Organisatie | Hardenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Moment vermogensvaststelling bij echtscheiding/verlating |
Citeertitel | Beleidsregels Moment vermogensvaststelling bij echtscheiding/verlating |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | nieuwe regeling | 21-06-2016 Dedemsvaartse Courant, 12-07-2016 |
Uitgangspunt is dat het vermogen wordt vastgesteld bij aanvang van de bijstand. In één situatie kan van deze hoofdregel worden afgeweken, te weten:
In een dergelijke situatie zijn er twee mogelijkheden:
het is op het moment van de bijstandsaanvraag nog niet duidelijk of betrokkene na de boedelscheiding wel of niet kan beschikken over een vermogen dat hoger is dan het vrij te laten vermogen. Het vermogen wordt dan voorlopig vastgesteld op het vermogen waarover belanghebbende op het moment van de aanvraag kan beschikken. In de toekenningsbeschikking wordt aangegeven dat:
het is op het moment van de bijstandsaanvraag duidelijk dat iemand na de boedelscheiding kan beschikken over een vermogen dat hoger is, dan het vrij te laten vermogen. De bijstand wordt in de vorm van een geldlening verstrekt (artikel 48, lid 2, onder a, van de PW) tot het bedrag van de vermogensoverschrijding. Het meerdere wordt om niet verstrekt. Als voorwaarde geldt dat het in redelijkheid te verwachten is, dat het vermogen binnen 12 maanden vrijkomt. Als dit niet het geval is, wordt geen leenbijstand verstrekt, maar wordt in de beschikking vermeld dat de bijstand wordt teruggevorderd met toepassing van artikel 58 van de PW. De lening of de teveel verstrekte bijstand moet, op het moment dat over het vermogen beschikt kan worden, in één keer worden terugbetaald.