Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerveld

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld houdende regels omtrent de inkeerregeling (Beleidsregels inkeerregeling Westerveld 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld houdende regels omtrent de inkeerregeling (Beleidsregels inkeerregeling Westerveld 2020)
CiteertitelBeleidsregels inkeerregeling Westerveld 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 18, 11e lid, van de Participatiewet
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Westerveld/427717/427717_1.html
  3. artikel 18, derde lid, van de Participatiewet
  4. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-05-202101-01-2020nieuwe regeling

10-12-2019

gmb-2021-166466

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld houdende regels omtrent de inkeerregeling (Beleidsregels inkeerregeling Westerveld 2020)

Algemeen

 

Gelet op artikel 18 lid 11 Participatiewet in samenhang met artikel 14 van de Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 van de gemeente Westerveld en artikel 18 lid 3 van de Participatiewet stelt het college de volgende beleidsregels inkeerregeling vast.

 

De bevoegdheid tot vaststelling van deze beleidsregels ontleent het college aan artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 1 Begrippen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Reikwijdte beleidsregels

De beleidsregels zijn uitsluitend van toepassing op belanghebbenden die een maatregel opgelegd hebben gekregen wegens schending van:

  • a.

    de geüniformeerde arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 18 lid 4 Participatiewet of,

  • b.

    de plicht tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9 lid 1 Participatiewet.

Artikel 3 Moment van verzoek

  • 1.

    Een belanghebbende kan het college uitsluitend verzoeken de maatregel te herzien, binnen zes weken nadat de beschikking, waarin de maatregel is opgelegd, is verzonden.

  • 2.

    Het verzoek als bedoeld in het eerste lid dient middels een door het college beschikbaar gesteld formulier te worden ingediend.

Artikel 4 Herziening maatregel

  • 1.

    Het college kan een maatregel als bedoeld in artikel 2 herzien vanaf de datum waarop belanghebbende uit houding en gedragingen ondubbelzinnig laat blijken dat hij de geschonden (geüniformeerde) arbeidsverplichting(en) alsnog nakomt, indien deze datum ligt in de periode waarop de maatregel ziet.

  • 2.

    Als het college de maatregel op grond van het eerste lid herziet, beperkt het de maatregel tot nul procent.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid herziet het college de maatregel - wegens het niet ingeschreven staan bij één uitzendbureau - in die zin dat de maatregel in hoogte wordt beperkt tot 50%, indien belanghebbende zich weliswaar inschrijft bij één of meer uitzendbureaus maar het aantal beperkt blijft tot minder dan vijf uitzendbureaus.

  • 4.

    Belanghebbende kan op de volgende wijze ondubbelzinnig uit houding en gedragingen laten blijken dat hij de geüniformeerde arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 2, sub a, alsnog nakomt:

    • a.

      Bij een maatregel wegens het niet aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, door alsnog algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden voor dezelfde of langere duur en waarmee een even hoog of hoger inkomen wordt verworven;

    • b.

      Bij een maatregel wegens niet ingeschreven staan bij een uitzendbureau, door zich alsnog aantoonbaar in te schrijven bij een uitzendbureau;

    • c.

      Bij een maatregel wegens het niet bereid zijn om te reizen over een afstand met een totale reisduur van 3 uur per dag, indien dat noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid, door alsnog aantoonbaar het aantal sollicitaties te verrichten naar functies dat als verplichting is verbonden aan de uitkering;

    • d.

      Bij een maatregel wegens het niet aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid vanwege de reisduur, door alsnog algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden voor dezelfde of langere duur en waarmee een even hoog of hoger inkomen wordt verworven;

    • e.

      Bij een maatregel wegens het niet verkrijgen en behouden van kennis en vaardigheden, noodzakelijk voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, door alsnog aantoonbaar bijeenkomsten en/of cursussen te volgen waarmee hij deze kennis en vaardigheden behoudt of verkrijgt;

    • f.

      Bij een maatregel wegens het niet gebruik maken van door het college aangeboden voorzieningen als bedoeld in artikel 18 lid 4 onderdeel h Participatiewet, door daar alsnog gebruik van te maken;

    • g.

      Bij een maatregel wegens het niet meewerken aan een onderzoek naar zijn of haar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, door alsnog aan dit onderzoek mee te werken.

  • 5.

    Belanghebbende kan op de volgende wijze ondubbelzinnig uit houding en gedragingen laten blijken dat hij de plicht tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 2, sub b, alsnog nakomt:

    • a.

      Bij een maatregel wegens het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV of het niet tijdig laten verlengen van de registratie, door alsnog aan deze verplichting te voldoen;

    • b.

      Bij een maatregel wegens het niet of onvoldoende meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de Participatiewet, door daar alsnog voldoende aan mee te werken;

    • c.

      Bij een maatregel wegens het niet of niet tijdig voldoen aan een oproep om op een aangegeven plaats en tijd te verschijnen, in verband met arbeidsinschakeling, door alsnog deze verplichting na te komen;

    • d.

      Bij een maatregel wegens het niet of onvoldoende verrichten van een door het college opgedragen tegenprestatie naar vermogen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet, door deze tegenprestatie alsnog te verrichten;

    • e.

      Bij een maatregel wegens het geen uitvoering geven aan de door het college opgelegde verplichting om ingeschreven te staan bij vijf uitzendbureaus, door alsnog bij minimaal vijf uitzendbureaus ingeschreven te staan;

    • f.

      Bij een maatregel wegens het niet naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, door alsnog aan deze verplichting te voldoen.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels inkeerregeling Westerveld 2020.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels zijn met ingang van de eerste dag na datum van publicatie van kracht en werken terug tot 1 januari 2020.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders

op 10 december 2019.

secretaris, burgemeester,

N.L.J.J. Dusink, H. Jager

TOELICHTING BELEIDSREGELS INKEERREGELING

Voor maatregelen wegens schending van de geüniformeerde arbeidsverplichtingen is het college niet zoals bij andere maatregelen bevoegd de opgelegde maatregel ambtshalve te heroverwegen op grond van artikel 18 lid 3 Participatiewet.

 

Hiervoor dient een belanghebbende een verzoek in te dienen (artikel 18 lid 11 Participatiewet)

 

Maatregelen hebben tot doel een gedragsverandering teweeg te brengen. Zodra die plaats vindt, is het doel bereikt. Reden waarom belanghebbenden de mogelijkheid krijgen om in dergelijke situaties het college te verzoeken opgelegde maatregel te herzien.

 

Voorwaarde is wel dat het verzoek binnen zes weken nadat de maatregel is opgelegd wordt ingediend. Tevens dient de gedragsverandering aantoonbaar te hebben plaatsgevonden.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begrippen

Behoeft geen nadere toelichting

 

Artikel 2 Reikwijdte beleidsregels

De reikwijdte van de beleidsregels is beperkt tot de plicht tot arbeidsverplichtingen en de geüniformeerde arbeidsverplichtingen. Maatregelen wegens een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid zijn bewust buiten de reikwijdte van de beleidsregels gelaten. Een dergelijke gedraging leidt direct tot bijstandsafhankelijkheid en is daarmee dermate ernstig dat een herziening niet op zijn plaats is.

 

Artikel 3 Moment van verzoek

Eerste lid

Met de termijn is aansluiting gezocht bij de termijn waarbinnen een bezwaarschrift ingediend moet zijn.

Tweede lid

Om verzoeken te structureren is er voor gekozen om een specifiek aanvraagformulier te ontwikkelen.

 

Artikel 4 Herziening maatregel

Eerste lid

Uit de gegevens die belanghebbende verstrekt moet duidelijk zijn vanaf welke datum hij zijn (geüniformeerde) arbeidsverplichting alsnog nakomt. Verder moet deze datum liggen in de periode waarop de maatregel ziet. Dit kan het beste verduidelijkt worden aan de hand van het volgend voorbeeld.

 

Voorbeeld 1:

Belanghebbende moet vanaf 3 februari een door het college aangeboden re-integratietraject volgen. Hij wil daar niet aan meewerken waardoor een maatregel bij besluit van 8 februari wordt opgelegd van 100% gedurende een maand, met ingang van 3 februari.

De verlaging van de uitkering middels de maatregel vindt plaats over de uitkering 3 februari tot en met 2 maart. Belanghebbende heeft dan tot en met 2 maart de tijd om alsnog aan zijn verplichting te voldoen en een beroep op deze inkeerregeling te kunnen doen.

 

Werkt belanghebbende pas vanaf 3 maart of later weer mee aan zijn re-integratietraject, dan herziet het college de maatregel niet. Dit omdat de periode waarover de maatregel is opgelegd, is verstreken.

 

Werkt belanghebbenden vanaf 20 februari weer mee aan zijn re-integratietrjact, dan kan het college de maatregel herzien. Voorwaarde is wel dat hij zijn verzoek tijdig heeft ingediend (zie artikel 3).

 

Tweede lid

Het doel van de maatregel is een gedragsverandering teweeg te brengen. Indien deze gedragsverandering heeft plaatsgevonden, ligt het niet meer in de rede de opgelegde maatregel te handhaven. Reden waarom de hoogte van de maatregel op nihil wordt gesteld, gerekend vanaf de datum waarop uit houding en gedragingen ondubbelzinnig blijkt dat de geschonden (geüniformeerd) arbeidsverplichting alsnog wordt nagekomen.

 

Derde lid

Wanneer een belanghebbende zich alsnog inschrijft bij een uitzendbureau, voldoet hij aan de geüniformeerde arbeidsverplichting die daarvoor geldt.

Belanghebbenden krijgen echter de verplichting opgelegd zich bij minimaal vijf uitzendbureaus in te schrijven. Het college acht inschrijving bij één uitzendbureau onvoldoende voor het naar vermogen verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid. Dit is de reden waarom in deze specifieke situaties de hoogte van de maatregel weliswaar wordt herzien, maar de hoogte beperkt wordt tot 50% in plaats van 0%. Dit hangt weer samen met artikel 8 sub b ten zesde van de Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ in samenhang met artikel 10 lid 1 onderdeel c van de Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Een belanghebbende die ingeschreven staat bij een of meer uitzendbureaus maar bij minder dan vijf uitzendbureaus krijgt een maatregel van 50%.

 

Vierde lid

Het vierde lid somt een aantal voorbeelden op, op welke wijze een belanghebbende kan aantonen dat hij alsnog aan zijn geüniformeerde arbeidsverplichtingen voldoet.

 

Onderdelen a en d

Belanghebbenden die geen werk aanvaarden of door eigen toedoen dit werk niet behouden, kunnen alleen aantonen dat zij de geüniformeerde arbeidsverplichtingen weer nakomen door in de periode als bedoeld in artikel 4, eerste lid, alsnog werk te aanvaarden voor de zelfde of langere duur waarmee een even hoog of hoger inkomen wordt verworven.

 

Onderdeel b

Door zich in de periode als bedoeld in artikel 4, eerste lid, alsnog in te schrijven kan het college de maatregel herzien.

 

Onderdeel c

Indien in de periode als bedoeld in artikel 4, eerste lid, belanghebbende laat zien dat hij zich breder opstelt dan zich uitsluitend te richten op functies in de regio, kan de maatregel worden herzien.

 

Onderdeel e

Door inschrijfbewijzen of bewijzen van deelname of certificaten kan belanghebbende aantonen dat hij dergelijke cursussen of bijeenkomsten volgt. Het zal voor belanghebbende echter moeilijker zijn om in de periode als bedoeld in artikel 4, eerste lid, dergelijke bijeenkomsten of cursussen te volgen, omdat hij de data waarop dergelijke cursussen of bijeenkomsten worden gehouden niet kan beïnvloeden. Dit dient echter voor rekening en risico van belanghebbende te komen.

 

Onderdeel f

Zie voor een toelichting op dit onderdeel het voorbeeld gegeven in de toelichting op het eerste lid.

 

Onderdeel g

Door alsnog binnen de periode als bedoeld in artikel 4, eerste lid, mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, kan de maatregel worden herzien.

 

Zesde lid

Dit lid somt een aantal voorbeelden op, op welke wijze een belanghebbende kan aantonen dat hij alsnog aan zijn arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 2, sub b, voldoet.

 

De maatregel die aan jongeren kan worden opgelegd wegens schending van de verplichtingen gedurende de zoekperiode, is bewust niet als voorbeeld opgenomen in dit lid. Deze verplichtingen zijn immers aan de zoekperiode verbonden en worden pas beoordeeld na die zoekperiode van vier weken. Voor de jongere is het niet mogelijk om deze verplichtingen alsnog na te komen omdat de zoekperiode dan immers verstreken is.

 

Onderdelen a en b

Deze onderdelen spreken voor zich.

 

Onderdeel c

Van belanghebbende wordt zoals in de toelichting op het eerste lid staat een actieve houding verwacht. Wanneer belanghebbende wacht tot hij opnieuw wordt uitgenodigd, loopt hij het risico dat hij pas na de termijn genoemd in het tweede lid wordt uitgenodigd. Dit risico komt voor rekening van de belanghebbende

 

Onderdelen d tot en met f

Deze onderdelen spreken voor zich

 

Artikel 5 en 6

Deze artikelen spreken voor zich.