Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Verordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard 2021
CiteertitelVerordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 9:17 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-06-202101-01-2021nieuwe regeling

02-06-2021

gmb-2021-178939

21.R.00064 B

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard 2021

De raad der gemeente Nissewaard;

 

gelet op artikel 9:17 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht,

 

gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28 april 2021;

 

besluit vast te stellen:

 

de Verordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard 2021.

Artikel 1 Instelling gemeentelijke ombudsman

  • 1.

    Er is een gemeentelijke ombudsman.

  • 2.

    De gemeentelijke ombudsman is niet ondergeschikt aan de raad, het college van burgemeester en wethouders of enig ander gemeentelijk gezag.

Artikel 2 Benoeming ombudsman en plaatsvervangend ombudsman

  • 1.

    De raad benoemt tevens een plaatsvervangend ombudsman.

  • 2.

    Alle relevante bepalingen met betrekking tot de ombudsman zijn tevens van toepassing op de plaatsvervangend ombudsman.

  • 3.

    Benoeming vindt slechts plaats nadat ten aanzien van de kandidaat-ombudsman of kandidaat-plaatsvervangend ombudsman een recente Verklaring Omtrent het Gedrag is afgegeven als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

  • 4.

    De raad besluit ten minste zes maanden voor de afloop van de benoemingsperiode over het al dan niet herbenoemen van de ombudsman en diens plaatsvervanger.

  • 5.

    De ombudsman en plaatsvervangend ombudsman kunnen worden herbenoemd.

Artikel 3 Kinderombudsman

  • 1.

    Tot het bureau van de gemeentelijke ombudsman behoort tevens een kinderombudsman.

  • 2.

    De raad benoemt de kinderombudsman.

  • 3.

    De kinderombudsman komt ten laste van het budget van de gemeentelijke ombudsman.

  • 4.

    De benoeming van de kinderombudsman loopt gelijk met die van de gemeentelijke ombudsman.

  • 5.

    De artikelen 1, tweede lid, 2, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 5, 6 en 7 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op de kinderombudsman.

  • 6.

    Artikel 81s van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de kinderombudsman, waarbij het woord ‘ombudsman’ vervangen wordt door ‘kinderombudsman’.

Artikel 4 Financiële middelen

  • 1.

    De ombudsman ontvangt een vergoeding, als bijlage in de kosten, die is gerelateerd aan het aantal inwoners van de gemeente. De jaarlijkse bijdrage in de kosten wordt berekend aan de hand van het aantal inwoners op de peildatum en het tarief van € 0,45 (prijspeil 1 januari 2015) per inwoner op deze peildatum. Het tarief kan geïndexeerd worden voor zover deze het gevolg is van prijsstijgingen op basis van de jaarlijkse verhoging van de prijsstijging voor de aankoop van goederen en diensten overeenkomstig de technische uitgangspunten uit de kadernota van de begroting

  • 2.

    Voor de vaststelling van het aantal inwoners, bedoeld in het tweede lid van dit artikel, geldt als peildatum 1 januari van het betreffende jaar.

  • 3.

    De ombudsman verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het verslag aan de raad, als bedoeld in artikel 81 u, van de Gemeentewet.

Artikel 5 Bemiddeling

  • 1.

    De ombudsman kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing te komen.

  • 2.

    De ombudsman bevestigt de uitkomst van een bemiddeling aan zowel de klager als de gemeente, dan wel het betreffende bestuursorgaan, en vermeldt dit ook in zijn verslag van werkzaamheden.

Artikel 6 Overige bevoegdheden

  • 1.

    De raad overweegt, indien het onderwerp van de beraadslaging betrekking heeft op klachten, klachtrecht of klachtbehandeling in het algemeen, of hij de ombudsman zal uitnodigen om in de vergadering van de raad of een raadscommissie het woord te voeren.

  • 2.

    Het presidium van de raad overweegt, op basis van verzoeken van de ombudsman, om onderwerpen op de agenda te plaatsen van de raad of een raadscommissie.

  • 3.

    De ombudsman kan, met name als onomkeerbare situaties dreigen te ontstaan, het beschikkingsbevoegde orgaan en/of met de uitvoering belaste onderdeel van de gemeente verzoeken om de uitvoering van een bepaald besluit of regeling voor bepaalde tijd op te schorten teneinde met het bevoegde bestuursorgaan over de klacht van gedachten te wisselen. Dit bestuursorgaan kan dat verzoek gemotiveerd afwijzen.

Artikel 7 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

  • 1.

    De ombudsman bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

  • 2.

    Indien de ombudsman een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht instelt, zendt hij tevens een afschrift van het verzoekschrift (hierna ook: klacht) aan het bestuursorgaan en aan diegene, over wiens gedraging wordt geklaagd.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    De Verordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard wordt ingetrokken per 1 januari 2021.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening gemeentelijke ombudsman Nissewaard 2021.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeente Nissewaard van 2 juni 2021.

de griffier,

de voorzitter,