanhef en onder d

In deze regeling wordt onder een BOL-student geen natuurlijk persoon verstaan die een duale of BBL MBO-opleiding volgt.

 

Artikel 1.1, aanhef en onder n

Een internship, traineeship of leerbaan, valt niet onder deze begripsbepaling.

 

Artikel 1.1, aanhef en onder q

De stageovereenkomst wordt in sommige gevallen ook wel Praktijk Overeenkomst (POK) genoemd. Hierin staat het wettelijk kader van de overeenkomst beschreven.

 

Artikel 1.3, eerste en tweede lid

Uitsluitend Friese erkende leerbedrijven met een vestiging in Fryslân, ongeacht de rechtsvorm waarin deze leerbedrijven gedreven worden, kunnen voor een prestatiesubsidie in aanmerking komen.

 

Indien de aanvrager niet binnen de doelgroep valt, wordt de aanvraag geweigerd.

 

Artikel 1.5, tweede lid, onder a

Onder de drie partijen wordt verstaan: de stageverlener (aanvrager), de stagiair (en tevens BOL-student) en de onderwijsinstelling waar de stagiair staat ingeschreven.

 

Artikel 1.5, derde lid

In één aanvraag kan niet gelijktijdig subsidie worden aangevraagd voor het beschikbaar stellen van meerdere stageplaats aan BOL-studenten en het doorlopen van deze stages.

 

Artikel 1.8

De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. De datum waarop de aanvraag als volledig wordt aangemerkt, is de feitelijke datum waarop de aanvraag mee gaat tellen voor het beslag op het subsidieplafond.

Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling, de ASV en de Awb, en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor een prestatiesubsidie in aanmerking komt.

 

Voor zover het subsidieplafond dat voor deze regeling van 1 juli 2021 9:00 uur tot en met

31 december 2021 23:59 uur beschikbaar is gesteld door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen.

 

Artikel 2.1

Om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 1.4 van de regeling, gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de aanvraag niet in aanmerking voor een prestatiesubsidie en levert dit een (dwingende) weigeringsgrond op.

 

Artikel 2.2, aanhef en onder a

De aanvraag moet zijn ontvangen vóórdat de stagiair/BOL-student start met het lopen van zijn stage bij de rechtsvorm van de aanvrager. De datum waarop de stagiair/BOL-student start met het lopen van de stage, moet zijn af te leiden uit de informatie in de stageovereenkomst die bij de aanvraag is gevoegd. Indien uit de aanvraaginformatie blijkt dat de stagiair/BOL-student op het moment van ontvangst van de aanvraag al gestart is met zijn stage wordt de aanvraag voor subsidie geweigerd. Met de onderhavige weigeringsgrond wordt de stimulerende werking van de regeling gewaarborgd.

 

Gedeputeerde Staten kunnen na ontvangst van een aanvraag in geval van twijfel aangaande de door de aanvrager verstrekte informatie over de start van de stage, hier nader onderzoek naar doen, al dan niet op locatie.

 

Artikel 2.5

Een prestatiesubsidie die verstrekt wordt voor een activiteit als omschreven in artikel 1.4 van de regeling wordt direct vastgesteld, zonder dat daar een subsidieverlening aan voorafgaat. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.

 

Evenwel kunnen Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling vastgestelde prestatiesubsidies controleren, al dan niet steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger gecontroleerd wordt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiertoe verschaft de subsidieontvanger alle informatie die Gedeputeerde Staten bij haar opvragen. Hieronder vallen in elk geval de bescheiden als aangegeven in het tweede lid van dit artikel. In aanvulling daarop kunnen ook andere bescheiden die verband houden met de controle op de vastgestelde subsidies worden opgevraagd.

 

Als uit de (steekproef)controle onregelmatigheden blijken, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidievaststelling. Een subsidievaststelling kan ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken worden. Bovenstaande kan ertoe leiden dat uitbetaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd.