Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Katwijk

Besluit van de burgemeester van de gemeente Katwijk houdende nadere regels omtrent het plaatsen van voorwerpen op, boven of aan de weg, behorende bij artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKatwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de burgemeester van de gemeente Katwijk houdende nadere regels omtrent het plaatsen van voorwerpen op, boven of aan de weg, behorende bij artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014
CiteertitelNadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op, boven of aan de weg
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is oorspronkelijke beschikbaar gesteld in de Aanwijzingsbesluiten behorende bij de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2011. Hier kunt u het historisch overzicht raadplegen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Katwijk/333496/CVDR333496_10.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2014nieuwe regeling

10-12-2013

Katwijksche post en Rijnsburger

2014-117

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de burgemeester van de gemeente Katwijk houdende nadere regels omtrent het plaatsen van voorwerpen op, boven of aan de weg, behorende bij artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014

De burgemeester van Katwijk,

 

overwegende, dat er ter vermindering van de administratieve lasten van burgers en bedrijven volstaan kan worden met algemene regels, doch dat het in het belang van de openbare orde en veiligheid van met name voetgangers en hulpverleningsverkeer noodzakelijk is het plaatsen van voorwerpen op, boven of aan de weg te binden aan nadere regels;

 

gelet op artikel 2:10, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Katwijk;

 

besluit vast te stellen:

 

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op, boven of aan de weg

 

Hoofdstuk 1. Voor wat betreft alle hierna genoemde categorieën te plaatsen voorwerpen:

Artikel 1 Gevaar en overlast

Het voorwerp geplaatst op, langs of boven de openbare weg/grond mag geen gevaar en overlast opleveren voor alle verkeer, waaronder voetgangers.

 

Artikel 2 Vervuiling en beschadiging

  • 1.

    Alle maatregelen ter voorkoming van vervuiling of beschadiging van bestrating of andere gemeente-eigendommen moeten worden genomen. De locatie van het te plaatsen voorwerp en de directe omgeving dient regelmatig te worden schoongehouden, dagelijks na het ontruimen dient de locatie opgeruimd te zijn.

  • 2.

    Eventueel veroorzaakte schade moet onmiddellijk worden gemeld bij de wegbeheerder van de gemeente en zal in rekening worden gebracht.

  • 3.

    Eventueel veroorzaakte vervuiling moet worden gereinigd; indien dit niet mogelijk is moet dit eveneens onmiddellijk worden gemeld bij de wegbeheerder van de gemeente. De kosten voor de reiniging zullen aan de veroorzaker/vervuiler in rekening worden gebracht.

Artikel 3 Hulpverleningsdiensten

Een minimale vrije doorgang van 3.50 meter op de weg voor voertuigen van de hulpverleningsdiensten dient te allen tijde gewaarborgd te zijn. Evenals een doorrijhoogte van 4.20 meter.

Artikel 4 Afsluiten weg

Indien ten behoeve van het plaatsen van een voorwerp op, boven of aan de weg een straat dient te worden afgesloten dan dient u hierover uiterlijk 10 werkdagen voor aanvang van de afsluiting contact om te nemen met het Team Verkeer van het Ingenieursbureau, via telefoonnummer 071-4065000. Het team Verkeer verleent u al dan niet toestemming om de straat af te sluiten. Aan de afsluiting kunnen voorwaarden worden gesteld.

Artikel 5 Toezicht en handhaving

Alle aanwijzingen en bevelen van politie, brandweer, de gemeentelijke opsporingsambtenaren en/ of de toezichthouders van de gemeente Katwijk, gegeven in het belang van de openbare orde en/ of veiligheid, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In de gevallen waarin de nadere regels niet voorzien, beslist de burgemeester.

Artikel 7 Overgangsrecht

Vergunningen die zijn verleend onder de werking van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Katwijk d.d. 28 mei 2009, die golden op 15 april 2011 blijven van kracht. De vergunninghouder dient de betreffende vergunning op verzoek van politie, brandweer, de gemeentelijke opsporingsambtenaren en/ of de toezichthouders van de gemeente Katwijk te kunnen tonen.

Hoofdstuk 2. Voor wat betreft terrassen behorend bij een openbare inrichting:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Onder terras wordt verstaan: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Onder openbare inrichting wordt verstaan: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden.

  • 3.

    Onder terrasmeubilair wordt verstaan: stoelen, banken, tafels, parasols, terrasschermen, andere objecten, waaronder reclameborden, plantenbakken en alle overige objecten die op het terras geplaatst zijn ten diensten van het terras en/of het overige deel van het horecabedrijf.

Artikel 2 Algemene regels

  • 1.

    Een terras is uitsluitend toegestaan mits dit in het bestemmingsplan past, of hiervoor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan is verleend.

  • 2.

    De inrichting van het terras dient zodanig te zijn opgesteld dat de toegang tot het pand zelf en de belendende panden niet wordt belemmerd.

  • 3.

    Hoofdstuk 2, afdeling 8 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Katwijk (hierna: APV) is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Voor zover de voorschriften verbonden aan een exploitatievergunning afwijken van de onderhavige regels, prevaleren de voorschriften uit de exploitatievergunning.

  • 5.

    Voor zover voor het terras een omgevingsvergunning is verleend mag het terras worden ingenomen conform de tekening behorend bij deze omgevingsvergunning. Het terras moet, bij het gebruik na zonsondergang, voldoende verlicht zijn.

Artikel 3 Terrasseizoen en sluitingstijd

  • 1.

    Het terrasseizoen loopt van 1 april tot en met 30 september. Buiten dit seizoen is het niet toegestaan om een terras aanwezig te hebben, met uitzondering van de terrassen waarvan in de bijlage is aangegeven dat hiervoor jaar rond exploitatie geldt.

  • 2.

    In afwijking van artikel 2:29 van de APV gelden voor terrassen, als nevenactiviteit gehouden bij winkels in de zin van de Winkeltijdenwet, dezelfde sluitingstijden als voor de winkel.

Artikel 4 Locatie en omvang van het terras

  • 1.

    Afhankelijk van de ligging van de inrichting en het bepaalde in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) of het bepaalde in de omgevingsvergunning, mag een terras alleen direct grenzend aan de voor-, zij- en/of achtergevel van de eigen inrichting worden ingenomen.

  • 2.

    Op pleinen zijn terrassen mogelijk aan de gevel van het bijbehorende pand en afhankelijk van de situatie ter plaatse, ook vrij liggend.

  • 3.

    Daar waar, de buitenhoeken van terrassen gemarkeerd zijn door terrasafscheidingen, een patroon, roestvrijstalen markeringsknopen o.i.d. in het straatwerk dient het terrasmeubilair te zijn gelegen binnen deze afscheiding.

  • 4.

    Er dient een minimale vrije doorloop in een recht doorgaande lijn van minimaal 1.50 meter (indien er een boom, fietsenrek o.i.d. op de stoep staat een minimale vrije doorgang van 1.20 meter) breed over te blijven voor voetgangers en rolstoelgebruikers. Bij twee tegenover elkaar gelegen terrassen mag de vrije doorloop van het ene terras de vrije doorloop van het andere terras niet overlappen. Is dit wel het geval dan dienen beide terrassen evenredig veel ruimte in te leveren totdat er wel een vrije doorloop in een recht doorgaande lijn van minimaal 3.00 meter overblijft. Dit met uitzondering van de Princestraat, de Voorstraat en de Badstraat. Hier dient een minimale vrije doorloop in een recht doorgaande lijn van minimaal 3.00 meter, respectievelijk 6.00 meter over te blijven voor het publiek.

  • 5.

    Een terras mag niet breder zijn dan de gevel van de inrichting, waartoe het terras behoort.

  • 6.

    Bij vrij liggende terrassen op pleinen dient een afstand van 4 meter te worden vrijgehouden tussen het terras en de nabij gelegen gevel (3.00 meter vrije doorloop en één meter opstellingsruimte voor uitstallingen).

  • 7.

    Dit artikel is niet van toepassing op terrassen gelegen op eigen terrein.

Artikel 5 Terrasmeubilair

  • 1.

    Terrasmeubilair is toegestaan mits:

    • a.

      het niet (nagel)vast aan de grond wordt bevestigd;

    • b.

      derden geen hinder van het meubilair ondervinden;

    • c.

      het meubilair geen belemmering vormt voor het schoonmaken en –houden van de openbare ruimte;

    • d.

      een omgevingsvergunning is verleend wanneer daarvoor vergunningplicht bestaat.

  • 2.

    Voor parasols geldt daarnaast dat:

    • a.

      de onderkant van de volant minimaal 2,2 meter boven de grond hangt;

    • b.

      de parasol niet groter is dan het terras.

  • 3.

    Bloembakken op de terrassen zijn toegestaan, mits deze na sluitingstijd worden verwijderd.

  • 4.

    Terrasverwarming op gas is toegestaan mits er sprake is van een deugdelijke installatie. Zulks ter beoordeling van de brandweer.

Artikel 6 Opslag terrasmeubilair

  • 1.

    Het gehele terrasmeubilair moet, tijdens sluitingstijd, vanuit een oogpunt van brandveiligheid inpandig worden opgeslagen. Wanneer inpandige opslag niet mogelijk is en de verkeersveiligheid zich hiertegen niet verzet, mag het brandveilige terrasmeubilair binnen een afstand van maximaal 1 meter vanaf de gevel worden opeengestapeld, mits een en ander in verband met vandalisme deugdelijk met kettingen wordt bevestigd. Een en ander in overleg met de teamleider GOA's.

  • 2.

    Voor vrij liggende terrassen geldt dat het brandveilige terrasmeubilair, tijdens sluitingstijd van het terras, op het vrij liggende terras compact en deugdelijk verankerd (zulks ter beoordeling van een ambtenaar van de gemeente Katwijk, te weten de teamleider GOA’s) mag worden opgeslagen indien inpandige opslag niet mogelijk is.

  • 3.

    Voor terrassen op eigen terrein geldt dat het terrasmeubilair, tijdens sluitingstijd van het terras, dusdanig moet zijn opgeruimd dat er door bezoekers geen gebruik meer van kan worden gemaakt.

  • 4.

    Op terrassen welke goed afsluitbaar zijn, of niet toegankelijk zijn is het tostestaan dat het terrasmeubilair uitgestald blijft staan.

  • 5.

    Jaar rond terrassen dienen ook in de wintermaanden daadwerkelijk als terras in gebruik genomen te worden en mogen niet als opslagplaats functioneren. Het terras dient dan ook daadwerkelijk te worden uitgestald. Indien het jaar rond terras in de periode 1 oktober tot 1 april niet als terras in gebruik wordt genomen dan dient het meubilair elders te worden opgeslagen tenzij anders is overeengekomen met de teamleider GOA’s.

Artikel 7 Brandveiligheid

  • 1.

    Indien zich binnen het terras een brandkraan bevindt mogen zich binnen een straal van 75 cm rondom de brandkraan geen vaste objecten bevinden.

  • 2.

    Van de brandkraan binnen het terras dient te allen tijde onmiddellijk gebruik gemaakt te kunnen worden.

  • 3.

    De brandkraan binnen het terras dient tot op een afstand van minimaal 15 meter door blusvoertuigen te kunnen worden benaderd.

  • 4.

    Indien een terras de rijloper van de blusvoertuigen (gedeeltelijk) overlapt mogen op dat (desbetreffende gedeelte van het) terras uitsluitend stoelen en tafels geplaatst worden die snel verwijderbaar zijn. Bij een (brand)alarm dienen deze stoelen en tafels door de exploitant direct verwijderd te worden. De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel ontstane schade indien er geen vrije doorgang mogelijk is.

  • 5.

    Ondergrondse brandkranen binnen het terras dienen duidelijk te worden gemarkeerd.

  • 6.

    Exploitanten van terrassen hebben de verplichting de door de brandweer aan te brengen aanwijsplaten te gedogen en vrij (in het zicht) te houden.

Artikel 8 Beperking plaatsingsmogelijkheden

  • 1.

    Het terras moet op eerste aanzegging van politie, brandweer en gemeente ambtenaren worden verwijderd, indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van werken van openbaar nut, in het belang van openbare orde of veiligheid dan wel ter realisering van gemeentelijke plannen.

  • 2.

    De burgemeester behoudt zich het recht voor om gedurende evenementen en markten op grond van de openbare orde en veiligheid geen terrassen toe te staan.

Hoofdstuk 3. Voor wat betreft terrassen behorend bij een standplaats

 

Het is niet toegestaan om een terras bij een standplaats in te richten tenzij dit in het bestemmingsplan past, dan wel dat hiertoe een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan is verleend.

Hoofdstuk 4. Voor wat betreft terrassen anders dan bij openbare inrichtingen

 

Het is niet toegestaan om een terras in te richten bij een niet-openbare inrichting of elders op de openbare weg. Dit wordt slechts bij uitzondering toegestaan bij evenementen. Bij uw aanvraag om een evenementenvergunning dient u aan te geven dat u een terras wenst in te richten. Indien er toestemming verleend wordt voor het inrichten van het terras worden voorschriften die hiervoor gelden worden opgenomen in de evenementenvergunning.

10 december 2013 te Katwijk,

De burgemeester van Katwijk,