Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021
CiteertitelSubsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpSubsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/%27s-Gravenhage/643067/CVDR643067_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-2021wijziging

13-07-2021

gmb-2021-231865

RIS309523 OCW/10144343
01-06-202116-07-2021nieuwe regeling

25-05-2021

gmb-2021-168638

RIS308792 OCW/10119423

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021

 

Toelichting

De cultuursector heeft te maken met langdurige sluitingen en beperkende maatregelen rond het ontvangen van bezoekers, als gevolg van de Covid-19 maatregelen. De gemeente Den Haag heeft van het ministerie van OCW middelen ontvangen om de schade die culturele organisaties lopen als gevolg van deze maatregelen te verkleinen. Het college zet deze middelen in voor huurkwijtscheldingen, projectsubsidies en het voorkomen van exploitatietekorten. Deze subsidieregeling richt zich op dat laatste.

 

In tegenstelling tot de noodsteun die het college in 2020 verstrekte, is deze subsidieregeling toegankelijk voor alle culturele organisaties (op basis van SBI-codes), en niet alleen voor de organisaties die door de gemeente worden gesubsidieerd. Ook culturele organisaties met een winstoogmerk komen onder voorwaarden in aanmerking voor ondersteuning.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

algemene reserve

de op de jaarrekening 2020 genoemde vrij besteedbare reserves, waarvoor geen verplichtingen gelden om deze aan te houden op grond van wet, subsidievoorwaarden of statuten zoals deze gelden op datum inwerkingtreding van deze regeling;

ASV

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- Awb

Algemene wet bestuursrecht;

college

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

exploitatietekort

het verwachte exploitatietekort van de organisatie in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021, voor zover dat wordt veroorzaakt door de COVID-19 maatregelen;

generieke maatregelen Rijk

de maatregelen die het Rijk heeft getroffen om de schade door de coronamaatregelen voor bedrijven, stichtingen en verenigingen te beperken.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is om Haagse culturele organisaties incidenteel financieel te ondersteunen indien zij als gevolg van de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 minder inkomsten hebben dan verwacht of als gevolg van deze maatregelen aanvullende kosten moesten maken.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel dat met deze subsidieregeling wordt beoogd is de continuering van het cultuurbeleid van de gemeente Den Haag en het in stand houden van de lokale culturele infrastructuur.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het verlagen van het voorziene exploitatietekort van Haagse culturele organisaties in het jaar 2021 dat gaat ontstaan als gevolg van de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk, die op 1 januari 2021 waren ingeschreven in het handelsregister met een van de SBI-codes genoemd op de lijst in de bijlage.

  • 2.

    Subsidie wordt daarnaast verstrekt aan rechtspersonen met winstoogmerk, die op 1 januari 2021 waren ingeschreven in het handelsregister met een van de SBI-codes genoemd op de lijst in de bijlage, en die daarnaast voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a. de aanvrager biedt structureel een publiekelijk toegankelijk podium voor uitingen van kunst of cultuur of stelt structureel werk van Haagse kunstenaars publiekelijk tentoon;

    b. de activiteiten van de aanvrager zijn grotendeels weggevallen als gevolg van de COVID-19 maatregelen, of zullen dat zonder subsidie op korte termijn doen, wat leidt tot een lacune in het cultuuraanbod die niet binnen redelijke termijn kan worden vervangen of hersteld door de aanvrager of derden; en

    c. de aanvrager heeft niet de mogelijkheid om als onderdeel van een holding of ander vennootschapsrechtelijk verband tekorten of overschotten op de exploitatie te transponeren naar andere onderdelen binnen deze holding of dit verband.

 

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de door de subsidieaanvrager gemaakte, niet terugvorderbare kosten die zijn gemaakt voor activiteiten die door de COVID-19 maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd;

    b. de exploitatiekosten van de subsidieaanvrager die door inkomstenderving als gevolg van de COVID-19 maatregelen een exploitatietekort veroorzaken;

    c. aanvullende kosten die moeten worden gemaakt als gevolg van de COVID-19 maatregelen, voor zover deze niet vallen onder een andere subsidieregeling.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;

    b. de kosten die kunnen worden gedekt door bestemmingsreserves die zijn gevormd als gevolg van subsidieverlening op grond van de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2020.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 100% van het exploitatietekort in de periode 1 januari tot en met 31 december 2021.

  • 2.

    Voor rechtspersonen met winstoogmerk, zoals bedoeld in artikel 1:5, tweede lid, wordt het subsidiebedrag verminderd met de algemene reserve van aanvrager, totdat deze reserve 7% van de omzet over 2019 bedraagt.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor het eerste aanvraagtijdvak zoals bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, een subsidieplafond van € 2.850.000,-.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling stelt het college voor de tweede aanvraagtermijn zoals bedoeld in artikel 2:2, tweede lid, het subsidieplafond vast bij afzonderlijk besluit.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, vindt plaats in volgorde van indiening bij het college, totdat het geldende subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen in het betreffende aanvraagtijdvak hoger is dan het vastgestelde subsidieplafond worden de te honoreren aanvragen naar rato berekend.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    In afwijking van artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. de oorspronkelijke jaarbegroting voor 2021;

    b. een bijgestelde begroting voor 2021;

    c. de begroting voor het jaar 2020;

    d. de jaarrekening over 2019;

    e. de jaarrekening over 2020;

    f. een toelichting op de bijgestelde begroting voor 2021, waaruit blijkt welke wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting zijn toe te schrijven aan de COVID-19 maatregelen, en waaruit blijkt welke maatregelen de aanvrager heeft ondernomen om het exploitatietekort te beperken;

    g. een door het bestuur van de aanvrager rechtsgeldig ondertekende en door een onafhankelijke accountant goedgekeurde verklaring over de jaarrekening 2020;

    h. een opgave waaruit blijkt van welke generieke steunmaatregelen de aanvrager gebruik heeft gemaakt, en een toelichting als dergelijke maatregelen niet op de aanvrager van toepassing zijn.

  • 2.

    Indien in verband met de oprichtingsdatum van de aanvrager of andere redenen niet alle in het eerste lid genoemde documenten beschikbaar zijn, dient de aanvrager dit expliciet te vermelden;

  • 3.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling digitaal vastgestelde aanvraagformulier.

 

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, tweede lid van de ASV, ingediend in het eerste aanvraagtijdvak dat start op de dag na inwerkingtreding van deze subsidieregeling en duurt tot 1 juli 2021.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, tweede lid van de ASV, ingediend in het tweede aanvraagtijdvak dat start op 1 september 2021 en duurt tot 1 oktober 2021.

 

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV, binnen vier weken nadat de aanvraagperiode is verstreken.

 

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:

  • a. de aanvrager geen gebruik heeft gemaakt van de generieke maatregelen van het Rijk, terwijl hij daar wel voor in aanmerking kwam;

    b. uit de toelichting op de bijgestelde begroting, bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, blijkt dat de aanvrager niet al het redelijkerwijs mogelijke heeft gedaan of nagelaten om het exploitatietekort te beperken.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 4:1 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt; en

    b. de subsidieontvanger is verplicht een aanvraag te doen voor eventuele toekomstige steunmaatregelen van het Rijk, waarvoor de subsidieontvanger in 2021 in aanmerking komt.

 

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op 30 april 2022.

 

Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en

    b. een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.

  • 2.

    Het financieel verslag bevat:

    a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die vergelijkbaar aansluiten bij de posten in de begroting. Bij afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10% geeft de subsidieontvanger hierop een toelichting;

    b. een toelichting waaruit blijkt op welke aanvullende steunmaatregelen de subsidieontvanger een beroep heeft gedaan; en

    c. een toelichting waaruit blijkt welke maatregelen de subsidieontvanger heeft genomen om het exploitatietekort zo veel mogelijk te verkleinen.

 

Artikel 5:3 Termijn vaststelling subsidie

Het college stelt in afwijking van artikel 20, eerste lid, van de ASV de subsidie vast binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling.

 

Artikel 5:4 Vorming reserve of voorziening

  • 1.

    Als uit de aanvraag tot vaststelling blijkt dat er sprake is van een exploitatieoverschot, zal de subsidie bij de vaststelling met dit overschot verlaagd worden.

  • 2.

    Het college kan toestemming verlenen om een eventueel overschot aan een reserve of voorziening toe te voegen indien dat bijdraagt aan het doel van deze regeling, mits de aanvrager een schriftelijk verzoek heeft ingediend voorafgaand aan de daadwerkelijke toevoeging van een eventueel overschot aan een reserve of voorziening.

 

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

 

Artikel 6:11 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:22 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 1 september 2022.

 

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2021 en vervalt met ingang van 1 september 2022.

 

Artikel 6:4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1:6

Veel culturele organisaties hebben in 2020 een subsidie ontvangen op grond van de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2020. Deze subsidie is verleend op grond van een verwacht exploitatietekort voor het jaar 2020. In sommige gevallen is gebleken dat het exploitatietekort is meegevallen. Op grond van artikel 5:4 van die regeling heeft het college een aantal organisaties, die daartoe een verzoek hebben ingediend, toegestaan een ontstaan exploitatieoverschot toe te voegen aan een bestemmingsreserve COVID-19 voor het jaar 2021. Deze middelen zijn bedoeld om het exploitatietekort in 2021 te verkleinen, en het deel van het exploitatietekort dat daarmee kan worden verkleind, komt derhalve niet nog eens binnen de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021 voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 1:9

Wanneer het totaal aan voor subsidie in aanmerking komende aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, vindt de verdeling van de subsidie op de volgende manier plaats:

  • - hoogte subsidie = kosten die voor subsidie in aanmerking komen van de aanvrager gedeeld door het totaal voor subsidie in aanmerking komende aanvragen x het subsidieplafond.

Rekenvoorbeeld:

  • - voor subsidie in aanmerking komende kosten van aanvrager A: € 250.000

    - totaalbedrag van de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen: € 2.500.000;

    - subsidieplafond: € 2.250.000;

    - 250.000/2.500.000 = 10% van alle aanvragen;

    - de te verlenen subsidie bedraagt 10% x € 2.250.000 = € 225.000. Aanvrager A ontvangt € 225.000.

 

Den Haag, 25 mei 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen