Organisatie | Beekdaelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent de jeugdhulp (Verordening jeugdhulp gemeente Beekdaelen 2021) |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp gemeente Beekdaelen 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening jeugdhulp Gemeente Beekdaelen 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2021 | nieuwe regeling | 18-05-2021 |
De raad van de gemeente Beekdaelen,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 23 maart 2021
Gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1. vierde lid en 12.4 tweede lid van de Jeugdwet,
Gehoord het advies van het adviesorgaan van de gemeenten Beekdaelen,
Vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Beekdaelen 2021
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
cliëntondersteuning: ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdzorg, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
Hoofdstuk 3: Toegang tot jeugdhulp, melding en onderzoek
Artikel 4: Toegang via de huisarts, jeugdarts of medisch specialist
Bij een verwijzing naar niet-gecontracteerde jeugdhulp of, indien deze niet voldoet aan de kwaliteitseisen, informeert het college de jeugdige en/of de ouders over de mogelijkheid dat deze jeugdhulp niet door de gemeente wordt gefinancierd. Hiervan kan sprake zijn als de jeugdhulp binnen het door de gemeente gecontracteerde aanbod beschikbaar is.
Het college verzamelt alle voor het onderzoek noodzakelijke en van belang zijnde gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem en/of de ouders een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure, en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken. Tevens wordt er gewezen op de klachtenregeling, het privacy-protocol, de verwijsindex en de cliëntondersteuning.
Hoofdstuk 4: Individuele voorziening
Heeft de aanvraag betrekking op een minderjarige die de leeftijd van 12 maar nog niet die van 16 jaar heeft bereikt, dan behoeft de aanvraag de instemming van zowel de minderjarige als de ouder(s), mits de minderjarige in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Weigeren ouder(s) in te stemmen met de aanvraag, dan zal het college de aanvraag toch in behandeling nemen als de jeugdhulp voor de minderjarige kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen, alsmede indien de minderjarige ook na de weigering van de toestemming door de ouder(s) de jeugdhulp weloverwogen blijft wensen.
Artikel 11: Persoonsgebonden budget
In dit plan, genoemd in lid 1 van dit artikel, is opgenomen:
In hoeverre de jeugdige en/of zijn ouder op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ten aanzien van de hulpvraag dan wel met hulp uit hun sociaal netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling in staan zijn om de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren.
De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk:
dat deze persoon een lager tarief krijgt betaald voor zijn diensten dan het ingevolge het zesde en zevende lid vastgestelde tarief óf dat deze persoon voor zijn diensten maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-uurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners krijgt betaald;
Artikel 13: Feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2. van de wet doen een jeugdige en/of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a en/of e, heeft ingetrokken, en er sprake is van verwijtbaar gedrag van jongere en/of zijn ouders, kan het college geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het pgb binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden, tenzij belanghebbende een gegronde reden kan aandragen voor deze omstandigheid.
Hoofdstuk 6: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 15: Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
Hoofdstuk 7: Inspraak en medezeggenschap
In geval van klachten over de afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in deze verordening kunnen jeugdigen en/of de ouders een beroep doen op de algemene klachtenregeling van de gemeente.
Artikel 18: Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 8: Intrekkingen, overgangsrecht en slotbepalingen
Als toepassing van deze verordening in een bijzonder geval tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, kan het college ten gunste van de ouder of jeugdige van deze verordening afwijken.
Het door het gemeentebestuur gevoerde financiële en uitvoeringsbeleid wordt jaarlijks geëvalueerd en verantwoord.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende besluit geldende bedragen indexeren.