Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vaststelling Subsidieregeling ondersteuning ondernemers SEA Den Haag 2021 |
Citeertitel | Subsidieregeling ondersteuning ondernemers SEA Den Haag 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling ondersteuning ondernemers SEA Den Haag 2021 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2021 | 01-05-2021 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 25-05-2021 | RIS308798 SZW/10117993 |
De Subsidieregeling ondersteuning ondernemers SEA Den Haag 2021 ondersteunt aanvragers, die aantoonbaar hebben bijgedragen aan de doelen van de Stichting Energie Academie (SEA), en die als gevolg van het faillissement van de Stichting Energie Academie zelf met faillissement worden bedreigd.
Op grond van de zogeheten de-minimisverordening kunnen decentrale overheden ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,- steunen zonder dat dit (verboden) staatssteun oplevert. Deze steun is in dat geval zo minimaal dat het weinig tot geen impact heeft op de interne markt. Subsidie op grond van de ze regeling is incidenteel en zal beneden de grens van de-minimisverordening blijven.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de (voortzetting van) activiteiten van de aanvrager, die een prestatie jegens de SEA heeft geleverd, gemaakte kosten niet betaald heeft gekregen van de SEA en voor wie faillissement dreigt als gevolg van het faillissement van de SEA.
Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen en natuurlijke personen.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren, na aftrek van bijdragen van of geïncasseerde vorderingen op derden, alsmede van uitkeringen voortvloeiend uit de afwikkeling van het faillissement van de SEA, die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met het faillissement van de SEA en waarvoor de subsidie noodzakelijk is om faillissement van de aanvrager te voorkomen.
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. extra kosten verbonden aan het verbreken van overeenkomsten met toeleveranciers alsmede van overeenkomsten met medewerkers van aanvrager, waarbij de verbreking volledig en uitsluitend is veroorzaakt door het faillissement van SEA, indien en voor zover de kosten redelijk, toerekenbaar en proportioneel zijn;
b. extra kosten verbonden aan het aangaan van nieuwe overeenkomsten met toeleveranciers, waarbij de noodzaak tot het aangaan van de overeenkomst en het maken van de hiervoor bedoelde extra kosten volledig en uitsluitend is veroorzaakt door het faillissement van SEA, indien en voor zover de kosten redelijk, toerekenbaar en proportioneel zijn;
c. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt 100 procent van de subsidiabele kosten.
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, vindt plaats naar rato, indien het totaalbedrag van de subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een schriftelijke verklaring van maximaal 1.500 woorden waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van deze regeling;
b. een financiële onderbouwing van de kosten zoals bedoeld in artikel 1:6, eerste lid;
c. een uittreksel uit het Handelsregister als bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
d. een getekende overeenkomst tussen de aanvrager en de SEA waaruit een samenwerkingsrelatie tussen beide partijen blijkt;
e. jaarrekeningen of eventueel een, naar het oordeel van het college, deugdelijke financiële administratie van de aanvrager waaruit blijkt:
a. wat de solvabiliteitsratio is op de peildatum 31 december 2019;
b. wat het eigen vermogen is op de peildatum 31 december 2019;
c. wat de solvabiliteitsratio is op de peildatum 31 december 2020; en
d. wat het eigen vermogen is op de peildatum 31 december 2020;
f. indien aan de orde: bewijs van acute of dreigende betalingsproblemen van de aanvrager waarvan de oorzaak ligt in het faillissement van de SEA;
g. aangiften vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting over de jaren 2019 en 2020;
h. alle door de SEA betaalde facturen van aanvrager sinds de oprichtingsdatum van de SEA;
i. jaaroverzichten van 2020 van alle bankrekeningen van aanvrager; en
j. alle bankafschriften van alle bankrekeningen van aanvrager van de laatste week van februari 2021 en de eerste week van maart 2021.
In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, wordt een aanvraag om subsidie ingediend uiterlijk 21 augustus 2021.
Artikel 2:3 Subsidievaststelling zonder verlening vooraf
Het college stelt de subsidie direct vast.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als:
a. tussen de datum van ontvangst van de aanvraag om subsidie en de datum van vaststelling van de subsidie uit extern onderzoek naar voren komt dat de aanvrager op onrechtmatige wijze financieel is bevoordeeld; en/of
b. tussen de datum van indiening van de aanvraag om subsidie en de datum van vaststelling van de subsidie door het college blijkt, dat de aanvrager uit het afwikkelingstraject van de SEA nog openstaande schulden geheel of gedeeltelijk betaald krijgt, en honorering van de aanvraag tot bovenmatige compensatie leidt.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om mee te werken aan een steekproefcontrole door het college, om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ondersteuning ondernemers SEA Den Haag 2021.
Kosten komen alleen in aanmerking subsidie voor zover deze redelijk, toerekenbaar en proportioneel zijn. Redelijkheid betreft onder meer de hoogte van kosten: in de aanvraag opgenomen kosten moeten marktconform zijn. Kosten van productiefactoren die – buiten de SEA – voor alternatieve bedrijfsactiviteiten zijn aan te wenden en tot een opbrengstenmogelijkheid leiden, zijn niet toerekenbaar en daarom niet (of slechts deels) op te voeren voor de subsidieaanvraag. Voorbeelden zijn de aanschaf van een transportwagen of gereedschap. Met proportioneel wordt bedoeld dat de gemaakte kosten in verhouding dienen te staan tot (i) de aard en omvang van de overeenkomst met de SEA en (ii) de schade die een ondernemer door het faillissement van de SEA heeft geleden.
Eventuele kosten voor continuering van de onderneming op een andere locatie zijn ook uitgezonderd, omdat dit niet direct verband houdt met het faillissement van de SEA.