Organisatie | Hardenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Ingangsdatum bijstand na afgewezen WW-aanvraag |
Citeertitel | Beleidsregel Ingangsdatum bijstand na afgewezen WW-aanvraag |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe regeling | 17-12-2019 De Toren, 08-01-2020 |
In het algemeen (dus niet bij afwijzing WW) geldt als ingangsdatum voor bijstand de meldingsdatum op www.werk.nl of bij de gemeente. Bijstand kan in het algemeen niet met terugwerkende kracht worden verleend. Zie ook artikel 44 WWB.
Hierop zijn een aantal uitzonderingen:
Als een inwoner zich meldt op het gemeentehuis nadat hij/zij een afwijzing heeft gekregen op een WW-aanvraag geldt het volgende:
Wanneer een inwoner zich binnen een week na de afwijzing van de WW meldt bij de gemeente, dan kan met terugwerkende kracht bijstand worden verleend met ingang van de datum van aanvraag WW.
Indien een inwoner zich na afwijzing van de WW later dan een week meldt bij de gemeente, dan kan de gemeente bijstand verstrekken vanaf de datum van de WW-aanvraag, met uitzondering van de periode van de 3e dag na afwijzing WW tot de datum van melding bij de gemeente. De belanghebbende zou namelijk redelijkerwijs binnen 2 dagen na een afwijzing van de WW een melding kunnen doen voor bijstand. Gebeurt een melding niet binnen een week na de afwijzing van de WW, dan vervalt voor deze periode het recht op bijstand.
Bijzondere omstandigheden/maatwerk
Als er sprake is van bijzondere omstandigheden kan er aanleiding bestaan van de hoofdregel af te ijken. In de rapportage moet dit worden gemotiveerd. Dit kan bijvoorbeeld voor komen wanneer duidelijk wordt aangetoond dat men in de periode vóór de aanvraag om bijstand niet heeft kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan en de late indiening van de aanvraag niet te verwijten is.