Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent de individuele inkomstenbelasting (Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Veenendaal)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent de individuele inkomstenbelasting (Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Veenendaal)
CiteertitelBeleidsregel individuele inkomenstoeslag Veenendaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 36 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2021nieuwe regeling

25-05-2021

gmb-2021-167763

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent de individuele inkomstenbelasting (Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Veenendaal)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

Overwegende dat

  • Het college op grond van artikel 8, eerste lid, van de Participatiewet en artikel 36 van de Participatiewet en de Integrale verordening sociaal domein Veenendaal bevoegd zijn, op verzoek van een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, een individuele inkomenstoeslag te verlenen;

  • De persoon recht heeft op een individuele inkomenstoeslag wanneer er sprake is van een langdurig laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet en de persoon geen uitzicht heeft op inkomensverbetering;

  • De Participatiewet het college verplicht om bij de beoordeling van de aanspraak op een individuele inkomenstoeslag de omstandigheden en inspanningen van de persoon mede in overweging te nemen alsmede invulling geeft aan de wijze waarop het inkomen als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet wordt vastgesteld;

  • De individuele inkomenstoeslag niet gerelateerd is aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet).

Gelet op

  • artikel 36 van de Participatiewet;

  • artikel 4.3 van de Integrale verordening sociaal domein Veenendaal (verder Verordening);

Besluit

vast te stellen Beleidsregel individuele inkomenstoeslag gemeente Veenendaal (Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Veenendaal)

Artikel 1 Indienen verzoek

Het college stelt vast dat een verzoek om individuele inkomenstoeslag wordt ingediend door middel van het aanvraagformulier individuele inkomenstoeslag en het inlichtingenformulier individuele inkomenstoeslag.

Artikel 2 Omstandigheden

Bij de beoordeling van het criterium ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ houdt het college rekening met de omstandigheden van een persoon. Hiertoe rekent het college in ieder geval:

  • a.

    de krachten en bekwaamheden van de persoon; en

  • b.

    de inspanning die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Artikel 3 Krachten en bekwaamheden van de persoon

Op grond van de krachten en bekwaamheden van een persoon, oordeelt het college dat de volgende personen niet in aanmerking komen voor individuele inkomenstoeslag:

  • a.

    personen die onderwijs volgen uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs, ongeacht de duur, aard of omvang van dit onderwijs; of

  • b.

    personen die recht hebben op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

daar deze personen zicht op inkomensverbetering hebben omdat zij onderwijs (kunnen) volgen.

Artikel 4 Inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen

Op grond van de inspanningen die een persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen, oordeelt het college dat de volgende personen niet in aanmerking komen voor individuele inkomenstoeslag:

  • a.

    personen aan wie in een jaar voorafgaand aan de peildatum een maatregel vanaf de tweede categorie is opgelegd wegens een schending van de arbeidsverplichting dan wel re-integratieverplichting; of

  • b.

    personen aan wie in een jaar voorafgaand aan de peildatum een maatregel is opgelegd wegens het niet nakomen van de geüniformeerde arbeidsverplichting;

daar deze personen onvoldoende inspanningen hebben geleverd om tot inkomensverbetering te komen.

5. Intrekking oude regeling

De Beleidsregels individuele inkomenstoeslag vastgesteld door het college op 3 maart 2015, worden ingetrokken

6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

7. Citeertitel

Deze beleidsregel worden aangehaald als: Beleidsregel individuele inkomenstoeslag Veenendaal.

Vastgesteld in de vergadering van 25 mei 2021

de heer drs. P. van der Veer

wnd. secretaris

de heer K.J.G. Kats

burgemeester

Toelichting

In de Verordening zijn regels opgenomen over het verlenen van een individuele inkomenstoeslag. Op grond van deze Verordening is geen sprake van een laag inkomen bij een inkomen hoger dan 105% van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarnaast is in de Verordening de hoogte van de individuele inkomenstoeslag bepaald. In deze beleidsregels geven wij aan wanneer sprake is van ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’. Bij de beoordeling van het criterium ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ moet het college rekening houden met de omstandigheden van de persoon. Tot die omstandigheden worden in ieder geval gerekend:

  • 1.

    de krachten en bekwaamheden van de persoon, en

  • 2.

    de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Wettelijke kader individuele inkomenstoeslag, artikel 36 Participatiewet

  • 1.

    Op een daartoe strekkend verzoek van een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen, als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet, heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering, kan het college, gelet op de omstandigheden van die persoon, een individuele inkomenstoeslag verlenen.

  • 2.

    Tot de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval gerekend:

    • a.

      de krachten en bekwaamheden van de persoon; en

    • b.

      de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

  • 3.

    Indien aan de persoon, bedoeld in het eerste lid, in de periode van 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan zijn verzoek, een individuele inkomenstoeslag is verleend, wordt het verzoek afgewezen.