Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling kleinschalige bedrijfshuisvesting Den Haag 2021 |
Citeertitel | Subsidieregeling kleinschalige bedrijfshuisvesting Den Haag 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling kleinschalige bedrijfshuisvesting Den Haag 2021 |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643067/1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-06-2021 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 01-06-2021 | RIS308943 DSO/10120111 |
Kleinschalige bedrijfshuisvesting is zeer belangrijk voor een levendige stad. Het draagt bij aan een gezond ondernemersklimaat en werkgelegenheid op bedrijventerreinen en in wijken. Er is echter een tekort aan geschikte en betaalbare bedrijfshuisvesting in de gemeente Den Haag. De achtergronden en problematiek hiervan zijn toegelicht in de actualisatie van het Actieprogramma Kleinschalige Bedrijfsruimte (RIS297199, bijlage 2).
In de aanpak van de problematiek ontbreekt tot op een heden een generiek instrument om het achterblijven van de realisatie van nieuwe bedrijfshuisvesting te stimuleren en te versnellen. Hiervoor is de Subsidieregeling kleinschalige bedrijfshuisvesting Den Haag 2021 opgesteld.
De regeling richt zich met name op kleinere eigenaren, alhoewel grote ontwikkelaars niet uitgesloten zijn van indienen.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de Subsidieregeling kleinschalige bedrijfshuisvesting Den Haag 2021:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen en natuurlijke personen die onroerend goed in eigendom hebben.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal 10% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 100.000 per aanvraag.
Artikel 1: 9 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 legt de aanvrager een projectplan van maximaal tien pagina’s, exclusief bijlagen, over waarin de volgende gegevens zijn opgenomen:
a. een projectbegroting, indien de aanvrager de bedrijfshuisvesting zelf in gebruik gaat nemen;
b. een businesscase, indien de aanvrager de bedrijfshuisvesting gaat verhuren, met een projectbegroting voor de werkzaamheden, een overzicht van de vaste lasten, de doelgroep en het marktsegment, en de verwachte huurprijs;
c. een projectplan, waarin duidelijk wordt dat de te realiseren bedrijfshuisvesting voldoet aan de volgende randvoorwaarden:
1°. de verdiepingshoogte is minimaal 4 meter;
2°. laden en lossen is mogelijk door de inrichting van de buitenruimte dan op wel op eigen terrein;
3°. voor locaties die niet op bedrijventerreinen zijn gelegen geldt een maximale gevellengte per type pand;
4°. de bedrijfshuisvesting is representatief;
5°. voor de locatie geldt de eis, dat de locatie de bestemming “bedrijf” of “gemengd met als toegestane functie bedrijf” heeft, of dat er een lopende aanvraag tot wijziging van de bestemming of het gebruik is, waardoor een bedrijfsfunctie mogelijk is in de toekomst;
6°. het onroerend goed staat op één van de bedrijventerreinen of in één van de stadsdelen: Escamp, Scheveningen, Loosduinen, Segbroek en Centrum.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de AWB en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college de subsidie als:
a. er voor dezelfde activiteiten, op hetzelfde adres, vanuit deze of een andere regeling van de gemeente Den Haag subsidie is verleend;
b. er op grond van een Bibob-toets aanleiding is om de subsidie niet te verlenen;
c. de aanvraag betrekking heeft op vastgoed voor kantoren, voorzieningen, kunstenaars, winkels, horeca en showrooms;
d. de aanvraag betrekking heeft op werkzaamheden aan onroerend goed of vastgoed dat reeds in gebruik is als (grootschalige of kleinschalige) bedrijfshuisvesting.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Onverminderd de artikelen 4:37 van de AWB en artikel 15 en 16 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger is verplicht tot maximaal vijf jaar na verlening van de subsidie mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;
b. bij de steekproefcontrole geeft de subsidieontvanger in ieder geval inzicht in huurders-, contract- en financiële administratie.
Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld.
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 90% van de verleende subsidie in één keer.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 3 jaar na de datum van subsidieverlening.
Artikel 5:2 Eisen aan eindverantwoording
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
c. een bestuurs- of directieverklaring over de verantwoording volgens het door het college vastgestelde model.
Het inhoudelijk verslag bevat in ieder geval:
a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;
b. een beknopte beschrijving van het aantal gerealiseerde vierkante meters bedrijfshuisvesting;
c. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;
d. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in verleningsbeschikking zijn gehaald;
e. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verleningsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn gehaald.
Het financieel verslag bevat in ieder geval:
a. een overzicht van de baten en lasten die vergelijkbaar aansluiten bij de posten in de projectbegroting;
b. een toelichting op afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10%;
c. de BTW zichtbaar opgenomen in de financiële verantwoording;
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 3 jaar na inwerkingtreding van de regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van publicatie in het Gemeenteblad en vervalt met ingang van 1 januari 2023.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kleinschalige bedrijfshuisvesting Den Haag 2021.
Artikel 2:1, eerste lid, onder c, sub 3°
Met de maximale gevellengte wordt beoogd dat de ontwikkeling past in de stedelijke omgeving of woonwijk. Vergunningsaanvragen zullen hierop getoetst worden.