| Organisatie | Boxmeer |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Makersregeling gemeente Boxmeer - 2021 |
| Citeertitel | Makersregeling gemeente Boxmeer 2021 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp | Makersregeling gemeente Boxmeer 2021 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 16-06-2021 | 31-12-2021 | Vervanging makersregeling 2020 | 16-03-2021 | Z/21/727303 – D/21/1022431 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artistieke kwaliteit: toetsing aan vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht.
Project: een in tijd en financiële middelen begrensde culturele activiteit.
Professionele maker: individuele kunstenaar die zich primair bezighoudt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur. Makers met een bachelor van een kunstvakopleiding komen ook in aanmerking’.
Toetsingscommissie: beraad van deskundigen die aangezocht zijn om hun expertise ten behoeve van het kunst- en cultuursysteem in de gemeente in te zetten.
Zakelijke kwaliteit: toetsing van het cultureel ondernemerschap en de visie op de ontwikkeling van de eigen beroepspraktijk.
Cultureel ondernemerschap is ondernemerschap waarbij gestreefd wordt naar een optimale balanstussen zakelijke en artistieke doelstellingen.
Maker: makers houden zich beroepsmatig bezig met het ontwikkelen, produceren, beoefenen of presenteren van kunst en cultuur.
Aanvrager: makers, initiatiefnemers van een cultureel project.
Subsidieontvanger: de aanvragende maker aan wie subsidie is toegezegd.
De gemeente verstrekt op grond van deze regeling subsidies.
Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt aan projecten van makers, zoals aangeduid in artikel 1.2.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voorsubsidie in aanmerking.
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.7 komen de kosten waarvoor de aanvrager al subsidie heeft ontvangen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1.9 Indieningstermijn subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen kunnen het hele jaar 2021 bij de gemeente Boxmeer worden ingediend.
De gemeente stelt het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4 voor de periode genoemd in artikel 1.9 vast op € 15.000,-.
De maximale hoogte per te verstrekken subsidie aan een organisatie, bedoeld in artikel 1.4, bedraagt € 5.000,-.
Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is cf. het gestelde onder artikel 1.6, sub e, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
Artikel 1.13 Toetsingscommissie
De gemeente legt aanvragen voor subsidie als bedoeld in de artikelen 1.4 en 1.6 voor advies vooraan een toetsingscommissie.
Aanvrager heeft de mogelijkheid om zijn aanvraag toe te lichten bij de toetsingscommissie. Dit verzoek maakt onderdeel uit van de subsidieaanvraag indien aanvrager hier gebruik van wil maken.
Artikel 1.14 Subsidieverlening
In de subsidieverlening worden nadere afspraken vastgelegd over uitvoering, communicatie en kennisdeling van het project.
De aanvrager ontvangt binnen tien weken na de ontvangst van een complete aanvraag een beschikking over de subsidieaanvraag.
Artikel 1.15 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de verplichting om de gemeente op de hoogte te stellen van alle veranderingen die de uitvoering van het project dusdanig veranderen dat er sprake is van een ander project dan waarvoor subsidie is verleend.
Overige verplichtingen worden specifiek verwoord in de subsidiebeschikking.
Artikel 1.16 Subsidievaststelling
De vaststelling van de beschikking is afhankelijk van de wijze waarop tegemoet gekomen wordt aan hetgeen gesteld wordt onder 1.14 en 1.15.
Artikel 1.17 Onvoorziene omstandigheden en afwijkingsbevoegdheid
In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze regeling. Bij opheffing of beëindiging van de gesubsidieerdevoorziening, wordt subsidieverstrekking beëindigd met ingang van 1 januari van het jaar volgend op het beëindigings- of opheffingsjaar.