Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meierijstad

Beleidsregels toekennen ambtshalve verlagingen van WOZ-beschikkingen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeierijstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels toekennen ambtshalve verlagingen van WOZ-beschikkingen 2021
CiteertitelBeleidsregels ambtshalve verlaging Wet WOZ-beschikkingen 2021
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpambtshalve verlaging

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken
  3. artikel 29 van de Wet waardering onroerende zaken
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-05-2021nieuwe regeling

17-05-2021

gmb-2021-165571

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels toekennen ambtshalve verlagingen van WOZ-beschikkingen 2021

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad van 7 juli 2020: aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar 2020;

En gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29 van de Wet waardering onroerende zaken;

De WOZ-ambtenaar van de gemeente Meierijstad,

Besluit

vast te stellen de;

Beleidsregels voor het ambtshalve verlagen van de vastgestelde waarde ingevolge de Wet WOZ 2021

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1.

    Deze beleidsregels gelden in aanvulling op de Wet waardering onroerende zaken.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet WOZ: Wet waardering onroerende zaken;

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    WOZ-ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet WOZ;

  • d.

    Beschikking: de voor bezwaar vatbare beschikking bedoeld in artikel 22, eerste lid, 26, eerste lid, 27, eerste lid, 28, eerste lid van de Wet WOZ, tenzij in deze beleidsregels anders wordt aangegeven;

  • e.

    Belanghebbende :degene op wiens naam een beschikking is gesteld;

  • f.

    Vermindering: verlaging van de eerder bij beschikking vastgestelde waarde.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1, eerste lid, verleent de heffingsambtenaar uitsluitend ambtshalve vermindering in de in dit artikel bedoelde gevallen, alsmede ingeval de in artikel 3, eerste lid, bedoelde afwijkende regeling daartoe aanleiding geeft.

  • 2.

    Ingeval de waarde van een onroerende zaak had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat ten minste 20% met een minimum van € 5.000,-- lager is dan de te hoog vastgestelde waarde van die onroerende zaak, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve vermindering voor het verschil tussen beide waarden:

  • a.

    Indien een bezwaarschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift dan wel om andere redenen van formele aard, of

  • b.

    Indien hem dat ambtshalve uit enig feit blijkt.

  • 3.

    Ingeval de waarde van de onroerende zaak in het waardetijdvak had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat ten minste de voor die onroerende zaak in artikel 26a van de Wet WOZ van toepassing zijnde marge overschrijdt, verleent de heffingsambtenaar slechts ambtshalve vermindering voor de in dat waardetijdvak voor die onroerende zaak bij beschikking vastgestelde waarde.

  • 4.

    De ambtshalve vermindering vindt plaats door vaststelling van een nieuwe waarde voor de onroerende zaak bij beschikking.

  • 5.

    De belastingplichtige dient aan te tonen dat de in artikel 26a van de Wet WOZ genoemde marge is overschreden.

Artikel 3 Jurisprudentie

  • 1.

    Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de Wet WOZ besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de vaststelling van de beschikking gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van de waarde indien de beschikking onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 2.

    Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 4 Mededeling van afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels ambtshalve verlaging Wet WOZ-beschikkingen 2021’.

 

Veghel, 17 mei 2021,

de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad,

drs. A. de Beer