Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021
CiteertitelSubsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpSubsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/%27s-Gravenhage/643067/CVDR643067_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2021nieuwe regeling

25-05-2021

gmb-2021-170631

RIS308800 DPZ/10119478

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021

 

Toelichting

Met de Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021 wil het college met de inzet van extra jongerenwerkers de toegenomen overlast van jongeren in de wijken aanpakken. Deze overlast is het gevolg van de beperkingen voor jongeren vanwege de coronamaatregelen. Vooral kwetsbare jongeren zijn hard geraakt: er is minder werk, meer schooluitval en zij kunnen minder sporten, uitgaan en samenkomen. Extra jongerenwerkers moeten deze jongeren weer helpen aan toekomstperspectief door ze toe te leiden naar begeleiding, hulpverlening, werk of school. Zo neemt de overlast in de wijken af.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag;

Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

gemeentelijk vastgoed:

bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de gemeente Den Haag;

integraal:

volledig;

jongeren:

jongeren van 16 tot 27 jaar;

hotspots:

onveilige plekken met relatief veel overlast;

toekomstperspectief:

het vooruitzicht voor de komende jaren.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het terugdringen van overlast veroorzaakt door jongeren van 16 tot 27 jaar in de wijken en op hotspotlocaties, en deze jongeren begeleiden naar het bestaand aanbod van hulpverlening, werk en school.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijk doel van de subsidieregeling is het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken en het creëren van toekomstperspectief voor kwetsbare jongeren.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten door jongerenwerkers die gericht zijn op:

  • a. het signaleren en inventariseren van hinderlijk gedrag en overlast in de wijken en op hotspotlocaties;

    b. het groepsgericht of individueel benaderen van jongeren die deze overlast veroorzaken, de jongeren hierop aanspreken of hen wegsturen zodat de overlast stopt;

    c. de jongeren die de overlast veroorzaken toeleiden naar het bestaand aanbod.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die staan ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

 

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komt de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. activiteiten die onderdeel zijn van een regulier programma;

    b. structurele financiële verplichtingen;

    c. kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;

    d. activiteiten die in aanmerking komen voor financiering vanuit andere gemeentelijke of niet gemeentelijke regelingen.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 1.200.000,-.

 

Artikel 1:8 Berekening van tarieven, uniforme kostenbegrippen

De subsidiabele uurtarieven worden berekend op basis van een forfaitair tarief van:

  • a. € 75,- per uur voor een gediplomeerd jongerenwerker op hbo-niveau;

    b. € 64,- per uur voor een gediplomeerd jongerenwerker op mbo-niveau.

 

Artikel 1:9 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van de inwerkingtreding van deze regeling tot 31 december 2022 een maximaal subsidieplafond van € 1.200.000,-.

 

Artikel 1:10 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximum:

    a. aanvrager heeft aantoonbaar kennis van de Haagse sociale kaart, specifiek de bestaande voorzieningen voor jongeren en de straatcultuur van jongeren:

    1°. veel kennis: 2 punten;

    2°. weinig kennis: 1 punt;

    3°. geen kennis: 0 punten.

    b. aanvrager beschrijft in een projectplan een integrale aanpak: overlastgevende groepen jongeren signaleren en lokaliseren, op hen afstappen, het gesprek aangaan en de jongeren toeleiden naar het bestaand aanbod:

    1°. integraliteit voldoende duidelijk omschreven: 2 punten;

    2°. integraliteit onvoldoende duidelijk omschreven: 0 punten.

    c. aanvrager beschrijft in een projectplan duidelijk hoe de verhouding overlast bestrijden (70 %) en toeleiden naar het bestaand aanbod (30%) is:

    1°. verhouding overlastbestrijding en toeleiden voldoende omschreven: 2 punten;

    2°. verhouding overlastbestrijding en toeleiden onvoldoende omschreven: 0 punten.

    d. aanvrager maakt in een projectplan inzichtelijk hoe de samenwerking eruitziet met belangrijke partners, waaronder de politie, bestaand jongerenwerk en hulpverlening en hoe deze partijen worden betrokken:

    1°. samenwerking met alle partners omschreven: 2 punten;

    2°. samenwerking met enkele partners omschreven: 1 punt;

    3°. samenwerking onvoldoende omschreven: 0 punten.

    e. aanvrager maakt duidelijk hoe de aanpak leidt tot resultaat:

    1°. voldoende duidelijk hoe aanpak leidt tot resultaat: 2 punten;

    2°. onvoldoende duidelijk hoe aanpak leidt tot resultaat: o punten.

  • 3.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belaste ondernemer is aan te merken;

    b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

    c een projectplan met daarin:

    1°. een stadsdeelgerichte analyse van de jongerenproblematiek in Den Haag op basis van de door de gemeente beschikbaar gestelde informatie;

    2°. een omschrijving van de in Den Haag beschikbare bestaande voorzieningen voor jongeren waar in de aanpak gebruik van wordt gemaakt;

    3°. een concrete aanpak van de activiteiten zoals omschreven in artikel 1:4, waarbij wordt uitgegaan van een verdeling van 70 % voor overlastbestrijding (a) en 30 % voor toeleiding naar het bestaand aanbod (b);

    4°. een onderbouwing van de methodieken die ten grondslag liggen aan de aanpak;

    5°. een beschrijving van de samenstelling van het team en het opleidingsniveau van de teamleden;

    6°. de doelen en resultaten die met de te subsidiëren activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten aan die doelen bijdragen;

    7°. een beschrijving waaruit de ervaring van de organisatie blijkt, eventueel vergezeld van referentieprojecten;

    8°. een beschrijving hoe de effectiviteit en impact van de aanpak en activiteiten worden gemonitord en geëvalueerd;

    d. VOG van alle jongerenwerkers die in het kader van de activiteiten uit artikel 1.4 aan de slag gaan.

  • 2.

    Het college kan van de aanvrager een controleverklaring van de accountant vragen over de jaarrekening van het voorgaande jaar.

  • 3.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitaal aanvraagformulier.

 

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend uiterlijk 1 juli 2021.

 

Hoofdstuk 3 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 3:1

Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • 1.

    a. subsidieontvanger is verplicht een projectplan te maken op basis van het door het college verstrekte analyse van de problematiek en locaties waar sprake is van overlast;

    b. subsidieontvanger is verplicht op verzoek van het college deel te nemen aan de veiligheidsoverleggen van de stadsdelen;

    c. subsidieontvanger is verplicht samen te werken met alle bestaande partners in de stadsdelen die zijn vertegenwoordigd in de veiligheidsoverleggen, het welzijnswerk en andere samenwerkingspartners in de stadsdelen;

    d. subsidieontvanger is bij het toeleiden naar het bestaand aanbod verplicht zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande samenwerkingen en activiteiten;

    e. subsidieontvanger is verplicht te gaan werken in flexibele teams van tweetallen die stedelijk inzetbaar zijn.

 

Artikel 3:2 Kostensoorten

Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld.

 

Artikel 3:3 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Hoofdstuk 4 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 4:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteit is verricht.

 

Artikel 4:2 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid van de ASV;

    b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid van de ASV;

    c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is.

  • 2.

    Het inhoudelijk verslag bevat:

    a. een beknopte beschrijving van de gesubsidieerde activiteiten, waaruit blijkt in hoeverre:

    1°. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht;

    2°. aan de verplichtingen is voldaan;

    3°. de beoogde doelstellingen en resultaten zijn gerealiseerd;

    b. een toelichting op de gerealiseerde verschillen ten opzichte van de verleningsbeschikking.

  • 3.

    Het financieel verslag bevat:

    1°. een gespecificeerd overzicht van de gesubsidieerde activiteiten;

    2°. de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven;

    3°. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW.

 

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

 

Artikel 5:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 5:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling éénmaal halverwege de looptijd en uiterlijk 3 maanden na de beëindiging van de subsidieregeling.

 

Artikel 5:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni.

 

Artikel 5:6 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021.

 

Den Haag, 25 mei 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

 

 

Jan van Zanen