Organisatie | Hardenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Meeneembare Voorzieningen Gemeente Hardenberg 2019 |
Citeertitel | Beleidsregels meeneembare voorzieningen Gemeente Hardenberg 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | nieuwe regeling | 18-12-2018 De Toren, 06-01-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg;
Overwegende dat: het wenselijk is om nadere regels te stellen voor het beleid over en de uitvoering van meeneembare voorzieningen om werknemers met structurele fysieke en/of functionele beperkingen werkzaam te laten zijn;
gelet op: de van toepassing zijnde artikelen van de Participatiewet
vast te stellen de Beleidsregels Meeneembare Voorzieningen Gemeente Hardenberg 2019
Artikel 3 Geen recht op aanspraak op meeneembare voorzieningen
Geen recht op aanspraak op meeneembare voorzieningen bestaat wanneer aanvrager
Een Wsw-dienstbetrekking heeft (werkzaam is in een Wsw-bedrijf met een Wsw-indicatie; gedetacheerd is bij regulier bedrijf vanuit een Wsw-bedrijf of in het kader van begeleid werken met een Wsw-indicatie bij een reguliere werkgever in dienst is); Aanvrager kan een beroep doen op meeneembare voorzieningen via de Wsw.
Artikel 5 (Geen) vergoeding van voorzieningen
Voorzieningen worden niet verstrekt indien het (kosten van) een voorziening betreft die algemeen gebruikelijk is. Voorzieningen waarvoor een regeling is getroffen onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van VWS of aanvullingen op die voorzieningen waarvoor een eigen bijdrage wordt gevraagd, worden niet vergoed.
De regeling komt tot stand in een gesprek tussen gemeente, werkgever en belanghebbende. Op basis van dit gesprek wordt de noodzaak van de voorziening, de mogelijkheden en wensen ten aanzien van de soort voorziening, en de financiering ervan besproken. Uitgangspunt is dat waar een voorziening de verantwoordelijkheid van de werkgever overstijgt de gemeente de meerwaarde vergoedt.
Artikel 6 Bruikleen en eigendom
Voor de meeneembare voorzieningen wordt een normbedrag voor bruikleen en eigendom gehanteerd. Dit normbedrag sluit aan bij normbedrag L12 van het geldende Besluit beleidsregel UWV normbedragen voorzieningen. Voorzieningen onder de grens van het normbedrag worden in eigendom verstrekt tenzij de aard van de voorziening of de verwachte gebruiksduur zich daartegen verzet. Voorzieningen boven de grens van het normbedrag worden in bruikleen verstrekt.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg
Burgemeester, Loco-secretaris,
P.H. Snijders E.Hoitink
Met de invoering van de Participatiewet hebben gemeente de verantwoordelijkheid gekregen mensen met een arbeidsbeperking én arbeidsvermogen ondersteunen bij het verkrijgen of behouden van werk. Deze ondersteuning kan plaatsvinden via jobcoaching, vervoer, intermediaire voorzieningen of meeneembare voorzieningen.
Mensen met een structurele en functionele beperking kunnen baat hebben bij een meeneembare voorziening om hun werk goed uit te kunnen voeren.
Aard en voorwaarden van de voorziening
Bij de beoordeling of een voorziening al dan niet een meeneembare voorziening is, wordt gekeken naar de volgende aspecten:
Eenvoudige fysieke meeneembaarheid is geen eis. Voor de meeneembaarheid van een werkvoorziening is niet vereist dat de werknemer met structureel functionele beperkingen deze zelf fysiek kan optillen en meenemen. Een werkvoorziening is ook meeneembaar als het transport alleen met mechanische ondersteuning mogelijk is, of als deze alleen met hulp van meerdere personen kan worden meegenomen.
Niet aard- en nagelvast. Een werkvoorziening is niet meeneembaar als deze aard- en nagelvast is verbonden met het eigendom van de werkgever. Achtergrond van deze gedachte is dat men iets wat zonder schade is los te maken, mee kan nemen en datgene, dat bij verwijdering schade veroorzaakt, moet laten zitten. Dit geldt voor bouwkundige aanpassingen van het bedrijfspand, aanbouwen, opbouwen, verbouwen. Voorbeelden: Rolstoeloprit, een aangepast toilet, elektrische deuren, een extra leuning bij de trap, een video-intercom etc.
Bij de verstrekking van een meeneembare voorziening wordt eerst gekeken of deze beschikbaar is binnen het aanbod van de hulpmiddelen krachtens de WMO.
Er is geen limitatieve lijst van voorzieningen. In principe kan elk product als een voorziening worden beschouwd als de noodzaak en meerwaarde in de werksfeer aantoonbaar zijn. Bij de keuze van voorzieningen voor de doelgroep voor gemeenten wordt aangesloten bij de voorzieningen 2015 van het UWV.
• Orthesen t.b.v. extremiteiten;
• Hulpmiddelen voor alarmeren/signaleren;
• Hulpmiddelen bij het lezen (bijv. brailleleesregel, software);
• Hulpmiddelen bij het schrijven;
• Hulpmiddelen voor telecommunicatie;
• ADL-hulpmiddelen (met name voor ernstige gewrichts- en neurologische aandoeningen);
Bij het verstrekken van sommige voorzieningen is het noodzakelijk dat de aanvrager wordt geïnstrueerd over het gebruik van de voorziening. De kosten van de training worden vergoed. De kosten van deze training worden niet getoetst aan het drempelbedrag omdat ze deel uitmaken van de hoofdvoorziening.
Wanneer onze aanbieder voor hulpmiddelen de gewenste meeneembare voorziening niet in het assortiment heeft dan kan o.a. gebruik gemaakt worden van de volgende lijst met aanbieders.
Hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden
Hulpmiddelen voor motorisch gehandicapten (o.a. werkplekonderzoek)
Voorzieningen onder de grens van het normbedrag worden in eigendom overdragen aan belanghebbende tenzij de aard van de voorziening of de verwachte gebruiksduur zich daartegen verzet. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld een aangepast bureau terwijl de arbeidsduur korter is dan de levensduur van dat bureau. Ook wanneer de verwachting is dat de aandoening van belanghebbende dusdanig progressief is dat er sneller een nieuwe voorziening nodig is dan de verwachte levensduur van de ingezette voorziening. Over het algemeen worden voorzieningen met een kostprijs (exclusief btw) hoger dan het bedrag genoemd in tabel L12 op basis van het op dat moment geldende besluit beleidsregel UWV normbedragen voorzieningen 2015 in bruikleen verstrekt.