Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021 |
Citeertitel | Subsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling Herstelfonds Cultuur Den Haag 2021 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2021 | wijziging | 13-07-2021 | RIS309523 OCW/10144343 | ||
01-06-2021 | 16-07-2021 | nieuwe regeling | 25-05-2021 | RIS308792 OCW/10119423 |
De cultuursector heeft te maken met langdurige sluitingen en beperkende maatregelen rond het ontvangen van bezoekers, als gevolg van de Covid-19 maatregelen. De gemeente Den Haag heeft van het ministerie van OCW middelen ontvangen om de schade die culturele organisaties lopen als gevolg van deze maatregelen te verkleinen. Het college zet deze middelen in voor huurkwijtscheldingen, projectsubsidies en het voorkomen van exploitatietekorten. Deze subsidieregeling richt zich op dat laatste.
In tegenstelling tot de noodsteun die het college in 2020 verstrekte, is deze subsidieregeling toegankelijk voor alle culturele organisaties (op basis van SBI-codes), en niet alleen voor de organisaties die door de gemeente worden gesubsidieerd. Ook culturele organisaties met een winstoogmerk komen onder voorwaarden in aanmerking voor ondersteuning.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het verlagen van het voorziene exploitatietekort van Haagse culturele organisaties in het jaar 2021 dat gaat ontstaan als gevolg van de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19.
Subsidie wordt daarnaast verstrekt aan rechtspersonen met winstoogmerk, die op 1 januari 2021 waren ingeschreven in het handelsregister met een van de SBI-codes genoemd op de lijst in de bijlage, en die daarnaast voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de aanvrager biedt structureel een publiekelijk toegankelijk podium voor uitingen van kunst of cultuur of stelt structureel werk van Haagse kunstenaars publiekelijk tentoon;
b. de activiteiten van de aanvrager zijn grotendeels weggevallen als gevolg van de COVID-19 maatregelen, of zullen dat zonder subsidie op korte termijn doen, wat leidt tot een lacune in het cultuuraanbod die niet binnen redelijke termijn kan worden vervangen of hersteld door de aanvrager of derden; en
c. de aanvrager heeft niet de mogelijkheid om als onderdeel van een holding of ander vennootschapsrechtelijk verband tekorten of overschotten op de exploitatie te transponeren naar andere onderdelen binnen deze holding of dit verband.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. de door de subsidieaanvrager gemaakte, niet terugvorderbare kosten die zijn gemaakt voor activiteiten die door de COVID-19 maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd;
b. de exploitatiekosten van de subsidieaanvrager die door inkomstenderving als gevolg van de COVID-19 maatregelen een exploitatietekort veroorzaken;
c. aanvullende kosten die moeten worden gemaakt als gevolg van de COVID-19 maatregelen, voor zover deze niet vallen onder een andere subsidieregeling.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;
b. de kosten die kunnen worden gedekt door bestemmingsreserves die zijn gevormd als gevolg van subsidieverlening op grond van de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2020.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
In afwijking van artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. de oorspronkelijke jaarbegroting voor 2021;
b. een bijgestelde begroting voor 2021;
c. de begroting voor het jaar 2020;
f. een toelichting op de bijgestelde begroting voor 2021, waaruit blijkt welke wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting zijn toe te schrijven aan de COVID-19 maatregelen, en waaruit blijkt welke maatregelen de aanvrager heeft ondernomen om het exploitatietekort te beperken;
g. een door het bestuur van de aanvrager rechtsgeldig ondertekende en door een onafhankelijke accountant goedgekeurde verklaring over de jaarrekening 2020;
h. een opgave waaruit blijkt van welke generieke steunmaatregelen de aanvrager gebruik heeft gemaakt, en een toelichting als dergelijke maatregelen niet op de aanvrager van toepassing zijn.
Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV, binnen vier weken nadat de aanvraagperiode is verstreken.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:
a. de aanvrager geen gebruik heeft gemaakt van de generieke maatregelen van het Rijk, terwijl hij daar wel voor in aanmerking kwam;
b. uit de toelichting op de bijgestelde begroting, bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, blijkt dat de aanvrager niet al het redelijkerwijs mogelijke heeft gedaan of nagelaten om het exploitatietekort te beperken.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt; en
b. de subsidieontvanger is verplicht een aanvraag te doen voor eventuele toekomstige steunmaatregelen van het Rijk, waarvoor de subsidieontvanger in 2021 in aanmerking komt.
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 100% van de verleende subsidie in één keer.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op 30 april 2022.
Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden
a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die vergelijkbaar aansluiten bij de posten in de begroting. Bij afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10% geeft de subsidieontvanger hierop een toelichting;
b. een toelichting waaruit blijkt op welke aanvullende steunmaatregelen de subsidieontvanger een beroep heeft gedaan; en
c. een toelichting waaruit blijkt welke maatregelen de subsidieontvanger heeft genomen om het exploitatietekort zo veel mogelijk te verkleinen.
Artikel 5:3 Termijn vaststelling subsidie
Het college stelt in afwijking van artikel 20, eerste lid, van de ASV de subsidie vast binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling.
Artikel 5:4 Vorming reserve of voorziening
Het college kan toestemming verlenen om een eventueel overschot aan een reserve of voorziening toe te voegen indien dat bijdraagt aan het doel van deze regeling, mits de aanvrager een schriftelijk verzoek heeft ingediend voorafgaand aan de daadwerkelijke toevoeging van een eventueel overschot aan een reserve of voorziening.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 6:11 Hardheidsclausule
Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 1 september 2022.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2021 en vervalt met ingang van 1 september 2022.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021
Veel culturele organisaties hebben in 2020 een subsidie ontvangen op grond van de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2020. Deze subsidie is verleend op grond van een verwacht exploitatietekort voor het jaar 2020. In sommige gevallen is gebleken dat het exploitatietekort is meegevallen. Op grond van artikel 5:4 van die regeling heeft het college een aantal organisaties, die daartoe een verzoek hebben ingediend, toegestaan een ontstaan exploitatieoverschot toe te voegen aan een bestemmingsreserve COVID-19 voor het jaar 2021. Deze middelen zijn bedoeld om het exploitatietekort in 2021 te verkleinen, en het deel van het exploitatietekort dat daarmee kan worden verkleind, komt derhalve niet nog eens binnen de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021 voor subsidie in aanmerking.
Wanneer het totaal aan voor subsidie in aanmerking komende aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, vindt de verdeling van de subsidie op de volgende manier plaats:
- voor subsidie in aanmerking komende kosten van aanvrager A: € 250.000
- totaalbedrag van de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen: € 2.500.000;
- subsidieplafond: € 2.250.000;
- 250.000/2.500.000 = 10% van alle aanvragen;
- de te verlenen subsidie bedraagt 10% x € 2.250.000 = € 225.000. Aanvrager A ontvangt € 225.000.