Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING ARNHEM 2021-1 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2021-1 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-05-2021 | nieuwe regeling | 26-05-2021 | 508725 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 april 2021, Bedrijfsvoering, nummer 508725;
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2021-1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt en van degene die huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt:
gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, daaronder begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, geheven. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8. Termijnen van betaling bij heffing bij wege van aanslag
De eerste termijn vervalt dan op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9. Termijnen van betaling bij heffing bij wege van mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving
TARIEVENTABEL behorende bij de 'Verordening afvalstoffenheffing 2021-1' van 26 mei 2021
De bedragen in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
HOOFDSTUK 1 MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING
1.1 De belasting bedraagt per belastingtijdvak per perceel:
a indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon: € 131,95
b indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon: € 176,40
1.2 Voor de berekening van de belasting overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 1.1 gelden de omstandigheden aan het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
1.3 Indien in de loop van het belastingtijdvak zodanige wijzigingen optreden dat voor de belastingplichtige aanspraak ontstaat op toepassing van het tarief voor het gebruik van een perceel door één persoon, wordt op schriftelijke aanvraag van de
belastingplichtige bij de berekening van de belasting hiermee rekening gehouden.
HOOFDSTUK 2 MAATSTAVEN EN OVERIGE TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING
2.1 Voor het aan de door de gemeente ingestelde Afvalbrengstations aanbieden, van:
2.2 Voor het door de gemeente aan huis laten ophalen van:
grofvuil, maximaal 1 m3 per keer: € 36,50
Bij huishoudens die kwijtschelding ontvangen voor de afvalstoffenheffing wordt
grofvuil maximaal twee keer per belastingtijdvak per huishouden gratis aan huis opgehaald.
2.3 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een afvalpas € 10,50