Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent de uitvoering van de Wet taaleis Participatiewet (Beleidsregel Taaleis Veenendaal)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent de uitvoering van de Wet taaleis Participatiewet (Beleidsregel Taaleis Veenendaal)
CiteertitelBeleidsregel Taaleis Veenendaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de beleidsregel Uitvoering Wet taaleis Participatiewet 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2021nieuwe regeling

25-05-2021

gmb-2021-167634

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent de uitvoering van de Wet taaleis Participatiewet (Beleidsregel Taaleis Veenendaal)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

Overwegende dat

Het wenselijk is een nadere beschrijving te geven van de wijze waarop het college uitvoering geeft aan de Wet taaleis Participatiewet;

 

Gelet op

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Participatiewet (Pw);

 

Besluit

vast te stellen de Beleidsregel uitvoering Wet taaleis Participatiewet gemeente Veenendaal (Beleidsregel taaleis Veenendaal)

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder;

  • a.

    Bijstandsuiterking: Uitkering op grond van de Pw

  • a.

    Wet taaleis: Artikel 18b van de Pw;

  • b.

    Taaltoets: Toets conform het Besluit Taaltoets Pw;

  • c.

    Gewenst taalniveau: Minimaal referentieniveau 1F voor moedertaalsprekers of A2 voor niet-moedertaalsprekers;

  • d.

    Belanghebbende: Persoon die een uitkering ontvangt dan wel aanvraagt op grond van de Pw;

Artikel 2 Bewijsstukken

  • 1.

    Het college bepaalt op individuele basis op welke wijze belanghebbende aan kan tonen over het gewenste taalniveau te beschikken.

  • 2.

    Documenten waaruit het taalniveau blijkt zijn in ieder geval:

    • a.

      een certificaat of diploma van een onderwijsinstelling dan wel trainingsbureau waaruit blijkt dat men de Nederlands taal beheerst op het gewenste taalniveau;

    • b.

      een controleerbaar Curriculum Vitae of referentie waaruit blijkt dat belanghebbende werkzaam is (geweest) in een bedrijf waar Nederlands de voertaal is;

    • c.

      een Arbeidsovereenkomst waaruit blijkt dat belanghebbende werkzaam is (geweest) in een bedrijf waar Nederlands de voertaal is;

    • d.

      een diploma voortgezet onderwijs (of hoger);

    • e.

      een beschikking van vrijstelling van de Inburgeringsplicht op grond van artikel 2.3 t/m 2.5 van het Besluit Inburgering;

    • f.

      een ander door de belanghebbende overlegd document waaruit het taalniveau naar voren komt.

Artikel 3 Screening zittend bestand

  • 1.

    Het college onderzoekt op basis van de hem bekende gegevens of bijstandsgerechtigden in aanmerking komen voor de taaltoets.

  • 2.

    Het college roept mensen op voor een taaltoets die niet:

    • a.

      volledig ontheven zijn van de arbeidsverplichting;

    • b.

      gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gevolgd;

    • c.

      een diploma inburgering (artikel 7, tweede lid, onderdeel a, Wet Inburgering) kunnen overleggen;

    • d.

      een ander document kunnen overleggen waaruit blijkt dat zij de vaardigheden op minimaal het referentieniveau 1Fof A2 beheersen, zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 van deze beleidsregel.

  • 3.

    De volgorde waarin de doelgroep van de Wet taaleis wordt opgeroepen voor een toets is:

    • a.

      bijstandsaanvragers;

    • b.

      personen met een volledige arbeidsverplichting;

    • c.

      jongeren onder de 27 jaar;

    • d.

      deelnemers Digitale werkplaats;

    • e.

      niet-moedertaalsprekers;

    • f.

      personen zonder startkwalificatie;

    • g.

      personen met een tijdelijke of gedeeltelijke ontheffing van de arbeidsverplichting;

    • h.

      personen met inkomsten uit arbeid.

  • 4.

    Belanghebbenden die op 31 december 2015 een bijstandsuitkering ontvingen, worden in de volgorde zoals beschreven in lid 3 van dit artikel opgeroepen voor een taaltoets in de periode 1 juli 2016 tot en met 1 maart 2017.

  • 5.

    Er vindt, afhankelijk van het aantal personen dat getoetst moet worden, minimaal ééns in de acht weken een toetsmoment plaats.

Artikel 4 Bewaking voortgang

  • 1.

    Indien op basis van een taaltoets naar oordeel van het college sprake is van een redelijk vermoeden van niet of niet in voldoende mate beheersen van de Nederlandse taal, stelt het college een individueel taalplan op ter verbetering van het taalniveau van belanghebbende.

  • 2.

    In het taalplan zoals bedoeld in lid 1, kan het college ervoor kiezen prioriteit te geven aan één (of meerdere) van de vijf getoetste vaardigheden.

  • 3.

    Een half jaar en 12 maanden na kennisgeving wordt het taalniveau van belanghebbende opnieuw getoetst. Daarbij sluit het college aan bij de prioritering zoals vastgelegd in het taalplan zoals beschreven in lid 2.

  • 4.

    Vanaf 12 maanden na kennisgeving wordt op basis van het individuele taalplan door het college bepaald hoe de verdere voortgang van inspanningen en taalniveau wordt gemonitord.

Artikel 5 Nadere invulling van beleid

Het college kan deze beleidsregel nader uitwerken in uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 6 Intrekking oude regeling

De beleidsregel Uitvoering Wet taaleis Participatiewet 2016 vastgesteld door het college op 19 januari 2016, wordt ingetrokken.

Artikel 7 Overgangsbepaling

Belanghebbende zoals bedoeld in artikel 3, lid 3 en lid 4 van deze beleidsregel, wordt voorafgaand aan de taaltoets geen (aanvullend op de bestaande arbeids- en re-integratieverplichtingen) verplichtingen opgelegd op grond van de Wet taaleis.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregel Taaleis Veenendaal.

Vastgesteld in de vergadering van 25 mei 2021

de heer drs. P. van der Veer

wnd. secretaris

de heer K.J.G. Kats

burgemeester