Organisatie | Duiven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent de toewijzing van woonwagenstandplaatsen in de gemeente Duiven (Beleidsregel toewijzing woonwagenstandplaatsen gemeente Duiven 2021) |
Citeertitel | Beleidsregel toewijzing woonwagenstandplaatsen gemeente Duiven 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-06-2021 | nieuwe regeling | 01-06-2021 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze beleidsregel verstaat onder:
Aanverwantschap: relatie tussen een persoon en de bloedverwanten van diens echtgenoot of geregistreerd partner. Voor een onderscheid in eerstegraads, tweedegraads enz. wordt de definitie van de Rijksoverheid gehanteerd (zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/curatele-bewind-en-mentorschap/vraag-en-antwoord/wat-is-aanverwantschap).
Bloedverwantschap: relatie tussen twee personen van wie de één van de ander afstamt of tussen twee personen die niet van elkaar afstammen, maar wel een gemeenschappelijke voorouder hebben. Voor een onderscheid in eerstegraads, tweedegraads enz. wordt de definitie van de Rijksoverheid gehanteerd (zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/curatele-bewind-en-mentorschap/vraag-en-antwoord/bloedverwantschap).
Woonduur in Duiven: het totale aantal jaren dat een persoon gedurende zijn of haar leven in de gemeente Duiven woonachtig is geweest, gemeten aan de hand van een uittreksel Basisregistratie Personen (BRP) met adreshistorie. Het is hierbij niet van belang of de woongeschiedenis in de gemeente Duiven onderbroken is geweest.
Deze beleidsregel is van toepassing bij de toewijzing van huurstandplaatsen op woonwagenlocaties in de gemeente Duiven.
Als een standplaats beschikbaar is zal de standplaatszoekende die volgens de artikel 6 geldende volgordebepaling als eerste in aanmerking komt op de hoogte gesteld worden door burgemeester en wethouders en als eerste de gelegenheid krijgen op de aanbieding in te gaan. De standplaats wordt in de op het moment van beschikbaarheid bestaande vorm aangeboden, hiervan kan niet worden afgeweken. Bij afwijzing van de aanbieding door een standplaatszoekende bekijken burgemeester en wethouders welke standplaatszoekende de volgende is volgens de in artikel 6 bepaalde volgordebepaling.
Voor de toewijzing van een standplaats komen in aanmerking:
Personen die meerderjarig zijn en de Nederlandse nationaliteit bezitten of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander worden behandeld, dan wel vreemdeling zijn en rechtmatig verblijf in Nederland hebben als bedoeld in artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000 en;
Artikel 6 Volgorde bij toewijzing
Toewijzing vindt plaats aan de hand van de volgende voorrangsregels en volgorde:
Eerstegraads bloed- en aanverwanten van de huidige bewoners op de betreffende locatie, die ten tijde van het beschikbaar komen van de standplaats al tenminste twee jaar op de betreffende woonwagenlocatie als inwonende verblijven en daar tenminste twee jaar ingeschreven staan in de gemeentelijke basisregistratie;
Voor al bovenstaande bepalingen geldt indien blijkt dat er sprake is van gelijke geschiktheid, de standplaatszoekende met de langste woonduur in Duiven voorrang zal krijgen. Indien er dan nog sprake is van gelijke geschiktheid zal er (notariële) loting plaatsvinden.
Indien er standplaatsen op meerdere locaties gelijktijdig beschikbaar zijn, zal bij de toewijzing rekening gehouden worden met de voorkeur voor een woonwagenlocatie.
Voordat definitief tot een toewijzing van een standplaats overgegaan wordt, zal altijd in overleg getreden worden met de huidige bewoners van de betreffende woonwagenlocatie. De sociaal-maatschappelijke verhoudingen op de betreffende woonwagenlocatie kunnen aanleiding zijn om af te wijken van de in artikel 6 beschreven volgorde.
Het college besluit aan de hand van de plaats op de wachtlijst en het overleg aan wie een standplaats wordt aangeboden.
Artikel 6A Volgorde bij toewijzing woonwagenlocatie waar alle standplaatsen beschikbaar zijn
Bij het ontwikkelen van nieuwe woonwagenlocaties of bij het toewijzen van standplaatsen op een woonwagenlocatie waar alle standplaatsen beschikbaar zijn kan de toewijzing van de eerste standplaats niet plaatsvinden op basis van de bepalingen uit artikel 6 lid b t/m e van deze beleidsregel.
Bij gelijke geschiktheid zal de woonduur in Duiven doorslaggevend zijn. Indien er dan nog sprake is van gelijke geschiktheid zal er (notariële) loting plaatsvinden.
Artikel 7 Afzien van toewijzing
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van deze beleidsregel in verband met sociaal-maatschappelijke verhoudingen op de desbetreffende woonwagenlocatie besluiten om de vrijgekomen standplaats niet toe te wijzen. Burgemeester en wethouders kunnen op een later moment besluiten toch over te gaan op toewijzing van de standplaats, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe geschikte standplaatszoekende zich inschrijft.
Het huurcontract zal pas aangeboden worden door de verhurende partij, nadat een inkomenstoets heeft plaatsgevonden en de standplaatszoekende in aanmerking komt volgens het systeem van passend toewijzen. Indien blijkt dat de standplaatszoekende niet in aanmerking komt, kan de verhuurder besluiten niet tot verhuur over te gaan en zal er toegewezen worden aan de eerstvolgende kandidaat.
Het huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Dat staat in het nieuwe beleidskader voor gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid dat het ministerie van Binnenlandse Zaken op 12 juli 2018 publiceerde. Woningcorporaties hebben een rol bij het bouwen en verhuren van standplaatsen en woonwagens voor mensen die in aanmerking komen voor sociale huurwoningen, als daaraan behoefte is en er afspraken over gemaakt zijn met de gemeente.
Samen met Westervoort, Zevenaar en Montferland is een woonwensenonderzoek uitgevoerd onder woonwagenbewoners en spijtoptanten. Wij erkennen de opgave en willen ook werken aan uitbreiding standplaatsen zo lang deze maar zijn voor inwoners uit onze gemeente die een aantoonbare familieband hebben met de reeds aanwezige woonwagenbewoners/ dan wel in het verleden op een standplaats hebben gestaan (spijtoptanten). standplaatsen. Ons beleid is er op gericht om, conform het rijksbeleidskader, op een redelijke termijn het aanbod aan standplaatsen beter af te stemmen op de lokale behoefte.
Deze beleidsregel is van toepassing op alle standplaatsen die binnen de gemeente Duiven verhuurd (gaan) worden. Deze beleidsregel is opgesteld om te zorgen voor een eerlijke en transparante verdeling van de standplaatsen waarbij de aanbevelingen in het landelijke beleidskader over het gemeentelijke woonwagen- en standplaatsenbeleid leidraad zijn. Hierdoor wordt zorg gedragen dat het gemeentelijke beleid aansluit bij het mensrechtelijke kader voor deze doelgroep.
Naast deze beleidsregel worden ook in de Woonvisie en de Woonagenda zaken vastgelegd aangaande woonwagenstandplaatsen.
Op den duur zal deze beleidsregel geëvalueerd worden en indien mogelijk vervangen worden door regionaal toewijzingsbeleid voor woonwagens en standplaatsen. Het uitgangspunt is dat dan ook de woningcorporaties het beheer van de wachtlijst overnemen.