Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021 |
Citeertitel | Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2021 | nieuwe regeling | 25-05-2021 | RIS308800 DPZ/10119478 |
Met de Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021 wil het college met de inzet van extra jongerenwerkers de toegenomen overlast van jongeren in de wijken aanpakken. Deze overlast is het gevolg van de beperkingen voor jongeren vanwege de coronamaatregelen. Vooral kwetsbare jongeren zijn hard geraakt: er is minder werk, meer schooluitval en zij kunnen minder sporten, uitgaan en samenkomen. Extra jongerenwerkers moeten deze jongeren weer helpen aan toekomstperspectief door ze toe te leiden naar begeleiding, hulpverlening, werk of school. Zo neemt de overlast in de wijken af.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
vast te stellen de navolgende Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; | |
bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de gemeente Den Haag; | |
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten door jongerenwerkers die gericht zijn op:
a. het signaleren en inventariseren van hinderlijk gedrag en overlast in de wijken en op hotspotlocaties;
b. het groepsgericht of individueel benaderen van jongeren die deze overlast veroorzaken, de jongeren hierop aanspreken of hen wegsturen zodat de overlast stopt;
c. de jongeren die de overlast veroorzaken toeleiden naar het bestaand aanbod.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die staan ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. activiteiten die onderdeel zijn van een regulier programma;
b. structurele financiële verplichtingen;
c. kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;
d. activiteiten die in aanmerking komen voor financiering vanuit andere gemeentelijke of niet gemeentelijke regelingen.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 1.200.000,-.
Artikel 1:8 Berekening van tarieven, uniforme kostenbegrippen
De subsidiabele uurtarieven worden berekend op basis van een forfaitair tarief van:
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van de inwerkingtreding van deze regeling tot 31 december 2022 een maximaal subsidieplafond van € 1.200.000,-.
Artikel 1:10 Wijze van verdeling
Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximum:
a. aanvrager heeft aantoonbaar kennis van de Haagse sociale kaart, specifiek de bestaande voorzieningen voor jongeren en de straatcultuur van jongeren:
b. aanvrager beschrijft in een projectplan een integrale aanpak: overlastgevende groepen jongeren signaleren en lokaliseren, op hen afstappen, het gesprek aangaan en de jongeren toeleiden naar het bestaand aanbod:
1°. integraliteit voldoende duidelijk omschreven: 2 punten;
2°. integraliteit onvoldoende duidelijk omschreven: 0 punten.
c. aanvrager beschrijft in een projectplan duidelijk hoe de verhouding overlast bestrijden (70 %) en toeleiden naar het bestaand aanbod (30%) is:
1°. verhouding overlastbestrijding en toeleiden voldoende omschreven: 2 punten;
2°. verhouding overlastbestrijding en toeleiden onvoldoende omschreven: 0 punten.
d. aanvrager maakt in een projectplan inzichtelijk hoe de samenwerking eruitziet met belangrijke partners, waaronder de politie, bestaand jongerenwerk en hulpverlening en hoe deze partijen worden betrokken:
1°. samenwerking met alle partners omschreven: 2 punten;
2°. samenwerking met enkele partners omschreven: 1 punt;
3°. samenwerking onvoldoende omschreven: 0 punten.
e. aanvrager maakt duidelijk hoe de aanpak leidt tot resultaat:
1°. voldoende duidelijk hoe aanpak leidt tot resultaat: 2 punten;
2°. onvoldoende duidelijk hoe aanpak leidt tot resultaat: o punten.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belaste ondernemer is aan te merken;
b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;
1°. een stadsdeelgerichte analyse van de jongerenproblematiek in Den Haag op basis van de door de gemeente beschikbaar gestelde informatie;
2°. een omschrijving van de in Den Haag beschikbare bestaande voorzieningen voor jongeren waar in de aanpak gebruik van wordt gemaakt;
3°. een concrete aanpak van de activiteiten zoals omschreven in artikel 1:4, waarbij wordt uitgegaan van een verdeling van 70 % voor overlastbestrijding (a) en 30 % voor toeleiding naar het bestaand aanbod (b);
4°. een onderbouwing van de methodieken die ten grondslag liggen aan de aanpak;
5°. een beschrijving van de samenstelling van het team en het opleidingsniveau van de teamleden;
6°. de doelen en resultaten die met de te subsidiëren activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten aan die doelen bijdragen;
7°. een beschrijving waaruit de ervaring van de organisatie blijkt, eventueel vergezeld van referentieprojecten;
8°. een beschrijving hoe de effectiviteit en impact van de aanpak en activiteiten worden gemonitord en geëvalueerd;
d. VOG van alle jongerenwerkers die in het kader van de activiteiten uit artikel 1.4 aan de slag gaan.
Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend uiterlijk 1 juli 2021.
Hoofdstuk 3 Verplichtingen en betaling
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. subsidieontvanger is verplicht een projectplan te maken op basis van het door het college verstrekte analyse van de problematiek en locaties waar sprake is van overlast;
b. subsidieontvanger is verplicht op verzoek van het college deel te nemen aan de veiligheidsoverleggen van de stadsdelen;
c. subsidieontvanger is verplicht samen te werken met alle bestaande partners in de stadsdelen die zijn vertegenwoordigd in de veiligheidsoverleggen, het welzijnswerk en andere samenwerkingspartners in de stadsdelen;
d. subsidieontvanger is bij het toeleiden naar het bestaand aanbod verplicht zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande samenwerkingen en activiteiten;
e. subsidieontvanger is verplicht te gaan werken in flexibele teams van tweetallen die stedelijk inzetbaar zijn.
Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld.
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 100% van de verleende subsidie in één keer.
Hoofdstuk 4 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 4:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteit is verricht.
Artikel 4:2 Wijze van verantwoorden
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een beknopte beschrijving van de gesubsidieerde activiteiten, waaruit blijkt in hoeverre:
1°. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht;
2°. aan de verplichtingen is voldaan;
3°. de beoogde doelstellingen en resultaten zijn gerealiseerd;
b. een toelichting op de gerealiseerde verschillen ten opzichte van de verleningsbeschikking.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert deze subsidieregeling éénmaal halverwege de looptijd en uiterlijk 3 maanden na de beëindiging van de subsidieregeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling jongerenwerk plus Den Haag 2021.