Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;
Overwegende dat
Het wenselijk is een nadere beschrijving te geven van omstandigheden waarin het college gebruik maakt van haar wettelijke mogelijkheden de bijstandsnorm te verlagen;
Gelet op
de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Participatiewet (Pw), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SWZ-wetten (Fraudewet SZW);
Besluit
vast te stellen de Beleidsregel uitvoering kostendelersnorm gemeente Veenendaal (Beleidsregel uitvoering kostendelersnorm Veenendaal)
Artikel 1 Definities
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- a.
Bijstand: uitkering op grond van de Pw, IOAW of IOAZ;
- e.
Kostendelers: huisgenoten die op grond van artikel 22a van de Pw vallen onder de kostendelersnorm;
- f.
Inlichtingenplicht: verplichting genoemd in artikel 17, eerste lid van de Pw vallen onder de kostendelersnorm;
- g.
Verlaging: de verlaging als bedoeld in artikel 27 van de Pw;
- h.
Gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onder b Pw;
- i.
Woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onder k, Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, lid 6 Pw;
- j.
Woonkosten:
- 1°.
indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;
- 2°.
indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.
Artikel 2 Commerciële verhuur
- 1.
Indien er sprake is van een commerciële huurovereenkomst tussen betrokkenen, worden zij op grond van art. 22a lid 4 Pw niet aangemerkt als zijnde elkaars kostendeler. Onder commerciële huur verstaan wij in dit verband:
- a.
er is geen sprake van bloed- en –aanverwantschap;
- b.
er is sprake van een schriftelijke huurovereenkomst waarin wederzijdse rechten en plichten geregeld en nauwkeurig afgebakend zijn, getekend door betrokkenen, of elk van de betrokkenen en een zelfde derde;
- c.
er is sprake van een maandelijkse huurprijs gelijk aan of hoger dan de normhuur excl. gas/water/elektra en kabel zoals genoemd in artikel 17 lid 2 van de Wet op de huurtoeslag, verhoogd met het bedrag genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag;
- d.
de overige kosten voor gas/water/elektra en kabel bedragen minimaal € 40 per maand; en
- e.
door middel van betaalbewijzen kunnen betrokkenen aantonen dat de maandelijkse huurprijs daadwerkelijk maandelijks wordt betaald via het digitale bancaire betalingsverkeer.
- 2.
Aanvullend is ook van belang dat in de overeenkomst zoals bedoeld in lid 1 sub b. wordt afgesproken dat de verschuldigde vergoeding periodiek wordt verhoogd.
Artikel 3 Kostganger
Indien één van de betrokkenen als kostganger kan worden aangemerkt, wordt deze op grond van de wet niet aangemerkt als kostendeler. Onder kostganger verstaan wij in dit verband:
- a.
een persoon die op grond van een schriftelijke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 sub b. en e, zowel een maandelijkse huurprijs betaalt zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 sub c;
- b.
betrokkene betaalt een maandelijkse tegemoetkoming voor drie maaltijden per dag van minimaal € 225; en
- c.
door middel van betaalbewijzen kunnen betrokkenen aantonen dat de maandelijkse huurprijs en de tegemoetkoming zoals bedoeld in sub b. daadwerkelijk maandelijks wordt betaald via het digitale bancaire betalingsverkeer.
Artikel 4 Omgaan met de individuele inlichtingenplicht van kostendelers
- 1.
Wijzigingen in de woon-leefsituatie wordt door iedere kostendeler afzonderlijk schriftelijk doorgegeven aan het college via het daarvoor bestemde wijzigingsformulier.
- 2.
Is er sprake van schending van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 17 Pw en artikel 13 van de IOAW en IOAZ zal worden gehandeld conform de Fraudewet SZW en het Besluit Boete.
Artikel 5 Bewijslast kostendelers
- 1.
Iedere kostendeler kan aantonen aan het college dat de werkelijke woon-leefsituatie overeenkomt met de feiten die aan het college zijn/worden gemeld.
- 2.
Het college biedt betrokkenen de gelegenheid om door middel van een huisbezoek aan te tonen hoe de woon-leefsituatie werkelijk is.
- 3.
Indien de juistheid van de verklaringen omtrent de woonleefsituatie niet wordt of kan worden aangetoond, wordt gehandeld conform de Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek.
Artikel 6 Verlaging bij het ontbreken van woonkosten
Indien de bijstandsgerechtigde geen woonkosten verschuldigd is, wordt de uitkering verlaagd met 15 % van de gehuwdennorm.
Artikel 7 Korting van inkomsten uit huur op de bijstandsnorm
Indien bijstandsgerechtigde inkomsten ontvangt uit een commerciële huurrelatie zoals bedoeld in artikel 2 en 3, worden deze gekort op de bijstandsnorm. Ontvangen maandelijkse vergoedingen voor gas/water/elektra en kabel worden van deze korting uitgezonderd.
Artikel 8 Samenloop en anti-cumulatiebepaling
Artikel 7 is niet van toepassing op personen die vallen onder de kostendelersnorm.
Artikel 9 Intrekking oude regeling
De Beleidsregel uitvoering Kostendelersnorm 2015 vastgesteld door het college op 10 november 2016, wordt ingetrokken.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking.
Artikel 11 Citeertitel
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel uitvoering kostendelersnorm Veenendaal.