Stappenplan berekening bijzondere bijstand

De berekening van de draagkracht in het inkomen/vermogen geldt alleen voor niet-bijstandsgerechtigden.

Geen draagkrachtberekening

Wanneer er sprake is van een Schulddienstverlenings- (SDV), Ondersteuning Schuldstabilisatie (OSS)- of WSNP-traject, wordt er van uitgegaan dat belanghebbende geen draagkracht heeft. Dat geldt ook als er beslag is gelegd op het inkomen.

Wel draagkracht berekening

Aflossingen aan schulden bij belanghebbenden die geen financiële begeleiding via de gemeentelijke schuldhulpverlening (nu PLANgroep en maatwerk Ondersteuning Schuldstabilisatie van de Zorggroep Almere) krijgen, zijn geen aftrekpost voor het bepalen van de draagkracht.

Stappenplan draagkrachtberekening:

• 1.

  Bepaal de hoogte van de kosten aan de hand van nota’s of evt. pro-forma nota’s. Voor Volledige woninginrichting zie: Bijlage 1 Bij duurzame gebruiksgoederen zie Bijlage 2. Van de prijzen genoemd in Bijlage 2 geldt voor witgoed 70% en voor meubilair 40% van het daar genoemde bedrag;

• 2.

  Bepaal het draagkrachtjaar;

• 3.

  Bepaal het inkomen over het draagkrachtjaar aan de hand van de referentienormen uit het normenoverzicht.

• 4.

  Haal de volgende aftrekposten in van het inkomen af, om het besteedbaar inkomen uit te rekenen;

• •

  alimentatieverplichtingen;

• •

  het verschil tussen de ontvangen zorgtoeslag en de zorgtoeslag op bijstandsniveau ( € 107 voor alleenstaande en € 207 met een toeslagpartner, bedragen 2021);

• •

  bij een huurwoning: het verschil tussen de huurtoeslag op bijstandsniveau en de lagere huurtoeslag die feitelijk wordt ontvangen;

• •

  bij een koopwoning: bereken een fictieve woonkostentoeslag over de hypotheekrente + 110 euro forfaitaire kosten per maand (bij koopappartementen een extra bedrag van 48 euro bij de 110 euro optellen). De voorlopige aanslag die men ontvangt van de Belastingdienst i.v.m. hyptheekrenteaftrek afhalen van de fictieve huurtoeslag;

• •

  de eigen bijdrage WLZ, als klant in een inrichting is opgenomen;

• •

  de vrij te laten middelen, zie art. 31 lid 2 t/m 8 en art. 33 lid 5 Participatiewet;

• 5.

  Haal de referentie bijstandsnorm van het besteedbaar inkomen af, om de draagkracht te bepalen. Zie de actuele normenlijst in de kolom: Referentienormen bijzondere bijstand niet-klant. (Voor pensioengerechtigden wordt de volle norm genomen. daarom staan die niet in de lijst van referentienormen.)

• 6.

  Bepaal de ruimte in het vermogen over de draagkrachtperiode, bij bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt ook het bescheiden vermogen meegenomen min één keer de maandnorm van belanghebbende.;

• 7.

  Bepaal de draagkracht in euro's door het draagkrachtpercentage(s) toe te passen op de uitkomst van stappen 5 en 6;

• 8.

  Bereken als volgt:

  Kosten (1)

  Draagkracht (6) -/-

  Bijzondere bijstand

Tenslotte: altijd bekijken of de ontvangen toeslag, zoals zorgtoeslag, kindgebondenbudget etc. en bij koopwoningen de voorlopige aanslag i.v.m. hypotheekrenteaftrek kloppend zijn en passen bij het inkomen.

Bij toekenning van de bijzondere bijstand in de beschikking de verplichting opnemen (artikel 55 Participatiewet) dat de klant de toegekende bijstand binnen 1 maand na ontvangst besteedt voor het doel waarvoor zij is toegekend en de nota's twee jaar bewaart.

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking. Op dezelfde dag wordt de beleidsregel Stappenplan berekening bijzondere bijstand zoals vastgesteld op 3 januari 2020, ingetrokken

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Stappenplan berekening bijzondere bijstand.