Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Beleidsregels t.b.v. bouwaanvragen niet gefixeerde recreatiewoningen (1.8)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels t.b.v. bouwaanvragen niet gefixeerde recreatiewoningen (1.8)
CiteertitelBeleidsregels t.b.v. bouwaanvragen niet gefixeerde recreatiewoningen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de Ruimtelijke ordening, art. 19, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-06-2007nieuwe regeling

12-06-2007

Rond Haaksbergen, 21-06-2007

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels t.b.v. bouwaanvragen niet gefixeerde recreatiewoningen (1.8)

 

 

Beleidsregels t.b.v. bouwaanvragen niet gefixeerde recreatiewoningen

Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben van een aantal zomerhuizen goedkeuring onthouden vanwege het feit dat de betreffende recreatiewoningen onvoldoende gefixeerd zijn.

Problematiek

Indien de eigenaren een bouwaanvraag indienen voor het verbouwen, het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of uitbreiden van de recreatiewoning dan moet deze bouwvergunning vanwege de onthouding van de goedkeuring geweigerd worden.

Ook al is de aanvrager van plan om op dezelfde plek of nagenoeg dezelfde plek te bouwen dan kan er geen bouwvergunning verleend worden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen acht dit niet redelijk en ook niet wenselijk. Temeer deze bebouwingsmogelijkheden er wel zou zijn indien de fixatie wel in het bestemmingsplan geregeld was.

Door middel van deze beleidsregels wil het college toch aan dergelijke bouwverzoeken medewerking verlenen.

Ruimtelijke onderbouwing

Voor de ruimtelijke onderbouwing wordt verwezen naar de toelichting behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen, zoals deze op 29 november 2000 door de gemeenteraad is vastgesteld.

Aanvragen verklaring van geen bezwaar o.g.v. art. 19 lid 2 WRO

Voor deze beleidsregels zal bij de Provincie Overijssel een verklaring van geen bezwaar aangevraagd worden als bedoeld in art. 19 lid 2 WRO.

Indien de verklaring van geen bezwaar door de Provincie wordt afgegeven kan voor bovenbeschreven bouwaanvragen door middel van een vrijstelling medewerking worden verleend.

Beleidsregels

  • 1.

    De recreatiewoning dient als zodanig bestemd te zijn in het bestemmingsplan (bestemming zomerhuizen).

  • 2.

    Gestreefd wordt naar een eindsituatie met één recreatiewoning met aan- en uitbouwen en uitgebouwde bijgebouwen, zonder vrijstaande bijgebouwen.

  • 3.

    De begrippen uit artikel 1 van het bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen (vastgesteld op 29 november 2000) zijn op deze beleidsregels van toepassing.

  • 4.

    Voor de begrippen aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden aangesloten bij de systematiek van het ‘Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken’ (nader uitgelegd in de bijbehorende brochures).

  • 5.

    Met in achtneming van het onderstaande wordt de wijze van meten als vermeld in artikel 2 van het bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen (vastgesteld op 29 november 2000) gehanteerd.

  • 6.

    Bij de inhoudsberekening van de bestaande recreatiewoning gelden alleen de inhoud van de gebouwen, die met een bouwvergunning opgericht zijn.

  • 7.

    Voor de inhoudsberekening van de bestaande recreatiewoning tellen de inhoud van de vergunningsvrij opgerichte overkappingen, veranda’s en luifels niet mee.

  • 8.

    Bij de inhoudsberekening van een nieuw op te richten recreatiewoning of een te verbouwen of uit te breiden recreatiewoningen telt de inhoud van overkappingen, veranda’s en luifels mee voor de toets aan de maximaal toegestane inhoud. Uitzondering hierop is de situatie wanneer de overkapping, veranda of luifel vergunningsvrij is opgericht en niet aangepast wordt.

  • 9.

    De recreatiewoning mag een overstek van maximaal 0,50 m. hebben.

  • 10.

    De maximale inhoud van de recreatiewoning inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag maximaal 200 m3 bedragen, tenzij de recreatiewoning inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen al groter is dan 200 m3 dan geldt deze grotere inhoudsmaat als maximale inhoud.

  • 11.

    De maximale goothoogte en hoogte van de recreatiewoning bedraagt 3.00 m. respectievelijk 5.00 m.

  • 12.

    De maximale goothoogte en hoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen van recreatiewoningen bedraagt 3.00 m. respectievelijk 4.50 m.

  • 13.

    Recreatiewoningen mogen over maximaal 10 m. t.o.v. de bestaande recreatiewoning verplaatst worden. Recreatiewoningen of uitbreidingen aan recreatiewoningen mogen alleen op het bestaande erf van de recreatiewoning opgericht worden. De ligging van het erf wordt van gemeentewege bepaald.

  • 14.

    Bij de situering van de nieuw op te richten of uit te breiden recreatiewoning dienen bomen zoveel mogelijk gespaard te blijven.

  • 15.

    De recreatiewoning mag niet van een kelder voorzien worden.

  • 16.

    Indien de bestaande recreatiewoning reeds een kelder heeft dan mag deze op dezelfe plek gehandhaafd worden. Bij een nieuw op te richten recreatiewoning op een andere plek dient de bestaande kelder gesloopt te worden.

  • 17.

    Vrijstaande bijgebouwen bij een recreatiewoning mogen geheel vernieuwd worden. De inhoud mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van het vrijstaande bijgebouw.

  • 18.

    Het samenvoegen van vrijstaande bijgebouwen tot één vrijstaand bijgebouw is toegestaan. De maximale inhoud van het nieuw op te richten vrijstaand bijgebouw mag niet meer bedragen dan de som van de inhoud van de afzonderlijk vrijstaande bijgebouwen.

  • 19.

    Bij het verplaatsen van vrijstaande bijgebouwen, waarbij het bijgebouw aan de recreatiewoning vastgemaakt wordt, vervalt 25% van de inhoud van het vrijstaande bijgebouw.

  • 20.

    De maximale goothoogte en hoogte van de vrijstaande bijgebouwen bedraagt 3.00 m. respectievelijk 4,50 m.

  • 21.

    Vrijstaande bijgebouwen mogen over maximaal 10 m. verplaatst worden. De maximale afstand tussen de recreatiewoning en het nieuw op te richten vrijstaande bijgebouw bedraagt 10 m. Deze bijgebouwen mogen alleen op het erf van de recreatiewoning opgericht worden. De ligging van het erf wordt van gemeentewege bepaald.

  • 22.

    Bij de situering van de nieuw op te richten vrijstaand bijgebouw dienen bomen zoveel mogelijk gespaard te blijven.

     

Opgesteld door

Johnny Janssen

Datum versie 2

4 december 2006

Door college vastgesteld op

12 december 2006

Afgifte verklaring van geen bezwaar op

20 maart 2007 en 19 april 2007

Datum in werking treding