Organisatie | Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg houdende regels omtrent proceskosten bestuursrecht Uitvoeringsregel Besluit proceskosten bestuursrecht BsGW 2021 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Besluit proceskosten bestuursrecht BsGW 2021 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregel Besluit proceskosten bestuursrecht van 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-06-2021 | nieuwe regeling | 27-05-2021 |
Het Dagelijks Bestuur van BsGW;
Overwegende dat het wenselijk is om een uitvoeringsregeling vast te stellen met betrekking tot de toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht;
het bepaalde in de artikel 1:3, vierde lid, 4:81, 7:15, 7:28 en 8:75 van de Algemene wet bestuurs-recht, de artikelen van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de onderdelen A, B en C in de bijla-ge van het Besluit proceskosten bestuursrecht, en artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003;
hoofdstuk 1 en hoofdstuk 3 van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en waterschappen, waarin de waterschapsbelastingen en de gemeentelijke belastingen staan om-schreven waarvan de heffing en invordering (deels) is overgedragen aan de BsGW;
artikel 5, lid 1, onder f van de Gemeenschappelijke regeling waarin de bevoegdheid tot vaststellen van uitvoeringsregels is overgedragen aan het Dagelijks Bestuur.
vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregel Besluit proceskosten bestuursrecht BsGW 2021
In het bepalen van de wegingsfactor wordt aangesloten bij de door Gerechtshof ’s-Hertogenbosch geformuleerde algemene richtsnoeren voor het vaststellen van de wegingsfactor in de proceskostenvergoeding. Zie overweging 4.6.4.3 t/m 4.6.4.6 uit het Arrest Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 15 november 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4638.
Artikel 2 Vergoedingen deskundigenrapport
De in het derde lid genoemde tarieven zijn gebaseerd op Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties. Deze richtlijn is gepubli-ceerd in de Staatscourant van 28 mei 2018, nr. 28796. Indien deze richtlijn wordt gewijzigd tre-den de gewijzigde bedragen automatisch in de plaats van de in lid 3 genoemde bedragen per de datum inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn.
Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BZ6822) geldt voor alle waardebeschikkingen van eenzelfde belanghebbende die verenigd zijn op één ge-combineerd aanslagbiljet dat er voor het bepalen van de kostenvergoeding sprake is van één bezwaar, ongeacht om hoeveel bezwaren het gaat. Met de werkbelasting van de gemachtigde wordt rekening gehouden door de wegingsfactor (Hoge Raad 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:19).
Samenhangende zaken zijn: door een of meer belanghebbenden gemaakte bezwaren of inge-stelde beroepen, die door het bestuursorgaan of de bestuursrechter gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig zijn behandeld, waarin rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1, onder a van het Besluit proceskosten bestuursrecht, is verleend door dezelfde persoon dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaam-heden in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn. Binnen de volgende categorieën is samenhang mogelijk:
Bezwaren ingediend door dezelfde persoon, dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband, waarin ter nadere onderbouwing wordt verwezen naar een bijgevoegd taxatierapport, worden op basis van samenhang be-schouwd als één zaak. De taxatierapporten worden afzonderlijk vergoed mits aan alle daarvoor geldende voorwaarden is voldaan.
Artikel 4 Reis- en verblijfskosten
Reis- en verblijfkosten van een belanghebbende kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat reiskosten worden vergoed op basis van een kaartje openbaar vervoer 2e klasse, tenzij de reis (redelijkerwijs) per openbaar vervoer niet mogelijk is. In dat geval worden de reiskosten vergoed tegen een bedrag van € 0,28 per kilometer.
Verletkosten van een belanghebbende kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding van verletkosten vindt in beginsel plaats tegen de werkelijke kosten, waarbij geldt dat in dit kader de in het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgestelde bandbreedte wordt toege-past met betrekking tot het minimum en maximumbedrag per uur.
Kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding van deze kosten vindt in beginsel plaats tegen de werkelijke kosten.
Artikel 7 Daadwerkelijk gemaakte kosten
Een kostenvergoeding wordt eerst toegekend indien belanghebbende kan aantonen dat de betreffende kosten daadwerkelijk op hem drukken.
Het bedrag aan kostenvergoeding wordt overgemaakt op het rekeningnummer van belanghebbende, tenzij belanghebbende uitdrukkelijk een gevolmachtigde heeft gemachtigd om namens hem de kostenvergoeding te mogen ontvangen.
Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding
De Uitvoeringsregel Besluit proceskosten bestuursrecht van 2019 vastgesteld door het dagelijks bestuur van de BsGW op 28 februari 2019, wordt ingetrokken met ingang van de dag dat dit be-sluit in werking treedt, met dien verstande dat deze van kracht blijft op feiten die zich voor de in lid 2 genoemde datum hebben voorgedaan.